Noord-Brabantsche Mij van Landbouw ZITDAG BOEKHOUDBUREAU. BRABANTSE BOERENBRIEFKES. REGIONAAL LANDBOUWVERSLAG, WETTELIJKE EISEN VOOR IANDBOU WMOTORRIJTUIGEN EN AANHANGWAGENS. N. P. F. 1950: Bijna 1070 millioen eieren uitgevoerd. TEELTVERGUNNINGEN TUINBOUW. CENTRALE MELKMACHINECOMMISSIE. BOUWPLAN EN VRUCHTOPVOLGING OP AKKERBOUWBEDRIJVEN. FIJN A ART: Vrijdag 26 Januari, 1012 uur, Hotel „De Graanbeurs". Kleibergen, 15 Januari 1951. Beste Kees, We zijn dus weer met de beste voornemens aan een nieuw jaar begonnen. Een jaar, bij de aan vang waarvan we elkaar traditie-getrouw veel heil en zegen hebben toegewenst. Tegelijk weten we echter, dat dit jaar ons mogelijk toenemende in ternationale spanningen zal kunnen brengen en daardoor ook toenemende nationale moeilijkheden en zorgen. Niettemin, deze moeilijkheden en zorgen zijn er om ze te overwinnen. Ons land heeft wel meer zorgvolle en critieke tijden meegemaakt en met Gods hulp zijn wij ook toen door eendrachtig samen te werken en te vechten deze perioden te boven gekomen. Denk maar aan het rampjaar 1672, toen onze regering radeloos, het volk rede loos en het land reddeloos werd genoemd. En nog vers in ons geheugen liggen de donkere bezettingsjaren van 19401945, toen onder de niets ontziende druk van de bezetter, het verzet werd geboren en Nederlanders van allerlei rang en stand en van allerlei levensbeschouwing en richting een drachtig samenwerkten voor de vrijheid van ons land. Mede dank zij dat verzet werd die vrijheid verkregen en de oorlog gewonnen. Thans blijkt het echter inderdaad waarheid ie bevatten, dat een oorlog slechts moeizaam kan worden gewonnen, doch dat het. nog moeilijker is de vrede te winnen. Bij het winnen van de vrede ondervinden we als zwaar getroffen land van de Verenigde Staten van Amerika krachtige steun in de vorm van de Mar shall-hulp. Arm en berooid als we uit de oorlog zijn gekomen, zijn we er echter tot nu toe niet in kunnen slagen, om onze handelsbalans sluitend te maken, d.w.z. om niet meer uit te geven dan onze inkomsten zijn. Eind 1949 leek het er op, of we daarmee in ieder geval op de goede weg waren en hadden we „slechts" een tekort van 300 millioen gulden. Mede door de gevolgen van de devaluatie en de oorlog in Korea beloopt dit tekort echter over het afge lopen jaar rondom een milliard gulden. Waar moet dat naar toe. Kees? Daar is maar één- uitweg mijns inziens, n.l. dat wij ons van nu af onze nationale armoede goed realiseren en als gehele natie de consekwenties van deze armoede aanvaarden en dragen. Wil Neder land werkelijk herrijzen en een deel van zijn oude glorie en prestige terugwinnen, dan allen gezamen lijk de schouders er onder. Vertoont onze nationale huishoudrekening een groot tekort, dan zal deze alleen sluitend kunnen worden gemaakt door meer te produceren, harder te werken, desnoods langer te werken en minder uit te geven. Een andere mogelijkheid zie ik niet. Devaluatie en nieuwe loonronden zijn middelen, die ons alleen maar dieper in de put kunnen helpen. Laat onze Regering dit ons gehele volk nu eens duidelijk aan het verstand brengen. Ik geloof dat alle bevolkingsgroepen dan met Nederlandse nuch terheid tot de erkenning zullen moeten komen, dot het inderdaad niet anders kan, dan door de mou wen omhoog te stropen en de buikriem aan te halen. Maar dan ook met z'n allen, Kees. Niet alleen de „ezel" van de landbouw de pakken dragen, maar ook het tuigpaard en het trekpaard van handel en industrie. Wanneer een melkprijsverlaging op grond van bovengenoemde motieven noodzakelijk zou zijn, dan zou deze mijns inziens aanvaard kunnen worden, wanneer ook in andere sectoren soortgelijke maat regelen zouden worden genomen. Het gaat in dezen niet alleen om de knikkers, het gaat om het spel, waarbij de landbouw het gevoel heeft bedreigd te worden met het dragen van een onevenredig groot deel van onze nationale lasten. Naast je brief van de vorige keer was opgeno men een verslag van de vergadering van de Afd. Hilvarenbeek. Een uitvoerig verslag van een actieve afdeling, waar pit in zit. De in dat verslag weergegeven stemming t.a.v. het regeringsbeleid kan ik me levendig indenken. De melkprijsverlaging treft vooral de gemengde bedrijven in de zandgebieden. Maar één ding kan ik me niet indenken, n.l. dat we tengevolge van deze maatregel bij de pakken neer zouden gaan zitten en zelfs uit moedeloosheid zouden gaan twij felen aan het nut van het zich organiseren in land bouworganisaties. Wanneer we dit wapen uit han den zouden laten vallen, dan eerst zou de land bouw inderdaad volkomen machteloos staan. Neen, juist andersom, onze organisatie zal ster ker moeten worden, willen wij althans meer kun nen bereiken. Wanneer onze boot ondanks ons roeien, door de tegenstroom dreigt te worden mee gesleurd. dan past het ons niet als flinke mannen om de riemen moedeloos te laten schieten en het hoofd in de schoot te leggen. Dan zetten we ons schrap en roeien des te har der en sporen onze collega's aan om mee te roeien. Nog al te velen staan tot nu toe aan de kant toe te zien. Maar meer dan ooit geldt nu en in de naaste toekomst voöf al onze boeren en tuinders het devies „aan de riemen" en eendrachtig samen werken om onze landbouwbelangen te behartigen en zo nodig te verdedigen. Met vriendelijke groeten, Je WILLEM WESTHOEK. Door de Rijkslandbouwconsulenten voor het Zuid-Westelijk kleigebied is over het jaar 1950 een regionaal landbouwverslag samengesteld, waarin vooral voor onze boeren in het kleigebied zeer veel leerzame en interessante gegevens zijn verwerkt. Aan de hand van de resultaten van de proefvelden wordt in dit verslag uitvoerig ingegaan op de ras- senkeuze bij de diverse gewassen. Voorts bevat dit verslag leerzame artikelen over de maïsteelt, de contractzadenteelt, het bewaren van aardappe len, actualiteiten op het gebied van plantenziekten, stuivende kleigronden, groenbemesting, aanwen dingsmogelijkheden van stro voor bemesting, lucerneteelt, het inkuilen van suikerbietenkoppen. Bijzonder interessant zijn de artikelen op het ge bied van de mechanisatie, handelende over het on derhoud van landbouwmachines en werktuigen, voorbeelden van rationeler werken en verbeterin gen aan- en ombouw van bestaande constructies. Ook aan het bedrijfseconomisch onderzoek zijn enkele beschouwingen gewijd o.a. over de rentabili teit van de gewassen op het akkerbouwbedrijf en het rationeel gebruik van trekkracht. Achterin het 190 pagina's omvattend verslag is een schematisch overzicht van bouwplan en vrucht opvolging opgenomen. Het geheel is een boekwerkje, verlucht met diverse foto's en tekeningen, dat wij gaarne in han den van al onze akkerbouwers zouden zien. Benut Uw winteravonden eens om dit verslag rustig te bestuderen. Voor ieder bedrijf is hieruit nog wel wat te leren. Bij voldoend aantal bestellin gen kan dit verslag tegen de prijs van 50 cent. ge leverd worden. Bij losse verkoop is de prijs ƒ1, Neemt even de moeite om een briefkaart te schrijven aan het Secretariaat der N.B.M.L., Noord haven 21 te Zevenbergen, waarna U toezending van het verslag binnenkort tegemoet kunt zien. Door de Kon. Ned, Toeristenbond A.N.W.B. is een handig en overzichtelijk boekje uitgegeven, waarin aan de hand van het nieuwe verkeersregle ment een beschrijving wordt gegeven van de wette lijke voorschriften voor landbouwtractoren en -aanhangwagens. Vooral voor hen, die als tractor gebruikers hier mee te maken hebben bevelen wij dit boekje gaarne van harte aan. Het is zolang de voorraad strekt gratis te be stellen bij de Kon. Ned. Toeristenbond A.N.W.B., Parkstraat 1826, 's-Gravenhage. In 1950 heeft de uitvoer van eieren het milliard ruim overschreden, hij heeft dus ruim het dubbele bedragen van het cijfer van 1949 toen 454 millioen eieren de grenzen overgingen. De uitvoer is in de beide jaren wel zeer ver schillend gericht geweest. In 1949 gingen 242 mil lioen naar Engeland en wie zal zich de zorgen niet herinneren van zegels en van heffing per kip, die deze export met zich mede gebracht heeft. De georganiseerde landbouw heeft zich sterk verzet tegen voortzetting van deze verkoop aan Engeland, in hoofdzaak omdat de prijzen zo onbevredigend waren, zo sterk lagen onder de door het L. E. I. berekende kostprijs van het Nederlandse ei. In 1950 is de verkoop dan ook nagelaten: naar Enge land ging slechts een kleine hoeveelheid (3 mil lioen In October 1949 kwam de Duitse burgerbevolking aan de macht, wat voordien naar Duitsland ge leverd werd, was bestemd voor de Amerikaanse be zettingsautoriteiten. De markt bleek reeds dade lijk veel belovend te zijn. De aanvankelijk zeer hoge prijzen vielen wel wat terug, maar bleven in het gehele jaar 1950 toch goed, terwijl de afge nomen hoeveelheden zeer groot waren. Uit het totaal van de geëxporteerde hoeveelheid, nam Duitsland ongeveer 95 of wel 1006 millioen eieren af. In de afname van de overige landen kwam niet veel wijziging, Frankrijk kwam van 20 op 23 mil lioen, Zwitserland daalde van 21 op 19 millioen, België (hoofdzakelijk broedeieren) kwam van 3 op 4 millioen, terwijl tenslotte Oostenrijk een vooruit gang van 0.5 op 7 millioen te zien geeft. De binnenlandse consumptie van eieren kan in 1950 hooguit op 1000 millioen gesteld worden, zo dat van de totale productie vermoedelijk iets meer dan de helft uitgevoerd is. De inkomsten uit de pluimveehouderij in 195C zijn bevredigend geweest. Te berekenen valt dal de pluimveehouder gemiddeld ongeveer één een' per ei meer ontvangen heeft dan in 1949, de zegel kosten en heffing daarbij in rekening brengende Voor het overzien van de kansen voor 1951, moe rekening gehouden worden mei de volgende fac toren: a. De binnenlandse consumptie is onbevredi gend laag, een cijfer van 100 eieren per jaar per hoofd van de bevolking, maakt geen goed figuur. De prijzen op de binnenlandse markt zijn in het afgelopen jaar meestentijds zo hoog geweest, dat de huisvrouw zich vaak wel twee keer bedacht voordat zij een ei kocht. b. Ten aanzien van de afzet van eieren naar Duitsland moet worden afgewacht, wat de onder handelingen over het af te sluiten handelsverdrag uit de bus zullen brengen. In handelskringen schijnt mén niet pessimistisch over de toekomst van de afzet van eieren te zijn. c. Met Engeland zullen weer onderhandelingen gevoerd worden over uitvoer. De georganiseerde landbouw blijft vasthouden aan het standpunt: geen levering tegen prijzen die ver beneden de kostprijs liggen. d. De productie zal in 1951 vermoedelijk 300 mil lioen eieren meer bedragen dan in 1950. Deze eieren zullen worden gelegd door de hennen van broed 1950 (toewijzing 20 millioen ééndagskuikens) die in October 1950 aan de leg zijn gekomen. Men zal zich herinneren dat dé kuikentoewijzing van 1949 slechts 15 millioen ééndagskuikens bedragen heeft. Het Bedrijf schap voor Groenten en Fruit deelt mede, dat voor het kalenderjaar 1951 geldig is ver klaard de „Tuinbouwteeltvergunning 1950". Alle vroeger uitgereikte blijvende vergunningen, als mede alle bijzondere vergunningen 1950, zijn per 1 Januari 1951 vervallen. De „Tuinbouwteeltyer- gunningen 1950" zijn inmiddels door de plaatselijke bureauhouders uitgereikt. Voor „Bijzondere vergunningen 1951" voor vroege aardappelen, aardbeien en spruiten kunnen aanvragen worden ingediend bij de plaatselijke bureauhouders. Voor vroege aardappelen is de termijn van aan vragen opengesteld tot 15 Februari 1951. Voor aardbeien kan dit. het gehele jaar geschieden. Telers, die in 1950 een bijzondere vergunning voor aardbeien hebben gehad en geen uitbreiding wen sen, moeten de door hen te telen oppervlaktemp- geven aan de plaatselijke bureauhouder. Voor het indienen van een aanvrage voor een bijzondere ver gunning voor spruiten is nog geen sluitingstermijn bepaald. Het is echter gewenst spoedig aan te vra gen. Het telen van warmoezerijgewassen als na- cultuur na vroege aardappelen is in het algemeen verboden. Na-cultuur na vroege aardappelen is alleen toegestaan aan bedrijfsgenoten A met een bedrijfsoppervlakte kleiner dan 5 ha, die in het bezit zijn van een daarvoor geldige vergunning. Wordt na cuituur toegepast, dan moeten de aard appelen op zodanige wijze worden geteeld, dat per m* oppervlakte grond ten minste 2% struik vroege aardappelen worden geplant. Als na-cultuur mogen alleen worden geteeld: spruitkool, bloemkool en bonen. De termijn voor het indienen van aanvragen voor overschrijving van blijvend teeltrecht is nog opengesteld tot 15 Maart 1951. Aanvragen voor erkenning als be drijf sgenoot B (fruitteler) al of niet met aanvrage voor uitbreiding boomgaard, kunnen worden inge diend tot 1 Maart 1951. Alle aanvragen moeten via de plaatselijke bureauhouders worden ingediend. Aangeraden wordt tijdig aan te vragen. Wanneer de koeien bijna droog staan is bij het machinaal melken het systeem van werken zeer belangrijk. Op vele bedrijven wordt het systeem toegepast 3 apparaten en 2 personen. Volgens tijdstudies verricht door het Instituut van Landbouwtechniek en Rationalisatie blijkt in derdaad dit systeem het meest economische te zijn, maar kan alleen dan worden toegepast wanneer de koeien per melktijd meer dan 6 kg melk geven. Op bedrijven waar men voorheen tot het laatste toe volgens bovengenoemd systeem bleef werken en men nu is overgegaan tot het systeem 2 perso nen 2 apparaten heeft dit laatste als resultaat gegeven dat vlugger en beter wordt gemolken. Vooral het beter melken is natuurlijk in dit ver band belangrijk en zeer begrijpelijk. Bij 3 appa raten 2 personen kunnen alle werkzaamheden als voorbehandeling, aanzetten van de apparaten, afhalen van de apparaten en namelken niet op tijd plaats vinden. Dit is wel mogelijk bij 2 apparaten 2 personen. StaJio Zoals bij de landbouwers bekend is, speelt een juiste vruchtopvolging een grote rol bij het slagen van de teelten der diverse gewassen. Deze vrücht- opvolging is aan bepaalde voorwaarden gebonden, zodat de boer bij het opstellen van zijn bouwplan hiermede ten volle rekening moet houden. De heer Ir. L. R. Diikema, Rijkslandbouwcon- sulent voor Noord-Holland (Noord), zal in het radio-landlbouwkwartier van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening op Maandagavond 22 Januari a.s. van 19-4520.00 uur (zender Hilversum I) over deze kwestie het één én ander vertellen

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 10