Ondermelkpoeder voor opfok van Kalveren. De Rijkslandbouwconsulent voor DE ZEEUWSE EILANDEN. ZEEUWS VLAANDEREN. PREMIEREGELING KLEINE BOERENBEDRIJVEN 195L Evenals vorige jaren kunnen kleine land bouwbedrijven beneden 10 ha cultuurgrond subsi die verkrijgen op de aankoop en inzaai van be paalde gras- en klaverzaadmengsels, rode klaver en lupine. Deze subsidie wordt alleen verstrekt indien aan de van Overheidswege gestelde voor waarden is voldaan. Algemene bepalingen: Er moet tenminste 25 Are worden ingezaaid. De uitzaai van een graslandmengsel mag niet leiden tot vergroting van de oppervlakte grasland. In bij zondere gevallen kan hiervan worden afgeweken. Het zaad, hetzij als mengsel, hetzij afzonderlijk ver pakt moet voorzien zijn van certificaten of verkla ringen van de hoeveelheid die overeenkomt met die. welke wordt ingezaaid. Dit komt dus hierop neer, dat detailnlombering moet plaats vinden. Een veel gemaakte fout der detaillisten in graszaden is, dat zij bij de zaadhan- del balen graszaad of mengsels bestellen. In deze baal bevindt zich één certificaat voor het totale ge wicht van de inhoud. Deze detaillisten leveren kleinere hoeveelheden aan de landbouwers af, zodat bij die kleinere hoe veelheden geen certificaten aanwezig zijn die op de werkelijke hoeveelheid betrekking hebben. Resultaat is dan dat geen subsidie op die aan kopen worden verstrekt. Iedere kleine boer die in aanmerking wenst te komen voor premie, dient er op te letten, dat zijn aangekocht zaad gedekt is door een bijbehorend certificaat. Emballage-kosten worden niet begrepen onder de zaaizaadkosten en dus niet gesubsidieerd. Bijzondere bepalingen: Graszaadmengsels voor blijvend grasland- Alleen die mengsels worden gesubsidieerd die genoemd zijn in de rassenlijst 1950 blz. 83. Afwij kende wensen worden niet gesubsidieerd. Het in deze mengsels voorkomende Engels Raaigras weidetyne mag niet vervangen worden door hooi- type of Deense Selecties van Engels Raaigras. In dien de hierin opgenomen weidetynen van Beemd- laagbloem en Tïmothee niet verkrijgbaar zijn, dan mogen deze wel vervangen worden door hooitynen. Dit gledt ook voor de witte klaver die men geheel of gedeeltelijk mag vervangen door witte cultuur klaver. Premie voor deze mengsels bedraagt 30 van de aankoopkosten. Meerderiarige kunstweïden gemengd gebruik. Gesubsidieerd worden de M. K.-mengsels voor komende op blz. 91 van de Rassenlijst. Evenals bij het blijvend graslandmengsels mag het Engels Raaigras weidetvne met vervangen worden door honityDe of Deense Selecties. De premie bedraagt eveneens 30 van de zaai zaadkosten. Twee- tot driejarige kunstweiden gemengd ge bruik. Gesubsidieerd worden de mengsels TK 1 tot en met TK 3 van blz. 91 van de Rassenlijst. De in de mengsels TK. 1 en TK 3 opgenomen late Rode Klaver Scandinavisch el mag tot 50 vervangen woeden door voege Rode Klaver, biiv. inlandse. Slechts in bijzondere gevallen mag de late Rode Klaver vervangen worden door Bastaardklaver. De premie bedraagt 40 van de zaaizaadkosten Twee en twee tot driejarige kunstweiden om te maaien. Gesubsidieerd worden de mengsels TK. 4 tot en met TK. 7 blz. 92 van de Rassenlijst. Geen premie zal worden verstrekt indien men de vroede Rode Klaver niet uitzaait en dus besluit enkel Italiaans Raaigras of Westerwolds Raaigras uit te zaaien. Wordt de voorgeschreven Rode Klaver wel uit gezaaid dan bedraagt de premie 40 van de zaai zaadkosten. Éénjarige kunstweiden worden niet gesubsi dieerd! (EK mengsels blz. 92 van de Rassen lijst.) Aankoon en inzaai van Rode Klaver. Gesubsidieerd wordt Rode Klaver (landras of erkend inlandse ras), hetwelk door de N.A.K. te velde is goedgekeurd. Deze premie verstrekking heeft dus uitsluitend betrekking op de volgende klaverrassen. Landrassen: Groninger rode klaver; Rode Maas klaver: Roosendaalse Rode Klaver; Gendringse Rode Klaver. Erkende inlandse rassen: Rode Klaver C.B.; Rode Klaver Kuhn. De premie bedraagt 40 van de zaaizaadkosten. Aankoop en inzaai voederlupinen. Gesubsidieerd worden uitsluitend door de N.A.K. goedgekeurde voederlupinen, dus geen eigen na bouw. De premie bedraagt 40 van de zaaizaadkosten. Zii, die voor deze regeling in aanmerking komen en daarvan gebruik willen maken worden in hun eigen belang aangeraden zich aan deze richtlijnen stipt te houden daar anders hun recht op premie onherroepelijk vervalt. De Rijkslandbouwconsulent voor de Zeeuwse Eilanden, Ir. C. W. C. VAN BEEKOM. De Wnd. Rijkslandbouwconsulent voor Zeeuws-Vlaanderen, Ir. P. R. BOUMAN Kruiningen/Axel, Dec. 1950' HET MECHANISCH ROOIEN VAN SUIKERBIETEN. Wjj lazen deze week, dat de jaarlijkse demonstratie met bietenoogsi machines in Engeland zeer geslaagd wordt ge noemd en het vraagstuk van de volledige mechan satie van de bietenoogst weer een stap dichter bi zijn oplossing is gekomen. Zóver zijn wij in Zeeuws-Vlaanderen nog niet en we hoeven ons daar niet voor te schamen, aange zien onze bedrijfseconomische en bedrijfstechnische omstandigheden een en ander verklaren. Wèl heeft het geheel- of gedeeltelijk mechanise! oogsten van de bieten met kleinere werktuigen de belangstelling van de Zeeuws-Vlaamse landbouwers Verschillende bedrijven bezitten een één- of meer rijïge bietenlichter en soms ook een bietenkopper Echter, toen we op een mooie dag in October Oost Zeeuws-Vlanderen rondreisden om het mech" nisch bietenrooien te bezichtigen, bleken van de 150 percelen, die we telden, 144 met de hand te worden gerooid, terwijl men slechts op 6 percelen met een lichter aan het werk was. Toch hoort men, dat in andere streken van ons land dit werk veel meer wordt toegepast. Mogelijk zouden we veel kunnen leren, indien van de elders in het land toegepaste methoden eens een goed ver slag werd gepubliceerd, waarin een goed opgezette kostenvergelijking niet mag ontbreken en aan onderstaande vragen van practische, financiële en sociale aard aandacht werd geschonken: le. Welke invloed heeft de grondsoort op de kwaliteit van het geleverde werk? 2e. Hoe zijn de resultaten op de verschillend^ gronden bij ongunstig weer? 3e. Wat denkt men, economisch en sociaal ge zien, van het feit, dat door de verplichte lange levertijd het handrooien de arbeiders langer werk kan geven? Hierdoor wordt de wintertijd bekort, zodat het vast-personeel in deze winteruren productieï- werk verricht. 4e. Welke financiële gevolgen heeft het vroeg en veel rooien met de lichter, hetgeen tech nisch gemakkelijker is, maar waardoor men een voorraad krijgt?. Men moet dan wachten met leveren van een groot deel der bieten, hetgeen een daling geeft in het aantal kilo's en het suikergehalte. 5e. Welke waarde hecht de boer eraan, dat hij bij het mechanisch rooien meer gebonden is, dan bij het hand-rooien? Immers het hand-rooien loopt zonder toezicht en organisatie, vanzelf. 6e. Wat kost het extra, wanneer men nu en dan met de machine rooit, teneinde zich aan te passen bij de levering? In dit geval moeten de arbeiders ook voort durend van werk wisselen, hetgeen loop- en wachtloon met zich meebrengt. Dezelfde vraag geldt nog meer bij slecht weer, waarbij men soms zelfs het mechanisch rooien een tijdlang moet laten stoppen en laten ver vangen door hand-rooien. 7e. Welke geldelijke betekenis heeft het feit, dat mechanisch koppen minder secuur gaat, dan koppen met de hand. Te sterk mechanisch koppen geeft verlies aan kilo's, te zwak me chanisch koppen geeft meer tarra. 8e. Welke uurlonen betaalt men bóven het vast gestelde uurloon bij het mechanisch rooien9 Men is hiertoe wel gedwongen, daar de arbei ders, die de bieten met de hand rooien, óók extra verdienen. 9e. Welke invloed heeft het mechanisch rooien op het totaal aantal vaste arbeiders, dat men aanhoudt? En, vermindert men dit aantal ar beiders, houdt dit dan een gevaar in voor de arbeidstoppen, die men in andere tijden van het iaar heeft? 10e. Welke geldelijke verliezen ontstaan aan het loof en koppen, als veevoeder gebruikt, wan neer men eerst mechanisch licht en daarna met de hand kopt, waardoor het loof, door de grotere verontreiniging, in veevoederwaarde daalt? Voor onze bedrijven, elk met zijn speciale om standigheden, zullen deze vragen verschillend moe ten worden beantwoord. Daarom is dit vraagstuk zo moeilijk en niet in zijn algemeenheid op te lossen. Vele van genoemde bezwaren gelden voor onze akkerbouwbedrijven met 510 ha suikerbieten. Voor bedrijven met veel eigen arbeidskrachten, kan het werk met de lichter soms aanbeveling verdie nen. Deze overwegingen zijn dan niet van techni sche aard, maar hebben een meer sociaal aspect. Vele boerenzoons voelen minder voor het zware werk van rooien met de hand, waardoor de lichter aan hun verlangens tegemoet kan komen. Dit is wel in tegenstelling tot de gemiddelde arbeider, die liever met de hand rooit, dan werkt achter een lichter, waarmede meteen de arbeidzaamheid van de gemiddelde arbeider is gekarakteriseerd. Ook voor de kleinere bedrijven en die, welke geen geschikt personeel tot hun beschikking hebben, kunnen in vele gevallen met voordeel van een lich ter gebruik maken. Een methode van half-mechanisch bietenoogsten, tot nu toe in dit artikel niet genoemd, heeft onze speciale aandacht. Hierbij wordt vooraf het loof plus kop door een of meer arbeiders met een kop- schoffel afgesneden, waarbij het loof van 1012 rijen bieten op één rij wordt geworpen en vervol gens wordt afgevoerd. Eerst daarna worden de bie ten gelicht. In een enkel geval in Zeeuws-Vlaande ren hebben we deze methode zien toepassen, waar bij de boer en de arbeiders tenvolle tevreden waren. Droog weer is ook hier een eerste vereiste. De kopschoffel is te vergelijken met een gewone vork, met aan de uiteinden der tanden een mes. Door te werken met de kopschoffel, wordt het loof in zeer geringe mate besmeurd met grond, waar door de veevoederwaarde aanmerkelijk stijgt. Dergelijk loof laat zich ook prima inkuilen, waar door een kuil met een voldoende lage zuurgraad ontstaat. Dit is begrijpelijk, daar de met de kop schoffel geoogste bietenkoppen geen kalkrijko grond bevatten, die de gewenste zuring tegen p-aat Nog beter is inkuilen met behulp van een haksel machine, waarbij als voorwaarde gesteld wordt: schoon loof. Dit is temeer een reden om aandacht te schenken aan het werk met de kopschoffel. Na dit koppen licht men de bieten zo spoedig mogelijk, b.v. met een éénriiïge lichter. Een lichter, die de grond zo weinig mogelijk los maakt en do bieten geheel op de grond deponeert, verdient d< voorkeur. Een, die dit uitstekend doet, is die van de firma Slotboom uit Eist. Deze bestaat uit een smalle slede van 40 cm, waarachter een paar lichtlichamen (scharen) zijn bevestigd, welke van voren over de grond lonen en de bieten als het ware opzoeken. De achterste gedeelten van de scharen (hielen) lonen in de grond en wrijven de bieten er uit. zonder dat er veel staarten in de grond achterblijven. Bij droog weer blijft er weinig grond aan de bieten handen en wordt practisch geen grond losgemaakt. Wel moet men deze lichter belasten (100150 kg), vooral bij taaie of harde grond waardoor aan trek kracht 2 paarden of een lichte trekker nofhV 7h"n. Vervolgens worden de bieten voor verdere reiniging met een omgekeerde onkruidegge bewerkt. Ook dit dient spoedig na het lichten te geschieden. Bij droog weer behoeft men de bieten practisch niet meer tegen elkaar te klopnen en heeft men weinig of geen tarra meer dan bij andere methoden van rooien. Tenslotte een kostenvergelijking per ha: le. Methode met kopschoffel en lichter. Koppen met kopschoffel 8 ct. per roe soc. lasten Lichten 18 manuren k f 1.20 36 paardenuren k 0.80 Onkruidegge 4 manuren k 1,20 4 paardenuren 0.80 Bieten op hoopjes gooien 4% cent per roe soc. lasten 40,50 Afschriiving lichter (ƒ200,—) reparatie 8, Kopschoffel 1, f 79 21.60 28 80 4.80 3,20 Samen 179,90 2e. Oude methode met de hand. Met de handgerooide bieten k 0,25 per roe komt dit per ha met inbegrip van sociale lasten op 225. Axel, Dec. 1950. R. L. V. D. Ook deze winter kan er door de zuivelfabrieken ondermelkpoeder (mager melkpoeder), ter ver vanging van ondermelk, aan de veehouders worden geleverd. De waarde van dit product moet, zo wel voor de opkweek der jonge kalveren als ook voor jonge fokzeugjes en mestvarkens en zogende zeugen, zeer hoog worden aangeslagen. Mager- melkpoeder (gedroogde ondermelk) is uitmuntend verteerbaar en bevat de meest hoogwaardige melk- eiwitten (hoofdzakelijk kaasstof en albumine), mineralen in een evenwichtige verhouding (spe ciaal ook kalk en phosphor) en verschillende vita minen (B en C), die de rol van groeistoffen vervullen. Als gevolg van het hoge eiwitgehalte (in zuiver, niet gedenatureerd poeder ongeveer 35 v.w.e.) bezit het mager melkpoeder een zeer nauwe eiwit verhouding. Bij een ZW van bijna 80, ongeveer 1 op 2.5. Hieruit blijkt de bijzondere productie functie van dit voeder in het dierlijk lichaam. Daar komt bij, dat het melk eiwit van een bijzonder hoge kwaliteit is. Het kan voor bijna 100 dienen voor nuttige aanzet of melkvorming. De door de fabrieken, ln plaat® van ondêmelU, aan de boeren terug te leveren ondermelkpoeder is gedenatureerd door toevoeging van slechts 3 gras-, klaver- of lucernemeel. (De vorige winter was het gedenatureerd mager poeder vermengd met weipoeder, terwijl 10 grasmeel was toe gevoegd.) De voederwaarde hiervan kan gebaseerd worden op een gehalte aan verteerbaar eiwit (v.w.e.) van 34 en een zetmeelwaarde (ZW) van 78. De gedenatureerde ondermelkpoeder is bestemd voor de veehouders in de z.g.n. melktekort- gebieden ter vervanging van de terug te leveren ondermelk. Dit poeder wordt door de Regering gesubsidieerd, zodat de prijs gebaseerd is op een ondermelk-waarde van 4V2 cent per kg. Rekent men, dat uit 100 tog ondermelk 9 kg magere melk poeder wordt verkregen, dan mag de prijs van het poeder ongeveer ƒ0,50 per kg bedragen. In ver gelijking met de prijs van de wat minder eiwitrijke krachtvoedermengsels is deze niet te hoog. De fabrieken, welke de gedenatureerde poeder aan de boeren terugleveren, bieden deze voor een prijs aan, welke lager ligt (gebaseerd op de mkoopprtt* vun liet I.V.Z., tranaportkoaten e.dJ.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1951 | | pagina 3