PLUIMVEETEELT. UIT EEN GEHEIM WEEKBOEK VAN BRAM UIT DEN SLIKHOEK. zien, dat het hier betreft gedupeerde col lega's te helpen." Wij zouden mogelijke mop peraars tegen deze vordering in overweging willen geven, eens een poosje te gaan buren" bij hun gedupeerde collega's in West Zeeuwsch-Vlaanderen, Schouwen-Dui- veland, Tholen en St. Philipsland of eens een kijkje te gaan nemen in het nog altijd verdronken Walcheren. Wij begrijpen volkomen, dat deze vorde ring, ook al met het oog op de twijfelachtige waarde van het geld, evenmin als elke vorige, met niet veel enthousiasme door de boeren zal worden ontvangen, maar de om standigheden dwingen daartoe. In dit verband kan ook de veel besproken vraag worden beantwoord, wanneer de taxatiemarkten voor paarden verdwijnen. Dit kan ons inziens zeker niet geschieden voor en aleer de gedupeerde landbouwers behoorlijk van de voor het bedrijf noodzake lijke paarden zijn voorzien. Dat de Regee ring den prijs der paarden ook in de hand vvenscht te houden, laten wij dan nog maar buiten beschouwing. De oogst van de granen is in vollen gang. Wat iedere boer reeds vermoed had, is ten volle door de feiten bewezen: de oogst valt tegen, zelfs meer tegen dan men verwacht had. Niet alleen op lichten grond is dit het geval, maar ook op zwaardere. Het zal blijken, dat de oorlogstoeslagen op de pro ducten, zooals deze door den Minister zijn vastgesteld, te laag zullen zijn om een eenigszins behoorlijk bedrijfsresultaat voor den boer op te leveren. Op den georganiseerden landbouw rust de taak om eens na te gaan in hoeverre den slechten oogst van 1945 aan de weeën van dezen oorlog moet worden toegeschreven. Op de arbeidsmarkt voor land- en tuin bouw liggen de verhoudingen nog altijd scheef. Er is een collectief contract voor den landbouw met een basisuurloon van 50 cent, maar de praktijk is deze, dat er van dit contract in zeer vele gevallen behoorlijk wordt afgeweken. De waarde van een dergelijk contract wordt wel zeer twijfelachtig, wanneer op de naleving ervan onvoldoende wordt gelet. Alleen op Noord-Beveland zijn, voorzoover ons bekend, behoorlijke geldboeten opgelegd aan de landbouwers die veel meer betaalden dan de bij contract vastgestelde loonen. In- tusschen zijn er weer al voorstellen om het contractueel vastgestelde uurloon te verhoo- gen tot 60 cent, waarover we binnenkort wel meer zullen hooren. De uitspraak van den Minister van Landbouw, Visscherij en Voed selvoorziening, dat de loonen van de land arbeiders gebracht moeten worden op die van de ambachtslieden ten platt^lande, is ons zeer sympathiek, maar hieraan is de consequentie verbonden, dat de prijzen van de prodticten zoodanig moeten zijn, dat de hoogere loonen betaald kunnen worden. Een principieele toezegging in deze richting heeft de Minister, naar we vernemen, reeds gedaan. De grootste moeilijkheden met de arbeids voorziening zijn echter o.i. reeds voorbij. De werkzaamheden in den landbouw vorderen, dank zij het goede weer en de niet zwaren oogst, goed en evenmin is te voorzien, dat de aardappel- en bietenoogst zeer groote moeilijkheden op zal leveren, omdat hier mede vroeg zal kunnen worden begonnen en de te oogsten hoeveelheden ver beneden het gemiddelde zullen blijven. Tot slot van dit weekoverzicht, dat met het oog op de beschikbare plaatsruimte slechts kort kan zijn, willen we op verzoek van een van onze lezers mededeelen hoever men gevorderd is met het tot stand brengen van de organisatie die voor de naaste toe komst voor den geheelen Nederlandschen boeren- 'en tuindersstand de technische en economische moeilijkheden zal behartigen. In Den Haag is gevormd de Stichting voor den Landbouw, waarvan de oprichters zijn de drie Centrale Landbouw Organisaties en de drie Landarbeiders Organisaties. Door de Landbouw Organisaties zijn elk twee en en door de Landarbeiders Organisaties is elk één bestuurslid aangewezen, zoodat het Be stuur der Stichting voor den Landbouw uit negen personen bestaat. Doel van deze Stich ting is de voorbereiding van een publiek rechtelijk orgaan voor den Landbouw, dat, evenals een Waterschap, verordenende be voegdheid bezit en Itptreedt voor de belan gen van land- en tuinbouw. In afwachting van het tot stand komen van dit publiekrechtelijk orgaan, neemt de Stichting op dit oogenblik de belangen van land- en tuinbouw waar.; Alle kwesties, die zich momenteel op land- en tuinbouwgebied voordoen, worden, via de Stichting voor den Landbouw, aan den met de zaken van den Landbouw belasten Minister voorgelegd. Voor de uitvoering van haar taak heeft de Stichting enkele Afdeelingen gevormd, waarin de verschillende kwesties besproken worden; zoo heeft men een afdeeling Akker bouw, een afdeeling Veeteelt, een afdeeling Landbouw, een Sociale afdeeling enz. De laatste afdeeling vooral is reeds volop in werking, wat ons niet verwondert, want de kwesties op arbeidsgebied zijn zeer vele. In de provincie Zeeland is door de Land bouw Organisaties en de Landarbeiders- Organisaties gevormd een commissie van samenwerking, waarin de Landbouw Orga nisaties elk door drie en de Landarbeiders Organisaties elk door één lid vertegenwoor digd zijn; derhalve een commissie van twaalf personen, waaraan de Rijksconsulenten, de Voedselcommissaris en de Inspecteur van Landbouwherstel als adviseurs zijn toege voegd. Uitbouw van eenige beteekenis naar onderen heeft nog niet plaats gevonden, be halve in Zeeuwsch-Vlaanderen. Wij zullen, alvorens een oordeel uit te spreken, af wachten hoe deze samenwerking tusschen de organisaties zich zal ontwikkelen. Een hechtere samenwerking tusschen alle land en tuinbouwers zelf in één organisatie was ons liever geweest, maar dit zal nog wel een der vele vrome wenschen blijven. INLEVERING EIERKAARTEN. Tot en met 25 Augustus a.s. worden alle pluimveehouders in de gelegenheid gesteld Imn aanslagkaarten van de „eierlevering 1945" bij den PI. Bureauhouder in te leveren, ook indien niet of niet geheel aan den aan slag is voldaan. In verband hiermede wordt medegedeeld, dat het betalen van den toeslag op de eieren, welke vóór 29 April geleverd zijn, zal afhan gen van het al of niet inleveren der aanslag- kaarten. Zij, die hun aanslagkaarten nog niet heb ben ingeleverd, doen dit dus ten spoedigste. 14 Augustus 1945, Nu niet meer kank'ren, klagen, Nu allen aan den slag, Voorbij de donk're dagen, Werk voor den nieuwen dag. Dit is een opwekkend vers in dezen tijd. Niet praten van: we willen zus en zoo, en dit en dat. maar doen, daar hebben we wat aan. Wanneer we aan het werk zijn, denken we ook aan dij werk en praten we niet meer over alle soorten dingen, waaraan we toch niets af of toe kunnen doen. Wanneer ieder in zijn vak, de arbeider op het land, de timmerman in zijn zaak, de smid in zijn smidse, de kantoorman op zijn kan toor, de drukker op Zijn drukkerij, de boer op zijn land, allen maar bezig zijn, zeker met alle moeilijkheden van elk vak, dan gaat het beter worden dan wanneer we maar blijven kletsen en roddelen, daar worden we eerder minder dan beter van. De moeilijkheden zijn er nog, zeer zeker en veel, en deze zul len voorloopig nog wel blijven, doch met aflen te saam krijgen we ze klein en er onder. De moeilijkheden zijn er om over wonnen te worden. Van den dichter J. P. Heije is een pracht gedichtje voor dezen tijd, toen was het ook precies als nu. 't Moet kunnen! I. „Ja, als 't niet kan, dan kan het niet!" Zoo hoor ik alle dagen Van flauwerds en van tragen. Maar ik ik haat dat laffe lied! En, zoo mij God de kracht wil gunnen, Dan zeg ik: „Wat er ook geschied, 't Moet kunnen!" II. Komt! haalt de handen uit de zak En steekt ze uit de mouwen, Gij Mannen en gij Vrouwen! Staat af van lust en van gemak: En,, valt er soms wat zwaars te tillen. Denkt: „Willen.... tilt het zwaarste pak, 'k Wil willen!" III. Wat flink en eerlijk is, en goed Hoe zwaar het ook mag lijken, Zal licht en handig blijken Wanneer men 't pittig wil en doet Hoe of 't dan loopen mag en ruimen, Zeg steeds, met ernstig-vroom gemoed 't Moet kunnen!" Zoo moeten we de zaak aanpakken, de ge- heele nationale zaak, elk in zijn vak en ieder op zijn plaats. De oorlog loopt ten einde, de Jappen zullen wel aan de eischen der Big Three's gehoorzamen; want ze kunnen niet anders. Gelukkig dat er een eind gekomen is aan dit gruwelijk misdrijf, laten we hopen, dat dit ook de laatste zal zijn. De atoombom en de Russische inval hebben wel een groot effect gehad. Nu kunnen de landen zich weer gaan weiden aan hun toekomst en andere aan hun wederopbouw. De soldaat kan op een klein aantal na weer naar huis. De oorlogsindustrie kan weer omgevormd worden tot vredesindustrie, de tanks kunnen tot vrachtauto's, de kanonnen tot machines worden omgesmeed, als vroeger de spiesen tot sikkelen. Tegenwoordig hoor je nog al wat over het geldwezen praten, de een denkt zus, de ander zoo. Het is ook een moeilijke materie en ik geloof dat de economen ook niet precies weten wat nu het beste voor ons land is. Toch zien we dit wel gebeuren, dat het in den "oorlog wat heel hard gegroeide kapitaal flink zal besnoeid worden, is het dan niet precies oneerlijk toch in den regel weinig fraai verdiend. De hooge toppen zullen er af moeten en dit is goed ook. Na den vorigen oorlog 1914—1918 hebben we ook voorbeelden gezien van zulke men- schen, die toen O.W.-ers heeten. Het spreek woord „zoo gewonnen, zoo geronnen" bleek voor dezen ook maar al te waar te zijn. Zon der regeeringsmaatregelen zijn deze men- schen, een enkele uitgezonderd, in een paar jaar tijds door hun geld geraakt en werden nog armer dan voorheen. Van de week is er bij ons 25 mm regen ge vallen. 't Was goud dat er viel. Voor de meeste gewassen was het te laat, doch de suikerbieten en late aardappels en vooral de groenbemesting was het prima. Nu kunnen we weer wat planten en zaaien, 't Was druk van de week om den oogst van 't land te halen en de boonenoogst in de glazen te krij gen. Ja, 't was binnen en buiten „stik druk". Buiten struikelde je bijna over de ponger- boomen en reepen en binnen over de emmers en de glazen, maar 't is zoo gebeurd, hoor. 't Is nu voor de schooljeugd weer vacantie en ze weten de boerderij goed te vinden. Nu daar hebben ze de ruimte en kunnen ze de vleugels uitslaan, de boog kan niet altijd ge spannen zijn. Uit de steden is de uittocht naar 't platteland ook begonnen. Ze komen varende, fietsende of liftende naar de lage landen. Zouden ze nu het platteland met andere oogen zien dan vroeger? Laten we dit hopen. De dorschmachines staan al te ronken, je hoort van goede, maar ook van heele slechte opbrengsten, tarwe van 60 hl en van 25 hl per ha, de gerst is voor 't grootste gedeelte aan de lichte kant. De late aardappels moeten nog veel do?n om goed te worden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1945 | | pagina 3