Waarom toch... Doe wijs!!... Boekhoudbureau der Z.L.M. - - Wijngaardstraat 29 - Goes laten reeds honderden personen hun boekhouding verzorgen door het Boekho'^bureau der Z.L.M.? Omdat hun na afloop van ieder boekjaar een duidelijk overzicht verstrekt wordt betreffende den financiëelen gang van zaken. Omdat alle belastingaangelegenheden, zooals Inkomsten-, Vermogens-, Omzetbelasting enz., door ons deskundig worden verzorgd. Omdat ze weten, dat tegenover een minimum contributie, een maximum prestatie staat. Omdat ze zelf van allen rompslomp zouden bevrijd zijn. Kortom, omdat ze weten, dat de verzorging hunner belangen in geen beter handen kan zijn dan bij ons. IrM ook voor Unog vanaf 1 Mei LI een boekhouding aanleggen door het 1930Ö S, geboren 1 Maart 1940, op den stal van Nico Ruiter te Beemster (N.-H.); welke hem dit voorjaar had verkocht aan den bekenden fokker C. Stapel Pzn. te Hoogkarspel, die hem gebruikte voor zyn hoogklassige Blok-familie, nadat Sophie's Frans op de Prov. Stierenkeuring te Hoorn de IA prijs had gewonnen. Deze stier heeft tot vader Frans 212 van Groen hoven 15662 S, gefokt door Grozeman te Wieringer- waard en deze was weer van Constantijn Frans 11881 S, een a.b. stier, die preferent 1ste klasse is geworden. In den stamboom van vaderszijde treffen we aan Matje 28, Matje 18, Marie 10, alle productieve koeien met melkopbrengsten van 6000 kg en meer en een boteropbrengst van 200 tot 238 kg boter in lactatie perioden van om de 300 dagen; alles vee uit den stal Grozeman. RUNDER T.B.C.-BESTRIJ DING EN DE /VERPLICHTE VEELEVERING. In enkele aan dit blad voorafgaande nummers hebben wij de Zeeuwsche veehouders, speciaal de consumptiemelkers, aangespoord lid van de Veree- niging tot bestrijding van de tuberculose onder het rundvee en van andere veeziekten in Zeeland te worden. Nu het Zeeuwsch Landbouwblad binnen kort ophoudt te verschijnen, willen wij hierop nog eens uitvoeriger terugkomen. Het is o.i. de plicht van iederen veehouder zich als lid bij deze vereeni- ging aan te sluiten. Het belang van de volksgezond heid eischt dit en zeker ook het eigen belang. Iedere veehouder dient den gezondheidstoestand van zijn veestapel te kennen. Vooral nu, omdat hij thans de verplichte veelevering dienstbaar kan maken aan het opruimen van zijn positief reagee- rende dieren. Wanneer men niet op de hoogte is met cfen gezondheidstoestand van zijn veestapel zal het voorkomen, dat gezonde dieren worden opge ruimd en reageerende op het bedrijf blijven, vooral wanneer het koeien betreft met een goede produc tie. Welk een gevaar dergelijke positief reageeren de koeien voor de gezondheid van mensch en dier opleveren, wordt wel heel scherp naar voren ge bracht in een hierover door den heer Dr. Adh. van Loy te Sas van Gent geschreven werkje: „Uw kind en de gevaren van de rundertuberculose", welk boekje wordt uitgegeven door Scheltema en Holke- ma's Boekhandel en Uitgevers-Maatschappij N.V. te Amsterdam en in iederen boekhandel a 0,65 ver krijgbaar is. Destijds hebben wij dit werkje in ons blad uitvoerig aangekondigd. Om het groote belang dat met de rundert.b.c.-bestrijding is gemoeid, laten wij hieronder nogmaals volgen, wat bovenbedoelde boekaankondiging inhield. Deze luidde als volgt: Dit werkje, dat in beknopten en populairen vorm is geschreven, behoort in ieder Nederlandsch gezin, doch speciaal door de melkveehouders, te worden gelezen. De beteekenis van het werkje kunnen we niet beter naar voren brengen, dan het inleidend woord van Dr. Van Loy hier in extenso te laten volgen: Dit luidt als volgt: „Voor eenigen tijd werd ik aan het ziekbed geroe pen van een meisje van zes' jaar. Het kind was al eenige weken suffig en hangerig geweest, ze at slecht en was in korten tijd een zeur derig en lastig kind geworden, terwijl ze vroeger aardig en lief was. Toen ik er bö kwam, had ze juist stuipen gehad, het kind trok daarbij heftig met de armen en bee- 1IIIIIIII!III!IIIIIIIIIIIIIII!IIIIIIIIII!!IIIIIIIII!III!IIN nen en de mond vertrok zich voortdurend tot een afschuwelgken grijns. Het kindje was soms bewusteloos, vaak in de war. Dan ijlde het en verwerkte in d'r gekwelde hoofdje de meest vreemde fantasieën. Stap voor stap heb ik *fe lijdensgeschiedenis van Marietje V. kunnen volgen. Altijd lag ze met de knietjes hoog opgetrokken. Iedere poging de beentjes iets te strekken, werd met afweerbewegingen en heftig schreien van de pijn beantwoord. Het hoofdje lag steeds achterover in het kussen gedrukt, en naarmate de ziekte voortschreed, werd dit erger. Het was totaal onmogelijk de kin naar de borst tóe te brengen, de nek was stijf. Marietje had hooge koorts, knarste in den slaap met de tanden. In de oogenblikken, dat ze bijkwam, klaagde ze over heftige hoofdpijn en keek haar ouders met groote vraagoogen aan; hulp en verlichting zoekend. De diagnose was niet moeilijk; het kind leed aan hersenvliesontsteking. In het ruggemergsvocht werden tuberkelbacillen gevonden. Na vijf dagen nam God Marietje tot zich. Op zichzelf zou het sterven van dit kind mij niet aangezet hebben over de tuberkulose te schrijven. De literatuur over die ziekte omvat he'ele biblio theken; één man kan alles wat over tuberkulose bekend is, nauwelijks meer beheerschen. Iets nieuw zou ik bezwaarlijk kunnen vertellen. Doch wat mij de pen deed opnemen, was het feit, dat de tuber kelbacillen die in het ruggemergsvocht van het ongelukkige kind gevonden waren van bovinen oorsprong waren. Het waren rundertuberkelbacillen die het kind geïnfecteerd hadden en tot een pijnlijken en wree- den dood veroordeelden. De voedingsbodems, waarop ze waren gekweekt en de dierproeven, die daarna waren genomen, lie ten geen enkelen twijfel bestaan. Volgens de ouders kwam het kind nooit met koeien in aanraking, het was er zelfs erg bang voor geweest. Een directe besmetting door „aanhoesten" door een tuberculeuse koe was dus uitgesloten. Restte dus alleen nog de mogelijkheid van be smetting door melk. Monsters van de melk, die iederen dag werd thuis bezorgd, werden onderzocht en hierin werden de- zelfde bacillen gevonden als in het ruggemergsvocht j van het gestorven kind, rundertuberkelbacillen. Toen ik dat wist, werd het mij te machtig. Alles is in ons kleine ordelijke land geregeld. Er zijn bepalingen over de aangifte van rood vonk en andere besmettelijke ziekten. Er zijn wetten, die den kinderarbeid regelen en die de hoeveelheid lucht per schoollokaal bepalen. Er is een hinderwet en er zijn verkeersregels. En al die bepalingen zijn noodig en goed. Maar dat kinderen worden gedood door onweten de melkslijters; dat ieder jaar in ons land een aan tal kinderen sterft of voor het leven zwak e gebrekkig blijft door tuberculose veroorzaak door rundertuberkelbacillen en dat te weinig wor< gedaan om dat alles te voorkomen, is toch 4te e- Voor korten tijd verdedigde ik bij het verkr van den doctorsgraad de volgende stelling'0 Het is irf het belang der volksgezondheid' keuring van melkvee op tuberculose veip." wordt gesteld. In de volgende bladzijden zal ik nader kwestie ingaan en aantoonen, hoe hoog noe, is, dat deze verplichte keuring spoedig worf1 voerd. -t Wie ooit een kind heeft zien sterven as~4 culeuse hersenvliesontsteking; wie ooit her telde door pgn en angst vertrokken gezicf?' van zoo'n arme kleine; wie weet, dat zóó'n kiii had hoeven te sterven, als er maar geen mefc dertuberkelbacillen besmette melk werd gedron voelt zich in opstand komen tegen onze onvolledige wetgeving. Dit boekje werd geschreven voor alle ouders, die hun kinderen liefhebben, als het kostbaarste dat hét leven hun schonk. Ik doe een beroep op de medewerking der vaders en moeders, omdat het niet moeilijk is te voorkomen dat hun kinderen sterven aan rundertuberculose. Meer dan thans het geval is, moet de strijd tegen de witte pest een strijd worden van het geheele volk. Het volk moet weigeren langer de mogelijkheid te aanvaarden, dat de kleine moordenaars, die de tuberkelbacillen zijn, aan huis worden bezorgd en iederen dag opnieuw het leven onzer kinderen be dreigen. Moge dit boekje hiertoe in ruime mate bijdragen. Sas van Gent, October 1940. Dr. Adh. van Loy." Ieder veehouder, die dit heeft gelezen zal zich alleen dan verantwoord gevoelen, indien hij zich heeft opgegeven als lid van bovengenoemde Ver- eeniging, adres Landbouwhuis te Goes en daardoor zijn veestapel stelt onder geregeld veeartsenykun- dig toezicht. Bij het opgeven als lid vermelde men steeds zijn veearts. EEN DOELMATIGE RU WVOEDERVOORZIENING WAARBORGT EEN BEHOORLIJKE MELKPRODUCTIE. Naar aanleiding van de beperkte hoeveelheid krachtvoer, die den vorigen winter verstrekt kon worden, stelde de Inspecteur van het Veeteeltwezen er prijs op, dat eens nagegaan zou worden, wat voor invloed dit zou hebben op de productie van ons melkvee. Het Provinciaal Veevoederbureau voor Gelder land stelde hier een onderzoek maar in, waarover een uitvoerig rapport, samengesteld door Ir. Donker, onder leiding van Ir. Th. C. J. M. Rijssen- beek, is uitgebracht. De in dit rappoi$. gepubliceerde cijfers hebben betrekking op een gering aantal dieren; doordat het materiaal met zorg moest worden uitgezocht. Men wilde van zoo goed mogelijk vergelijkbaar materiaal uitgaan en nam daarvoor koeien, welke minstens drie maal gekalfd hebben op het einde van de stalperiode 1939/1940 en den volgenden keer weer op tijd kalfden en geen gebreken haddon, welke de productie zouden kunnen beïnvloeden. En zooals ieder practicus begrijpt, stond men hier nog al eens voor de bekende naald in de hooi berg, daar 't mond- en klauwzeer met den maar al te gevreesden nasleep van allerlei kwalen maar al te dikwijls het materiaal onbruikbaar maakte. Met taaie volharding is men er ten slotte i slaagd totaal 54 dieren, verdeeld over 17 bed te vinden, die aan deze eischen voldeden. Ze i verdeeld over verschillende bedrijfstypen, 7/ ook nagegaan kon worden de invloed van 1 voerde hoeveelheden ruwvoer en de aard 1 al naar deze op de bedrijven voorkwamen. In tabellen is een duidelijk overzicht geg3 deze dieren gevoerd werden in 1939/1940 to 1941 en wat toen de productie was. UiLn moge dus wel blijken, met welke zorg gew v Den eersten winter onder distributie-omsL,0.. heden was het beschikbaar krachtvoer van,J1 gehalte en zal dit waarschijnlijk geen noe/ö waardige schade aan de melkopbrengst hebb< gebracht, voor zoover de toegewezen hoev 1 doelmatig werden aangewend en er voldoe^' voer aanwezig was. e De groote vraag was nu, hoe deze re., pjïern zouden zijn in de tweede distributieperiode, v-"<-ioor de hoeveelheid krachtvoer aanmerkelijk geringer v,. minder van kwaliteit was; terwijl de veehouders zich toen over het algemeen als compensatie iets meer hadden toegelegd op winning van meer ruw- voeder uit eigen bedrijf. Nagegaan werd, hoe de verhouding der melk- en melkvetproductie was over de stalperiode 1940/1941 tot die over de stalperiode 1939/1940. Sophie's Frans 19300 NJUS., eigendom van de iStierenvereenigi)ng Grijpskerke en; omstreken. (Foto Archief Z. L. M.) De moeder van den stier is Sophie 11, van Ruijter voornoemd, welke is ingeschreven met 83.4 p. op 3-jarigen leeftijd, de melklijst van deze koe geeft aan een gehalte van 4.18 deze koe kwam van Sophie 8 en verder van Sophie 4 en Sophie 2, alle deze koeien behoorden tot Ruijter's fokstal, en staan ingeboekt met prima lijsten en gehalte's. In de mannelijke lijn van Sophie Tl staan vermeld Nico 14890. Anna's Bertus.F. R. S. 20702, Egbert 13110 en Mina's Meine. Zooals ook uit de foto blijkt is Sophie's Frans 19300 S, een vastgebouwde, bezon ken, diepe stier, die bij adel ook wel macht bezit. De foto is genomen in normalen voedingstoestand, in Aug. 1.1. tijdens den weidegang. De vereeniging was zoo fortuinlijk, dat ze voor dezen aankoop een subsidie kreeg toegezegd van 't Walchersche fonds tot verbetering van de veehou derij, beheerd door de heeren Zwagerman en. anderen. Het is te hopen, dat deze stier aan de verwach tingen mag voldoen en de veehouderij op een hooger peil zal brengen in deze streek. W. d. B.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1941 | | pagina 5