Z.L.M.
Zlil
BoeAhoi/d/wreau
DE
ONTBREKENDE
SCHAKEL...
Redactioneel Gedeelte
Het
hPloeg Voort1'
UIT DE PRACTIJK.
Boekhoudbureau
Ontvangsten en uitgaven genoteerd
regelmatig zelfskwitantie's bewaard
aangifte gedaanmaar alles zonder des
kundige bemerking.
Dit is gelijk een keten waarin een schakel
ontbreekt
Maar wat is dan de kracht van zoo'n
keten
Vanzelf moet ons Bureau ook gegevens
hebben, om voor een boekhouding te kunnen
zorgen. Maar heeft het eenmaal de noodige
gegevens, dan is tevens succes gewaarborgd.
Zoowel boekhoudkundig als belastingtechnisch
worden Uw zaken dan behandeld. U krijgt
dan een aaneengesloten, stevig geheel.
"Ziet Uw belang, en. zorgt een goede
boekhouding ter beschikking te hebben.
AKKERBOUW.
staat opeens op het hofdamhek van een boerderij
„ergens iti Zeeland". En voor veel voorbijgangers
stond het er als een raadsel. De opmerkingen waren
uiteenloopend en raakten soms kant noch wal.
Maar velen, die het gedicht in het vorige landbouw
blad hebben gelezen, zullen nu begrijpen.
De bewoner las het gedicht eerder in een tijd
schrift en vond termen aanwezig om de daaruit
afgeleide woorden te plaatsen bij den ingang.
Want ploegen gaat diep.
Ieder, die geploegd heeft, weet dat ploegen- pijn
doet.' De grond steunt en zucht als de ploegschaar
hem openscheurt. Maar het moet!
Het moet gebeuren om hem vruchtbaar te maken.
Het is het eerste en het zal het laatste zijn.
Dat doorgaan moet in tijden van vrede en in
tijden van oorlog. Bij vreugd en leed. Bij geboor
ten en sterven.
En de Groote Ploeger daarboven, die ook men-
schenharten beploegt?
Hoevelen dragen niet den voren van dat ploegen
op het gelaat? Dat er in hun levensloop, in hun
harten is geploegd.
Die ook natiën omver ploegt, onderstboven keert.
Alles om vruchtbaar te maken, omdat het gebeuren
moet naar Zijn Wlil.
Maar trots dat alles gaat de ploeger voort, ziet
niet links en niet rechts, ziet recht vooruit.
Niet alleen boer of andere bodembewerker is een
ploeger.
Allen zijn ploegers, die, trots schokkende
gebeurtenissen en onder zware omstandigheden,
doorgaan, doorwerken.
Die doorgaan in den strijd om het bestaan, onver
schillig in welk beroep of levenstaak.
Een gedicht zegt:
Ploeger zijn is het stille werken,
Tot het laatste licht begint te beven,
In de landelijke dreven,
Ploegers zijn alle sterken.
EEN BOER.
ZAAIPLAN 1942.
Was het andere jaren geen gemakkelijks bezig
heid, het zaaiplan voor elkaar te krijgen, voor het
jaar 1942 met het vooruitzicht niet over voldoende
stikstof en super te beschikken (kali zal er vol
doende beschikbaar komen, naar mij werd verteld)
komt er zeker heel wat kijken, wil men neg behoor
lijke opbrengsten verkrijgen.
Daar ik mij op het oogenblik met deze moeilijkheid
bezighoud, wil ik gaarne mijn plannen kenbaar
maken. Het stemt misschien anderen tot nadenken.
Dat de voorvrucht van groote beteekenis kan
p zijn, is voldoende bekend. En mijns inziens is hier
nog wel wat mee te bereiken. Wij hebben nog al
gewassen, die vrij veel N. kunnen verdragen wil
men een goede opbrengst krijgen. Deze gewassen
zijn suiker- en voederbieten, aardappels, uien,
tarwe en niet te vergeten: koolzaad. Maar daar
voor zijn wij extra beloofd, dus daarmee geen zor
gen.
Nu heeft een ieder het zien aankomen, dat het
met de stikstof zou misloopen en heeft een ieder,
die vooruit ziet, kunnen zorgen middelen te vinden,
die de moeilijkheden eenigszins helpen overwinnen
(het spreekt van zelf, dat alles hiermee niet wordt
opgelost). Het is voldoende bekend, dat groen -
bemesting, Wikken, Roode klaver, Hopperups is
ook niet meer te krijgen en er is bovendien op elk
bedrijf nog wel wat stalmest, ons wel wat tege
moet kunnen komen.
In de tarwe hebben wij Roode klaver gezaaid, ook
in de haver, in het Vlas en Zomergerst Wikken.
Was vroëger Wikken opmerkelijk duurder dan kla
vers, op het oogenblik is dat veranderd. Het kla
verzaad is nu ƒ4,50 de kg, 4% X 16 is ƒ72 per ha.
Wikken 36 per 100 kg, 2 X 36* is ook 72. Wikken
vragen misschien nog iets meer werk, in vuil land
kan dit soms de zaak te goede kpmen.
De Zomergerst komt nu in Uienland. Mijn erva
ring hiermee is zeer gunstig, soms zelfs te zwaar.
Het vlas komt in Haverstoppel met groenbemes-
ting. De Erwten en Paardeboonen, die andere jaren
ook nog twee balen Kalkamm. per ha kregen, zullen
het nu zonder moeten doen, deze komen in bieten-
land.
Mijn ervaring aan de hand van verschillende proe
ven hiermee genomen is, dat tarwe nog al stikstof
kan hebben, wil men een goede opbrengst kunnen
verwachten. Geen Stikstof en vier balen Kalkam-
monsalpeter kan de helft in opbrengst verschillen
(in een magere voorvrucht). Nu heb ik hiervoor
Aardappels als voorvrucht en Erwten. Bij laatst
genoemde mag ik toch nog wel een overschot aan
stikstof verwachten. Ook hier zou wat bespaard
kunnen worden.
Bij Aardappels is mijn ervaring, dat 4 a 5 balen
Kalkammonsalpeter een goede opbrengst kan
geven. Misschien, dat de grovere soorten, waartoe
wij worden gedwongen over te gaan, aanmerkelijk
meer moeten hebben. Maar anders zijn die groote
giften niet te verantwoorden.
De Aardappels komen in vlasland met groenbe-
niesting en een gedeelte in bietenland. Vooral bij
eerstgenoemde voorvrucht krijg ik weer stikstof
besparing en mag dan nog vrij goede opbrengst
verwachten.
De fëruine boonen komen in aardappelland en
krijgen niets, normale jaren gaf ik 2 balen per ha.
Theoretisch is dat niet juist, maar mijn ervaring is,
dat het praktisch te verantwoorden is.
De Voeder- en Suikerbieten, die veel stikstof
vragen, 140 k 160, dat is 7 8 balen Kalkammon
salpeter per ha komen in tarwe met groenbemes-
ting.
Ziedaar een beknopt overzicht over mijn plannen.
Nu weet ik, dat ieder bedrijf zijn aparte zorgen
heeft en ik hoop niet, dat er lezers zijn, die hieruit
de conclusie trekken, dat ik zeer optimist ben en
het wel met minder stikstof even goed zal klaar
spelen. Neen ik ben mij van de moeilijkheden zeer
goed bewust. Ik tracht er van te maken wat er
.van te maken is en hoop met deze praktische wen
ken ook de overheid te overtuigen, dat het met
minder beschikbare middelen niet zoo eenvoudig is
het bedrijf rendabel te maken en de voedselvoor
ziening op peil te houden. Wij hopen en verwach
ten, dat zij alles in het werk zal stellen om ons zoo
veel mogelijk te hulp te komen.
Verder laat ik hier nog een overzicht volgen over
mijn ervaringen met verschillende voorvruchten.
Tarwe na: Paardeboonen, Erwten, Bruine boonen,
Aardappes en Bieten, minder geschikt is gescheurde
wei, Haver en Roode Kaver.
Gerst na: Vlas, Bieten, Erwten (soms te zwaar)
matige voorvrucht is Haver, Tarwe ën Klavers.
Erwten na: Aardappels, Bieten of Tarwe, onge
schikt is Vlas (Thrips).
Bruine boonen na: Aardappelen, Tarwe, Vlas en
Uien. Ongeschikt gescheurde wei.
Vlas na: Haver, Bruine boonen, Tarwe, Aard
appels en Bieten, ongeschikt is Uien en Erwten
(Thrips).
Bieten na: Roode Klaver, Paardeboonen, Tarwe,
Erwten, Vlas, Uien, gescheurde wei, soms vreterij.
Uien na: Bruine boonen, Tarwe, Gerst, onge
schikt is Lucerne en Erwten, ook Haver is niet
gewenscht (Aaltjes).
S UP ERPH OSPHA ATGIPS
De tijdsomstandigheden en de schaarschte aan
sommige meststoffen brengen mede, dat allerlei
vervangers aan de markt komen. Van alle kan
ten worden producten aangeboden, die zouden kun
nen helpen om in het tekort te voorzien; allerlei
afvalstoffen en bijproducten worden van een han
delsnaam voorzien, voor een of anderen prijs aan
geboden en als bruikbare meststof aangeprezen, en
velen gaan onder het motto „beter iets dan niets"
op dergelijke aanbiedingen in. Men doet dit uiter
aard op eigen risico; men weet dat Voorlichtings
dienst en Proefstations steeds bereid zijn om, zoo
goed zij dit kunnen, inlichtingen en advies te geven.
Terwijl het niet de taak van den Voorlichtings
dienst en de Proefstations kan zijn om alle mede-
deelingen, die over dergelijke producten verspreid
worden, recht te zetten en de werkelijke landbouw
kundige waarde stuk voor stuk uiteen te zetten
meermalen zou dat trouwens pas na een uitgebreid,
meestal meerjarig onderzoek mogelijk zijn deelen
wij af en toe het een en ander mede over produc
ten, die op wat grooter schaal aan de markt komen
en waarbij men omtrent de landbouwkundige waar
de in twijfel kan geraken. Zoo kort geleden over
de kalkmeststoffen Fosforkalk en Fosfaatmergel.
Hier volgt het een en ander over een andere
„fosfaat-kalkmeststof", die onder den naam „Super
phosphaatgips" wordt aangeboden en blijkbaar de
aandacht trekt van hen, die op voorziening in de
fosfaatbehoefte hunner gewassen uit zijn.
Dit is een kalkhoudend afvalproduct van de
dubbelsuperfosfaatbereiding. Het artikel zou „circa
2% in citroenzuur oplosbaar fosforzuur bevat
ten, waarvan circa 1.75 in water oplosbaar,
bovendien ongeveer 70 zwavelzure kalk (gips)
gelijk aan 30 kalk (iCaO)".
Do°r deze laatste toevoeging wordt de indruk
gewekt, alsof deze meststof voor bekalkingsdoel-
einden beteekenis zou hebben. Tegen deze voor
stelling van zaken dient ten zeerste gewaarschuwd
te worden. In tegenstelling tot koolzure kalk heeft
zwavelzure kalk geen ontzurenden invloed op den
grond. Integendeel oefent het, zoolang het in den
grond aanwezig is en niet weder door uitspoeling
is verwijderd, een verlagend^ werking op de pH uit.
Aangenomen, dat een dergelijke stof, wat het
PL>05-gehalte betreft, aan de garantie voldoet (wat
niet steeds het geval is), dan zal aan het in water
oplosbare gedeelte van het fosfaat een goede fos
faatwerking kunnen worden toegeschreven; ver
moedelijk zal deze bij benadering met die van
superfosfaat gelijk te stellen zijn. Het alleen in
citroenzuur oplosbare gedeelte van het fosfaat be
staat vermoedelijk uit een mengsel van weinig op
neembar^ fosfaten, waarvan de waarde als fosfaat
meststof gering is. Het feit, dat een fosfaat in
citroenzuur oplosbaar is, beteekent namelijk in het
geheel niet, dat het voor de plant gemakkelijk be
schikbaar is: de citroenzuurmethode heeft bij et
onderzoek van fosfaatmeststoffen eigenlijk alleen
maar beteekenis bij de onderlinge vergelijking van
T h o massla k k e nrrfel en
De bruikbaarheid van superphosphaatgips als
kunstmest wordt in' belangrijke mate bepaald door
het in groote overmaat aanwezige gips.
Gips in matige hoeveelheid toegediend is op zich
zelf in het algemeen niet schadelijk. Er worden
in bijzondere gevallen zoowel gunstige als ongun
stige eigenschappen aan toegeschreven. Een be
kende eigenschap is de ontzilting van door zeewater
overstroomde gronden.
Bij toepassing van superphosphaatgips wordt dit
evenwel anders. Bij een op zichzelf matige fos
faatbemesting in dezen vorm naar b.v. 50 kg/ha
PoOr, worden naast het fosfaat niet minder dan
2000 kg gips aan den grond toegevoegd. Van een
dergelijke zware gift zullen vooral op zure zand
gronden schadelijke werkingen te duchten zijn.
Hieraan zou te ontkomen zijn door slechts zeer
lichte fosfaatbemesting-en te geven, b.v. naar 15
kg/ha Po05. Het is evenwel twijfelachtig of in een
dergelijk geval het effect als fosfaatbemesting de
moeite en kostèn van de toepassing loonend zal
maken.
Deze stof is als kalkmeststof, ter verhooging van
de pH, dus niet bruikbaar; aanbieding ais zoodanig
is misleidend.
Als fosfaatmeststof is het van geringe waarde
geringer nog dan het lage gehalte op zich zelf al
aangeeft; ook onder de huidige omstandigheden
verdient het als fosfaatmeststof in het algemeen
geen aanbeveling.
Als gips is het bruikbaar in de bijzondere geval
len (o.a. verzilte gronden), waar deze meststof op
zyn plaats is.
De Hoofddirecteur van het
Rijkslandbouwproefstation Groningen,
O. DE VRIES.
FOSFORKALK ALS FOSFAAT- EN
KALKMESTSTOF.
In een Korte Mededeeling van het Rijksland
bouwproefstation te Groningen wordt door Dr. F.
van der Paauw verslag uitgebracht over een dezen
zomer met Fosforkalk uitgevoerde bemestings-
proef in potten.
Fosforkalk is, evenals het naverwante product
Fosfaatmergel, een meststof van Belgischen of
Noord-Franschen oorsprong die, naast 70—75
koolzure kalk, 69 >%i in mineraal zuur oplosbaar
fosforzuur bevat.
De bedoelde bemestingsproef werd zoo uitge
voerd, dat een indruk over de waarde als fosfaat-,
zoowel als kalkmeststbf verkregen werd. Daartoe
werd vergeleken met het als fosfaatmeststof sterk
werkzame monocalciumfosfaat {(het hoofdbestand-