Redactioneel Gedeelte Van de Centrale Organisatie der Z. L. M. en der Noord-Brabantsche Mij van Landbouw ECONOMIE. V voorgaande jaar veel van de vorst te lijden gehad, doordat de bovenaardsche stengels voor een groot gedeelte ingevroren waren. De langdurige en strenge Winter was Oorzaak, dat Ihet uitloopen der fruitgewassen langen tijd tegengehouden werd. Het uitloopen der knoppen geschiedde met des te meer kracht toen omstreeks 20 April het weer zonnig en warm werd. Vele variëteiten bloeiden tegelijk, waardoor een goede vruchtzetting in de hand gewerkt werd. Hoewel de nachten soms erg koel waren, werd door de nachtvorst geen schade veroorzaakt. Ofschoon de bloei niet onder de allergunstigste weersgesteldheid verliep, doordat donker weer en regenbuitjes elkander meermalen afwisselden was de vruchtzetting in doorsnee goed. Enkele variëteiten o.a. de Zure Bellefleur en Zoete Erimgaard voor appels; de Oomskinderenpeer en Gieserwildeman voor de peren waren niet vol doende met bloemen bezet om een goeden oogst te kunnen geven. Bijzonder goed was de vruchtzetting bij de Triumphe de Vienne, Clapp's Favorite en alle prui- menvariëteiten. Wat de ziekten en huri bestrijding betreft, kan vermeld worden, dat de bespuitingen vóór den bloei, in verband met het aanhoudende winterweer, soms niet volledig konden uitgevoerd worden. Dit geldt voor de carbolineum, minerale olie en Bordeauxsche pap-bespuitingen. Na de vruchtzetting werd reeds vrij spoedig schurft op de jonge vruchtjes waargenomen, terwijl de appelzaagwesp veel schade veroorzaakte. Door den inmiddels ingetreden oorlogstoestand en het ge heel of gedeeltelijk evacueeren van een gedeelte der bevolking was ihet niet mogelijk de zoo noodige bespuitingen uit te voeren. Het gevolg hiervan was, dat de schurftaantasting en de bestrijding vap appelzaagwesp reeds ernstig was vóór men met de bestrijding een aanvang (maken kon. Wanneer we verder in aanmerking nemen, dat de regenval in den zomer, vooral in Juli, meer dan normaal was, ligt het voor de hand, dat de uitbreidings-mogelijk- heden voor de schurft steeds gunstiger werden. Met uitzondering van enkele bedrijven waar men de schurft tijdig wist tot staan te brengen, werden in 1940 veel schurftige vruchten geoogst. In tegenstelling met het voorgaande jaar werd minder bladluis waargenomen, wat vermoedelijk wel zijn oorzaak vindt in den tamelijk vochtigen zomer. Verder werden in (het najaar van 1939 wei nig bladluiseieren op de twijgen der vruchtboomen afgezet. Bloedluis kwam in het begin van den zomer wei nig, later in den herfst meer voor. Van de spint werd minder last ondervonden dan men op grond van de afzetting der eitjes op de takken had durven vermoeden. Blijkbaar is de weersgesteldheid voor een sterke uitbreiding van deze ziekte minder gunstig geweest, terwijl de laatste proefnemingen bewezen hebben, dat door een bespuiting anet Californische pap né. den bloei een groot percentage van de levende spint gedood wordt. De loodglansziekte eischte weer vele slachtoffers onder de pruimeboomen. In sommige bedrijven werden appel- en pereboomen aangetroffen, die loodglansachtige verschijnselen vertoonden. Door de Monialia-ziekte werd slechts matige schade veroorzaakt. In tegenstelling met voorgaande jaren werd tijdens de bewaring van variëteiten, zooals Notaris appel en Cox's Oranje Pippin minder kurkstip** waargenomen. Zooals boven reeds vermeld is, gaf 1940 een vrij goeden fruitoogst, waarvan, wat de appels en peren betreft, een tamelijk hoog percen tage door de schurft aangetast was. Het vervoer der producten gaf in verband met de huidige om standigheden wel eenige moeilijkheden, zoodat het meermalen voorkwam, dat producten, die aan be derf onderhevig waren, tijdelijk in het koelhuis opgeslagen werden. De omzet op de voornaamste veilingen bedroeg in de navolgende jaren: 1937 1938 1939 1940 Goes 801.199,77 1170.004,84 1111.368,60 1868.426,72 Kapelle 729.155,18 941.133,70 980.609,90 1267.000,00 De aan de veilingen gevestigde pakstations heb ben in 1940 wederom groote hoeveelheden vruchten marktklaar gemaakt. Dit geldt voornamelijk voor het zomer- en herfstfruit. Voor het winterfruit was de voor export vastgestelde sorteering van dien aard, dat vele kweekers dit werk zelf ter hand namen. Aan het centraal pakstation van de Veilingsver- eeniging Zuid-Beveland" te Goes werd in 1940: 4.031.926 kg fruit gesorteerd. De bloembollenteelt is van zeer geringe beteeke- nis, zoodat daarover geen bijzonderheden kunnen vermeld worden. Omtrent de boomkweejkeiry kan het volgende ver meld worden: In het voorjaar van 1940 was de afzet van dien aard, dat vele duizenden leverbare vruchtboom en door de Sierteeltcentrale tegen vooraf vastgestelde prijzen werden overgenomen. Deze werden groo- tendeels verbrand. .In verband hiermede waren de vooruitzichten voor het komende afleveringsseizoen najaar 1940 zeer ongunstig. Door de gewijzigde tijdsomstandigheden is even wel niet alleen voor het binnenland een groote vraag naar plantmateriaal ontstaan, doch ook voor export was er een levendige vraag. Het gevolg hierVan was, dat einde .1940 de meest courante soorten pn variëteiten uitverkocht waren. Wat de afzet van laan'hoomen iep en populier betreft, kan hetzelfde vermeld worden. Door de houtschaarschte worden vele oude beplantingen gerooid, die weer zoo spoedig mogelijk opnieuw zullen beplant worden. De teelt van tuinzadjen is in dit ambtsgebied van weinig- beteekenis, hoewel jaarlijks eenige perceel tjes „dubbele stamprincesseboonen zonder draad" bij den ;Gewestel. Tuinbouwkeuringsdienst N.A.K. voor de keuring worden aangegeven. Verder wer den nog sc'horseneeren, radijs, en koolsoorten voor enkele zaadfirma's op contract geteeld. Deze ge wassen worden evenwel niet gekeurd. De pacht- en koopprijzen bewogen zich oorspron kelijk in de stijgende lijn. Dit werd in de hapd gewerkt, doordat velen pachter wenschten te wor den of te blijven vóór de nieuwe pachtwet in wer king trad. De pachtprijzen varieerden van 150 225 gulden per ha. Het gebruik van kunstmeststoffen was aan be paalde toewijzingen gebonden, die evenwel voldoende geacht konden worden. De bestrijdingsmiddelen werden voornamelijk in de fruitteelt in massa gébruikt en tevens in vol doende kwantums beschikbaar gesteld. De arbeidsloonen bleven statiónnair, terwijl er geen tekort aan arbeidskrachten ontstond. De levensstandaard der tuinbouwers onderging geen wijzigingen, ze zijn ingesteld op een sobere levenswijze, ofschoon over het algemeen geen armoede geleden wordt. Het schoolbezoek en het volgen van cursussen gaf in verband met de tijdsomstandigheden wel eenige moeilijkheden. Wat de Fruitteeltschool te Wilhelminadorp be treft, kan venmeid worden, dat de reisgelegenheid vooral voor de leerlingen uit West-Brabant, Schou wen en Z.-Vlaanderen somtijds zeer veel moeilijk heden gaf. Het tot stand komen van cursussen, te houden in het winterhalfjaar 19401941, gaf meermalen moeilijkheden in verband met de reisgelegenheid, verduisteringsvoorschriften en verwarming der lokalen. Dientengevolge zijn minder cursussen aan gevraagd dan in normale omstandigheden het geval zou zijn geweest. Wiat bêtreft de gevolgen ontstaan door het uit breken van den oorlog voor de bedrijven, kan verwezen worden naar datgene wat hieromtrent bij de betreffende teelten is medegedeeld. Ernstige schade door inundatie-water ondervon den de in den Kruininger-, Olzende- en Pieterspolder op Zuid-Beveland gelegen bedrijven. Een groot percentage hiervan meest fruitteeltbedrijven r bleek totaal vernield 'door het binnengestroomde Scheldewater. Een tweede inundatie-gebied in de omgeving van Willemstad in West-Noord-Bbrant heeft minder schade ondervonden, in de eerste plaats door het feit, dat het water uit. het Hollandsch Diep minder zout bevat en verder doordat zich minder bedrijven in die omgeving bevinden. Groententeelt. Andijvie. Door den strengen winter werd voor het onder glas geteelde product een hooge prijs betaald. Het product van den vollen grond was van goede kwaliteit, de prijzen matig. Sla. De glassla was van goede kwaliteit. Voor de sla, die vroeg geoogst werd, was de prijs goed, later matig. De vroege vollegronds.la was van goede kwaliteit, de prijzen matig. Door de oorlogs handelingen en de daarmede gepaard gaande ver- voersmoeilijkheden hebben vele partijen den consu ment niet bereikt. Gedurende den zomer en het najaar werd de sla tegen matige prijzen pfgenomen. Bloemkool. De aanvoer vap vroege onder glas geteelde bloemkool was gering, de prijzen hoog. De in den vollen grond geteelde bloemkool werd het geheele jaar tegen goede prijzen afgenomen. De kwaliteit van dit product was van betere kwaliteit dan voorgaande jaren. Roode kool. De vroege roode kool was van goede kwaliteit. De prijzen waren in het begin matig, later ontstond meer vraag met .betere prijzen. De witte-, savoye- en spitskool is tegen goede prijzen afgenomen, terwijl de kwaliteit over het algemeen goed was. Spruitkool. Doordat dit gewas tijdig kon geplant worden en het weer gunstig bleef voor de ontwik keling van dit gewas, was de kwaliteit goed. Het product werd goed betaald. (Slot volgt.) ALGEMEENE VERGADERING VAN HET LANDBOUW-COMITÊ OP 17 OCTOBER 1941. van Café-Restaurant „Den Hout", Bezuidenhout 1113 te 's-Gravenhage. In deze vergadering zal Ir. C. Staf, President- Directeur van de Nederlaoidsche Heide Maatschappy te Arnhem een inleiding houden over het onder werp: „Enkele maatregelen ter verhooging van de bodemopbrengst onzer cultuurgronden". BIZONDER LECTORAAT vanwege den Nationalen Coöperatieven Raad aan de Gemeentelijke Universiteit te Amsterdam in de Geschiedenis, de Theorie en de Praktijk van de Coöperatie. De Algemeene Vergadering van het Landbouw- Comité zal dit jaar worden gehouden op 17 October 1941, des namiddags half twee, in de bovenzaal Op Vrijdag 3 October heeft de heer Dr. H. J. Frietema, Directeur van den Nationalen Coöpera tieven Raad, zijn colleges aan de Amsterdamsche Universiteit aangevangen met het uitspreken van een rede over „De Coöperatie in verband met de maatschappelijke organisatie van het economisch leven". (Het eerste deel van de rede wijdde spr. aan de beteekenis van de coöperatie als correctiemiddel op de onvoldoende werking van het stelsel van de vrije economie, waarbij uitvoerig ingegaan werd op de verschillende aspecten, welke de werking van dit correctiemiddel heeft. Vooral bij de oprichting van tallooze soorten landbouwcoöperaties en van de verbruikscoöperatie is de beteekenis van dit correc tiemiddel in velerlei opzicht gebleken: de groote af hankelijkheid van den boer ten opzichte van zijn credietgever, de gedwongen winkelnering, de on voldoende uitbetaling naar kwaliteit van de zuivel producten, de eieren en de tuinbouwproducten door den handel, de poolvorming van de industrieelen, die het aardappelmeel fabriceerden en de beetwortel suiker, en van de leveranciers van kunstmest, het onvoldoende snel tot stand komen van particuliere zuivelfabrieken, toen de tijd voor de fabriekmatige verwerking van de melk bleek te zijn gekomen, de abnormaal groote winsten, die bijvoorbeeld gemaakt werden d^or de eerste strookarton-fabrikanten en de exportslagerijen en de knoeierijen inzake de kwaliteit van het geleverde. AI deze factoren heb ben bij de oprichting van diverse groepen coöpera ties een beslissenklen invloed uitgeoefend. In verband hiermede werd vastgesteld, dat de beteekenis van de coöperatie op velerlei gebied die van der. correctie factor verre achter zich heeft ge laten. Dit blijkt hieruit, dat in verschillende streken van ons land en dat vooral ook in andere landen de coöperatieve ondernemingsvorm op menig ge bied de algemeene ondernemingsvorm is, terwijl het particuliere bedrijf een uitzonderingspositie in neemt. Immers 't feit, dat de coöperatie hier en daar een krachtige positie inneemt, is een bewijs ervoor, dat de factoren, waaraan de coöperatie haar ont wikkeling dankt, geen reëele factoren zijn, welke pas gekend en gewaardeerd worden na een zorgvuldig onderzoek. Een dergelijk onderzoek zou tevens een antwoord kunnen geven op de praktisch even be langrijke als theoretisch belangwekkende vraag, hoe het grillig verloop kan Worden verklaard van de lijn, die de momenteele grenzen van de toepas sing van het beginsel der coöperatie aangeeft. Dit onderzoek zal de wezenlijke kern kunnen uitmaken van de samenwerking tusschen theorie en praktijk, zooals deze in de instelling van dit bizonder lecto raat tot uiting komt, welke samenwerking in een lang gevoelde behoefte voorziet. In het tweede gedeelte van zijn rede stelde Dr. Frietema vast, dat de vraag, in hoeverre in het stel sel van de geleide economie en de beheerschte prijsvorming voor de coöperatie plaats zou blijken te zijn, slechts kan worden beantwoord, nadat men heeft vastgesteld welke correctieve beteekenis de coöperatie ook in dit stelsel zou kunnen hebben en welke de factoren zijn, die de beteekenis van de coöperatie doen uitgaan boven die van correctie factor. Voor wie door omstandigheden niet. in staat is op deze vraag een behoorlijk antwoord te geven, moge, aldus spr., het naakte feit, dat het beginsel der coöperatie op velerlei gebied met suc ces is toegepast, tot groote voorzichtigheid aanlei ding zijn, terwijl op het gevaar van een ontwikke ling van georganiseerd groepsegoïsme in het stelsel der geleide economie uitdrukkelijk werd gewezen. In verband hiermede werd gewag gemaakt van de beteekenis van de coöperatie als correctiemiddel tegen de ongewenschte gevolgen van kartel- en trustvorming. Tenslotte werd de Vraag gesteld in hoeverre door toekenning van verordenende bevoegdheden aan centrale organisaties van coöperaties het nuttig effect en de beteekenis van onze coöperatieve pro ductie- en distributie-apparaten zou kunnen worden verhoogd. Hierbij kwam spr. tot de conclusie, dat als de eenige doeltreffende ordening van de coöpe ratie die ordening kan wGrden beschouwd, welke het gevolg is van de gemeenschappelijke overtui ging, dat andere tijden andere maatregelen ver- eischen. In dit verband werd gewezen op de in organisatorisch opzicht zeer sterke centralisatie- tendenz, welke men de laatste jaren heeft gezien in de ontwikkeling van het uiteraard zeer gedecen traliseerde landbouwcredietwezen. iSpr. besloot met de gebruikelijke toespraken.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1941 | | pagina 4