NOOffl)-fiBABANTSCIEMllfAHUNDBOUW Voedselvoorziening in oorlogstijd. (V. V. 0.) Noord-Brabant. Onze kleine boeren. Jaaroverzicht ONGEKEURDE WINTERZAAIROGGE. De P.I.C.A. voor 'Noord-Brabant maakt met be trekking tot de zaaizaadregeling voor oogst 1941- 1942 het volgende bekènd. Het is gebleken, dat de beschikbare hoeveelheid door den N.A.K. te velde en op partij goedgekeurde winterzaairogge niet toereikend is. Vanaf heden is dan ook de handel in ongekeurde winterzaairogge toegestaan met een heffing van 1,50 per 100 kg en na monsterkeuring en plombeering door den Nederl. Algemeen en Keuringsdienst (N.A.K. Bij verkoop van teler aan handelaar worden de vereischte Z. T.-vervoerbewijzen namens den Keu ringsdienst voor Noord-Brabant uitgeschreven door de N.A.K.-controleurs. De verkoop vindt plaats on- geschoond en ongekeurd. De maximum verkoop prijs bedraagt ƒ14,per 100 kg ongeschoond product. Indien een handelaar het ongeschoonde, onge keurde zaad wil laten vervoeren naar een schoo- ningsinrichting, dient het vervoer hiervan gedekt te zijn door X- en Y-vervoerbewijzen. Indien een teler vóór aflevering aan andere telers bij derden laat schoonen, kunnen deze vervoerbewijzen worden aangevraagd bij de plaatselijk bureauhouders. In geval het ongekeurde zaad moet worden geschoond vóór verkoop aan den handel, dient de X- en Y-bon te worden aangevraagd bij de N.A.K.-controleurs. Verkoop van een handelaar aan een anderen han delaar of uiteindelijken verbruiker mag uitsluitend plaats hebben op partijen gekeurd en geplombeerd. Ook de teler mag uitsluitend op partij gekeurd, en geplombeerd aan een andóren teler afleveren. De maximum-verkoopprijs, waarvoor een teler aan een anderen teler mag afleveren bedraagt 17,80 per 100 kg, inclusief omzetbelasting. Over de hoeveelheid geschoond zaad, die een handelaar of teler denkt te kunnen koopen moet vooraf bemonstering, betaling van de verschuldig de heffing en plombeering door den N.A.K. plaats hebben. De heffing behoort te worden voldaan door storting op postrekening no. 222204 t.n.v. Provin ciale Inkoop Centrale van Akkerbouwproducten (P.I.C.A.) voor Noord-Brabant. De kosten van be monstering door den N.A.K. dienen onmiddellijk bij komst van den betreffenden controleur aan dezen te worden 'voldaan. Voor de bemonstering, monster keuring en plombeering gelden de voorschriften en tarieven van den Nederlandschen Algemeenen Keuringsdienst. Na voorloopige goedkeuring van de monsters ontvangt de betreffende handelaar of teler van de P.I.C.A. het verzoek om de verschuldigde heffing te betalen over het geschoonde kwantum, dat hij denkt als zaaizaad te kunnen verkoopen. Na ont vangst van dat bedrag wordt, indien tenminste definitieve goedkeuring heeft plaats gehad, op dracht gegeven tot plombeering. Indien het mons ter is afgekeurd, wordt de heffing vanzelfsprekend terugbetaald. Er wordt met nadruk op gewezen, dat na de plombeering de heffing van ƒ1,50 per 100 kg niet zal worden gerestitueerd, indien het zaad mogelijk niet als zaaizaad is verkocht. Immers men behoeft over geen grooter kwantum heffing te betalen en geen grootere hoeveelheid te laten plom beeren dan die, welke men kan verkoopen. De maximum verkoopprijs voor aflevering door den handelaar van geschoond, geplombeerd zaad be draagt ƒ19,05 per 100 kg (50 cent beneden den tweeden nabouw). De voorschriften voor aankoop door de telers verbruikers blijven gelijk aan de voorschriften voor N.A.K.-zaad. Voor het nemen van monsters kan men zich wenden tot den Keuringsdienst voor Noord-Brabant te Roosendaal of een der volgende N.A.K.-contrö- leurs Jac. Buijs, Oudenbosch, D 62, Tel. 101. J. v. Meer, Oud-Gastel, D 125. A. Lauwe rij ssen, Beek, Beekschestraat 37. H. de Kroon, Oudenbosch, E 167a. W. Vermunt, Etten, C 145a. J. Poos, Miü, A 130a, Tel. 81. C. Gommeren, Nispen, Rietgoor 6. C. de Rooij, Rucphen, G 22. H. Peters, Oploo, B 50. Th. van Dorst, Breda, St. Josephstraat 8, J. Bos, Heiningen, D 87, Tel. 7. W. Bos, Heiningen, D 87, Tel. 7 S. van Doom, Heiningen. L. Bevelander, Heiningen. P. M. Pouli, Almkerk, E 24. ZAAIZAADREGELING 1941/1942. De P.I.C.A. voor Noord-Brabant maakt met be trekking tot de zaaizaadregeling 1941/1942 het vol gende bekend. Evenals het vorige jaar mogen de telers gebruik maken van zaaizaad van eigen oogst, ongeacht of dit ongekeurd of N.A.K.Jzaad is. Voor beide geval len behooren de telers vooraf bij de plaatselijk bureauhouders een toewijzing uit eigen oogst aan te vragen. Hiervoor zal de plaatselijk br.reauhou- der een bestelbon afgeven, waarop zal worden ver meld: „Toewijzing uit eigen oogst (niet inwissel baar)". Deze bon dienen de telers zorgvuldig te bewaren in verband met de voorraadscontröle en met het oog op de administratieve verantwoovding van zijn oogst. Wanneer de telers zaaizaad willen aankoopen, vragen zij 'hiervoor 'n bestelbon aan ibij de plaatse lijk bureauhouders. Deze bon moeten zij inleveren bij hun leverancier. Er mag alleen N.A.K. gekeurd zaad worden aangekocht. De maximale hoevéel- he'den, die kunnen worden toegewezen bedragen voor de drie wintergranen t.w. wintertarwe, win terrogge en wintergersf al naar gelang de grond zwaar of licht is, hoog of laag gelegen is, 150 tot 200 kg per ha. Dit geldt zoowel voor het gebruik van granen uit eigen oogst als voor aankoop bij een erkend zaaizaadhandelaar. Het gebruik van zaaizaad voor groenbemesting of voor den uitzaai als groenvoedergewas is niet toegestaan. Telers, die van hun eigen N.A.K. goedgekeurd zaaizaad wenschen af te leveren aan andere telers, dienen hiervoor een Z. T.-vervoerbewijs aan te vra gen bij de plaatselijke bureauhouders. Dit Z. T.- vervoerbewijs wordt echter uitsluitend verstrekt tegen overhandiging van een bestelbon, welke vour- af door den teler/kooper bij zijn plaatselijken bureau- houder moet Worden aangevraagd. Verhandeling van ongekeurd zaad door de telers onderling is ver beiden. Indien een teler van zijn N.A.K.-goedge- keurd zaad wenscht af te leveren aan een erkend 'handelaar, dan dient hij hiervoor een Z. T.-vervoer bewijs aan te vragen bij zijn plaatselijken bureau houder. Een bestelbon is in dit geval niet vereischt, aangezien de erkende zaaizaadhandelaar de aange kochte hoeveelheden dient te verantwoorden. In dien het N.AjK. zaaigoed nog niet is geschoond en definitief is geplombeerd, worden de Z. T.-vervoer bewijzen namens den Keuringsdienst voor de pro vincie Noord-Brabant afgegeven door de N.AjK.- contröleurs of de plaatselijk bureauhouders. Er wordt de aandacht op gevestigd, dat door de erkende zaaizaadhandelaars alleen N.A.K. goedge keurde wintergranen mogen worden aangekocht en derhalve door de telers uitsluitend N.A.K. goed gekeurde' wintergranen mogen wordén afgeleverd. VERBRUIK BIG GENM ERK EN-1941 De Landbouw-Crisis-Org^nisatie voor Noord- Brabant deelt aan de in haar gewest gevestigde fokkers mede, dat het beperkingspercentage der biggenmerken, ook na 1 October 1941 onveranderd gehandhaafd blijft. LEVERING LOOPVARKENS. Voor directe levering kunnen bij de erkende han delaren worden opgegeven loopvarkens tusschen de 40 en 55 kg levend gewicht. Voor deze varkens moeten leveringscontracten zijn afgesloten. De varkens mogen niet geleverd worden uit stallen, welke nog besmet zijn. De handelaren moeten uiterlijk Dinsdagavond 7 October a.s. de bij hen ingekomen opgaven aan de kring'zaakvoerders doorgeven. STRAFFEN WEGENS FRAUDULEUS SLACHTEN. De Prov. Voedselcommissaris voor Noord-Brabant te Tilburg deelt hierdoor mede, dat in verband met frauduleus slachten resp. doen slachten van var kens alle nog op het bedrijf van Ant. Romme te Molenschot, C. 29, en P. A. Maas te Hoeven, D. 13, aanwezige varkens werden gevorderd, terwijl hen tevens voor onbepaalden tijd het recht werd ont zegd varkens op hun bedrijf voorhanden of in voor raad te hebben. TOEWIJZING RUNDEREN PER 1 DEC. 1941. In verband met de toewijzing runderen boven één jaar per 1 December 1941, wordt er op gewezen, dat controle zal worden gehouden of na dien datum meer runderen worden gehouden boven 1 jaar dan de toewijzing aangeeft. Degenen, die nog niet in het bezit zijn van een dergelijke toewij'zing, kunnen deze alsnog aanvra gen aan de Landbouw-Crisis-Organisatie, Afd. Rundvee, Spoorlaan 50 te Tilburg, onder opgave van aantal runderen en ha grasland. OPGAVE STROO, NOODIG VOOR HET SEIZOEN 1941—1942. Door den Prov. Voedselcommissaris voor Noord- Brabant worden alle veehouders in zijn provincie, waaronder begrepen het Land van Maas en Waal en het Rijk van Nijmegen, verzocht, een opgave te doen van de hoeveelheid stroo, noodig voor hun bedrijf voor het geheele seizoen 19411942. De opgave moet gedaan worden aan zijn bureau, Kruisstraat 48 te Tilburg, vóór 13 October a.s. De „Nederlander" publiceerde over bovenstaand onderwerp een interessant artikel, waaraan wij het volgende ontleenen: Ongeveer deel van het totaal aantal landbouw bedrijven in ons land is niet grooter dan 15 ha. Bijna 2/3 deel haalt de 10 ha niet. Hierbij zijn de tuinbouwbedrijven, voor welke een andere maatstaf gelden moet, niet inbegrepen. Het totaal aantal landbouwbedrijfjes van minder dan 5 ha, doch die niettemin dienen moeten als hoofdbestaansmiddel voor even zoovele gezinnen, bedraagt bijna 60.000, dat van 5 tot 10 ha niet min der dan ruim 50.000, zoodat dus voor ongeveer 110.000 boerengezinnen de levensvoorwaarden be paald worden door de mogelijkheden, welke het kleine landbouwbedrijf hun biedt. We vermoeden, dat vele niet-plattelanders, aan wie een oppervlakte van-5 ha in de natuur zou wor den getoond, dit een zeer groote uitgestrektheid zouden vinden en het onbegrijpelijk achten, dat het de grootste moeite kost daarop zijn brood te ver dienen. In een zuiver weidebedrijf met een oppervlakte van 10 ha en 10 melkkoeien met bijbehoorend jong vee vindt één man het geheele jaar door een vol ledige dagtaak en'alleen onder deze omstandigheden kan een dergelijk man een inkomen verwachten, dat met een normaal jaarloon overeenkomt. Nu ligt de toestand voor vele bedrijfjes anders, omdat die naast weiland ook bouwland omvatten en de arbeidsaanwending op bouwland aanmerkelijk grooter is. Hoeveel grooter dit is, hangt af van den aard der verbouwde gewassen; het minst voor granen, het meest voor aardappelen, suikerbieten en andere wortelgewassen. Voor gemengde bedrijf jes is pas een volledige dagtaak te verwachten, wanneer de grootte daarvan zich beweegt tusschen 5 en 10 ha, al naar de verhouding tusschen de oppervlakten bouwland en grasland. Hoe staat het nu met de zuivere weidebedrijfjes, die minder, soms belangrijk minder groot zijn dan 10 ha, en waar men b.v. slechts 4 h 6 melkkoeien houden kan? Wanneer deze bedrijfjes geen andere werkzaam heid leveren dan die, welke vereischt wordt door die 4 of 6 melkkoeien, dan wordt de arbeidskracht van één man ook slechts voor 40 a 60 pet. benut en is het onmogelijk hierop een volledig loon te ver dienen. En wanneer er op zoo'n bedrijfje van onge veer 5 ha bovendien nog andere werkkrachten zijn, is er daarvoor geen werk en dus ook geen ver dienste. Het spreekt vanzelf, dat de kleine boeren, die dagelijks met deze moeilijkheid te worstelen hadden, naar een oplossing daarvoor hebben gezocht, waar uitbreiding van het bedrijfje met meer grond niet mogelijk was. Men heeft die hierin gezocht, dat men naast het rundvee ander, klein vee, is gaan houden, dat niet gevoed behoefde te worden met het gras en het hooi, dat op het eigen weiland werd voortgebracht. Door deze oplossing werd het mogelijk, dat een volledige dagtaak geschapen werd in een bedrijfje, waarvan de oppervlakte dit niet toeliet en daardoor kon men ook een volledig loon verwerven, in niet weinige gevallen bovendien voor andere gezins leden dan alleen de man. Deze oplossing echter is alleen mogelijk, wanneer «die bedrijfjes de noodige varkens en kippen houden en dit kan alleen, wanneer het voeder daarvoor uit het buitenland kan worden aangevoerd. Kan dit niet, dan is er op deze bedrijfjes geen volledige dag taak te vervullen en kan dus ook geen normaal loon worden verdiend en zijn deze boerengezinnen aan diepe armoede overgeleverd. Het voortbestaan van ruim 100.000 kleine boe ren en hun gezinnen is afhankelijk van den aan voer van voedermiddelen uit het buitenland. Het gaat hier om bijna deel van onze geheele boe renbevolking. Wordt mettertijd die aanvoer niet hersteld, dan is op deze bedrijfjes het niet mogelijk een bestaan voor een gezin te verwerven, zullen velen elders een heenkomen moeten zoeken, waardoor de resteerende kunnen worden vergroot. Dit zou een zware slag zijn voor die menschen en onze volkskracht zeer ernstig aantasten. van den Voorzitter, gehoudep te Goes op de Algemeene Vergadering der Z. L. M., op Woensdag 16 Juli 1941. VII. Fruitteelt. In de fruitteelt is geen ernstige scha de van den strengen winter ondervonden. Toch dient vermeld te worden, dat tengevolge van het weg- dooien van een groote hoeveelheid sneeuw, die in Februari gevallen was, de fruitgewassen meer of minder lang in het sneeuwwater (hebben gestaan, terwijl de grond nog bevroren was. Vermoedelijk is dit de oorzaak, dat in enkele bedrijven volwas sen pruimenboomen o.a. Engelsche krozen en Reine Claude d'Oullins gedurende den winter afgestorven waren. Ook het vaak geheel of gedeeltelijk af sterven van aal- en kruisbessenstruiken kan door de bovengenoemde oorzaak teweeggebracht zijn. Peren op kwee, waarvan het wortelgestel in den voorgaanden winter veel geleden had, waren soms dermate verzwakt, dat ze in den zomer van 1940 geheel afstierven. De ibramen hebben evenals het

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1941 | | pagina 3