Landbouwproefvelden in Zeeland. INVENTARISATIE GRIENDHOUT EN RIET. Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening" in Oorlogstijd brengt in aansluiting op de publicatie van 24 Juli 1941 het volgende ter kennis van de belanghebbenden. Hoewel bij besluit van den Secretaris-Generaal van het Departement van Landbouw en Visscherij werd bepaald, dat een ieder, die griendhout (waar onder begrepen teenhout) en/of riet teelt, oogst, bewerkt, verwerkt of, hetzij in onbewerkten hetzij in bewerkten toestand, in voorraad heeft, verplicht was zich vóór 1 Augustus 1941 bij het Economisch- StatistiSCh Bureau van het Departement van Land bouw en Visscherij, Wilhelmina van Pruisenstraat 53 te 's-Gravenhage aan te melden, is gebleken, dat velen niet aan die verplichting hebben voldaan. Deze worden er nogmaals aan herinnerd, dat zij zich hierdoor aan een strafvervolging op grond van het Voedselvoorzieningsbesluit blootstellen. De belanghebbenden worden echter in de gelegen heid gesteld een strafvervolging te voorkomen, door zich alsnog per omgaande bij genoemd Bureau aan te melden. Deze aanmelding dient te geschieden, door in zending van een schriftelijke onderteekende op gave, inhoudende: naam, adres en woonplaats van dengene, die de opgavè doet, alsmede welke van de bovengenoemde handelingen (telen, oogsten enz.) door hem worden verricht. Men wordt verzocht, op de linker bovenzijde van de enveloppe of briefkaart te vernielden de woorden: „Inventarisatie griend- hout en riet". ONTSMETTING VAN TARWE, GERST EN ROGGE. (Vervolg van pag. 2.) Rogge, tegen ki|mschimmels: Abavit-natont- smetter, Ceresan-nSlontsmetter, Fusariol-natont- smetter of Germisan-matontsmetter, waarvan per hl gebruikt wordt 3 liter van een 1 a iy2 oplossing. Voor zwak zaad gebruike men per hl niet meer dan 2 2y2 liter van deze oplossiiig. D r o ogomtsm et t ing Tarwe te ontsmetten met: Abavit nieuw, Ceresan- nieuw, Fusariol-droogontsmetter of 'Germisan-droog- ontsmetter, waarvan gebruikt wordt 2 gram per kg zaad. Gerst te ontsmetten met: Abavit-nieuw, Ceresan- nieuw, Fusariol-droogontsmetter of Germisan- droogons-metter, waarvan bij keuring te velde 3 gram en voor gewoon zaa£ 2 gram per kg zaad wordt gebruikt. Rogge te ontsmetten met Abavit-nieuw, Ceresan- nieuw, Fusariol-droogontsmetter of Germisan- droogontèmetter, waarvan 2 gram per kg zaad wordt gebruikt. Algemeene opmerkingen: Ei* moet voor gezorgd worden, daT het nat-ontsmette zaad niet opnieuw besmet wordt. Daarom mag het alleen dan uitge spreid worden op een dorschvloer, indien deze voor af met een oplossing van de. ontsmettkigsstof is schoon gemaakt. Ook mag het niet gestort wor den in dezelfde zakken als waaruit het gekomen is, tenzij de zakken ook ontsmet zijn, terwijl ook de zaaimachine ontsmet dierst te worden. Nadere inlichtingen worden verstrekt door den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen, door de bij dezen Dienst werkzame ambtenaren, als mede door de Rijkslandbouwconsulenten. HET VOORKOMEN VAN ROT BIJ AARDAPPELEN. In den laatsten tijd is bij sommige aardappelras sen de aardappelziekte (Phytophthora infestans) in toenemende mate in het loof opgetreden, en is hier en daar ook reeds eenige aantasting in de knollen waargenomen. Ten einde de gevolgen hiervan voor den aardappeloogst zooveel mogelijk te beperken, vestigt de Plantenziektenkundige Dienst de aan dacht van alle aardappelverbouwers met klem op de navolgende maatregelen. Ie. Waar de aantasting thans nog niet algemeen is, wordt den verbouwers ten sterkste aangeraden, de bespuitingen met Bordeauxsche of Bourgondische pip of met de nieuwe koperhoudende middelen, bij de nog vrij van ziekte, of nog slechts in geringe mate aangetaste gewassen, voort te zetten tot aan het rooien of afsterven tóe. 2e. Het is van het grootste belang, om de door de ziekte aangetaste gewassen niet eerder te rooien, dan wanneer de grond goed is opgedroogd. Het laten uitzieken van een aangetast gewas geeft veel minder kans op het optreden van rotting in de knol len, dan wanneer spoedig na het optreden van de ziekte gerooid wordt. De sterk aangetaste percee- len moet men dus laten staan en daarop niet vroeg beginnen met rooien en zeker niet, wanneer de grond nog niet goed droog is. 3e. Het rooien moet met voorzichtigheid geschie den. Beschadiging der knollen moét zooveel moge lijk voorkomen worden, om de kans op het optreden van ziekte (rotting) in de knollen na het rooien te verminderen. Dit geldt niet alleen voor de aantas ting door Phytophthora, maar ook voor die door Alternaria.yeen ziekte, die in dit jaar hier en daar ook weer is opgetreden. Het bedekken der gerooide aardappelen met door Phytophthora of Alternaria aangetaste aardappel loof, ook al gesdhie'dt dit slechts tijdelijk, moet be slist nagelaten worden, daar hierdoor de ziekte kiemen op de knollen kunnen worden overgebracht en rotting kan worden bevorderd. Gok aan het inkuilen der aardappelen moet dit jaar bijzonder zorg gewijd worden. De aardappelen moeten vóór het inkuilen ztj^gvuldig woeden uitge zocht om te voorkomen, dat zieke knollen mede worden ingekuild, daar deze in de kuil tot rotting- overgaan en dit tot rotting van de naastliggende knollen aanleiding geeft. In het buitenland worden wel conserveeringsmid- delen als Karsan, Kartofit, Conserveeringsmiddel Fahlberg, e.a. gebruikt óm rotting tegen te gaan. Deze middelen zouden ook een remmende werking op de kieming uitoefenen. In hoeverre het gebruik van zulke middelen rendabel is, is hier te lande nog niet vastgesteld kunnen worden, zoodat onzerzijds het gebruik van deze middelen nog slechts proefs- gewijs kan worden aanbevolen. Nadere inlichtingen wordenverstrekt door den Plantenziektenkundigen Dienst te Wageningen, de ambtenaren van dezen Dienst buiten Wageningen alsmede door, de Rijksland- en Tuinbouwcónsulen- ten. DE INZENDING VAN DEN PLANTENZIEKTENKUNDIGEN DIENST OP DE A.S. AGRARISCHE JAARBEURS 9—18 SEPTEMBER TE UTRECHT. De Plantenziektenkundige Dienst geeft, zoowel door het hoofdbureau te Wageningen als door de op 30 plaatsen in het land werkzaam gestelde amb tenaren op vele wijzen voorlichting over de herken ning en de bestrijding van plantenziekten en schade lijke dieren. Een der wijzen, waarop deze voorlich ting gegeven wordt, is het verkrijgbaar stellen van publicaties, waarin, de belangrijkste ziekten en be strijdingsmiddelen worden' behandeld. De inzending van den Plantenziektenkundigen Dienst op de aanstaande Agrarische Jaarbeurs te Utrecht is geheel gewijd aan dezen- vorm van voor lichting en geeft dus een overzicht van de voor den land- en tuinbouw belangrijkste publicatiès over deze onderwerpen. De Dienst geeft twee reeksen publicaties uit, n.l. Mededeelingen en Vlugschriften. De Mededeelingen zijn boekjes van grooteren o^ kleineren omvang in aantrekkelijken vorm, met den beken'den groenen omslag. Gewoonlijk bevatten zij eenige, soms zelfs verscheidene platen met afbeel dingen van ziekten, machines voor ziektebestrijding e.d. In deze reeks zijn ook de jaarverslagen van den Dienst opgenomen, die een overzicht bevatten van de werkzaamheden, die door het personeel te Wageningen en op de standplaatsen daarbuiten in dat jaar zijn verricht. De Vlugschriften zijn kleinere geschriften van 4—8 bladzijden, waarin bepaalde ziekten of bestrij dingen en andere onderwerpen van beperkten om vang worden behandeld. Alle publicaties worden tegen zeer matige prijzen verkrijgbaar gesteld ert op bestelling toegezonden. Voor de Vlugschriften is de prijs op 4 ets. per stuk vastgesteld; de Mededeelingen kosten van 1075 cents, slechts voor enkele omvangrijke jaarverslagen is de prijs iets hooger. De inzending op de Agrarische Jaarbeurs vestigt nu de aandacht op een aantal publicaties, waarvan de inhoud voor de land- en tuinbouwers van groot belang is. Deze publicaties zijn in groepen vereenigd en wel: Aardappelziekten, Ziekten van granen, Ziekten van ooftbpomen, Ziekten van klein fruit, Bestrijdings middelen, Vogels, Ratten en Muizen, de Colorado kever én Jaarverslagen. Bij elke^ groep is de om slag en iets over den inhoud va# de belangrijkste nummers der daarop betrekking hebbende publica ties aangegeven, zoodat de toeschouwer zeer ge makkelijk een overzicht krijgt van Aet belangrijk ste, dat over elk onderwerp door den Plantenziek tenkundigen Dienst is gepubliceerd. 'De bedoeling is de verspreiding, van de Mededee lingen en de Vlugschriften te bevorderen. Het aan tal verkochte exemplaren bedraagt tot nu toe reeds ongeveer 150.000. Vooral in dezen tijd, nu een goede voorlichting voor alles wat de productie van land- en tuinbouwproducten kan vermeerderen, van zoo groot belang isjgmoet de praktijk aan deze in hoofdtaak oolc voor de praktijk gesfchreven boekjes en geschriften alle aandacht wijden. De prijs ervan is zeer matig en levert dus bij de aanschaffing geen enkel bezwaar op. Daarom, moet aan het opschrift, dat boven de inzending aangebracht wordt, door de land- en tuinbouwers alle aandacht gewijd worden. Het luidt: Raadpleegt de publicaties van den Plantenziektenkundigen Dienst. - - Erwtenproefveld op het Lan lhouwproefbedrüf te Wilhelminadorp. (Z. 578.) Rassen: Unica, Mansh. gekr. extra kortstroo, Mansh. plukerwt, Corona, Unica X Corona, C. b! 3419/378, O. B. 3421/38185 en C. B. 3421/38215. GrondsoortZyvare Jtlei. Voorvrucht: Suikerbieten. Bemesting: Tegen 400 kg sup. (17 200 kg K40 en 200 kg kas per ha. Aantal par.: 4, elk van 72.28 M2., doch van C. B. 3421/38185 en C. B. 3421/38215 kwam slechts één veldje voor da^,r er niet meer zaaizaad beschikbaar was. 1 Gezaaid: 19 Maart; van Unica en C. B. 3419/378: 200 kg; Mansh. G. E. K. 185 kg; Plukerwt 175 kg; Unica X Corona 210 kg; Corona 232 kg en C. B. 3421/38186 en C. B.3421/38215; 210 kg per ha. Al het zaad was droog ontsmet met Abavit. Rijenafstand: 33 cm. Opkomst: Corona en Unica op 28 en de overige op 26 April. Ontwikkeling: Eind Mei stond Unica 'X Corona het weligst, terwijl Unica en Plukerwt iets achter lijk waren. Eind Juni was Unica X Corona nog altijd voor. Dit ras is lichter van kleur en groeit wat slapper dan de andere. Overigens was er tus- schen de verschillende rassen weinig verschil te bespeuren. De stand was regelmatig en zeer goed. Beschadigingen: Begin Mei had Mansh. G.E.K. iets van nachtvorst te lijden. Begin van den bloei: 't Eerst C. B. 3419/378 op 12 Juni de overige raSsen 1 a 2 dagen later. ^troolengten: Van Unica X Corona gem. 70; Mansh. G. E. K. en C. B. 3419/378: 50; Unica 45- Corona 58; C. B. 3421/38185: 60 en C. B. 3421/ 38215 02 cm. Rijp en gemaaid: Unica 11 Juli; Mansh. G. E. K. en Plukerwt 12 Juli; Unica X Corona 14 Juli; C. B. 3419/378: 15 Juli en de overige 16 Juli. Gedorscht1 Augustus. Kwaliteit van het zaad: Deze was door het groote aantal „wormstekige" erwten niet best. Hot gemiddelde percentage aangevreten zaden was^als volgt: Unica 35 Unica X Corona 52; C. B. 3419/378 38; Corona 40; Mansh. G. K. 35; Mansh. Plukerwt 30; C. B. 3421/38185 29 en C. B. 3421/38215 35. De schade w.as dus vrij groot. Het grofste zaad gaven Corona en Unica, X Corona, terwijl de kleinste zaden aangetroffen werden b i 3421/38185. De gemiddelde opbrengsten in kg per are bedroe gen: RAS Zaad Stroo Unica 32.0 33.7 Mansh. Gekr. Extra Kortstroo 32.3 32.5 Mansh. Plukerwt 30.9 31.5 Corona 29.8 35.2 Unica X Corona 29.3 40.0 C.B. 3419/378 32.1 31.9 C.B. 3421/38185 31.9 31.4 C.B. 3421/38215 35.4 32.8 Weliswaar gaf C. B. 3421/38215 de grootste op brengst per are, doch we moeten hierbij in aanmer king nemen, dat dit ras slechts in enkelvoud ver bouwd werd; van de rassen, die in viervoud geteeld werden, kwam Man3h. G. E. K. aan de spits te staan, hoewel de verschillen met Unica en C. B. 3419/378 gering waren. Winteniienproefveld bij den heer L. W. Boagert te Oosterlaiul. Vergeleken werden de selecties van Wed. P. de Jongh N.V., van Namen, van Noort, Tamerus, de Zeeuw (verbeterde bolronde) en de Zeeuw I. Grondsoort: Lichte klei. Voorvrucht: Vlas. Bemesting:. Tegen 300 kg sup, 250 kg K40 en 500 kg kas per ha. Aantal par.: 3 elk van 0.28 are. Gezaaid: 3 September op een rijenafstand van 20 cm tegen 7y2 kg per ha. Opkomst: Deze liet weinig te wenschen over. Stand: Over 't algemeen iets te dicht. Uitwintering: De selecties van Wed. P. de Jongh en van Namen hebben weinig van den strengen winter geleden, de verbeterde bolronde van de Zeeuw iets meer, daarop volgen die van van Noort en Tamerus »en het meest die van de Zeeuw I. Ontwikkeling: Begin Maart begonnen de plan tjes eenigen groei te vertoonen. Veel verschil in* ontwikkeling was ^r niet. Plantenziekten: Hiervan werd geen nadeel ondervonden. Rijping: Uitgezonderd de Zeeuw I, welke selectie eenige dagen later kwam, tengevolge van een dun neren stand, rijpten alle selecties gelijk. Opgetrokken: 6 Augustus, doch de Zeeuw I 11 Augustus. De gemiddelde opbrengsten in kg per are be droegen van!» Wed. P. de Jongh N.V. 364.3 van Namen 365.1 van Noort 329.8 Tamerus 367.8 de Zeeuw (verb, bolr.) 358.3 de Zeeuw I 308.8 Weliswaar, kwam de Zeeuw I aan de spits te staan, doch de verschillen met de overige selecties zijn voor het meerendeel gering. Wintertarvveproefveld op het Landbouwproef- bedrijf te Wilhelminadorp (Z. 554). RassenJuliana, Bersée, Jubilé, Alba en Lovink. GrondsoortZwafe klei. Voorvrucht: Aardappels. 'Bemesting: Tegen 400 kg sup. (17 200 kg K40 en 300- kg kas per^ha. Aantal par.: 3, elk van 1 are. Gezaaid: 15 October, op een rijenafstand van 22}/2 cm. Hoeveelheid zaaizaad per ha: Juliana 125 kg, Jubilé 133 kg, Lovink 134 kg, Bersée 141 kg en Alba 142 kg. Al het zaaizaad was droog ontsmet met Abavit. - p Opkomst: De meeste rassen op 2 Nov., doch Jubilé één dag vroeger en Alba één dag later.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1941 | | pagina 5