MARKT- EN HANDELSOVERZICHT.
Voor en van onze Jongeren.
„Het Landbouw-Comité, kennis genomen heb
bende van de veranderingen, welke bij eenige
„organisaties, waarmede geregeld wordt samen
gewerkt, zijn doorgevoerd, vindt daarin aanleiding
,,de samenwerking met deze en andere organisaties
"niet te bestendigen en evenals vóór 1922 geheel
„zelfstandig zijn arbeid te verrichten".
Wildschade.
Opnieuw werd ernstig geklaagd over het voor
komen van wildschade aan te velde staande gewas
sen. De opmerking werd gemaakt, dat op de jagers
de zedelijke verplichting rust om zooveel mogelijk
het optreden van wildschade te voorkomen. Wellicht
zou een beroep kunnen worden gedaan op den
voorzitter van de jagersorganisatie, zijn invloed in
deze richting aan te wenden.
De vergadering besloot zich nogmaals aan de
hand van concrete feiten tot de bevoegde overheids
instantie te wenden, met Het verzoek maatregelen
te nemen tot verbetering.
Premieslac.htveefondsen.
Naar aanleiding van het tot de Ned. Veehouderij
Centrale gerichte verzoek de premies van de slacht
veefondsen te willen verlagen, werd van genoemde
Centrale het bericht ontvangen, dat reeds een ge
wijzigde regeling der slachtveeverzekeringspremies
is ingegaan, hetgeen een niet onbelangrijke ver
laging dezer premie beteekent.
Het oordeel over deze regeling was echter in de
vergadering niet onverdeeld gunstig. Verschillende
opmerkingen werden gemaakt bijv. over het niet
verzekeren van wrakke slachtdieren, aangaande de
te geringe verlaging der premie voor het in klasse
C komende jongvee, omtrent de onvoldoende ver
tegenwoordiging der onderlinge veefondsen in het
Bestuur van de nieuwe stichting „Centraal Bureau
Slachtvee verzekering" en tenslotte over de voorge
stelde regeling voor de verdeeling der winst.
Opgemerkt werd, dat een verdeeling der winst
naar verhouding van den omzet als een juistere
maatstaf moet worden beschouwd dan een winst-
verdeeling op grond van bedrijfsuitkomsten in het
verleden.
Overigens is het Landbouw-Comité bereid zich
te doen vertegenwoordigen in den in te stellen Raad
van Toezicht. 9
Besloten werd een en ander schriftelijk ter kennis
te brengen van de Ned. Veehouderij Centrale.
Organisatie Eigen Vervoer.
Besloten werd te voldoen aan de uitnoodiging van
de organisatie voor het Eigen Vervber om als bui
tengewoon lid tot deze organisatie toe treden.
Volkstuintjes.
Als gevolg van de perspublicaties omtrent be
stemming van de opbrengst van de z.g. volkstuin
tjes blijkt" er in kringen van belanghebbenden onge
rustheid te zijn ontstaan. Besloten werd de aan
dacht van de Ned. Inkoop Centrale voor Akker
bouwproducten (Nica) op deze aangelegenheid te
vestigen en te verzoeken een en ander nogmaals in
de pers uiteen te zetten.
Verhouding verbouw Tarwe-Rogge.
Naar aanleiding van het feit, dat de verbouw van
rogge zich uitbreidt ten koste van dien van tarwe
ook in gebieden, welke van nature meer op de
tarweteelt zijn ingesteld, werd besloten na te gaan
wat zou kunnen worden gedaan om den ouden toe
stand te herstellen. Opgemerkt werd, dat het risico
van uitwinteren bij rogge kleiner is dan bij tarwe,
terwijl ook het tekort aan stikstofmeststoffen zich
bij den verbouw van tarwe meer doet gevoelen.
Bovendien werkt een uitbreiding van den rogge-
verbouw gunstig op de werkverdeeling op de bedrij
ven.
De vergadering was van oordeel, dat in geen
geval de bestaande prijsverhouding tusschen tarwe
en rogge behoort te worden verbroken, doch kon
geen doeltreffend middel aangeven om den verbouw
van tarwe te stimuleeren.
Gewichtsgrens voor het verplicht te leveren vee.
Met het oog op den aandrang, welke van de zijde
van den georganiseerden Landbouw is uitgeoefend,
ten gunste van een verlaging van de gewichts-
grenzen van het verplicht te leveren vee, werd er
op gewezen, dat het vervangen van de gewichts-
grenzen door den eisch, dat het te leveren dier twee
breede tanden moet hebben, bezwaren kan opleve
ren.
Het komt n.l. voor, dat jonge dieren zonder breede
tanden meer dan 350 kg wegen. Zulke dieren
zouden dan niet mogen geleverd worden. Daarom
zou het de voorkeur verdienen, indien voor de te
leveren dieren of de eisch van twee breede tanden,
of de gewichtseisch zouden mogen worden gesteld.
Voor de dieren, die volgens den thans geldenden
eisch minstens 250 kg moeten wegen, zou eenige
verlaging van deze gewichtsgrens gewenscht zijn.
Besloten werd zich omtrent deze aangelegenheid
te wenden tot de Ned. Veehouderij Centrale.
Landelijk© organisatie van bédrijfsorganisatiCs.
Als resultaat van het ingestelde onderzoek naar
de mogelijkheid van een samenwerking tusschen de
in verschillende provincies bestaande bedrijfs
organisaties, werd besloten te gelegenertijd de
vertegenwoordigers dezer bedrijfsorganisaties eens
bijeen te roepen.
Stichting poterbewaarplaatsen.
Mededeeling werd gedaan van het voornemen den
bouw van poterbewaarplaatsen voorzoover deze door
gesteunde kleine boeren worden gebruikt te suo-
sidieeren. Om den bouw en exploitatie van deze
bewaarplaatsen mogelijk te maken, is besloten een
stichting in het leven te roepen door de landbouw
organisaties, welke ieder een lid en een plaatsver
vangend lid in het Bestuur der stichting zullen
benoemen. Als zoodanig zijn door het Landbouw-
Comité voorgedragen de heeren G. J. Heusinkveld
te Dinxperloo en G. Bolk te Almelo.
Intusschen zijn de voorbereidende maatregelen
voor het totstand komen der stichting reeds
getroffen.
Rundveelevering.
Nogmaals werd de aandacht gevestigd op de lage
prijzen, welke voor het door de Ned. Veehouderij
Centrale overgenomen gébruiksvee worden betaald.
Opgemerkt werd, dat in vergelijking met den akker
bouw de veehouderij toch wel zwaar wordt getrof
fen. Als gevolg van het gebrek aan kracht voeder
is de productie van den veestapel aanmerkelijk
gedaald, terwijl de varkenshouderij en de pluimvee
houderij als takken van bedrijf vrijwel ineen
geschrompeld zijn.
De prijzen, welke bij de gedwongen levering van
vee gelden liggen aanzienlijk, soms 200 beneden
de marktwaarde. Vele veehouders vragen zich dan
ook tevergeefs af, waaraan zij het hebben verdiend,
dat hun bedrijf zoo wordt achtergesteld.
Besloten werd nogmaals bij de Ned. Veehouderij-
Centrale aan te dringen op verhooging van de prij
zen voor het overgenomen gebruiksvee.
Paardenvordering.
Uiting werd gegeven aan de vrees, dat landbou-
bouwers, die uitsluitend werkpaarden op hun bedrijf
hebben, in 't bijzonder warmbloedpaarden, bij een
mogelijke volgende vordering wat overigens een
ramp voor den landbouw zou zijn opnieuw het
grootste deel van het contingent zullen hebben te
leveren. Daarentegen zullen degenen, die uitsluitend
fokpaarden houden van levering worden vrijgesteld,
terwijl zij bovendien niet onbelangrijk van de sterk
verhoogde prijzen der paarden konden profiteeren.
Hoewel het behoud van het fokmateriaal voor den
paardenstapel van groote beteekenis moet worden
geacht, oordeelde men een billijker verdteling van
lasten toch zeer gewenscht. Het middel daartoe
moet worden gezien in een navordering, waardoor
de aanwezige paarden zoo goed mogelijk over de
bedrijven kunnen worden verdeeld.
Besloten werd dit punt te bespreken met den
Directeur-Generaal van de Voedselvoorziening.
Coöp. Melkinrichting en Stoomzuivelfabriek
„Walcheren".
Week van 10 tot 16 Augustus 1941:
Laagste vetgehalte 2,55 hoogste vetgehalte
4,75 gemiddeld vetgehalte 3,43
De boer ontving gemiddeld per kg melk 10,39
cent. (Grondprijs per kg 2,50 cent plus 2,30 cent per
vet.)
Kunstmeststof fen
Algemeen© opmerking. De hier genoemde prijzen
zijn de inkoopprijzen voor de vereenigingen, die aan
de verbruikers deze prijzen berekenen, verhoogd
met haar onkosten/vrachten, verkoopkosten etc.
Stikstof meststoffen. Het Centraal Stikstof Ver
koopbureau is thans voor zijn eerste koopers met
beperkte hoeveelheden stikstofmeststoffen op de
markt gekomen. De partijen zijn verkocht voor
directe levering. Met de verladingen werd de afge-
loopen week reeds een begin gemaakt.
De prijzen liggen iets hooger dan het afgeloopen
jaar. Naast de gestegen productiekosten is in den
nieuwen prijs een heffing voor het Landbouw Crisis
fonds en de 2 omzetbelasting verwerkt. De hef
fing voor het Landbouw Crisisfonds moet dienen
om eventueel import van stikstof tegen hoogere
prijzen mogelijk te maken.
Naar de voornaamste overslagplaatsen zijn door
ons partijen stikstofmeststoffen afgeroepen, deels
reeds onderweg. De vereenigingen, die ons reeds
machtigingen stuurden, zullen hierop worden inge
deeld.
De door producenten voor grootkoopers vastge
stelde prijzen, directe levering, voor ladingen franco
voor wal, bij afroepen van minstens 200 ton, luiden
als volgt:
Kalkammonsalpeter 20% basis los, 6,79;
Kalksalpetcr 15% in- papieren fust van 50 kg
6,79; Zwavelzure Ammoniak 20% bapis los,
6,59 per 100 kg.
Thomasmeel. Over dit artikel zijn nog steeds
geen mededeelingen van positieven aard te doen.
Kalizouten. De officieele prijzen voor afroep tot
en met 27 Mei j.l., luidden voor prompte levering,
franco voor wal, bij ladingen van minstens 250 tons:
Kainiet 14 1,73; Kalizout 20 2,40; Kali-
zout 40 4,55; Kalizout 50 ƒ5,54; Patentkali
26 4,75 per 100 kg losgeladen.
De verschepingen naar ons land blijven goed ver-
loopen. Er wordert nog weinig aankoopmachtigin
gen voor kalizouten door de vereenigingen ingezon
den. Vele vereenigingen beschikken blijkbaar nog
over oude voorraden. Onze prijzen worden op aan
vrage verstrekt.
Kalkmeststoffen etc.
Gebluschte Poederkalk, 70/80 fijn kalkhydraat,
incl. papieren zakken. Prijzen verstrekken wij
gaarne op aanvraag. Voorradig zijn disponibel te
Ruischerbrug„ Musselkanaal, Meppel, Steenwijk,
Hasselt en Zutphen. Ook kan geleverd worden
spoorvrij Maastricht in wagons van minimum
15 ton.
Kalkmergel, 70 fijne koolzure kalk,- losgeladen
boordvrij omgeving Maastricht ƒ0,19; spoorvrij
Valkenburg 0,30.
Emkal. Deze kalkmeststof bevat 94 fijne
koolzure kalk en is verpakt in vierwandige papieren
ventielzakken van 50 kg. Het vochtgehalte ligt
beneden de 1 Prijsbasis boordvrij Borgharen
(bij Maastricht) per 100 kg ƒ1,15.
Disponibel te Hasselt en Haarlemmermeer. Den
prijs hiervoor verstrekken wij op aanvraag.
Freyamergel, 70 fijne koolzure kalk, in papie
ren zakken, spoorvrij werk Höste of „Lengerich, per
100 kg 0,75.
Silica,kalk. De producenten van dit artikel stellen
zich voor, dit seizoen toch nog met beperkte hoe
veelheden aan de markt ^te komen.
Men vrage prijzen voor alle soorten kunstmest
stoffen, voederartikelen, ontsmettingsmiddelen,
zaaigranen en -zaden, landbouwwerktuigen, boeren
wagens met luchtbanden, gasgeneratoren voor
auto's, enz. aan bij de zaakvoerders der Coöpera
tieve Aankoopvereenigingen.
MEDEDEELING.
Wegens plaatsgebrek moesten verschillende stuk
ken worden uitgesteld tot het volgende nummer.
v. U.
RATIONALISATIE EN WERKLOOSHEID.
De sinds de twintiger jaren sterk toenemende
mechanisatie en de invoering van arbeidsbesparen
de werkmethodes ging gepaard met een massale
werkloosheid. Dit samengaan van rationalisatie en
werkloosheid deed de vraag reizen, of wellicht de
werkloosheid een geyolg was van de rationalisatie,
speciaal van de invoering van machines.
Sommigen beweerden van wel, anderen beweer
den van niet. Deze laatste waren aanhangers van
de z.g. compensatietheorie, welke aannam, dat de
tijdelijke werkloosheid na korter of langer tijd zbu
worden opgeheven door nieuwe werkgelegenheid,
die juist het gevolg zou zijn van die arbeidsbespa
ring. Al's argument werd o.a. aangevoerd, dat de
invoering van machines grootere bedrijvigheid en
dus meer werkgelegenheid schiep in de machine
industrie.
Ooik was men optimistisch in den zin van „het
is altijd nog terecht gekomen, dus waarom nu
niet" en beweerde, dat de ervaring over een tijd
perk van 150 jaar, sinds de invoering der machines,
vertrouwen geeft in het vermogen der productie,
de uitgeschakelde arbeidskrachten te absorbeeren,
ook voor de toekomst.
Weer anderen meenden, dat door de rationalisatie
der productie, onder den druk der concurrentie, een
verlaging van den kostprijs zou tot stand komen,
hetgeen ook een verlaging van den verkoopprijs zou
beteekenen. Door deize verlaging zou de vraag
naar het betreffende^ product toenemen, waardoor
de productie zou worden uitgebreid en meer weik-
gelegenheid zou verwekken, zoodat de uitgestooten
arbeiders in het bedrijf zelf weer konden geabsor
beerd worden.
Dit alles is echter compensatie-theorie, met den
nadruk op het laatste woord. Wat leert ons nu
een onderzoek van de feiten?
Dit onderzoek is in de laatste jaren voor de
meeste landen onmogelijk geworden, omdat de
maatregelen van handelspolitiek en de monetaire
onrust al lang vóór de huidige oorlogsperiode zoo
zeer verschillende elementen tezamen hadden ge
bracht, dat het practised onmogelijk is, daaruit de
compensatie in zuiveren vorm te precipeteeren.
Toch is een onderzoek, al is het dan op beperkt
terrein, mogelijk geweest. In de Economisch-
Statistischer, Berichten van 6 Augustus geeft de
heer P. J. S. Serrarens ©en overzicht van een studie
van den Amerikaan Spurgeon Bell over de feiten
in Amerika. Wij zullen deze cijfers hier njet ver
melden, oah het artikeltje niet onnoodig ingewik
keld te maken. De conclusie van den schrijver is,
dat een onderzoek van de feiten in de Vereenigde
Staten van Amerika leert, dat het bekende gezegde
van Kruger: „Alles sal reg kom"', geen bevestiging
vindt.
Het is wel jammer, dat in het onderzoek de land
bouw niet (betrokken is. Ook in dezen bedrijfstak is
de rationalisatie en de mechanisatie in de laatste
20* jaar sterk toegenomen. Dat de compensatie hier
niet optrad, is wel waarschijnlijk, doch niet door
feiten bevestigd, al was de groote winterwerkloos
heid een direct gevolg van de invoering van dorsch-
machine e.d.
Wanneer dan ook door rationalisatie de werk
loosheid toeneemt, m.a.w. wanneer de compensatie
theorie niet automatisch opgaat, dienen maatrege
len getroffen te worden om het tempo te beheer-
schen en de gevolgen tijdig op te vangen.
Men heeft ook in ons land enkele jaren geleden
maatregelen genomen t.a.v. het tempo der mecha
nisatie, o.a. in de sigarenindustrie. Toch is het "^e
vraag, of wij de oplossing niet in een andere rich
ting moefen zoeken. Het heeft toch weinig zin, om
b.v. het dorschen met de machine te beperken door,
zooals men ook wel heeft voorgesteld, een premie
te verstrekken voor het dorschen met den vlegel.
Juist de werkzaamheden in het landbouwbedrijf zijn*
zeer gevarieerd en ibieden vele mogelijkheden. Wij
hebben dan 'ook gezien, dat enkele boeren de oplos
sing hebben gezocht in het bewerken van het zelf
geteelde vlas, hetgeen tevoren buiten het bedrijf
geschiedde.
Nu door de ontslagverordening een „vaste kern"
van arbeiders voor elk bedrijf wordt aangegeven,
zal op elk bedrijf ook in den winter productief werk
moeten kunnen worden verricht.
Hier ligt een dankbaar onderwerp voor de studie
groepen van onze afdeelingen. v. U.