Redactioneel Gedeelte
KORlt BERICHTEN.
AKKERBOUW.
der slecht met het weer, de boerderij is in dezen
ty'd ook meer in trek gekomen. Toch is het plezie
rig al dit jonge goed zich te zien amuseeren in
schuur en op erf, dit zorgeloos leven, nog niet
denkend aan al die beslommeringen van dezen tijd
en wanneer je ze dan 's avonds een paar mooie
liederen hoort zingen, is het net of het weer wat is
opgeklaard en de barometer naar mooi weer gaat.
20—27 Aug.
Langzaam, heel langzaam vullen zich de schuren
met de opbrengst van oogst 1941. Het gaat niet,
zooals we de laatste jaren gewoon zijn in één snel
tempo, doch in telkens halve dagen.
Zaterdagmiddag was het graan goed droog, de
barometer ging goed vooruit, dus met allen moed
aan 't werk, doch Zondag 10 mm regen en onze
goede verwachting was weer als rook vergaan.
Dinsdagmiddag was het weer goed en waarlijk
Woensdag reeds van 's morgens.
We hebben vorige week, toen het goed droog was,
de helft van de tarwe geschelfd en zoodoende is z\j
al half binnen en deert de regen en wind haar niets.
We rijden nu eerst uit de „stliken" en daarna uit
de schelven. De kosten van schelven zijn 6 tot
7,i50 per ha, dat is heusch niet veel; men heeft
heel wat risico minder en het geeft je een rustig
gevoel. De gerst is binnen en ze heeft nog weinig
geleden. Zij stond iri ,,Duitsche stüken" en wan
neer z\j er goed droog is in gezet valt het best' mee,
alleen de aren, die wat op den grond hebben gehan
gen, vertoonden schot. De erwtenoogst is gelukkig
ook van het land, het was zoo'n triestig, gezicht,
die zwarte hoopen. De kleur is weg, doch de kwa
liteit heeft niet veel geleden, het stroo is erg slecht
en de opbrengst zal wel aan den lagen kant z(jn.
De haver en de vroeggezaaide tarwe hebben hier
't meeste geleden. De haver die nat gesneden is,
groeit met nat weer direct aan elkaar en droogt
van binnen veel te langzaam. Open laten liggen
ging ook niet, want dan groeide ze aan den grond
vast, dus van twee kwaden de minste gekozen, was
nog mis van 't jaarl We komen door dit weer met
steeds meer moeilijkheden; na den oogst konden we
gewoonlijk mooi aan de aardappels beginnen, doch
nu is er op vele plaatsen nog geen denken aan.
Ten eerste groeien ze soms nog te hard (en dat is
hard noodig). ten tweede is de grond te nat en is
het „levensgevaarlijk" voor de aardappels om ze
zoo onder stroo te steken met het oog op de aard
appelziekte, die zich al meer en meer vertoont,
vooral op velden die weinig of niet gespoten zijn.
Men kon nog geen stalmest op h<f. land rijden,
want het graan stond er'nog op. Van stoppelen en
eggen, wat voor 't volgend jaar voor onkruidver
delging toch zoo goed is, kan van 't jaar weinig
terechtkomen. Zoo stapelt het werk zich op en
komt het najaar nader. Het koolzaad is gezaaid en
het eerste komt er uit. De grond is vochtig genoeg
om het direct te laten kiemen. Gelezen dat kool
zaad een liefhebber van fosforzuur is, doch liever
een berichtje gelezen, waar em hoe te krijgen, zoo
spoedig mogelijk.
In verschillende bladen raadt men aan, om het
groengerooide pootgoed niet te spoedig in de be
waarplaats te brengen. Door echter met koele
nachten de deuren aan beide einden open te zetten
en 's morgens goed t,e sluiten, heeft men in de be
waarplaatsen niet spoedig last van kiemen. De dub
bele glazen wanden houden een spoedige verwar
ming buiten de deur.
Meerdere landbouwvereenigingen gingen over tot
uitbreiding van siloruimte en het aanschaffen van
graandroog-installaties. Behalve deze werken, heeft
de technische dienst van het Centraal Bureau in
verschillende plaatsen het inrichten van grasdro-
gers uitgevoerd.
.Wie zijn koren buiten laat staan, totdat het droog
is, heeft nog kans een behoorlijk product te kun
nen afleveren. Wie echter zijn koren niet droog
binnen haalt, levert een muf en slecht product af.
We zullen dit jaar een onderzoek op kiemkracht
van de uit te zaaien zaden, na zooveel regen, zeker
niet achterwege mogen laten.
Wie van een windkeering nog wat wil trekken,
kan een schering poten van kleipeer (ook wel win-
terjan of wintersuikerpeer). De peren waaien niet
spoedig af en zijn dan nog goed te gebruiken.
Tegenwoordig plaatst men voor opwekking van
electrischen stroom veel windgeneratoren, welke
veelal goed voldoen. Voldoende hoog plaatsen, voor
het opvangen van voldoenden wind en het met zorg
uitkiezen van een bekend merk, dat goede bedrijfs
zekerheid biedt, zijn een eerste vereischte.
Nu het dorschen zooveel moeilijkheden en kosten
oplevert, kan men de 500 kg mais, die men zelf
mag behouden, beter in ongedorschen toestand aaii
kippen of varkens opvoederen.
Bij laat zaaien of poten van stoppelgewassen
moet men zich van de opbrengst, mede door te wei
nig stikstof, geen groote voorstelling maken. De
nachten worden spoedig langer, zoodat deze gewas
sen zonlicht en voedsel te kort komen. Plantmate-
riaal kost tevens veel arbeidsloon.
Ronde schelven, waarin men het kóren bij elkaar
rijdt op het land, voldoen beter dan vierkante
schelven. Wordt een ronde schelf door een vakkun
dig man afgedekt, dan is deze vóór inregenen be
hoed, maar de hoeken van vierkante schelven blij
ven vaak te open.
Wiaren vroeger de veebonnen verhandelbaar,
thans koopt men zijn naam en adres op een afleve
ringsbon. Hoewel de zaak nu niet zoo zeer in han
den is van buitenstaanders, is het in wezen het
zelfde tegen ongeveer dezelfde prijzen.
Geef jonge dieren, als de nachten koud en nat
worden, indien mogelijk, wat krachtvoer. Is dit niet
voorhanden, dan een weinig goed hooi. In elk geval
moeten de nachthokken wel droog, doch niet warm
zijn of tochtig.
Om meer spoed te betrachten bij het binnenhalen
der erwten, gingen sommigen de erwtenruiters met
den vochtigen kant in den wind plaatsen, als één
kant droog was. Twee mannen pakken elk een
hoek beet en draaien de ruiters op één poot een
slag om.
Het Centraal Bureau te Rotterdam zal van 9 tot
en met 18 September 1941 aan de Agrarische af-
deeling van de Nederlandsche Jaarbeurs te Utrecht
deelnemen, bij welke gelegenheid een aantrekkelijk
foto'boekwerkje beschikbaar wordt gesteld. De
stand bevindt zich in de Beatrix-hal onder no.
517. Zie ook de aankondiging in de „Mededeelin-
gen" van 14 Augustus 1941.
'De belangstelling voor het bouwen van glazen
pootaardappelbewaarplaatsen is groeiende bij de
landbouwvereenigingen. In dit verband worde nog
maals verwezen naar het artikel: „De aankoop van
pootaardappelen en de bewaring van het poot
goed", voorkomende in de „Mededeelingen" van 12
Juni 1941. De aankoop van goedgekeurde pootaard
appelen wordt tegenwoordig eveneens door het
Centraal Bureau verzorgd.
[Verschillende vereenigingen bestelden reeds
draadglas, dat momenteel nog in voldoende hoe
veelheden door het C. B. geleverd kan worden.
J3ij het inkuilen met zuur moet men voorzichtig
te werk gaan, daar het uw kleeren totaal kan be
derven. Nog erger is het échter, wanneer het de
huid of de oogen zou beschadigen.
Er zijn in ons land» 13 Rijkslandbouwwinterscho-
len, 8 R.K. landbouwwinterscholen en 2 Chr. land-
bouwwinterscholen.
RASSENKEUZE WINTERGEWASSEN
HERFST 1941.
(Tweede bericht.)
Binnenkort zullen de gegevens van den oogst 1941
ter beschikking komen, zoodat het in verband hier
mede goed kan zijn een overzicht te geven van de
proefveldresultaten in voorgaande jaren en de ver
dere gegevens, die bij het voorbereiden van de Ras
senlijst 1942 verzameld werden. Tevens geeft dit
overzicht gelegenheid het algemeene beeld iets op
te frisschen, zoodat het kan dienen als een achter
grond ten opzichte waarvan de proefveldgegevens
1941 met des te meer interesse beschouwd kunnen
worden. Het behoeft wel geen betQOg, dat het
uitblinken van een ras op enkele proefvelden niets
zegt, vooral niet nu op een zeer natten herfst en
strengen winter een extreem droge zomer en een
extreem natte Augustusmaand zijn gevolgd, zoodat
de zwakke punten van verschillende rassen zeer
sterk opvielen en anderzijdsch fouten, zooals slap
stroo, niet voldoende tot uiting kwamen.
Aangezien de Rassenlijst voor landbouwgewassen
1942 eerst in midden Januari verschijnt, is dit een
reden te meer thans in eenige berichten gegevens
over de rassenkeuze der herfstgewassen mede te
deelen.
WINTERTARWE.
In de 3 elkaar opvolgende strenge winters is de
wintervastheid van het Nederlandsche tarwerassen-
sortiment wel zeer aan den tand gevoeld, vooral in
het noorden des lands. Het is wel opvallend, dat
in den afgeloopen winter in Zeeland, West-Brabant
en ZuidriHolland de wintertarwe practisch niet is
uitgewinterd (van de Juliana bleef 96 behouden),
terwijl daarentegen de vorst- en waterschade voor
enkele tarwerassen in het noorden van het land
(vooral het Oldambt) zeer groot was.
Een globaal overzicht geeft de volgende tabel,
waarin is aangegeven het percentage dat behouden
bleef.
Percentage dat behouden bleef in den winter
1940 1941.
Zeeland
klei
Friesland
klei
Noord-
Gron.
klei
Oldambt
klei
luliana
96
30
25
8
Jmperiaal Ila
96
8
Wilhelmina
98
Carsten V
99
90
70
60
Mendel
80
60
50
Jubilé
30
65
Lovink
Bersée
96
Uit het feit, dat van de Bersée 96 behouden
bleef in Zeeland, is reeds te concludeeren, dat de
vorstschade aldaar gering is geweest. Een ander
beeld geven de 3 gebieden in het noorden. In Fries
land zijn zoowel Juliana als de Jubilé sterk uitge
winterd, terwijl de Mendel en vooral de Carsten V
behoorlijk door den winter gekomen zjjn.
In Noord-Groningen bleef er van de Julianatarwe
25 over, Carsten en Mendel zijn niettegenstaan
de de wintervastheid ten deele in den grond verrot.
Uit de tabel blijkt verder, dat de Lovinktarwe onge
veer behoort tot de wintervasteklasse van Carsten
en Mendel. Uit de cijfers van het Oldambt blijkt,
dat zoowel de Juliana als de Imperiaal Ila zeer
uitgewinterd zijn.
Ongetwijfeld zal het gevolg van de vorstschade
in den afgeloopen winter zijn, dat het Noorden des
lands zich meer en meer gaat instellen op de win-
tervaste rassen, teneinde hierdoor de bedrijfszeker
heid te 'verhoogen. Het is te verwachten, dat Car
sten V (rood), Mendel (wit) en Lovink (wit) zich
in het Noorden flink zullen uitbreiden, terwijl ook
de Skandiatarwe (rood) in verband met de winter
vastheid béproevenswaardig is.
In het zuiden des lands verdient het aanbeveling
eens ernstig de praktijkwaarde van Carsten V te
beproeven. Het is in zekeren zin verwonderlijk dat
Carsten V, die zich in het noorden des lands en in
de Wieringermeer oogstzeker toonde, géén vasten
voet in 't Zuid-Westelijk kleigebied heeft gekregen.
Als gevolg van het uitwinteren van vele winter-
tarweproefvelden in voorgaande jaren is het proef
veldcijfermateriaal weinig aangegroeid. Pe gege
vens der wintervaste rassen geven het volgende
beeld:
Relatieve zaadopbrengsten.
in van
Juliana
N.
klei
Z.W.
klei
Riv.
klei
Zand
Dal
Löss
Nederl
Carsten V
97,7
102,3
101,1
104,4
98,5
100,6
101,5
Mendel
(110)
(165)
(22)
(120)
(69)
(24)
(510)
99,9
92,8
88,2
103,3
97,4
101,7
96,4
Lovink
(70)
(99)
(11)
(18)
(33)
(6)
(237)
125,-
107,-
106,-
107,6
Skandia
(1)
(15)
(5)
(21)
98,9
100,-
100,-
99,3
Wilobo
(9)
(1)
(4)
(14)
92,2
92,6
95,8
97,-
97,5
101,4
95,6
(67)
(65)
(18)
(93)
(57)
(28)
(328)
Het ligt in mgn bedoeling de Wilobo-wintertarwe
van de Rassenlijst 1942 af te voeren, evenals de niet
wintervaste Wilma. Beide rassen staan thans als
O-rassen nog in de Rassenlijst genoemd.
De overige van bèteekenis zijnde, doöh minder
wintervaste wintervaste wintertarwerassen, zijn in
onderstaand Overzicht genoemd.
Relatieve zaadopbrengsten.
in van
Juliana
N.
klei
Z.W.
klei
Riv.
klei
Zand
Dal
Löss
Nederl.
Imperiaal Ila
100,8
99,1
98,4
95,1
97,-
100,6
98.6
Wilhelmina
(61)
(108)
(19)
(40)
(41)
(16)
(285)
92,7
94,2
96,5
101,3
96,1
101,7
94,9
Trifolium
(37)
(108)
(10)
(12)
(44)
(3)
(214)
98,8
89,7
90,-
105,3
102,6
86,7
102,1
Prins Hendrik
(16)
(17)
(4)
(102)
(90)
(3)
(232)
101,7
90,3
82,5
99,7
98,2
102,5
98,1
Siegerlander
(6)
(15)
(2)
(74)
(34)
(2)
(133)
88,3
77,5
77,5
94,8
97,9
106,7
94,2
(3)
(4)
(2)
(48)
(14)
(3)
(74)
Vilmorin 27
97,1
101,-
102,5
105,9
102,5
93,6
100,9
Bersée
(40)
(95)
(8)
(34)
(8)
(7)
(192)
105,3
104,6
101,7
104,6
Alba
(17)
(75)
(3)
(95)
117,5
105,5
115,-
107,5
Jubilé
(6)
(37)
(2)
(45)
108,5
103,8
132,9
126,3
115,3
108,2
(26)
(93)
(7)
(4)
(23)
(153)
Uit de tabel zou de gevolgtrekking gemaakt kun
nen worden, dat Bersée (rood), Alba (wit) en Jubilé
(rood) alles overtreffen. Men dient wel te beden
ken, dat het betrekkelijk nieuwe rassen zijn, waai-
van de Bersée in het Zuid-Westelijk kleigebied gun
stige resultaten in de praktijk heeft gegeven wat
de opbrengst betreft. Bersée is het minst winter-
vast van de genoemde rassen en in het algemeen
matig van kwaliteit. Alba heeft in het algemeen
een zeer goede kwaliteit en is tevens witzadig. Van
de Jubilé zijn nog maar betrekkelijk weinig prak
tijkervaringen bekend. Zoowel Alba als Jubilé
komen in de matige wintervastheid ongeveer met de
Juliana overeen.
Omtrent nieuwe in de Rassenlijst op te nemen
wintertarwerassen kan nog geen beslissing genomen
worden op dit moment, aangezien de noodige
gegevens over 1941 nog niet beschikbaar zijn.
KOOLZAAD.
In het eerste bericht over de rassenkeuze werd
toegezegd op de rassenkeuze bij koolzaad terug te
zullen komen. De verzamelde gegevens geven het
volgende beeld.
Relatieve zaad opbrengsten.
Mansholt's Hamburger 100 (18)
Lembke's koolzaad 108,3 (13)
Janetzki's koolzaad 97,9 (14)
Lembke's raapzaad 98,8 3)
Van het raapzaad zijn slechts gegevens van 3
proefvelden beschikbaar.
Uit de bepaling van het oliegehalte uit een vier
tal monsters is gebleken, dat het Mansholt's Ham
burger koolzaad 1 k iy2 meer olie levert dan
Lembke's, dat een aanzienlijk grovere korrel bezit.
Het Lembke's koolzaad zal in de Rassenlijst voor
Landbouwgewassen 1942 worden opgenomen.
De Directeur van het
Instituut voor Plantenveredeling,
J. C. DORST.