Keuringsdienst ZEELAND.
-f 0,20 0,44 per 100 kg
0,35 0,20 0,55 per 100 kg
0,50 0,20 0,70 per 100 kg
0,50 f 0,20 f 0,70 per 100 kg
0,14 0,04 0,18 per 100 kg
Maatregelen in verband met de
voedselvoorziening in Zeeland.
kan. een aansporing te meer zijn tot "betere verzor
ging in allerlei opzicht, die dit jaar meer dan ooit
de plicht van den landbouwer is.
Daarbij komt nog, dat men verstandig zal doen,
na te gaan of men het geld, dat men dit jaar niet
uitgeeft voor fosfaatmest, niet zal besteden voor
andere nuttige doeleinden, fo.v. brjkalken van kalk-
behoeftige gronden. Hoe het met den kalktoestand
staat, leert men uit de pH-cijfers, die men bij het
fosfaatonderzoek tevens te weten komt.
Ten slotte blijft ook het onderzoek op kali in
deze tijden zijn nut hebben; de kalivoorziening
dient des te beter in orde gebracht of gehouden te
worden, nu er bij andere voedingsfactoren moei
lijkheden zijn. Zoowel tekort als overdaad dienen
vermeden te worden en daarbij geeft het grond
onderzoek opheldering en waardevolle aanwijzingen.
Grondonderzoek is dan ook in deze tijden meer
dan ooit noodig.
In het kort verslag van de vergadering van het
Dagelijksch Bestuur, opgenomen in het nummer
van de vorige week, hebben wij melding gemaakt
van den wensch der Regeering, voor den oogstt 1942
de
tarweteelt
uit te breiden. Daarbij wenscht men echter de prijs
verhouding tusschen tarwe en rogge, zooals die
thans is vastgesteld, niet -te wijzigen. Wij zouden
niet graag beweren, dat de prijs van rogge te hoog
is', integendeel. Wanneer echter onder de huidige
prijsverhouding de teelt van rogge uitbreidt ten
koste van de tarweteelt, dan ligt de oorzaak in een
gunstiger prijs voor de rogge in verhouding tot den
prijs voor de tarwe. De Regeering heeft nu een
maal het stelsel van prijsverhoudingen en extra
toeslagen gekozen om de productie in een bepaalde
richting te stimuleeren. Dit stelsel is dan ook verre
te prefereeren boven de andere mogelijkheid, n.l.
het opleggen van dwang om bedrijfsgeWijze een
bepaalde oppervlakte met een gewas te bebouwen.
'Bij het huidige systeem is dus de logische gang
van zaken om te komen tot een grootere tarwe
teelt een verhooging van den tarweprijs of het toe
kennen van extra voordeelen aan de verbouwers
van tarwe. Wil men de prijsverhouding tusschen
tarwe en rogge niet wijzigen, dan zal mén de teelt
van tarwe alleen kunnen stimuleeren, door extra
voordeelen aan de tarwetelers toe te kennen.
Met ingang van 1 September a.s. zal een
vereveningsbelasting
worden geheven, die 4.5 pet. van alle uitbetaalde
loonen bedraagt, met uitzondering van het loon
van personeel, dat uitsluitend huiselijke diensten
verricht. De belasting zal gelijktijdig met de af
dracht van de loonbelasting moeten geschieden,
doch ook diegenen, welke geen loonbelasting ver
schuldigd waren, vallen onder deze nieuwe belas
ting.
Als verklaring voor het onbegrijpelijke woord
„vereveningsbelasting" wordt medegedeeld, dat be
oogd wordt hiermede een „verevening" in de sociale
lasten der Nederlandsche werkgevers in verhouding
tot de Duitsche tot stand te brengen.
Deze belasting mag in geen geval aanleiding
geven tot prijsverhooging en dus tot verhaal op
de afnemers. Met toestemming van het College van
Rijksbemiddelaars mag 1.5 pet. op het loon van
den werknemer ingehouden worden, zoodat min
stens 3 pet. door den werkgever moet betaald wor
den. In hoeverre in den landbouw verhaal van 1.5
pet. op het loon van den werknemer toegestaan
wordt, is bij het schrijven van dit overzicht nog
niet bekend. In elk geval moet dus minstens 3 pet.
door den boer betaald worden.
Ongetwijfeld zullen velen zich afvragen, of voor
het komende seizoen wederom
haver
zal worden toegewezen. Wij kunnen thans meedee-
len, dat inderdaad Voor de periode 15 September
1941—22 Juni 1942 een havertoewijzing uit eigen
oogst zal plaatsvinden voor werkpaarden ouder dan
3 jaar, voor melkrijderspaarden, voor hengsten van
1.3 jaar en voor hengsten ouder dan 3 jaar. Men
dient de toewijzing tijdig aan te vragen. Dit kan
geschieden op de registratiekaart voor de periode
15 September—13 October 1941.
Er wordt met nadruk op gewezen, dat aangiften,
welke te laat ingezonden worden, niet meer kun
nen worden behandeld!
De eerste berichten over de
opbrengsten
van de diverse gewassen zijn vrij optimistisch, ten
minste voor zoover de weersomstandigheden niet
al te veel schade hebben teweeggebracht. Al zullen
op verschillende plaatsen groote verliezen zijn op
getreden en al zal de kwaliteit van het graan ook
niet best zijn, de gewassen schijnen toch nog de
omstandighedenin aanmerking genomen in op
brengst mee te vallen.
HERZIENING PLOMBETARIEVEN ZEELAND
OOGSTJAAR 1941.
Het Bestuur van den Keuringsdienst Zeeland
brengt ter kennis van belanghebbenden, dat blij
kens dezer dagen ontvangen mededeeling van den
N.A.K., de heffing ten behoeve van het Kweekers-
fonds is verhoogd tot 0,25 per 100 kg.
Waar tot heden aan het Kweekersfonds 0,05
per 100 kg moest worden afgedragen, beteekent dit
een verhooging van ƒ0,20 per 100 kg.
Voor aardappelen wordt de heffing met 0.04 per
100 kg verhoogd.
Tengevolge van deze verhoogde heffingen, welke
de Keuringsdienst Zeelaud aan den N.A.K. moet af
dragen, besloot het Bestuur van den Keurings
dienst Zeeland de plombeeringstarieven voor het
oogstjaar 1941 met bovenvermelde bedragen te
verhoogen.
De plombeerijngstarieven zijn voor het oogstjaar
1941 derhalve als volgt vastgesteld:
oud nieuw
plombe- plombe
tarief heffing tarief
granen en
peulvruchten 0,24
vlas
fijne zaden
bietenzaad
aardappelen
Men gelieve er rekening mede te houden, dat
deze tarieven reeds voor het oogstjaar 1941 gelden.
GERSTTELERS.
De Pica- voor Zeeland brengt het volgende ter
kennis van de gersttelers:
Zooals bekend, zal voor Zomergerst, welke aan de
voor brouwgerst te stellen eischen voldoet, boven
de inleverings-premie van 0,30, een toeslag van
50 cent per 100 kg worden betaald.
Om als brouwgerst te kunnen worden geclassifi
ceerd moet de aangeboden gerst aan de volgende
eischen voldoen:
le. De partij moet bestaan uit rasechte Kenia,
Saxonia of Mansholts tweerijïge.
Dit moet blijken uit een schriftelijke verklaring
van den teler.
Teneinde aan deze bepaling te voldoen, kan vol
staan worden met de handteekening van den teler
op het monsterkaartje.
2e. De gerst moet prima gezond zijn, een ge
zonde kleur en een frisschen reuk hebben.
De korrels moeten goed gevuld zijn.
3e. Het vochtgehalte mag ten hoogste 17
bedragen.
4e. Partijen met schot, halve of beschadigde
korrels, verontreiniging met andere granen en/of
onkrüidzaden, komen niet voor brouwgerst in aan
merking, tenzij de partijen overigens aan alle
eischen voldoen, en een en ander door schoonen kan
worden verwijderd.
5e. Partijen, die beschimmelde korrels, broei-
korrels, klander of door klander aangevreten korrels
bevatten, komen nimmer voor brouwgerst in aan
merking.
6e. De beoordeeling van een en ander geschiedt
door de districtskeu*i.ngscommissie. Indien de teler
met haar uitspraak geen genoegen kan nemen, kan
hij in beroep komen. Hij is verplicht dit bij levering
aan den dienstdoenden opzichter mede te deelen.
7e. De teler is verplicht de als brouwgerst ge
keurde gerst te leveren, aan het door den districts
secretaris aangewezen brouwgerstpakhuis op den
tijd zooals op het inleveringsformulier is vermeld.
8e. Als uiterste termijn voor het aanbieden van
"gerst als brouwgerst is voorloopig bepaald 1
December 1941.
volging plaats hebben, terwijl in die gevallen over
de periode van 15 September13 October 1941 ook
geen bonnen ter verkrijging van voeder zullen wor
den verstrekt.
INLEVERING GRANEN, ENZ.
De Pica voor Zeeland maakt t.a.v. de levering
van granen en peulvruchten het volgende bekend:
Van elke te leveren partij moet een monster wor
den ingediend, na de keuring wordt de uitslag zoo
spoedig mogelijk aan den teler bekend gemaakt, die
biimen vier dagen na den datum van den Keurings
uitslag beroep kan aanteekenen bij den districts
secretaris, of bij levering der partij aan den d.d.
opzichter.
Wanneer een partij moet worden geleverd, is de
pakhuishouder verplicht den teler tijdig zakken ter
beschikking te stellen.
De in te leveren producten moeten zijn afgewo
gen op het navolgende netto gewicht:
Tarwe 75 kg, rogge 70 kg, wintergerst 65 kg,
zomergerst 70 kg, haver 50 kg, groene erwten 80
kg, schokkers 80 kg, paardeboonen 75 kg, bruine
boonen 80 kg, witte boonen 80 kg, karwijzaad 50 kg,
mosterdzaad 50 kg, lijnzaad 70 kg, kanariezaad 70
kg, koolzaad 65 kg.
Wordt op afwgkend gewicht geleverd, dan worden
ze voor rekening van den teler op het juiste gewicht
gebracht. De kosten hiervan bedragen 5 cent per
100 kg.
Blijkt bij levfering, dat de partij afwijkt van het
monster dan wordt in bijzijn van den teler (of zijn
vertegenwoordiger) een nieuw monster genomen
en aan de keuringscommissie voorgelegd. Dit nieu
we monster is bindend.
HAVERTOEWIJZING.
Telers van haver zullen, indien zij houder zijn van
werkpaarden ouder dan 3 jaar, hengsten of melk
rijderspaarden, in diezelfde week van 16 Septem
ber een toewijzing van haver uit eigen oogst kun
nen aanvragen. Men dient op te geven met ingang
van welken datum, op zijn vroegst 15 September,
men haver wenscht en kan vervoederen en de hoe
veelheid haver, in ongedorschten en gedorschten
toestand, waarover men beschikt. Indien deze op
gave niet wordt verstrekt, kan later geen toewij
zing van zelfgeteelde haver meer verleend worden.
VEEVOEDERNORMEN VOOR DE PERIODE
VAN 18 AUG. TOT EN MET 14 SEPT. 1941.
iHet Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in
Oorlogstijd maakt bekend, dat de volgende vee-
voedernorimen voor de periode van 18 Augustus tot
en met 14 September 1941 zullen gelden:
Rundvee.
Voor de periode van 18 Aug. tot en met 14 Sept.
1941 komen slechts de hieronder genoemde catego
rieën van het rundvee voor een krachtvoedercoe-
wijzing in aanmerking.
Stieren, 1 jaar en ouder, nog niet in het bezit
van twee breede tanden, welke voldoen aan den
eisch van de Nederlandsche Veehouderijcentrale
voor boventallig geregistreerde stierkalveren, 28 kg;
andere stieren, 1 jaar en ouder, niet in het bezit
van twee breede tanden, 28 kg; andere stieren, wel
in het bezit van twee ibreede tanden, 28 kg per dier
per 4 weken.
Paarden.
Werkpaarden, 3 jaar en ouder, niet tot één der
volgende categorieën behoorende, en va.i bedrijven
met 5 pet. of meer bouwland, 70 kg; werkpaarden
van iy2 jaar tot 3 jaar, niet tot één der volgende
categorieën behoorende, en van bedrijven met 5
pet. of meer bouwland, 70 kg; werkpaarden van
bedrijven met minder dan 5 pet. bouwland, nihil;
manegepaarden max. 84 kg; stahiouöerspaarden
max. 126 kg; paarden van de bereden politie max.
126 kg; venterspaarden max. 56 kg; sleperspaar
den max. 168 ;kg; melkrijderspaarden max. 112 kg;
jonge paarden van 1—3 jaar (geen hengsten),
welke nieé als werkpaarden worden gebruikt,
nihil; veulens beneden 1 jaar, nihil; hengsten van
1.3 jaar 28 kg; heng-sten boven 3 jaar max. 84 kg;
per dier per 4 weken.
Varkens.
Biggen tot 30 kg en varkens van 3040 kg 5
kg; varkens van 4060 kg, varkens van 6095
kg, varkens van 95110 kg en mestvarkens boven
110 kg (geen fokzeugen of dekbeeren) 30 kg per
dier per 4 weken.
Voor varkens met een levend gewicht van meer
dan 40 kg wordt slechts voeder toegewezen, indien
voor deze varkens vóór 3 Augustus 1941 een leve
ringscontract met de Nederlandsche Veehouderij
centrale is afgesloten, dan wel, indien voor deze
varkens vóór 3 Augustus 1941 aan de Nederland
sche Veehouderijcentrale een vergunning tot het
houden voor huisslachting of voor fokdoeleinden is
aangevraagd.
Geen krachtvoeder wordt verstrekt voor varkens,
welke krachtens een bijzondere toewijzing gehou
den worden.
Fokzeugen (geen sterZeugen), waarvoor een ver
gunning tot het houden is verleend, 30 kg per dier
per 4 weken.
De sterzeugen en stamboekbeeren vallen geheel
buiten dé vorenomschreven regelmg en krijgen,
steeds een toewijzing van 67 kg per periode.
Schapen.
Voor schapen wordt voor deze periode geen
krachtvoeder toegewezen.
Geiten.
Geiten, geboren in 1940 of vroeger, 5 kg; dek-
bok'ken 2 kg; lamtmeren, geboren in 1941, 1 kg per
dier per 4 weken.
Pluimvee.
Aan houders van kippen en eenden wordt ten
hoogste een toewijzing van resp. 60 pet. en 50 pet.
van de toewijzing voor de periode van 23 Juni tot
en met 20 Juli 1941 verstrekt.
Kalkoenen 3 kg per dier per 4 weken.
OPGAVE VEESTAPEL.
De Provinciale Voedselcommissaris voor Zeeland
maakt bekend, dat de houders van rundvee, var
kens, paarden, schapen, geiten of kippen verplicht
zijn opgave van den veestapel te doen in de week
van 1 tot 6 September 1941. De opgave moet
plaats hebben naar den toestand op Zondag 31
Augustus a.s., des avonds 12 uur, ten kantore van
den plaatselijken bureauhouder, waar ook de
registratiekaart moet worden geteekend. Het met
inkt ingevulde en volledig bijgewerkte veeboekje
moet worden overgelegd.
Bij gebleken verzuim, waaronder ook te verstaan
te late opgave, kan straf- of tuchtrechtelijke ver-
ZOMERGERST EN HAVER ALS
STOPPELGEWAS.
Het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening in
Oorlogstijd brengt het volgende onder de aandacht
van belanghebbenden:
Krachtens het bepaalde in het Akkerbouwbesluit
V.V.O. 1941, is het afmaaien vdn onrijpe granen,
met uitzondering van mais, verboden.
In vedband met het telen van zomergerst en haver
als stoppelgewas,, is een wijziging van dit besluit
in voorbereiding, krachtens welke ook het onrgp
afmaaien van deze gewassen als stoppelgewas ge
oorloofd is.
Telers kunnen voor het noodige zaad een bestel
bon aanvragen bij den Plaatselijken Bureauhouder.
Handelaren kunnen eventueel zaaihaver of zr.a1-
gerst betrekken van de Provinciale Inkoopcentrale
voor Akkerbouwproducten.
(Zie verder pag. 4, 2e kolom.)