BOEKAANKONDIGING. VERKOOPINGEN, VERPACHTINGEN, AANBESTEDINGEN, ENZ. MARKT- EN HANDELSOVERZICHT. die wij imet hen mochten beleven. Nooit, neen, nooit zullen wij deze dagen vergeten. En nu ga ik eindigen, doch ik denk nog steeds terug aan al de kleurenpracht van het schoone eiland, en aan al mijn vrienden en bekenden. Nog zien wij ons staan, daar op dien duintop, genietend van de indrukwekkende, schoone Wal- chersche natuur. Ortze toekomst. Beste Vrienden Z.J.L.-ers, wanneer wij zoo iets zien, kunnen wij dan stil blijven zitten? Neen, ooik wij jongeren zijn de toekomst, dus moeten we nu reeds toonen, dat wij kerels zijn en dat wij waardig zijn later onze plaats in te nemen in het schoone Zeeuwsche land. Wij, Z.J.L.-ers uit Oost Zeetrwsch-Vlaanderen groeten U allen, en hopen, dat we ook met de andere Z.J.L.-afdeelingen eens persoonlijk kennis kunnen maken en vriendschap sluiten. Welk een mooi W.erk verricht onze :2f J. L. Moge zij blijven groeien en bloeien tot heil van onze Zeeuwsche boerengemeenschap. Leve de Z. J. L. D. J. DEES Jz. Secretaris der Z. J. L. Afd. Zaamslag. VERSLAG van de excursie naar 'het schoone boerenland van Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen, welke gehouden is op Zaterdag 26 Juli 1941. Op den 26 Juli stonden bij den aanlegsteiger van de Provinciale boot te Hoedeken'skerke een 14- tal jongens, leden van de afd. der Z. J. L. Oude- lande en omgeving. De opkomst van ^e leden was uitstekend, daar onze vereeniging maar 15 leden telt; nu waren er echter nog een paar niet-leden bij, maar die zullen toch ook wel lid onzer vereeniging worden. Dus enkele leden misten we nog. We zou den met de boot van 8.45 uur vertrekken naar Terneuzen; nu de jongens waren netjes op tijd. Op echte leden van de Z.J.L. kun j$ altijd rekenen, dat zijn jongens, die altijd willen leeren, dus die moeten dan ook op tijd er zijn, daar moet men op kunnen bouwen, i Toen we op de boot gezeten waren, begonnen we natuurlijk eens onze weerkennis te laten werken, zoo nu en dan viel er eens een druppel regen. We dachten allen1, dat de zon toch wel zou doorbreken, ten minste, dat wilden we allemaal en wat we wil len, zeggen we doorgaans ook. Ja, toen we het eens waren over het weer, kwam een nieuw vraagstuk aan de orde. Dat was het volgende: we zouden aan den over kant kennis maken met eenige leden van de Z.J.L. afd. Oost Zeeuwsöh-Vlaanderen. Er werd druk gepraat over de Z.J.L. afd. Oost- ZeeuwschnVlaanderen, maar hier waren we het allen over- eens, dat het een Z.J.L.-afd. is, die op sterke en goede fundamenten is gebouwd, dat kan men wel uit de verslagen opmaken, die geregeld in het Zeeuwsch Landbouwblad staan. Dat zijn Z.J.L.-ers, die in de branding durven staan, zooals het Z.J.L.-lied ons duidelijk zegt. Dus de kennismaking met onze nieuwe Zeeuw sche vrienden zou wel meevallen. Zoodoende was de provinciale boot den aanleg steiger genaderd, waar we aan wal stapten. Daar werden we verwelkomd door den heer M. de Feij- ter, commissaris der contact-commissie en den heer J. J. Huijssen, secretaris van de af deeling der Z.J.L. Terneuzen. Ge kunt allen wel begrijpen, hoe deze aangename kennismaking in den smaak viel bij onze leden. De heer De Feijter deelde ons mede, dat we eenige bedrijven te bezichtigen kre gen en ook de vlasfabriek te Axel. Het eerste bedrijf dat we te bezichtigen kregen, was bij den heer Ant. Dekker onder Zaamslag. Hier maakten we opnieuw kennis en wel met den heer Ant. Dekker, maar tevens met zijn zoon D. J. Dekker. Deze naam was ons allen wel bekend, daar heb ben alle Z.J.L.-ers dikwijls van gelezen, maar nu hadden we de eer eens echt kennis met hem te maken. Het was zeer druk op het bedrijf, want men was druk bezig met koolzaad te dorschen. Wij als Z. J. L.-ers weten allen goed, hoe druk het dan is op een bedrijf. Maar toch had de heer Dekker nog tijd voor ons. Eerst werd op een doeltreffende wijze de paardenfokkerij van zijn bedrijf uiteenge zet. en we weten hoe de heer Dekker opgaat in de paardenfokkerij. En de resultaten zijn dan ook verre van onbevredigend bij hem, 'wanneer we de schoone merrie Joubertine de Laboureur bezien. Ook heeft de heer Dekker ens de landbouw gewassen laten bezichtigen en ook deze waren prima in orde. Een zeer interessante proef was het volgende: een proef kunnen we het niet noemen, maar zoo zullen we het opvatten. Het was n.l. een vergis sing. Ja, nu zal je misschien zeggen, dat is ook wat moois om een vergissing in een verslag van een excursie neer te schrijven. Maar we zullen hopen, dat de heer Dekker mij dit niet kwalijk neemt. De vergissing was hierin gelegen: Ze waren aan het wintertarwe zaaien, maar wat wil het ge val, ze komen nog een beetje zaaigraan te kort. De heer Dekker stuurde den knecht nog om ;en beetje zaaigraan naar de schuur. Het was echter al een beetje -donker, men deed het zaaigraan in de machine en reed lustig voort. Maar toen -et graan opkwam, zag de heer Dekker daar ook zomertarwe opkomen, daar was niets meer aan te doen, dus laten groeien. Deze zomertarwe is den winter door gekomen en 't is iets zeldzaams als men de aren van de zomer tarwe vergelijkt met die van de wintertarwe. De aren van de zomertarwe zijn veel grooter en stevi ger, dus dat belooft wel wat te worden. Zooals ik reeds schreef, is het niet netjes iemands vergissing te puibliceerenik kon het echter toch niet nalaten, want we vonden het allen zeer interessant. Onldertussc'hen was de zoon van den heer Dekker ook bij ons gekomen, die ons verder op den middag ook gezelschap zou houden. De rundveestapel heb ben we ook bekeken, deze was ook van uitstekende kwaliteit. Na afscheid genomen te hebben en na een woord van dank aan den heer Dekker voor hetgeen we gezien en geleerd hadden, werd de reis voortgezet naar Axel. In Axel kregen we de vlasfabriek te bezichtigen. Daar hebben we gezien de warm- waterroterij en het gewoon roten van het vlas. Ver volgens de bewerking door de groote machine, waar het gerote vlas langizaam m loopt met een band en waarna het er gezwingeld uitkomt. Dan hebben we ook de repelmachine zien werken, dit is een schitterende machine. Van hieruit reden we naar „Het Centttum" in Axel en daarna naar het bedrijf van den heer L. de FeijterHuijssen te Driewegen bij Terneuzen, waar we dan onzen honger zouden stillen met het brood wat we tegenwoordig allen meenemen. Mevr. De Feijter(Huijssen bediende ons met heer lijke koffie. Na den koffiemaaltijd bracht de Voorzitter mevrouw De Feijter(Huijssen hartelijk dank voor deze vriendelijke ontvangst en voor al de moeite die zij gedaan heeft voor de jongens van de Z. J. L.- vereeniiging. Daarna liet de heer J. J. Huijssen ons het bedrijf zien. Berst werden de bedrijfsgebouwen bezichtigd. Vooral de paardenstal is zeer solied en deugdelijk gebouwd. Het type en het exterieur van de paar den was hier ook goed te noemen. Op dit bedrijf hebben we verschillende landbouwwerktuigen be keken. Ook hebben we de landbouwgewassen be keken en deze waren hier prima in orde. Dit is een mooi bedrijf, waar heel wat te zien en te leeren viel. Daar de tijd al aardig begon op te schieten, werd besloten om naar Terneuzen te rijden. De heer De Feijter en de heer Dekker dankten mevr. De Feij ter-Huijssen ook voor de gastvrijheid, die wij als Z. J. L.-ers hier genoten hadden. Ook van deze plaats wil ik nog een woord van warmen dank tot den heer en mevr. L. de FeijterHuijssen richten voor de gastvrijheid-, die we bij hen genoten hebben. In Terneuzen aangekomen zijn we naar het hotel „Du Commerce" gegaan, waar al verschillende ver gaderingen gehouden zijn door de Z. J. L.-ers van Oostelijk Zeeuwsch-VI aan der en. Daar hebben we eerst nog wat brandstof bijgevuld. We hebben daas- kennis leeren maken met verschillende Z.J.L.- ers van Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. In het eerst stonden we daar als Z. J. L.-ers vreemd tegenover elkaar, maar dat was al gauw veranderd. Er werd besloten het Z. J. -L.-liëd gezamenlijk staande te zingen. Onder begeleiding van de piano werd het Z. J. L.-lied gezongèn1, ja en dan komen we aan die mooie regels: Wdj gaan aan-een-gesloten verbonden in een band, Van Zeeuwsche jonge loten, uit 't Zeeuwsche [boerenland. Dan voelt men pas hoe sterk die band is, als we als verschillende Z. J. L.-afdeelingen bij elkaar zijn. Dan zijn we het allen eens, dan zijn we echte vrienden, men kan dan merken hoe we voor elkaar staan en hoe we voor elkaar werken, dit komt voor al wel tot uiting in Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. De Voorzitter onzer vereeniging, de héér Nieu- wenhuijzen, noodigde dan ook de Z. J. L.-ers van Oostelijk Zeeuwscin-Vlaanderen uit, om eens een tegenbezoek te brengen aan Zuid-Beveland. Ik wil u, Oost Zeeuwsch-Vlaamsche" vrienden, van deze plaats nogmaals verzoeken toch eens een tegenbezoek te brengen; we willen hopen, dat wij het u ook leerzaam en gezellig kunnen maken. De heer Van Nieuwenhuijze dankte dan de heeren M. de Feijter, D. J. Dekker en J. J. 'Huijssen voor- dezen leerzamen en prettdgen dag. Daarna werden we uitgeleide gedaan uit het mooie Oost Zeeuwsch-Vlaamsche land, waar alle Z. J. L.-ers onzer vereeniging het zoo goed naai den zin hadden. Maar er is nu eenmaal een tijd van komen en gaan, dus wij als Z. J. L.-vrienden moesten ook van elkaar scheiden. Aan den aanleg steiger werden dan ook stevig de handen gedrukt van de Oost Zeeuwsch-Vlaamsche Z. J. L.-ers. En de laatste woorden waren dan ook meestal: nu komen je toch ook wel eens op bezoek naar ons, want die vriendschap moeten we toch zien te behouden." ja, dat moet zoo sterk worden, dat we elkaar door en door gaan kennen. We moeten als Z. J. L.-ers niet vreemd tegenover elkaar staan. We moeten door geheel Zeeland elkaar leeren ken nen en dit kunnen we bereiken door bij elkaar op bezoek te gaan. Dus laten we hopen, dat de ver schillende Z. J. L.-afdeelingen elkaar veel gaan be zoeken, dan worden wij als Z J. L.-ers vast goede vrienden, wat ten goede zal komen aan onize Z. J. L.-vereénigingen. J. LEENDERTSE, Secretaris der Afid. Oudelande e.o. ALS HET BOSCH SPREEKT. Onder den titel „Als het bosch spreekt" wil ik hier mijn indrukken neerschrijven over de Wal- chersche bosschen, de Walchersche natuur zoo mooi en rijk aan schoonheid. Ze maakt ons stil, terwijl wij door de bosschen wandelen. Men hoort den wind zachtjes suizen in de toppen der boomen als een lieflijke melodie,- die onze diepste gevoelens in ons wakker schudt. Ze doet ons den levensstrijd een oogenblik ver geten, want alles rondom ons spreekt van vrede. Men hoort er de vogeltjes, die fluitend hun dank baarheid toonen voor het mooie leven. Inderdaad, hier voelt men1 pas hoe mooi het leven zjjn kan. Hier zouden we wel willen blijven, genietend van de schoone natuur. Doch straks zal de plicht ons weer roepen, de plicht tegenover ons volk. En ook hierin spreekt het bosch tot ons. Het spréékt tot ons, om ons streven in het dagelijkseh leven te richten naar hooger peil, naar vreugdevol ler leven. Wij Zeeuwsche Jonge Boeren voelen dit alles aan, wij scheppen uit dit alles nieuwen moed en kracht om onize levenstaak te vervullen. Wij willen dank baar zijn aan den Schepper dezer dingen, Die ons dit alles geeft. Die ons door dit alles te latera zien, ons nieuwe levensvreugde geeft. Die ons de volle verantwoordelijkheid van onze levenstaak doet ge voelen. En evenals de vogeltjes, die hun dankbaarheid fluitend uitjubelen, zoo willen wij onze dankbaar heid uitbrengen door de woorden vertolkt in: Hot lied van den Boer. Te zwoegen en te streven, Met al de kracht eens mans, Dat is 't zout van 't leven, Oè-t vlecht den boer een krans! Heil die zijn brood mag eten, Door eerlijk Zweet gewijd, En heeft slechts dank te weten, Aan God en eigen vlijt. Een rijkdom is verborgen, In 't heerlijk boerenwerk, En knellen soms de zorgen, Des 'Heeren troost maakt sterk! Wil Hij Zijn zegen geven, Het arbeidsizweet gedijt, Het boerenwerk blijft leven, Door God en eigen vlijt. Laat blij uw lied'ren loven, Den Schepper van omhoog, Zing uit in veld en hoven, Wat uwe borst bewoog! Bij 't oogsten en het bouwen, In ieder jaargetijd', Rlijv' ongeschokt 't vertrouwen, Op God en eigen vlijt. AARN. DE JONGE. Verslagen en Mededeeliftgen van de Directie van den Landbouw 1940, no. 3. Deel H. Verslag betref fende de takken van dienst ressorteerende onder de Directie van den Landbouw over 1939 en beknopte verslagen der Rijkslandbouwproefstations. 's-Gra- venhage, Algemeene Landsdrukkerij. Prijs ƒ2,50 (2 deelen). Verslag van de bedrijfsresultaten van grasdroge rijen in 1940, door Dr. Ir. H. J. Frankena en Ir. S. Bosch. H. Veenman en Zonen - Wageningen. Prijs 0,25. 't A B C van de voorraadbeschemiing, door Dr. Friedrich Zacher. Voor Nederland bewerkt door Dr. J. H. Schuurmans Stekhoven Jr. N.V. Uitgevers- Mij JE. E. Kluwer, Deventer. Prijs 0,70. 27 Augustus: Openbare verkooping voor de erven van wijlen den heer P. Lindenbergh Az., in de „Prins van Oranje" te Goes, van de hofstede „Aanwas" o.a., gelegen in Monni'kenhoek te Kattendijke, bouw- en weiland en Woonhuizen. Notaris J. C. Kram. Coöp. Melkinrichting en Stoomzuivelfabriek „Walcheren". Week van 27 Juli tot 2 Augustus 1941. Laagste vetgehalte 2.65 hoogste vetgehalte 4.70 gemiddeld vetgehalte 3.32 De boer ontvangt gemiddeld per kg melk 10.14 cent. DE KUNSTMEST DISTRIBUTIE. Naar wij vernemen zijn de bevoegde instanties in verschillende streken des lands thans begonnen met de stikstof- en kalibonnen aan de verbruikers uit te reiken. De geldi-g verklaarde bonnen (n.l. no. 1 van de stikstof en no. 1 en 2 van de kali), dde door de ver- eenigingen zijn ingenomen, moeten onmiddellijk naar het Kunstmest Distributie Bureau worden opgezon den met het aanvraagformulier voor het verkrijgen van een aankoopmachtiging en wel vóór den 15den van deze maand. Bij inzending na den 15den kan

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1941 | | pagina 7