Voor en van onze Jongeren.
De vraag kan worden gesteld of deze regeling
van-het grondcrediet voor de agrarische onderne
ming bevredigend kan worden genoemd. Wij mee-
nen hierop een bevestigend antwoord te mogen
geven. Practisch is de toestand zoodanig, dat ieder
landbouwer, die op een gezonde basis, gelden onder
hypothecair verband wil leenen, ze ook krijgen kan
tegen een meestal redelijke rente.
Op de zeer belangrijke vraag, wat onder een
redelijke basis eener hypotheek is te verstaan,
m. a. w. waar de grenzen van het» hypothecair
crediet gelegein zijn, willen we na een behandeling
van het bedrijfscrediet nog terugkomen.
Bedrijfscrediet.
Hieronder verstaan we het crediet dat de land
bouw noodig heeft voor de uitoefening van zijn
bedrijf. Een gedeelte van dit crediet zal op langen
termijn verschaft moeten worden, voorzoover het
n.l. dient ter financiering van vast kapitaal, waarin
de hypothecaire geldleening niet kan voorzien. Bij
een bespreking der credietgrenzen zullen we aan dit
punt nog nadere aandacht schenken.
Waar verkrijgt nu de agrarische onderneming
haar bedrijfscrediet. 'Hoewel oak hier verschillende
bronnen te noemen :zijn, moeten toch in de aller
eerste plaats genoemd worden de Boerenleenbanken.
Deze instellingen zijn bij onze lezers wel zoo goed
bekend, dat het overbodig mag worden genoemd
om hierop in den breede in te gaan. Hun ontwikke-
1 ingsgeseini^denis zullen we hier niet behandelen.
Belangstellende lezers verwijzen wij naar het meer
genoemde werkje van v. d. Marck: „Boerenleenban
ken" en naar hoofdstuk III van het meer genoemde
werkje van Prof. Minderhoud: Landibouw-coöpe-
ratie in Nederland".
We willen volstaan met de mededeeling, dat de
Boerenleenbanken van Duitsche herkomst zijn. De
naam van Burgemeester Raiffeisen is er onafschei
delijk aan verbonden. In 1896 werd in ons land de
eerste Boerenleenbank opgericht te Lonneker en
thans zijn er in ons land' reeds meer dan 1300, ver-
eenigd in twee centrales, die te Utrecht en te Eind
hoven.
De Boerenleenbanken zijn dus de credietinstel
lingen voor den landbouw. Hun opkomst en snelle
groei is geheel te verklaren uit het feit, dat zij als
„Kinder der Not" uit dem landbouw zijn gegroeid.
De moeilijke jaren uit het laatste kwartaal der
vorige eeuw hebben deze instellingen doen geboren
worden. Daar de algemeene banken niet of niet
voldoende hulp boden (zie ons vorig artikel) sloeg
de landbouw de handen ineen.
Bij de oprichting is men van de gedachte uitge
gaan dat deze Boerenleenbanken zuiver plaatselijk
zouden weTKen. Dit zou zeer de soliditeit ten goede
komen, daar het bestuur de credietwaardigheid der
leden goed zou kunnen beoordeelen. Verder zouden
de kosten laag gehouden kunnen worden, daar het
bestuur geen bezoldiging geniet en de vaste kosten
(voor gebouwen e.d.zeer gering zijn. Tenslotte
meende men door de leden hoofdelijk aansprakelijk
ie stellen de grootst mogelijke soliditeit te ver
krijgen.
Taak der Boerenleenbanken.
De taak der Boerenleenbanken kan als volgt kort
worden samengevat en omschreven:
le. regeling van het landbouwcrediet op zeer
solide basis
2e. verschaffen van bedrijfscrediet op voldoend
langen termijn;
3e. het verschaffen aan den land- en tuinbouw
van bedrijfscrediet, tegen een matige rente en zon
der al te veel formaliteiten bij opname en aflossing.
Een dergelijke taakbepaling is spoedig vastge
steld. De doorvoering in de praktijk stelt echter
diverse moeilijkheden. We willen dit nader nagaan.
Over het begrip soliditeit zullen we nu niet schrij
ven. Onze lezers verwijzen we naar het artikel in
ons blad van 17 Mei.
De soliditeitseiseh voor de Boerenleenbanken.
We betreden hiermede een terrein, dat reeds vele^
moeilijkheden en zorgen heeft opgeleverd. Speciaal
in de eerste periode. De oprichters meenden deze
soliditeit het best te benaderen door de volgende
eischen te stellen:
1. onbeperkte aansprakelijkheid der leden voor de
verbintenissen der vereeniging;
2. zuiver locale werkkring;
3. geen verdeeling dei^ winst, maar reserveering;
4. waarneming der bestuursfuncties zonder ver
goeding;
5. cred(ietverleening uitsluitend onder voldoende
persoonlijke- of zakelijke waarborgen.
Een volgende maal willen we hieraan nader aan
dacht schenken.
MEDEDEELING.
Wegens plaatsgebrek moesten verschillende stuk
ken worden uitgesteld tot het volgende nummer.
v. U.
AFD. ZONNEMAIRE EN OMSTR. DER Z. J. L.
Algemeene ledenvergadering op Donderdag 28
Augustus 1941,, des avonds 8,30 uur (IM. E. T.), in
Café Flohil te Zonnemaire.
Agenda
1. Opening, Notulen en Ingekomen stukken.
2. Inleiding door den heer J. J. C. de Vlieger
over het onderwerp: „Brouwgerst".
3.. Vragenbus.
4. Bespreking winterprogramma.
5. Rondvraag en sluiting.
Daar het weer al eenigen tijd geleden is, dat
onze Afdeeling bijeen is geweest, doe ik een drin
gend beroep op onze leden, toch vooral deze ver
gadering bij te wonen.
U kent allen het nut van deze avonden. Daar bij
dezen datum de grootste drukte achter den rug is,
megen wij dus wel Uwe gewaardeerde medewerking
verwachten. Let er vooral goed op, dat dit de
aenige en algemeene aankondiging is.
Nog steeds moet ik zeer tot mijn spijt consta-
teeren, dat er te Zonnemaire en omgeving nog
jongelui zijn, die wij nog steeds niet op de leden
lijst aantreffen. Dit zou naar onze meening geen
plaats meer mogen hebben. 'Vanaf deze plaats geef
ik dan ook deze niet-leden den raad: (Bezoek thans
eens onze avonden, en U zult zich geen oogenblik
meer behoeven te bedenken.
Vooruitgang is nog steeds ons streven. Wij reke
nen en vertrouwen dus ook op Uwe medewerking.
Z. J. L.'ers denkt aan ons parool: „Bouwt aan
Uwe toekomst"'.
De Secretaris,
J. BERMAiN.
VERSLAG
van de tweedaagsche excursie door het eiland
Walcheren, Zeeland's Tuin!
Aan deze excursie namen de 4 Afdeelingen uit
Oost Zeeuwsoh-Vlaanderen en de Afd. Oostkapelle
en Omstreken deel. 4
Al onze Zeeuwsche vrienden zullen hoogst waar
schijnlijk wel nieuwsgierig zijn te weten, wat wij op
deze excursie beleefd hebben.
Hierover zou ik wel een boek kunnen schrijven,
want veel hebben, we gezien en genoten van de
prachtige Walchersche natuur. Doch ik moet me
beperken tot een verslag, dus zal ik u in het kort
trachten te vertellen, wat wij al .zoo gezien en ge
leerd hebben. Vooruit, daar gaan v/ij dan!
Op den morgen van 18 Juli stenden daar 27 jon
gens te wachten op het bootje in Terneuzen, dat a.1
spoedig de haven binnen kwam gevaren. Al spoe
dig gingen we aan boord van de „Koningsplaat",
die ons vlug en veilig naar den overkant bracht,
onderwijl genietend van het prachtige uitzicht op
de Schelde.
Zoodra we in Hoedekenskerke-aan wal stapten,
bestegen we enze stalen rossen en reden in een
snel tempo door Goes naar Lewedorp Hier wer
den we hartelijk verwelkomd door onze Oostkapel-
sche vrienden, die reeds op ons zaten te wachten.
Na gegeten te hebben, fietsten we weer verder
en zetten koers naar Nieuwland, waar we het be
drijf bezichtigden van den heer Mesu. De heer
Mesu bracht ons eerst bij de paarden,''waaronder
prachtige dieren te vinden waren. 'Hier maakten
we kennis met den heer Kleinepier, die ons op onzen
verderen tocht vergezelde. Nadat de fokstal was
bezichtigd, bekeken we enkele veldgewassen, om
dan in een eind verder gelegen weide nog naar
enkele goede paarden te kijken. Ook op Walcheren
bleken zeer goede paarden aanwezig te zijn.
Vervolgens namen we afscheid van den heer
Mesu, die door den voorzitter van de Afd. Oost
kapelle en Omstreken der Z. J. L., den heer K. de
Buck, hartelijk werd bedankt en zetten we onze
reis voort naar Middelburg. Daar aangekomen,
kregen we gelegenheid de stad te beziohtigen.
Toen fietsten we langs de prachtige, aan weers
zijden met Houtgewas begroeide wegen naar den
heer Cevaal te Grijpskerke, waar we het proefveld
van de Oostkapelsche Z. J. L.-afdeeling te zien kre
gen. Dit bleek prima verzorgd te zijn, zoodat we
cqze gastheeren wel een pluimpje kunnen geven
voor hun prestaties. Het was een erwtenproefveld,
dat bestond uit de rassen Unica, Mansholt, Zelka
en C.B. Schokker in 2-<voud, waarvan het eene deel
met 500 kg super was bemest en het andere deel
zonder super. Hiervan was echter weinig te be
speuren.
Vervolgens arriveerden we bij den heer De Buck,
waar we eveneens den fokstal bezichtigden, waar
van vooral de jongere dieren zeer goed zijn. Ook
werd een deel van het bouwbedrijf bezichtigd. Na
hier geruimen tijd vertoefd te hebben, zetten we
onzen tocht voort naar Oostkapelle, waar de Afd.
Oostkapelle der Z. J. L. ons een heerlijk maal aan
bood. O, wat hebben wij lekker gegeten, na zoo'n
vermoeienden dag van fietsen en loopen. We aten
allen onze buikjes rond. Ik kan niet laten hier
voor een woord van hartelijken dank neer te schrij
ven aan onze Oostkapelsche vrienden.
Het was nu inmiddels 8 uur ge\ 'orden, zoodat wij
overgingen tot de aangekondigde vergadering,
waarop naast enkele ouderen ook vele Z. J. L.-ers
van de andere Walchersche afdeelingen aanwezig
waren.
De Voorzitter der Afd. Oostkapelle en Omstre
ken, de heer K. de Buck, opende deze vergadering
door de aanwezigen voor te stellen eerst ons Z. J. L.-
lied te zingen. Hoe krachtig klonk ons Z. J. L.-
lied nu door de zaal. Geestdriftig klonken de
woorden uit de tientallen kelen.
Wij gaan aaneen gesloten, verbonden in een band
Van louter jonge loten, uit 't Zeeuwsche
[boerenland.
Daarna riep de Voorzitter ons allen een harte
lijk welkom toe. Het deed hem groot genoegen om
de Oost Zeeuwsch-Vlaamsche vrienden op deze ver
gadering hartelijk welkom te heeten. Ook verheug
de het hem, den heer Van Uxem en den heer
Kleinepier hier aanwezig te zien, alsmede de
Z. J. L.-ers uit de overige afdeelingen op Walche
ren en een aantal ouderen.
Daarna gaf hij het woord aan den vice-voorzitter,
den heer J. A. Lous, die een declamatie hield.
Hierna werd even gepauzeerd. Toen declameerde
de heer W. van Nieuwenhuijze op mooie wijze over
de Tarwe. Vervolgens kwam de heer J. Cevaal
aan het woord, die een inleiding hield over het
onderwerp: „Zullen wij boer worden?", waarin hij
verschillende ernstige dingen naar voren bracht,
die met deze vraag in verband stonden. Deze in
leiding werd door alle aanwezigen met de grootste
aandacht gevolgd.
'Hierna drpeg de heer P. Louv/erse op prachtige
wijze in een declamatie voor: „De strijd van den
boer tegen het water!"
Opnieuw werd pauze gehouden, v/aarin verschil
lende Oost Zeeuwsch-Vlaamsche vrienden nader
kennis maakten met de overige Z. J. L.-ers van
Walcheren.
De Voorzitter heropende de vergadering door
voor te stellen het le couplet van het Zeeuwsch
Volkslied te zingen. Dit geschiedde onder har
moniumbegeleiding van den heer Ft Neetesoai uit
Kloosterzande, secretaris der Afd. Hulst en Om
streken der Z. J. L.
Daarna werd de aanwezigen gelegenheid ge
geven enkele indrukken van d'ezen dag naar voren
te brengen. (Hiervoor zie men het verslag van? mijn
collega vriend Cevaal.)
Hierna sloot de voorzitter deze indrukwekkende
en prachtig- geslaagde vergadering. Nog eenimaal
klonk ons Z.J.L.-lied door de zaal, waarna ieder wel
voldaan huiswaarts 'keerde.
Onze Oost Zeeuwsch-Vlaamsche vrienden- genoten
de gastvrijheid bij de leden uit Oostkapelle en
Grgpskerke.
De nacht duurde ook hier in Walcheren precies
even lang als in Oost'.Zeeuwsch-Vlaanderen en het
was spoedig Zaterdagmorgen. In den voormiddag
bezichtigden de jongens de bedrijven van hun gast
heeren. Wat hebben wij het daar naar ons zin ge
had. Vrij eten, vrij drinken, vrij slapen, nou, dat is
wel om vol te houden. Laat ik hiervoor ook een
woord van welgemeenden dank neerschrijven aan
onze ZH.L.-vrienden, en in het bijzonder aan de
ouderen.
Des middags kwamen we allen ir. Oostkapelle
bijeen, oim daarna een: bezoek te brengen aan het
bedrijf van den heer van Nieuwenhuijze. Achter
eenvolgens kwamen we bij de paarden, enkele land
bouwgewassen en een aardappclproefveld, waarop
we ini drievoud de volgende rasp en aantroffen:
Bintje, Eigenheimer, Roodc Ster, Furore, Zeeuw
sche Blauwe, Koopmans olai'.we en Zeeuwsche
Bonte. Dit proefveld werd aandachtig bekeken.
Hierna bezichtigden enkele koniinen-enthousiasten
nog der* konijnenfokstai van vriend-Z.J.L.-er van
N ieuWenhuijze.
Toen riep vriend De Buck: „Opstappen!"
'En we reden weer voorwaarts in d'e overtuiging,
dat 'ook dit bedrijf de moeite van het bekijken
waard was, inclusief de konijnenfokkerij.
Door de prachtige bosschen, langs een slinger
paadje waarbij „uitkijken" het devies was, kwamen
we in Domburg waar we ons verfrischten en een
ipoosje rustten.
Opnieuw bestegen we onze stalen rossen, en redfen
in een matig tempo naar Westkapelle. Hier ge
komen bewonderden wij den Westkapelschen zee
dijk, die getuigde van de stoere kracht en den vas
ten wil der Zeeuwen, om het water de baas te
'blijven. Hoe schitterend kwam hier het devies onder
het 'Zeeuwsche wapen tot uiting: „Luctor et
Emergo!"
Spoedig waren we den zeedijk gepasseerd en
red'en weer voort. Even buiten Westkapelle klonk
ons Z.J.L.-lied uit onze kelen, voortgedragen door
den wind over de rijpende, golvende graanvelden
van Zeelands Tuin. Zoo reden we voort in een
vroolijke en echte Z.J.L.-stemming, totdat we onze
fietsen in den steek lieten, om ook eens naar het
strand te gaan zien. Vlug beklommen we een duin
top en stonden toen» even vol bewondering te kijken,
naar het prachtige indrukwekkende schouwspel be
neden ons.
Schoon is de natuur op dit eiland, het wordt te
recht genoemd Zeelands Tuin. Walfcheren, met zijn
prachtige bosschen, korenvelden en weiden. Tus-
schen al deze pracht de torens der steden en dor
pen. En de boerenhoeven verscholen in het groene
loover, waarvan slechts hier en daar iets van het
dak zichtbaar was.
Walcheren! Zeelands Tuin!
Na nog een tijdje aan het strand vertoefd te
hebben, zetteni we onze reis voort naar Vlissingen.
Dan, beste vrienden, was het uur van scheiden
aangebroken. Wij weten het, dit viel ons allen
izwaar, 'zwaarder dan wij wel wilden bekennen.
Want nru namen we geen afscheid voor een maand,
maar hoogst waarschijnlijk voor veel langeren tijd.
Het „tot weerziens" klonk uit ieders mond, bij den
laatsten handdruk van on'ze vrienden. Hoe geheel
anders was onze eerste 'handdruk, toen was alles
zoo vreemd, maar nu waren het onze vriendén.
De vriendschapsbanden, welke op 20 en 21 Juni
waren gelegd, zjjn thans nog verstevigd geworden.
Laten we hopen, dat ze nooit en te nimmer meer
zullen worden verbroken.
Zoo namen wij afscheid van deze excursie.
Nu, Zeeuwsche Vrienden moet ik nogmaals een
woord van hartelijken dank neerschrijven aan de
afdeeling Oostkapelle ;en Ohistreken der Z. J. 'L.
voor de prettige ontvangst' en dte heerlijke dagen,