Redactioneel Gedeelte VEREENIGINGSWEZEN 4 04 PLUIMVEEHOUDERIJ. cursussen, zooals wintervoeding, zomer voeding, ziekenvoeding, naai- en verstelcursussen, cursussen voor het verzorgen van een kleinen groententuan en cursussen voor oorlogsslachtoffers. Voor de laatste cursussen werden door de stichting gratis stoffen beschikbaar gesteld voor het maken van een deken en een of meer kleeditngstukken, zoóals een jurk, schort, overhemd e.d., die door de deelneemsters op de cursussen werden vervaar digd en gratis beschikbaar gesteld. Het aantal cursussen is echter vanwege de zeer moeilijke reisgelegenheid na de oorlogsdagen in Mei belangrijk minder dan vorig jaar. In 1940 werden totaal 26 cursussen, gegeven tegen 73 cursussen in 1939. Een belangrijke verbetering voor het organisee- ren van cursussen was de aanstelling van mej. E. T. M. Zandijk, leerares N XIX. Deze leerares kon zich geheel wijden aan de organisatie van cursus sen die dan door de andere leeraressen vVerden ge geven, of indien hiervoor geen leerares beschikbaar was, door haarzerf. Het is dan ook te verwachten, ^at in de toekomst het aantal cursussen belangrijk zal \vorden uitgebreid, die vooral in dezen tijd, waarin de moeilijkheid in verband met de voedsel voorziening grooter wordt, voor het geheele platte land van Zeeland van groot nut zullen blijken te zijn. Auto-verzekering. Door de overeenkomst, die tus- schen de Z. L. M. en de Verzekering-Mij De. Auto- Onderlinge" te Groningen is aangegaan en waarbij is bepaald, dat de Z. L. M.-leden een verlaagde premie betalen, heeft een groot aantal autobezit ters voordeel gehad. In verband mei het beperkt aantal rijvergunningen dat wordt uitgegeven, is het afsluiten van contracten voor autoverzekering practisch tot stilstand gekomen. Almanalc De geheele oplaag van den almanak 1941 is verkocht. Op het laatst kwamen nog veel bestellers, die teleurgesteld moesten worden. Het Zeeuwsch Landbouwblad biet Tuinbouwblad. Het Zeeuwsch Landbouwblad met het maandelijk- sche Tuinbouwblad geniet de volle belangstelling van de leden. Het is voor de redacties een groote voldoening, dat deze bladen goed worden gelezen. Veel arbeid en vele kosten worden eraan besteed, om de uitgave zoo goed mogelijk te doen zijn. Een woord van dank aan de (medewerkers van ons blad, die het de redactie mede mogelijk maken de bladen actueel te houden, is hier zeker op zijn plaats. Met de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw is de overeenkomst, waarbij aan deze Maatschappij de beschikking over enkele kolommen wordt verleend, tot beider genoegen bestendigd. Een woord van dank aan de uitgeefster, de firma P. J. van de Sande te Terneuzen, mag hier even min ontbreken voor de prettige medewerking in dezen opnieuw weer betoond. Gewassenkeuring. In het oogstjaar 1940 wer den aangegeven 6429 ha winter- en zomergewassen, tegenover 5907 ha in 1939. In onderstaand staatje is de aangegeven en goed gekeurde oppervlakte gewassen in ha in 1940 ver meld. Gewas. Aangegeven. Goedgekeurd. Wintertarwe 1629.48 ha 1413.23 ha Winterrogge 83.55 79.55 Wintergerst 39.97 33.85 Zomertarwe 85.20 84.20 Zomerrogge if Zomergerst 412.76 409.41 Haver 165.98 157.17 Erwten 292.28 283.— Schokkers 240.07 236.17 Vlas 951.28 612.32 Boonen 148.29 137.57 Voederbieten Lupinen 15.— 15.— Wikken Fijne zaden 10.42 10.42 Mais 0.80 0.80 Aardappelen 2353.98 1047.12 6429.06 ha 4519.81 ha Als gevolg van de omstandigheid, dat uitsluitend N.AjK. gekeurd zaad mocht worden verhandeld, bestond groote vraag naar goedgekeurd zaaizaad. De voorraad goedgekeurde pootaardappelen van de late rassen was niet groot, die van de vroege ras sen, in het bijzonder de Bintje, in ruime mate aan wezig. Een belangrijke hoeveelheid pcotgoed werd uitge voerd naar Duitschland, België en Frankrijk. "Voor meerdere gegevens betreffende de gewassenkeuring in (Zeeland en de afzet van goedgekeurde produc ten verwijzen wij naar het verslag van den Keu ringsdienst Zeeland, waaraan bovenstaande ge gevens zijn ontleend. B. Algemeen gedeelte. Het najaar van 1939 was erg nat, zoodat ve^l wintertarwe niet op tijd gezaaid kon worden. De winter bracht veel sneeuw en een langdurige bij zonder strenge vorst in Januari. Na eenig dooi- weer, dat veel sneeuwwater veroorzaakte, trad de vorst opnieuw in tot ongeveer 20 Februari. Daar op volgde een lange, koude, natte periode, waar door de fvoorjaarswerkzaamheden zeer verlaat werden. Pas op 20 April ^kon daarmede begonnen worden. De Meimaand was droog en vrij warm. De droogte duurde voor vlas en o.a. voor de aard appels op de lichtere gronden te lang, n.l. tot 13 Juni. Juli was daarentegen rijk aan neerslag, wat wel goed was voor de weilanden, doch sterke lege ring in de granen veroorzaakte. Met uitzondering van de eerste dagen van Augustus was het weer in deze maand somber, winderig en kil. Begin Sep tember en de heele maand October waren geken merkt door mooi, zonnig weer, dat uitstekend te stade kwam bij het rooien van bieten en aard appels. Bijzonder veel regen viel er in het begin van November, waardoor het vervoer der suiker bieten ernstig bemoeilijkt werd. 1. Tarwe. Directe vorstschade kwam, in tegen stelling met verscheidene andere provincies, hier weinig voor. Wel hebben de lager gelegen percee- len veel overlast ondervonden van het water, waar door sommige velden moesten worden omgeploegd. Andere akkers hadden een wat te dunnen stand verkregen, waardoor over het algemeen de stand uiteen liep van vrij goed tot goed. Doordat vele landbouwers hun wintertarwe niet op tijd hadden kunnen zaaien, moesten ze overgaan tot de teelt van zomertarwe, doch ook deze kon niet op tijd aan den grond worden toevertrouwd, wat tengevolge had, dat de opbrengst dikwijls ver beneden het middelmatige bleef. Slechts enkele perceelen gaven een goed beschot. De opbrengsten der wintertarwe liepen uiteen .van 40 tot 55 hl, gemiddeld' kan ze op 47 hl per ha geschat worden. De kwaliteit was matig goed. Van de zomertarwe was ze daaren tegen slecht, evenals de opbrengst. In de meeste gevallen beliep ze slechts van 20 tot 32 hl per ha. 2. Gerst. Wintergerst wordt in Zeeland maar heel weinig meer verbouwd en de enkele perceelen, die er nog mee bezaaid waren, zijn uitgewinterd. De teelt van zomergerst nam door den gunstigen richtprijs nog wat toe. De stand was den heelen zomer goed tot zeer goed en het beschot was daar mede in overeenstemming en beliep van 55 tot 70 hl, gemiddeld 60 hl per ha. De kwaliteit was over het algemeen goed. 3. Roigjge. Wordt in 'Zeeland vrijwel uitsluitend verbouwd op de zandgronden langs de Zeeuwsch- Vlaamsche grens. De stand was vrij goed, terwijl de opbrengsten uiteenliepen van 30 tot 45 hl per ha. 4. Halver. Niettegenstaande het- late zaaien, was de ontwikkeling van dit gewas góed. Door de vele regens in Juli trad vrij sterk legering op. Het beschot was goed en varieerde van 70 tot 100 hl, gemiddeld 80 hl per ha. 5. Veldhooinien. Deze hadden een vrij goeden tot goedeh stand. Er kwam dit jaar minder luis- aantasting voor dan op andere1 jaren, doch wel werd» er in het rijpende gewas veel roest waarge nomen. De opbrengsten bedroegen van 25 tot 45 hl, gemiddeld 35 hl van de ha. 6. Erwten. Met schokkers werd een iets groo- tere oppervlakte bezaaid dan het vorige jaar in verband met den hoogeren richtprijs. De ontwik keling der erwten liet dit jaar nogal wat te wen- schen over. Door de droogte in Mei en 't begin van Juni bleef het stroo te kort, terwijl veel bloemen mislukten door het optreden van de knopmade. In sommige perceelen kwam daarenboven nog St. Jansziekte voor. De kwaliteit van het oogstproduct was door de vele aangevreten erwten dan ook niet best. De opbrengst van de schokkers was over het algemeen zeer laag, n.l. van 10 tot 35 hl, gemiddeld 30 hl van de ha. De kleine groene waren wat beter en gaven van 30 tot 45 hl, gemiid'deld 37% hl per ha. 7. Stambooimen. Werden aanmerkelijk meer uit gezaaid dan het vorige jaar in verband met de in uitzicht gestelde prijzen. Daar deze voor de lange en de ronde bruine boonen te weinig uiteenliepen, werd de teelt van de eerste uitgebreid ten koste van de laatste. Vele perceelen, speciaal met witte boo nen, ontlwikkeldbn! zich wel wa,t al te weelderig, waardoor ze later in meerdere of mindere mate te lijden hadden van zomerrot. In de Ceka-bruine boon werd veel schade ondervonden van de vetvlekken ziekte, waarvoor het landras blijkbaar minder ge voelig is. Het beschot van de lange bruine boonen liep van 2535 hl, dat van de ronde bruine (kogel boontjes) van 2530 hl en dat van de witte boonen van 25—35 hl, gemiddeld 30 hl van de ha. 8.' Koolzaad. Dit gewas komt in Zeeland wei nig voor. Sommige perceelen zijn bovendien nog uitgewinterd. De stand van de nog resteerende velden was aanvankelijk maar matig, doch later kon hij vrij goed tot goeg genoemd worden. De opbrengst is over het geheel zeer meegevallen, ze beliep van 50 tot 60 hl, gemiddeld 50 hl van de ha, terwijl de kwaliteit goed was. 9. Blauiwmaanzaad. Dit gewas had over 't al gemeen een goeden stand, doch op 't laatst van Juli heeft het nogal geleden van regen en wind. Het beschot viel niet tegen, n.l. van 1300 tot 1800 kg, gemiddeld 1500 kg van de ha. De kwaliteit was goed tot zeer goed. (Wordt yenvolgd. KORT VERSLAG van de vergadering der dagelijksche besturen der drie Centrale Landbouworganisaties, welke op Woensdag 30 Juli te 's Gcavenhage werd gehouden. Omtrent in deze vergadering gedane mededeelin- gén of genomen besluiten valt het volgende te ver melden Poterteelt der late productieve rassen. Met instemming nam de vergadering kennis van een door den N.A.K. uitgebracht rapport, waarin er op wordt gewezen, dat het voor de instandhou ding van de late aardappel rass en etn voor het ver krijgen van een grootere hoeveelheid prima poter- goed, noodzakelijk is, vroeg te rooien, ondanks de bezwaren, die daaraan zijn verbanden. Besloten werd den Directeur-Generaal voor de Voedselvoorziening er op te wijzen, dat het ge- wenscht zal zijn, het vroeg rooien van deze rassen aantrekkelijk te makéh. Karwijverbouw. De vraag werd gesteld of voor den karwijverbouw 1942 eveneens een bepaalde oppervlakte zou wor den toegestaan. In verband i?iet het feit, dat van de erwtenstop pels voor uitzaai van koolzaad zou kunnen worden gebruik gemaakt, indien geen bepaalde oppervlakte zou, worden toegestaan, werd besloten zich te wen den tot den Directeur-Generaal voor de Voedsel voorziening, met het verzoek dienaangaande spoe dig een 'beslissing te nelmen. Rundveelevering. a. Aangezien het is voorgekomen, dat het aan tal koeien, hetwelk voor de verplichte veelevering was vastgesteld, niet in zijn geheel kon worden af genomen, hetgeen kosten en moeiten met zich medebracht, werd besloten aan het College voor de Voedselvoorziening te verzoeken zooveel moge lijk het aantal van deze gevallen te beperken door het getal te leveren dieren naar de werkelijke be hoefte van het moment vast te stellen. b. Het stellen van gewichtsgrenzen is voor den boer vaak een beletsel om het vee te leveren wat hij heeft, vooral voor die veehouders, die hun zwaardere koeien reeds hebben opgeruimd. Waar Inet bovendien de bedbeling is, de veelevering dienstbaar te maken aan de verbetering van den veestapel, is het daarmede niet overeen te bren gen,. dat thans door de veehouders de beste koeien geleverd moeten wordéci. Besloten werd daarom bij het College voor de Voedselvoorziening er op aan te dringen de ge- wichtsgrenizen geheel te laten wegvallen of zoo dit op omoverkomenlijke bezwaren zou stuiten deze te verlagen. Als minimumeisch zou men moe ten stellen, dat koeien geleverd moeten worden met twee breede tanden. c. Besloten werd' er nogmaals bij de bevoegde instantie op aan te dringen dat, waar mogelijk, de inname van het vee wordt beperkt, door, voor de nog in volle productie zijnde dieren, uitstelcontrac ten ter beschikking te stellen teneinde de melk gevende koeien gedurende dezen zomer voor de productie te behouden. d. In verband met het feit, dat onder de huidige veelevering gevreesd' moet worden voor een te sterke inkrimping van onzen melkveestapel en een niet evenredige samenstelling van den jongveestapel werd besloten bij de desbetreffende instantie te bepleiten het totaal aantal te leveren stuks vee aanmerkelijk te verminderen en daarvoor in de plaats een evenredig grooter aantal graskalveren in te nemen. Er werd op gewezen dat hierdoor tevens zou kunnen worden bereikt, dat de prijzen der bonnen zouden kunnen worden gedrukt en zelfs de geheele bonnenhandel aan banden kon wor den gelegd. iHuisslachting. Vooral in de grootere gezinnen heerscht onzeker heid over de vraag of zii voor het slachten van meer dan één varken voor den huisslacht in aanmerking zullen komen. Besloten werd er bij de bevoegde instantie op aan te dringen dat ten spoedigste het huisslach- tingsbesluit wordt afgekondigd. DE VERZORGING VAN KIPPEN TIJDENS WiARME DAGEN. We hebben een langdurige periode met warm weer achter den rug, een periode die haar bijzen- deren invloed op de kippen deed gelden en voor sommige zaken daarom extra aandacht vroeg. Zooals dat meestal het geval is, gingen op de meeste bedrijven plotseling wat kippen dood of gingen zóó in gezondheid achteruit, dat ze dadelijk opgeruimd1 moesten worden. Dit is geen bijzonder verschijnsel, het komt in warmteperioden steeds voor; het schijnt, dat betrekkelijk lichte aandoe ningen,, die men onder normale omstandigheden niet onderkennen kan, bij overmatige warmte verder ontwikkelen en de betreffende dieren snel doen aftakelen. De productie is in de eerste helft van Juli op vele bedrijven sterk teruggeloopen. Dit behoeft niet direct verband te houdën met de warmte, maar onder bepaalde omstandigheden kan het £aar toch een gevolg van zijn. Nog steeds is het niet tot alle pluimveehouders doorgedrongen, dat zoowel in den zomer als in den winter volop frissche lucht, in de hokken aanwezig moet zijn en nog steeds houdt men de ramen daarvan veel te veel gesloten. Wel zijn er zichtbare resultaten bereikt met de propa ganda voor open ramen en ^.men wegnemen, maar nog lang niet overal is men daaraan toe, zelfs niét overal dadr, waar de minder goede resultaten door het gesloten houden' der ramen meerdere keeren

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1941 | | pagina 6