KORTE BERICHTEN.
Vftcantiecursus.
Uit een geheim weekboek van
Bram uit den Slikhoek.
Van den Noord-Oostpolder.
PLAATS VOOR JONGE BOEREN ALS
LANDARBEIDER.
éxtèrieur, productie, afstampiLng en gezondheids
toestand.
iDóor de aanwezigen werd aan een kleine com
missie, bestaande uit de heeren: Ir. Ariëns, Kirch
en Stehouwer, samen met een vertegenwoordiger
van elk der gewestelijke landbouworganisaties, op
gedragen richtlijnen samen te stellen, welke ais
leiddraad zouden dienen voor de plaatselijke be-
middelingsconumissies.
Genoemde heeren hebben deze opdracht aanvaard
en zullen ten spoedigste bedoelde richtlijnen op
stellen en een schema van werkwijze aan de plaat
selijke bemidde lingsc ommis siesof, zooals Ir.
Ariëns hen noemde: plaatselijke ruilingscommissies,
toezenden.
Hier Kvordt een zaak van groot algemeen belang
in het (middelpunt der (belangstelling geplaatst, hier
een zaak met inzet van alle krachten tot een
goedveinde worden gebracht.
De tijd dringt en vergunt ons niet om over kleine
verschillen te redekavelen. Flink aangepakt en
ook gezorgd, dat het voor de kleine, niet kapitaal
krachtige bedrijven finantieel uitvoerbaar wordt
gemaakt. Ben mooie sociale taak in dezen kan
verricht worden doo^ de zuivelfabrieken; indien
deze bemiddelend zouden willen optreden, wanneer
de finantieele draagkracht van een kooper niet toe
reikend zou zijn om een bedrijfs-economisch minder
waardig dier voor een meerderwaardig te ruilen.
Bij de uitbetaling van het melkgeld zou toch wel
een, in onderlpg overleg vast te stellen bedrag van
den kooper kunnen worden ingehouden of anders
zins aan den geregelden melkleverancier een gelde
lijk voorschot kunnen worden -verleend. De bestuur-
deren van zuivelfabrieken dienen te bedenken, dat
saneering van den veestapel ook een fabrieks-
belang is.
Wij hopen, dat thans eensgezind de hand aan den
ploeg zal worden geslagen en men overal zal trach
ten die dieren in onzen veestapel te behouden, die
èn uit economisch èn uit foktechnisch oogpunt het
meest gewenscht zijn, opdat de goede zrj*de van deze,
voor onze boeren zoo onaangename veelevering
anoge zijn:
Het opruimen van, on-eponomiscihp diferen en het
verkrijgen van e)en pppdutotieveii gezonden veestapel
in het belang van eigenaar en gemeenscfhnp-
Namens de drie .Gewestelijke
Landbouworganisaties.
1 Juli j.L bestond de Plantenziektenkundige
Dienst in Nederland reeds 50 jaar. Deze Rijksdienst
heeft zeer veel nut voor dein land- en tuinbouw ge
sticht door de waardevolle adviezen, welke worden
verstrekt.
Koeien en kalveren, welke in de naweidé long
aandoeningen krijgen, waarvan de oorzaak nog niet
met zekerheid is te zeggen, moeten direct in een
oude weide worden gedaan. Door de aandoening
der lengen is zeer kalm loopen geboden. Nog beter
is, dat ze met een wagen worden gereden, omdat
geen snellere ademhaling mag ontstaan door in
spanning. Vooral op kalveren heeft de naweide een
ongunstigen invloed.
De controle op de naleving der prijsvoorschriften
zal zich ook gaan bezig houden met de prijzen van
geiten, en konijnen. Zoolang geen andere regeling
tot stand is gekomen, gelden de prijzen van Mei
1940.
De N. V. C. heeft verschillende boeren in de ge
legenheid gesteld om jong vee te leveren van 250
tot 350 kg. Vele, ja de meeste dezer dieren zullen
in klasse C komen, omdat dat ook voor de slagers
schadelijke slachtdieren zijn. Men ontvangt voor
deze jonge dieren dus weinig en wanneer men kans
ziet om oudere dieren te leveren, is dit veel voor-
deeliger.
Als weer het zware ploegwerk begint, blijken
vele gareelen niet te voldoen. Sommige zijn te
groot of te klein, waardoor het paard minderge
makkelijk trekt. Maar de meest voorkomende fout
is, dat het trekpunt niet goed ligt, zoodat de adem
haling wordt belemmerd. Een verstelbaar trekpunt
kan veel goed maken.
Al worden nu minder vee, varkens, kippen enz.
gehouden, daarom behoeft men zijn losse hokken
nog niet voor weinig te verkoopen. Men doet beter,
om ze goed te onderhouden om er in vêranderde
tijden weer de beschikking 'over te hebben.
Verschillende onderzoekingen hebben uitge
maakt, dat stuiven van vlas tegen thrips beter is
dan spuiten.
De snij- en princesseboonen hebben weer veel
vuldig te lijden van boonenroest, een zwam, die
zich in het weefsel der boonenplanten ontwikkelt.
Er is nog weinig tegen te doen. Een der middelen
om uitbreiding in een volgend jaar te voorkomen,
is een goede vruchtwisseling en het verbranden der
zieke planten, daar deze niet ondergespit mogen
worden of op de mestvaalt mogen komen.
Op een proefveld in Gelderland werd rogge ge
zaaid op 2, 4, 6, 8 en 10 cm diep. De diepstgezaaide
rogge stond in het voorjaar het slechtst en de zeer
ondiep gezaaide het best. Alleen had de op 2 cm
gezaaide rogge iets meer te lijden van vogelschade.
Voor verbouw van koolzaad komen vooral in
aanmerking kleigronden, goede leemhoudende zand
gronden en gescheurde weilanden. Bij alle gronden
moet het grondwater in den winter laag staan, daar
de grond niet te zuur mag zijn.
Van 847 gecontröleerde Oost-Friesche melkscha-
pen in Duitschland bedroeg de opbrengst 'gemid
deld in 2411 dagen 475 kg melk met 6.27 vet of
wel 29.8 kg vet. Ze brachten gemiddeld meer dan
twee lammeren groot en leverden 3.9 kg wol. De
hoogste opbrengst bedroeg 997.2 kg met 5.78
vet of wel 57.61 kg vet.
Vliegen leggen haar eitjes op mesthoopen, in
varkens- en kalverstallen, faecaliën, rioolputten,
vuilnisbelten, enz. Zle brertgen dus een verbinding
tot stand tusschen eerstgenoemde plaatsen en onze
voedingsmiddelen en het melk-, keuken- .en eet
gerei. Reeds daaróm zijn ze zeer te veroordeelen.
Binnenbanden kunnen niet tegen droogte, licht,
roest of olie. Een goede bewaarplaats is de kelder.
Vraagstukken op het gebied der plantenverede
ling" op Vrijdag en Zaterdag 29 en 30 Aug. e.k.
(Het ligt in de bedoeling om evenals veuleden jaar
aan de Landbouw Hoogeschool een vacantiecursus
te'houden, die thans eenige der belangrijkste en
nieuwe problemen zal behandelen op het gebied der
plantenveredeling.
De onderstaande sprekers zullen een uiteenzet
ting geven over eenige aanéénsluitende onder
werpen.
Dr. Ir. S. J. Wellensiek over .Vegetatieve ver
meerdering en plantenveredeling".
Dr. A. E. H. R. Boonstra over Physio logisch
onderzpek en plantenveredeling".
Ir. W. R. Domingo en Dr. A. C. Schuffelen over
,,Landbouwscheikundig onderzoek en plantenver
edeling".
Dr. A. J. P. Oort over „Ziektenresistemtie en
plantenveredeling".
Dr. H. de Haan over „Klimaat en plantenverede
ling".
Des Zaterdagsmiddags zal onder leiding van
Prof. Dr. ITv J. C. Dorst een discussie plaats vinden
na eern door hem te geven algemeen overzicht van
het gesprokene.
.De cursuüS is in de eerste plaats bedoeld voor
afgestudeerden van de Hoogescholen en academi
sche inrichtingen en verder zal gaarne aan allen,
die meenen van dezen cursus te kunnen profiteeren
toegang worden verleend.
.Aspirant deelnemers gelieven zich op te geven
uiterlijk vóór 15 Aug. e.k. aan het „Landbouw-
scheikundig Laboratorium der Landbouw Hooge
school, Diedenweg 14, Wageningen.
Het ligt in de bedoeling Zaterdag 30 Aug. een
gezamelijke eenvoudige koffietafel te houden.
Plaats van samenkomst en verdehe organisatie
worden aam den deelnemers tijdig medegedeeld.
J. HUDIG.
23—30 Juli.
Wat kam het weer toch uitwerken op de stem
ming van den mensch. Het regent nu een paar
dagen en werkt remmend op ons werk en de stem
ming is somber. Toch is het voor de aardappels
en suikerbieten een weldaad en zelfs een levens
kwestie. want zij leden erg onder de droogte. De
opbrengst van de aardappels was minnetjes en de
bieten werden dok al geel en groeiden niet meer.
'Het koolzaad is ook tegengevallen, het zaad was
te fijn, al was er toch veel stroo op. Het is ook
zoo met de aardappels, wanneer de aardappels klein
zijn, moeten er zeer veel aan hangen om wat
opbrengst te krijgen, zijn ze groot dan vallen ze
altijd mee. Elk koolzaadkorreltje een beetje klei
ner en de opbrengst valt tegen. De opbrengsten
van ons graan zullen naar aller gedachten ook aan
den lagen kant zijn. We hebben gerst gemaaid,
veel stroo doch de schoven wegen niet en het graan
lijkt te smal.
Neen, mijn optimisme van vier weken terug is
weg, er kan bij aardappels en bieten nog veel ge-
beflren, doch de rest zal niet meevallen, doch ik
hoop dat ik me vergis. De tarwe is ook te hard
aangerijpt en ik zag reeds tarwe snijden in Juli,
dat is te vroeg. De regen stak ook een spaak in
het wiel bij het binnen rijden. De tweede snede
luzerne was net binnen en het vlas, dat zoo prach
tig mooi 'van kleur gebleven was, kreeg nu zijn
beurt om opgeborgen te worden in de schuur, om
van den winter enze arbeiders werk te verschaf
fen. Wanneer het weer goed vast gebleven was,
zouden we buiten wat gedorschen hebben, want
wanneer vóór 1 December 75 gedorschen moet
zijn, dan moet er nu al rekening mee worden ge
houden.
Bij 't buiten dorschen wint men het binnen halen,
doch er is ook nog al risico aan. Het ploegen van
de zaadstoppels lukt nu met den regen best, ver
leden week was het een toer om de stoppels er af
te krggen in den drogen grond.
Overal leest men om nu stoppelknollen te ver-
bc wen; met een klein perceel kan men dit gerust
probeeren, doch men moet er rekening mee houden,
dat het land dan twee oogsten per jaar geeft en
men wat stal- of kunstmest moet geven, daar an
ders onze bodem het volgend jaar geen 100 kan
geven. Dus eerst wat stalmest op den stoppel en
dan knollen zaaien, anders pleegt men roofbouw.
In den groententuin is het ook druk. Men kan
nu weer zaaien en planten. De andijvie stond mooi
en werd haast te groot, doch planten kon men niet.
Ook met de late koolsoorten was dit het geval. De
vroeg geplante groeiden, maar vormden toch geen
kool. Mijn vrouw klaagt dat er zoo weinig sla is,
want de kroppen waren ineens doorgeschoten, doch
nu zullen we wel maken dat er spoedig weer groen
voer op de tafel verschijnt. De boonen hingen taai
aan de struikjes en de blaren werden van onder al
geel. Doch nu is alles weer verholpen, als straks
de zon doorkomt, kunnen we weer ons oogstwerk
voortzetten en wordt ohze stemming weer 80
beter.
T
Onder den titel „De productieslag in den N. O.
Polder geopend" beschrijft de „Prov. Over. en
Zwolsche CoUrant" o.m. het feit, dat een zekere
Nijland, landbouwer te Blokzijl, als eerste met de
cultiveering van den N. O. Polder begon. Dit is al
weer eenigen tijd "geleden. Achter zijn jand was een
strookje grond droog gevallen en nu wilde Nijland
wel eens zien, wat er van te halen viel. Hij ploegde
het reepje om en zaaide bieten, koolrapen enz. De
opbrengst viel niet mee, wat te begrijpen is, omdat
de ondernemende landbouwer de structuur van den
grond nog niet voldoende kende en bovendien het
gewas „verwaaid" was. d.w.z. dat de jonge planten
onder het zand gestoven zijn.
Moge al de „proef" in zekeren zin mislukt zijn,
dan beteekent dit niet, dat Nijland e.a. daar aan
de oude Zuiderzeekust in Blokzijl den moed nu
meteen (hadden opgegeven. Integendeel. In weer
wil van den kleinen tegenslag, waardoor juist kracht
en energie geprikkeld werd, wisten zij, dat zij zege
vierend uit den productieslag te voorschijn zouden
treden.
Dat Nijland, de pionier, intusschen niet stil bleef
zitten, blijkt uit het volgende:
De aanwonenden aan de voormalige Zuiderzee
kust hadden het recht, van aanslibbing. Nu 'e
N. O. .Polder droog gelegd wordt, is het met de
aanslibbing natuurlijk gedaan. Maar daarmede
worden de betrokkenen van eeh oud privilege be
roofd. Ten einde hen daarvoor schadeloos te stel
len is bepaald,dat alle aan de voormalige zee
grenzende eigenaren een strook grond zullen ont
vangen ter breedte van 300 meter, gerekend uit de
grens van hun eigendom. Met een gift van in totaal
60 ha polderland (heeft men op die wijze een oude
verplichting afgekocht.
Nu kreeg genoemde Nijland van dit land 10 ha
toebedeeld en was de eerste, die het in cultuur
bracht. Hij stelde zich daarvoor met den heer ten
Klooster uit Hasselt in verbinding en deze was
weldra met een Mc Cormick ploeg en eg aanwezig,
om het land de eerste, voor zijn cultiveering noodige
bewerkingen te doen pndergaan.
Geploegd land dus, waar het vorige jaar het
water nog een meter hoog stond, de bodem van eert
kuststrook, waar geregeld de biezensnijdprs heen
trokken, om, tot hun middel in faèt water staande,
de biezen te snijden voor de biezenmattenindustrie
te Genemuiden. Nu worden de biezen gesneden
door den boer met de zeis, waarna vlak achteraan
de ploeg komt, die de biezenstoppels en de „hane-
bollen" ender de wortels afsnijden, de zode om
gooit en het land naar boven keert, drie voren
tegelijk. Straks zal het koolzaad en de koolraap er
kunnen gedijen.
Dat het hier „wil" bewijst het proefveldje, iets
verderop in den polder, waarop niet alleen kool
rapen en koolzaad, doch ook rogge, haver, tarwe,
vlas, boonen, bieten, aardappelen, klaver, ja wat
niet al, in eenzaamheid hun vruchtbaarheid
demonstreereneen oase in de woestijn.
Binnen enkele weken zal met het in cultuur bren
gen van den Noordoostpolder worden aangevangen.
Ter voorbereiding van de werkzaamheden zijn
reeds een aantal landarbeiders tewerkgesteld, dat
in den loop van dit najaar en volgend voorjaar be
langrijk zal worden uitgebreid. Behalve aan land
arbeiders zal ook aan een beperkt aantal jonge
boeren gelegenheid worden gegeven, om onder de
voor de landarbeiders geldende arbeidsvoorwaarden
aan het ontginningswerk deel te nemen, mits zij
bereid zijn alle voorkomende werkzaamheden te
verrichten. In de toekomst zullen bij het ontgin-
nings- en exploitatiewerk een aantal ploegbazen,
trekkerchauffeurs, paardenknechten en landbouw
kundige opzichters noodig zijn. Het ligt in de be
doeling deze voor een deel uit de jonge boeren, die
met enthousiasme aan het pionierswerk hebben
deelgenomen en ook overigens geschikt geacht
worden, te recruteeren.
Groote belangstelling bleek reeds van de -zijde
der jonge boeren voor deelneming aan de wènk-
zaamhedeni in den nieuwen polder, doch deze be
langstelling had grootendeels tot grondslag de