EXCURSIE
GEHOUDEN OP
OOST ZEEUWSCH-VLAANDEREN,
EN 21 JUNI 1941.
IN
20
der. Aangezien de deelname tot heden vanuit
Walcheren gering is, wek ik alle Z.J.L.-ers en
oiet-Z.J.L.-ers op, tot deelname aan deze excursie.
Mijns inziens zijn er nog steeds jonge hoeren, die
niet beseffen wat het proefbedrijf voor "ons betee-
kent. Indien gij medegaat, waarde vriend, geef U
dan zoo spoedig mogelijk als deelnemer op bij
ondergeteekende, doch in ieder geval vóór 22* Juli.
Ik verwacht een stapel aangiften van deelnemers.
JOOS CEVAAjL, Grijpskerke,
Secr. der Z.J.L., afd. Oostkapelle.
AFD. iMIDDELBURG (GROEP B) DER Z.J.L.
IVerslag van de vergadering, gehouden op Dins
dag 8 Juli. De voorzitter opende de vergadering
en heette allen hartelijk welkom, in het bijzonder
den heer De Waardt, hoofd van den vee- en vleesch-
keuringsdienst. Hierna gaf de voorzitter het wgord
aan den heer De Waardt, die e^n inleiding hield
over „Veulenziekte". Veulenziekte kan veroorzaakt
worden door verschillende bacteriën. Als het veulen
aangetast is door veulenziekte, worden meestal
eerst de spronggewrichten dik. Het beste voor
behoedmiddel is 6 a 7 maanden na de bevruchting
de merrie in te spuiten. Het komt ook voor, dat een
hengst de besmetting van de eene merrie op de
andere brengt. De bacteriën blijVen leven in det^
bodem van den stal, het is daarom het beste, om,
wanneer men een veulen met veulenziekte gehad
heeft, den stal en ook de plaats, waar het veulen
geboren is 2 of 3 maal te ontsmetten. De plaats,
waar het veulen geboren wcrdt, moet licht, zinde
lijk en met een goede temperatuur ?ijn. De lj$ham«-
lijke gesteldhied van de merrie speelt ook een
groote rol; slappe merries geven gewoonlijk slappe
veulens. Een slap en zwak veulen is meer vatbaar
voor veulenziekte dan een gezond en sterk veulen.
De heer De Waardt verklaarde zich bereid, om, in
dien er nog vragen waren, deze te beantwoorden.
Hierop volgde een leerzame bespreking. De voor
zitter dankte den sprekr voor deze interessante in
leiding. Hierna werd pauze gehouden en werden
de dorstige kelen verfrischt. De voorzitter her
opende de vergadering en gaf het woord aan den
heer De Looff, die een vraag uit de vorige vragen-
bus te beantwoorden had en wel, hoe de vereeniging
dacht over de vlasprijzen, zouden ze hooger zijn
dan verleden jaar? De heer De Looff beantwoordde
deze vraag uitvoerig. De rondvraag leverde niets
bijzonders op. Hierna sloot de voorzitter deze pret
tige en leerzame vergadering.
De secretaris, J. P. GEERSE.
Z. J. L.-IDEALEN.
Waarde lezers, de jongeren van Zeeland doen een
roepstem klinken, omdat nu de tijd gekomen is, om
een beslissing te nemen vóór- uw leven, voor uw
levenslot, hoe gij u zult opwerken en uw kennis
zult bijbrengen om in de toekomst rotsvast te kun
nen staan als steenenpilaren onder een gebouw, om
later uw stem te laten hooren over de Zeeuwsche
gronden en niet alleen uw stem, maar ook uw
daden zult- kunnen toonen, daden van zelfbewust
heid* en vast staan, vèst staan in de stormen des
levens, die zeer hard rondom u loeien. Als we na
gaan, welke zware tijd er voor den landbouw achter
den rug is, dan moet gij juist nu niet stil zitten.
Thans, terwijl de boer in het niiddelpunt der belang
stelling^ staat, is het de tijd om uw kennis te ver
meerderen om dan, wanneer er weer eens minder
aangename tijden voor het landbouwbedrijf moesten
aanbreken, gij u kunt verdedigen en uw stem kunt
verheffen. Maar daarvoor is noodig: kennis, zelf
standigheid, zelfvertrouwen en een sterke organi
satie. Welnu, gij Zeeuwsehe jongeren, thans zijt
gij in de gelegenheid om dat te bemachtigen, die
kennis, die zelfstandigheid, dat zelfvertrouwen en
ook die sterke organisatie. Dat alles biedt u thans
de Z. J. L., zij wil trachten de jeugd van Zeeland
wakker te schudden en het zoover te krijgen, dat
ieder zegt: daar moet ik lid van zijn, want daar
hoor ik. De Z. J. L. telt thans meer dan 500 leden
in nof maar twee jaar tijds. O, zult gij zeggen, dat
is niet veel, daar zijn wel vereenigingen die vlugger
groeiden. Ja, dat weet ik ook wel, maar de pro
paganda van onze Z. J. L. is altijd geweest: zelf
werken, zelf studeeren, nooit met veel drukte en
geschreeuw een voos gebouw optrekken, maar zelf
bewust en zeker een krachtige, een levende orga
nisatie van Zeeuwsche jonge werkers opbouwen.
Werken is toch zoo mooi als men werkt als
Z. J. L.-er, want de Z. J. L. bouwt. Bouwt een toe-
komst voor ieder, die werken wil, een toekomst voor
den boer van Zeeland, maar tevens ook ^en toe
komst voor de algemeene .volkswelvaart. En nu wil
ik niet Zeggen, dat, wanneer gij lid wordt van de
Z. J. L., gij altijd moet werken, nooit meer rust,
nooit meer vreugde moet smaken, o neen, o<ns
Z. J. L.-lied zegt het zoo prachtig: Zij wil voor
't Zeeuwsche leven van nut zijn en tot vreugd. Eerst
het nut* dan volgt de vreugd vanzelf. Ik raad een
ieder, die nog geen lid van de Z. J. L. is, zich op te
geven bij uw plaatselijke afdeeling of eerst een
kijkje op de vergadering te nemen en dan niet zoo
maar achter in een hoekje gaan zitten, maar in het
midden der vergadering, om zoo een nauwer contact
te krijgen met de Z. J. L.-ers. Ik ben er van over
tuigd, dat wanneer gij eens een enkele maal zijt
wezen neuzen, de opgave tot lid volgt.
Ook de ouderen wil ik opwekken, niet om lid te
worden, want dat g'aat niet; zeker donateur, zult
gij zeggen, geld gebrek Neen, wij nemen wel dona
teurs aan, hoe meer hoe liever, maar de financiëele
zijde is niet nummer één, maar de cultureele zijde
staat vooraan.
Zeeuwsche Boeren, door alle eeuwen heeft men
beseft: Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst.
Boeren van Zeeland, thans komt de jeugd zich bij
U aanmelden om uw medewerking te vragen; niet,
dat wij bang zijn, dat wij ten onder zullen gaan.
Neen; dan kent gij de Zeeuwsche Jonge Landbou
wers nog niet. Ons Z. J. L.-lied zegt het met deze
woorden: De Z. J. L. is krachtig. Durft in de
branding staan. Ja de Z. J. L. durft strijden en
zal strijden; want door strijd komt overwinning.
Maar van U als ouderen wordt toch ook een taak
gevergd, een zeer makkelijke taak. De Z. J. L.
vraagt van U als ouderen Uw medewerking. Uw
medeleven. Ja, zult gij zeggen, dat is mooi praten,
maar hoe moet ik nu mijn medewerking geven aan
de Z. J. L. Welnu, wanneer gij een zoon of zoons
hebt, die in den leeftijd zijn tusschen de 16 en 30
jaar en nog geen lid zijn van de Z. J. L., wekt hen
op lid te worden en wanneer uw zoon reeds lid is,
helpt hem vooruit om ook een ijverig lid te zijn en
wanneer er een excursie of iets dergelijks is, geeft
hem de volle gelegenheid daarvan gebruik te maken
en wekt hem steeds op trouw ter vergadering te
komen.
Ja, maar zullen nu diegenen zeggen die geen
jongens hebben die lid kunnen zijn van de Z. J. L.
Jullie kunnen wel mooi praten, maar hoe moet ik
nu de Z. J. L. steunen? Welnu, telkens wanneer
een afdeeling een vergadering houdt, staat de
agenda in het Landbouwblad gepubliceerd in de
rubriek „Voor onze jongeren", als gij nu eens een
dergelijke vergadering bezocht, wat zouden wij dat
fijn vinden. Als al de Z. L. M.-ers «ens per jaar
een vergadering bezochten van de Z. J. L., dan
waren er minstens 4 5 ouderen aanwezig op elke
vergadering. U zoudt dan het werk der Z. J. L.,
waar gij op het oogenblik misschien Uw schouders
nog voor ophaalt, waardeeren en zien, dat „die jon
gens zich niets verbeelden".
Hiermede ga ik eindigen, de hoop uitsprekende,
dat van de bovenbeschreven verwachtingen iets mag
worden verwezenlijkt; mijn werk is dan beloond en
wij gaan vol goeden moed verder, bouwend aan de
welvaart van den Zeeuwschen boerenstand.
W. DE VOOGD,
Secr. Afd. Meliskerke en Omstr. der Z. J. L.
(Eigen opnamen.)
Een koene sprong! Zoo „nemen" ook wij,
Z.J.L.-ers, alle hindernissen, welke ons in den
weg komen, rustig, zelfverzekerd, kundig.
10
Onze Jeugdleider wil wel eens zoo'n breede
rug probeeren; nu we geen benzine meer
krijgen, moeten wjj toch wat gaan doen
Een achttal van de Landelijke Rijvereeniging
te Axel, welke voor ons demonstreerde,, waar
onder enkele Z.J.L.-ers. flinke boerénjongelui.
niet
Een staaltje vrijheidsdressuur. Geduld en
doorzettingsvermogen overwinnen alles.
K. de Buck, Voorzitter Z. J. L. Oost
kapelle, in bewondering over een
Zeeuwsch-Vlaamsch fokpaard: ,,Zeg,
moet je naar die lijn kijken en dan
dat beenwerk, 'k wou dat we die
knol eens in Oostkapelle neer kon
den pooten!"
En hier hebt U de deelnemers aan de excur
sie, zij hebben een vraag aan U: „Wat deed
U al voor de Z.J.L. Als U nog moet be
ginnen, wacht dacy niet tot morgen, maar
trek van leer en doe niet zoo'n klein beetje,
werkt voor drie! Dat is ons devies!