VEEHOUDERIJ.
6
PLUIMVEEHOUDERIJ.
Voor en van onze Jongeren.
Thripsbestrijdingsproeven op vlas by den heer
C. J. M. Klompe te Dreischor. (Z. 536.)
Het doèl was na te gaan, wanneer men met het
meeste succes kan bestuiven of besproeien 's mor
gens da-uwnat, 's middags of 's avonds.
Het proefveld werd aangelegd in 2-voud met
veldjes van 0,5 are.
De volgende proefnemingen werden verricht:
50 kg stuifmengsel 1 's morgens, 's middags
en 's avonds.
75 kg stuifmengsel 1 's morgens, 's middags H
en 's avonds.
4 kg Derris 5 op 1000 1 water 's morgens,
's middags en 's avonds.
Onbehandeld.
De besproeide veldjes gaven over de geheele lijn
een aanmerkelijk minder resultaat dan de bestoven
perceeltjes en van deze laatste waren het best die,
welke 's mongens bestoven waren. Tusschen de
's middags en 's avonds bestovene was weinig of
geen verschil. Voor het besproeien bleken de mid
daguren het meest gewenscht.
De 'kwaliteit was ook hier weer afhankelijk van
den meerderen of minderen nagroei, die optrarj. De
onbehandelde veldjes gaven een gemiddeld totaal
vezelgehalte van 15,2 terwijl het hoogste gehalte
n.l. 20.5 gevonden werd op de perceeltjes, die
tegen 75 kg Derrisstuifmengsel 's middags bestoven
waren.
DE MOND VAN HET PAARD,
EEN ZWAKKE PLEK.
Ieder, ook al heeft hij nooit-achter een paard ge
zeten, weet dat dit dier bestuurd wordt door den
druk, welke het bit ergens" in den rhfond uit
oefent. Dit „ergens" bestaat uit de z.g. tandelooze
randen, met een vakterm ook wel „lagen" ge
noemd, gedeelten' van de onderkaaktakken, welke
tusschen de snijtanden en de kiezen gelegen zijn.
Bij dezen druk, welke het bit bij het trekken aan
de leidsels in den mond uitoefent, komt dan het
slijmvlies, het daaronder gelegen weefsel en ten
slotte toet op de onderkaaktakken gelegen been
vlies in de knel. In het beenvlies nu verloopen zeer
veel zenuwvezelen, iets wat we zelf maar al te goed
ondervinden, wanneer bij het stooten van onze
scheen het aldaar gelegen beenvlies in de knel komt.
Bij sterk inhouden van de.teugels zal het dier dus
pijn ondervinden en daardoor nageven en inhouden.
Nu zijn bij dezen gang van zaken natuurlijk de
dikte van het gebruikte bit en de breedte van de
lagen zeer belangrijke factoren. Immers een dun
bit zal relatief een grooteren iruk op 't daaronder
gelegen weefsel uitoefenen. Evenzoo zullen smalle
en aan de bovenzijde vrij scherpe lagen de inwer
king van het bit versterken.
Dit nu zijn zaken, waarop over het algemeen veel
te weinig gelet wordt en zeker niet in den tegen-
woordigen tijd, nu er door de tijdsomstandigheden
vaak menschen achter het paard zitten, die, nu ja,
wel mennen kunnen, maar, doordat ze met de motor
en niet met het paard opgegroeid zijn, van ver
schillende dingen, die des paards zijn, geen of maar
weinig verstand hebben. Daarom worden door den
vaak ondeskundigen omgang heel wat dieren voor
goed bedorven, iets wat bij een beetje kennis van
zaken zeker niet had behoeven voor te komen.
Want hoe vaak worden er geen paarden geregeld
gebruikt, waarbij de lagen min of meer verwond
zijn door de inwerking van het bit. Nog afgezien
van het feit, dat dit voor de dieren zeer pijnlijk en
dus dierenmishandeling is, wordt daardoor het dier
voor de toekomst vaak grondig bedorven. Vooral
bij paarden met wat veel temperament, die dus
graag vooruit willen en waarbij de voerman ge
noodzaakt is om het dier goed in te houden, komen
dergelijke verwondingen nogal eens voor. Wordt
er nu aan zoo'n verwonding niet voldoende aan
dacht besteed, dan is er groote kans, dat het dier
op den duur geheel onbruikbaar wordt.
Want wat is het geval? Heeft de vaak slechts
oppervlakkige verwonding geen gelegenheid om te
genezen, dan treedt er een ontsteking op, welke
zich dikwijls in de diepte voortplant. En juist in
den betrekkelijk langen duur van deze ontsteking
schuilt een groot gevaar. Want de laag weefsel,
welke tusschen het slijmvlies en het been is gelegen,
is betrekkelijk dun, iets wat gemakkelijk te con-
stateeren is, wanneer men een paard eens op de
lagen voelt. Zoodra de ontsteking van het slijm
vlies en het daaronder gelegen weefsel zich dus
eenigszins uitbreidt, komt doze zeer dicht in de
buurt van het been van de onderkaak-tak en zal
maar al te vaak ook dit been aangetast raken.
Bij zoo'n ontsteking van het been ontstaan heel
d kwijls nu beenwoekering, dat zijn onregelmatige
uitsteeksels. Het behoeft zeker geen nader be
toog, dat als de zaak eenmaal zoo ver gevorderd is
het een zeer bedenkelijke geschiedenis wordt. Er
zullen dan n.l. door de inwerking van het bit tel
kens weer kneuzingen en verwondingen van het
mond-slijmvlies en het daaronder gelegen weefsel
ontstaan, doordat dit nu op een onregelmatige
ondergrond komt te rusten. Daarenboven onder
vindt het dier van het bit geregeld last en pijn en
zal daarop heftig reageeren met als gevolg, dat het
hoe langer hoe lastiger in het gébruik en tenslotte
vrijwel onbruikbaar wordt.
Men ziet dus van hoeveel belang het is, geregeld
goede aandacht aan de mond van het dier te be
steden en van zelfs kleine verwondingen van het
slijmvlies der lagen goede nota te nemen. Want
zeer zeker geldt hier het spreekwoord, dat kleine
oorzaken groote gevolgen kunnen hebben.
Daarom zullen kleine verwondingen van de lagen
zoo. spoedig mogelijk .behandeld dienen te worden.
Deze behandeling bestaat in de eerste plaats uit
rust, dus het een paar dagen niet gébruiken van het
dier, zoodat de wond alle gelegenheid heeft om rus
tig te genezen.
Teneinde eventueele infecties tegen te gaan,
welke, doordat het voedsel er bij het eten geregeld
langs strijkt, maar al te gemakkelijk kunnen op
treden en die de zaak natuurlijk zeer verergeren,
verdient het aanbeveling, om de verwonding even
flink in te smeren met jodiumtinctuur. Is de ver
wonding diep. of ziet het er leelijk uit, dan kan men
beter de hulp van een dierenarts inroepen. Want
niet alleen is door een doelmatige behandeling de
kans op een snelle genezing veel grooter, maar men
voorkomt dan, dat door bijkomstigheden het ont
stekingsproces noodeloos verergert.
Vóór alles is echter een geregelde controle van
de mond noodzakelijk, want hoe eerder ingegrepen
wordt, hoe minder kans men heeft, dat er een sle
pend proces ontstaat en het paard misschien voor
altijd bedorven is, Wat bij de tegenwoordige
sctoaarschte aan goede paarden en de hooge prijzen
zeker niet wenscbelijk is.
([Nadruk venboden.) r.
MOND- EN KLAUWZEER.
Stand van het mond- en klauwzeer in Zeeland en
West NoordnBrabant gedurende de week van
27 April tot en met 3 Mei:
Zeeland
Aantal besmette
Aardenburg
wvciUC
1
Biervliet
1
Duivendijke
1
Graauw en Langendam
1
Hoek
1
Kerkwerve
1
Kortgene
1
St. Maartensdijk
1
Oud-Vossemeer
3
Poortvliet
1
Rilland-Bath
1
Sas van Gent
1
Temeuzen
1
IJ'zendijke
2
Totaal
17
Geen sterfgevallen.
West Noord-Brabant:
Etten en Leur
1
Fijnaart
3
Klundert
1
Ni e uw-Vosm e e r
1
Cssendrecht
1
Roosendaal
2
Willemstad
2
Woensdrecht
.1
Zevenbergen-
1
Zundert
2
Totaal
15
Waarvan
nieuw.
Geen sterfgevallen.
Staat van het mond- en klauwzeer in Nederland,
voorgekomen gedurende de week van 20 tot 27 April
1941.
Aantal
Aantal daarvan Boerde- daarvan
Provincies. Gemeenten, nieuw. rijen. nieuw.
Groningen 2 2
Friesland'
Drenthe
Overijssel 1
Gelderland 5 3 5 3
Utrecht 7 2 8 3
Noord-Holland 9 2 13 5
Zuid-Holland 59 13 141 34
Zeeland 15 3 24 6
Noord-Brabant 22 5 28 10
Limburg
Totaal
120
28
222
61
Sterfgevallen in Nederland tengevolge van het
mond- en klauwzeer.
Week van 20 tot met 26 April: 6 runderen en 4
kalveren.
DE DISTRIBUTIE VAN EIEREN.
Op Vrijdag 25 April kwamen onder leiding van
den heer B. van Asperen Vervenne, Ambtenaar van
den Rijksvoorl. Dienst voor Pluimveeteelt te 's-Gra-
venhage, een aantal belanghebbenden bij den Eier-
handel uit Zeeland bijeen om te spreken over enkele
wijzigingen in de distributiemaatregelen van eieren.
De Voorzitter deelde mede, dat de Nederlands che
Centrale voor Eieren en Pluimvee is verplaatst van
Beekbergen naar Bilthoven bij Utrecht en dat ook
in de leiding verandering zal komen.
Te verwachten is, dat de distributiemaatregelen
voor eieren straffer aangehaald zullen worden. De
pluimveehouders ondervinden dit reeds, daar zij, die
niet het vereischte aantal eieren leverden of zullen
leveren, eenvoudig van de voederverstrekking wor
den uitgesloten; het aantal eieren dat ingeleverd
moet worden in de periode van 31 Maart tot en met
26 Mei, is 32 eieren voor elke kip, waarvoor voer
wordt verstrekt. Heeft men dus 'b.v. een toewijzing
van 26 kippen, dan krijgt men voor 16 kippen voer,
en dus moet men 16 X £2 eieren inleveren; het
rantsoen per °kip is 3.1 kg per 4 weken, ieder kan
dus precies nagaan voor hoeveel kippen hij voer
ontvangt. Dit wil niet zeggen, dat de eieren van
kippen, waar geen voer voor beschikbaar wordt ge
steld, niet ingeleverd moeten worden, zooals veel
pluimveehouders blijken te meenen, er mogen im
mers geen eieren vrij verhandeld worden, dat is
strafbaar. Alle eieren moeten aan de verzamelaars
worden geleverd of men voer voor zijn kippen krijgt
of niet.
Verder deelde de Voorzitter mede, dat er in Zee
land nog veel meer kippen zijn, dan er volgens de
toewijzingen mogen zijn. Ambtenaren van den
Crisiscontróle-dienst hebben bij sommige pluimvee
houders de kippen geteld, indien er meer waren
dan de toewijzing aangaf, werd hun aangezegd, dat
de kippen, die er te veel waren, binnen 34 dagen
weg moesten zijn. Er zijn boeren geweest, die er
eenvoudig een aantal -hebben afgemaakt,dat is
natuurlijk dwaasheid, veel beter en verstandiger is
het, de kippen door een vakman (selecteur) te laten
uitzoeken, dan gaan de slechte kippen eruit en men
houdt de beste legsters over, d'at is in het belang
van de pluimveehouders, van den eierhandel en van
de gemeenschap: De V.P.Z. heeft goede selecteurs
ter beschikking, een briefkaart aan den heer J M.
Slegt, Secretaris V.P.Z. te Goes, en de zaak wordt
geregeld, alleen is het gewenscht, dat meerdere
pluimveehouders, die dicht bij, elkaar wonen, tegelijk
laten selecteeren, want voor ieen klein partijtje^kip
pen kan een selecteur geen groote reis maken.
Het belangrijkste punt voor de vergadering was
evenwel, dat de verzamelaars nu voor het afhalen
van de eieren bij de pluimveehouders kosten in
rekening kunnen brengen. De nieuwe regeling geeft
aan, dat de pluimveehouder de eieren franco aan
den verzamelaar moet 'leveren, en dan moet hem
1,05 per kg eieren worden uitbetaald. De verzame
laars ontvangen van den handelaar, aan wien zy de
door hen opgehaalde eieren moeten leveren 2 ets.
per kg netto.
In Zeeland worden echter de meeste eieren aan
huis opgehaald en nu zou de 'Voorzitter gaarne zien,
dat alle verzamelaars daarvoor eenzelfde bedrag in
rekening brachten. Dat tarief moet zoodanig zijn,
dat het voor de pluimveéhouders billijk is en de
verzamelaars een boterham verdienen.
Tot nu toe was een tarief van 2 ets, als loon in
de distributieregeling vastgelegd, in Zeeland was
destijds op voorstel van den Voorzitter, dit direct
gesteld op 4 ets per kg, deze uitzondering gold
alleen voor Zeeland.
Uit dfe vergadering kwamen voorstellen van 4 tot
en met 10 ets, waarbij bleek, dat op Schouwen en in
Zeeuwsch-Vlaanderen de bezwaren, aan het ophalen
verbonden, het grootst waren.
Tenslotte is overeenstemming bereikt en werd
voor Zuid- en 'Noord-Beveland' en voor Walcheren
een tarief van 5 ets aangenomen, de pluimveehou
ders ontvangen dus daar ƒ,1,02 per kg, en voor
Schouwen en Duiveland, Oost- en West Zeeuwsch-
Vlaanderen van 6 ets, zoodat hier 1,01 per kg
eieren aan huis wordt uitbetaald.
Nadat nog eenige vragen zijn beantwoord, sloot
de Voorzitter met dank aan de aanwezigen voor het
vlotte afwerken der zaken, de vergadering.
CURSUS LANDBOUWWERKTUIGEN.
Op initiatief van de Werktuigencommissie der
Z. iL. M„ zullen op verschillende plaatsen praktische
cursussen van 5 of 6 lessen in landbouwwerktuigen
gegeven worden. Deze cursussen, gegeven door
menschen uit de praktijk, zullen niet alleen inte
ressant doch ook bijzonder nuttig zijn, waarom wij
deze cursussen dan ook in de belangstelling van
onze leden ten zeerste aanbevelen. Voor bijzonder
heden verwijzen wij naar het Landbouwblad van
vorige en deze week. Kosten ƒ1,— per persoon.
v. U.
AFD. NISSE EN OMSTREKEN DER Z. J. L.
Algemeene vergadering op 15 Mei 1941 te
's Heer Abtskerke, om 9 uur (w. t.), in het Café
van J. de Punderd.
1. Voordracht van den heer Jac. Nieuwenhuijze.
2. Bespreking van de vragenbus.
B. A. VAN DIJKE, 'Secretaris.
AFD. MIDDELBURG DER Z. J. L. (GROEP A).
Algemeene vergadering op Dinsdag 20 Mei a.s.,
avonds 8 uur, in het voormalig Militair Tehuis,
Nieuwstraat te Middelburg.
Agenda
1. Inleiding door den heer J. Janse, onderwerp:
„De sociale en economische beteekenis van
den kleinen boerenstand".
2. Mededeelingen door den afgevaardigde van
de Contact-commissie Walcheren, over enkele
onderwerpen die op de vergadering van de
Contactcommissie besproken zijn.
3. Improvisatie.
P.S. Het ligt in de bedoeling op deze vergadering
de contributie te innen. In verband hiermee