a. v. G.
Voor de Vrouw.
BOEKAANKONDIGING.
EINDLES DER 2-JARIGE
LWDBOUWHUISHOUDRUNDE TE KORTGENE
In afwijking- met d'en gebruikelijken vorm van
eïndlessen werd er op 30 April in de nieuwe school
te Kortgene een demonstratieles gegeven. In de
keuken waren de meisjes bezig gerechten te berei
den naar de eischen van dezen tijd, door het publiek
met voldoening geproefd. De andere lokalen boden
den bezoekers leerlingen, die bezig waren met zig
zagmachine of andere naaimoeilijkhedën, eveneens
een tentoonstelling van het genaaide tijdens de cur
susjaren. In den tuin waren de cursisten aan het
zaaien en in een der lokalen aan het verspenen van
bloemplantjes.
Na dit alles heeft de Voorzitter van den Kring
Noord-iBeveland, de heer De Regt, een openings
woord gesproken tot de cursisten, ouders en belang
stellenden. De heer De Regt sprak er zijn spijt
over uit, dat mej. J. A. Kome, leerares-leidster door
ziekte verhinderd was deze eerste eindles infihet
nieuwe gebouw mee te maken. Mej. F. de Kat,
ieerares in de naaldvakken en daarna de heer Evers-
dijk voor land- en tuinbouw, stelden de cursisten
eenige vragen, waarna door de presidente van de
Commissie van Toezicht, mevr. De VosTazelaar
de diploma's werden uitgereikt aan:
Marie de Bruine te Kats, Tannie van Damme te
Wissenkerke, Mies Hanson te Colijnsplaat, Jose
phine van Halst te Wissenkerke, Adrie Hartog t# 1
Colijnsplaat, Lien de Jonge te Wissenkerke, Ger-
da de Koster te Colijnsplaat, Jannetje Mullié te
Cats, Jenny Noordhoek te Kortgene, Marie Re-
medjnse te Kamperland, Fiena Tazelaar te Colijns
plaat, Corrie Wisse te Kamperland, Marie v. d.
Weele en Willy v. d. Wieele te Wissenkerke.*
Wethouder Woltse feliciteerde alle leerlingen
namens het gemeentebestuur en heeft voor de
school alle medewerking toegezegd. Burgemeester
Schuijt was door ziekte afwezig.
Wegens drukke werkzaamheden waren Mr. P.
Dieleman en Ir. J. D. Dorst, verhinderd aanwezig
te zijn.
Een der leerlingen bood namens hen een Delftscb
bord met herinnering aan dezen cursus aan voor
versiering van de school.
Alle leerlingen gaven zich op voor den bond van
oud-leerlingen.
Deze eindles mag als een geslaagde middag
gerekend worden. De nieuwe cursus is weer met
18 leerlingen begonnen.
Wat heeft nu één en ander te beteekenen voor de
agrarische onderneming? Hoe staat deze tegen
over het vraagstuk der solvabiliteit? Ons ant
woord hierop is, dat de agrarische onderneming
geen uitzonderingspositie inneemt en, ten aanzien
van dit vraagstuk, met andere ondernemingen in
één adem kan worden genoemd.
Natuurlijk is hiermede niet beweerd, dat er geen
verschillen zijn, maar de hoofdzaken zijn dezelfde.
We zullen dit solvabiliteitsvraagstuik eens nader
bezien, aan de hand van de volgende balans eener
agrar^cne onderneming.
Balans per 30 April 1941.
Debet
Onroerende goederen 50.000,
Inventaris bedrijf 10.000,
Banksaldo 5.000,
Kas en Giro 2.000,
Overname-som 10.000,,
DE SOLVABILITEIT DER AGRARISCHE
ONDERNEMING.
Weer een woord van uitheemsohe herkomst in
den titel van het onderwerp. Het doel hiervan is
reeds meermalen aangegeven. Het woord solvabel"
beteekent ,,in staat om te betalen". We zouden
dus, als we het opschrift van dit stukje in zuiver
Nederlandsche taal wilden weergeven, kunnen
spreken van het vermogen om te betalen", „de
bet aalkracht".
Nu moet deze solvabiliteit niet verward worden
met de liquiditeit, waarover we een vorige maal
schreven.
Bij de solvabiliteitsbeoordeeling vraagt men zich
af, hoe de enderneming haar verplichtingen zal
kunnen nakomen, indien ze door omstandigheden
genoodzaakt zou worden haar .bedrijf te staken.
Immers, ook als de onderneming liquideeren moet,
zal degene, die aan de onderneming gelden leende,
deze willen terugontvangen.
'Hoe zullen we nu de solvabiliteit der onderneming
onderzoeken? Het antwoord moet luiden: „aan de
hand van haar balans". We zullen moeten nagaan,
of er ëen overwaarde is van de bezittingen boven
de schulden aan derden. Pas als dat het geval is,
noemt men de onderneming solvabel.
Zijn de bezittingen minder waard dan de schul
den aan derden, dan noemt men de onderneming
insolvabel.
Nu is het lang niet altijd eenvoudig, om de sol
vabiliteit te beoordeelen. Op de balans eener on
derneming komen vogels van zeer onderscheiden
pluimage voor en het vereischt bepaald een goede
dosis deskundigheid,, om hier kaf van koren te
scheiden. iEen balans van een levenskrachtige
onderneming kan posten bevatten, die volkomen
reëel zijn en tegen opname waarvan op de balans
geenerlei bezwaar bestaat, maar soortgelijke pos
ten op de balans eener onderneming in liquidatie,
moeten geheel anders worden beoordeeld.
We denken hier aan een post als Oprichtings
kosten.
Nu hangt de solvabiliteit eener onderneming tot
op zekere hoogte met de liquiditeit samen. Toch
is het izeer goed mogelijk, dat een onderneming
solvabel, maar niet liquide is. Dit verschijnsel
demonstreert zich niet zelden in het verschijnsel
der surséance van betaling. Het lijkt dan zoo, dat
door opschorting der betalingsverplichting, de be
langen der schuldeischers zijn gediend. Als over
weging zal mede vaak gelden, dat een gedwongen,
geforceerde verkoop tot een voor vele activa lagere
verkoop-oplbrengst leidt, die ook de solvabiliteit in
gevaar zou kunnen brengen.
Credit.
Hypotheek
Geldleening onder borgtocht
Loopende schulden
Kapitaal
77.000, -
35.000,—
15.000,—
1.000,—
26.000,
77.000,
Als we deze balans onveranderd in onze bereke
ning opnemen, zien we, dat de bezittingen de schul
den aan derden met ƒ26.000 overtreffen. Zoo een
voudig is de zaak echter niet. Balanslezen is een
moeilijk werk.
Laten we de verschillende balansposten eens
nade# bespreken.
Onroerende goederen.
Dit bezit bestaat uit 15 ha gronden en gebouwen,
welke gekocht zijn voor 50.000 en steeds voor dit
bedrag op de balans zijn opgenomen. Waarom men
dit deed, doet voor ons geval niet ter zake.
Nu we echter de solvabiliteit moeten beoordeelen,
b.v. omdat deze onderneming ƒ10.000 leenen wil,,
moet de werkelijke verkoopwaarde op 30 April 1941
worden vastgesteld. Laat ons aannemen, dat deze,
volgens deskundigenrapport, bedraagt 4^).000.
Bed rijf sinventaris.
Dit is een zeer moeilijke post. Tal van onder-
de el en, die in het bedrijf goed gebruikt kunnen wor
den, hebben een zeer lage verkoopwaarde bij gefor-
ceerden verkoop. Bij liquidatie komen vaak „uit-
verkoopprijzen" voor den dag. Een tamelijk nauw
keurige taxatie komt tot een verkoopwaarde van
7000.
Overnamesom.
Dit bedrag is betaald bij overname van het be
drijf. Het is een soort uitkoopsom, die door af
schrijving over meerdere jaren moet worden ver
deeld. Een reëel actief voor de,bepaling der sol
vabiliteit is het echter niet. Het is z.g. immate-
rieele activa, die voor de bepaling der solvabiliteit
buiten beschouwing moet blijven.
Als we nu de balans na deze wijzigingen opstel
len, krijgen we het volgende beeld:
Gecorrigeerde balans per 30 April 1941.
Debet.
Onroerende goederen 40.000,
Inventaris bedrijf 7.000,
Banksaldo 5.000,—
Kas en Giro 2.000,
Credit.
Hypotheek
Geldleening onder borgtocht
Loopende schulden
Kapitaal
54.000,—;
35.000,—
15.000,—
1.000,—
3.000,—
54.000,—
We krijgen nu een geheel ander beeld. Het blijkt,
dat de onderneming solvabel is, maar, er is slechts
een overwaarde van 54.000 51,000 3000.
Nu wil de onderneming 10.000 leenen. Brengt
dit verandering?
Op het moment der leening (b.v. 30 April 1941)
niet. Immers de geldmiddelen stijgen, b.v. het
banksaldo tot ƒ15.000 en de schulden aan derden
eveneens. Het kapitaal blijft dus ongewijzigd
3000.
Toch is wel iets veranderd.
Vóór de geldleening bedroeg de overwaarde in
procenten van de totale schuld
3000
X 1 5.9
510
na de geldleening bedraagt deze echter maar
3000
X 1 4.9
610
De kans op volledige uitkeering bij een eventueele
liquidatie is dus gedaald.
Nu zijn er hier nog tal van vragen te stellen. We
willen er thans enkele noemen en deze een vol
gende maal nog nader bespreken.
a. Welke beteekenis moet er aan worden toege
kend, dat de onroerende goederen voor 87 V2 met
hypotheek zijn belast?
b. Hoe staat het met de soliditeit der borgen?
c. Wat wil de onderneming met de nieuw te
leenen 10.000 doen
We hopen hierop een volgende maal nog terug te
komen.
B. van Asperen Vervenne. Hoe ka.n ik zelf kip
pen houden?
Bij de Uitgeversmaatschappij W. de Haan N.V.
te Utrecht is bovenvermeld werkje verschenen, dat
bedoelt te zijn een handleiding voor kleine kippen
houders.
Het werkje, dat vooral voor den leek op pluim-
veegebied zeen- veel wetenswaardigs bevat, is ge
schreven met het oog op de bijzondere omstandig
heden. waarin de voedselvoorziening van ons land
als gevolg van den oorlogstoestand is gekomen.
In het boekje wordt op zeer bevattelijke wijze
uiteengezet, welke fouten op het gebied der voeding
en huisvesting der hoenders worden gemaakt, zeer
tot schade van de productie dezer dieren.
'Het werkje is met vele afbeeldingen verlucht en
ikan door de beknopte en overzichtelijke wijze van
behandeling der stof dan ook ten zeerste ter lezing
worden aanbevolen. Het is in iederen boekhandel
verkrijgbaar. Prijs ƒ0,80.
Dooi- de Algemeene Vergadering van de Maat
schappij voor Diergeneeskunde, gehouden op 18
October 1940, is een Commissie ingesteld ter bestu
deering van de tubercuiose-bestrijding.
Het rapport van déze Commissie is thans ver
schenen. Van dit belangrijke rapport geven iwij
onderstaand de conclusies weer. Deze luiden als
volgt
1. Alle rundvee van de aangesloten bedrijven
boven den leeftijd van 6 maanden wordt minstens
éénmaal per jaar bij voorkeur door middel van de
intradermale tuberoulinatie onderzocht.
2. Alle onderzochte dieren moeten goed geïden
tificeerd zijn of van een doeltreffend merk voor
zien, zoodat besliste onderkenning steeds mogelijk
is. Zooals de stand van zaken tot nu toe is, zullen
daarvoor de oormerken het meest in aanmerking
komen.
3. Nieuw aan te schaffen dieren mogen niet in
den veestapel worden opgenomen dan nadat zij
intradermaal getuberculineerd zijn, waarbiji blijkt,
dat zij niet lijdende zijn aan tuberculose of nadat
uit een garantiebewijs gebleken is, dat zij vrij zijn
van tuberculose. Dit garantiebewijs moet afgegeven
zijn door een dierenarts; het mag, wanneer het
dier afkomstig is van een niet-tuberculose-vrije stal,
niet ouder zijn dan 6 weken, terwijl wanneer het
dier rechtstreeks afkomstig is van een tuberculose-
vrijen stal, het niet ouder mag zijn dan 6 maanden.
Het zal noodig zijn, dat de inrichting van die garan
tiebewijzen aangegeven wordt door de Rijksbestrij-
ding, terwijl voor de beide soorten van bewijzen een
verschillende kleur vastgesteld wordt.
4. Zoo spoedig mogelijk na de tuberoulinatie of,
zoo deze in de weide reeds heeft plaats gehad, zoo
spoedig mogelijk na het opstallen, heeft het klinisch
onderzoek plaats van alle reageerende dieren en van
de niet-reageerende verdachte dieren. Van al deze
dieren wordt, hetzij met de bekende sputumvanger,
hetzij door middel van de tracheaai-canule getracht
sputum te verkrijgen. Daarenboven worden dé
andere se- en excreta verzameld, waartoe het kli
nisch onderzoek aanleiding geeft.
5. Na het ontdekken van een open lijder moet
deze spoedig, in elk geval 'binnen 8 dagen, worden
geslacht, terwijl hij in afwachting daarvan afgezon
derd wordt en gemerkt wordt met 2 gaten in het
linker oor. De standplaatsen en de omgeving daar
van moeten worden ontsmet. Het is verboden deze
koeien op de markt te brengen.
6. De reactiedieren worden afgezonderd van de
niet-reageerders gestald. Indien de mogelijkheid
bestaat deze afscheiding ook in de weide toe te
passen, zal dat zeer zijn toe te juichen.
7. Zooveel mogelijk worden de reactiedieren
bestemd om gemest te worden, zoodat zij spoedig
naar de slachtbank gebracht kunnen worden.
8. De tuberculose-vrije opfok van het jonge vee
moet volkomen gewaarborgd zijn.
9. Er worde een hoogere melkprijs vastgesteld
voor de melk, die afkomstig is van tuberculose-vrije
stallen.
Voor de bestrijding der rundveetuberculose wor
den de volgende richtlijnen aangegeven:
1. In daarvoor naar het oordeel van den Vee
artsenijkunde gen Dienst geschikte gebieden worde
de geheele rundveestapel in de bestrijding betrok
ken door verrichte aansluiting bij een bestrijders-
organisatie.
Deze uitbouw der bestrijding heeft tot einddoel
een algemeen verplichte bestrijding.
In bovengenoemde gebieden dienen, behalve het
onmiddellijk slachten van de lijders aan open tuber
culose, maatregelen te gelden waardoor positief
reageerende dieren onschadelijk worden gemaakt
door:
a. afslachting; b. eliminatie, of c. isoleering.
Deze modus verdient de voorkeur boven veteri
naire politiemaatregelen, omdat eerstgenoemde
automatisch de registratie van alle rundvee en het
onderzoek van ingevoerde dieren met zich brengt.
2. Het is noodzakelijk, dat op besmette bedrijven
buiten bovengenoemde gebieden de bestrijders ver
plicht worden tot het nemen van de noodig geachte
hygiënische maatregelen, behoudens beroep op de
daarvoor door de organisaties aan te wijzen instan
ties of op den Inspecteur.
3. Het is wenschelijk, dat terzake het gebruik
van tuberculine worde vastgesteld, dat deze stof
alleen mag worden gebruikt door of onder verant
woordelijkheid van dierenartsen en voor weten
schappelijke doeleinden.