Redactioneel Gedeelte Ruilverkaveling in den Kruiningen- en Olzendepolder. „NEDERLAND VOEDT ZICHZELF!" VEREENIGINGSWEZEN. wers en landarbeiders van 18 jaar en ouder. Het lesgeld bedraagt ƒ1— per deelnemer. Maximum aantal leerlingen voor één cursus be draagt 12, Bij voldoende deelname zal getracht worden in eiken Kring der ,Z. L. M. een cursus te doen geven. De navolgende personen hebben zich bereid ver klaard als cursusleider op te treden: St. Philiipsland: A. J. Cuelenaere te Steenbergen. iZuiddBeveland: fa. Schipper te Goes. Noord-Beveland: G. (P. Leendertse, Kamperland. Walcheren: J. Cuzee, N. en St.-Joosland. Kring Axel: A. Schieman, Axel. Kring Hulst: Th. Weemaes, Kloosterzande. Voor de niet-genoemde kringen wordt nader over legd wie als cursusleider zal worden aangewezen, zoodat verwacht kan worden, dat ook daar geschik te personen bereid zullen worden gebonden als cursusleider op te treden. Daar verwacht mag worden, dat voor deze bij uitstek practische cursussen in. de practijx belang stelling zal bestaan, geve men zich voor het volgen van een cursus zoo spoedig mogelijk op. Opgave Nvordt ingewacht bij Ir. J. Versteeg Land'bouwhuis, Goes, met vermelding van naam en woonplaats deelnemer, benevens eventueele voor keur voor een bepaalden dag. .y. Indien zich meer deelnemers opgeven, dafl op één cursus kunnen worden geplaatst, zullen zoo moge lijk parallelcursussen worden gegeven. De aangif ten worden echter naar volgorde "Van binnenkomst behandeld. Men geve zich dus per omgaande op. 1 Onder leiding wan den Voorzitter Van het college van Gedeputeerde Staten, is op 30 April' j.l. te Kruiningen een bijeenkomst vail landeigenaren ge houden ter bespreking van eén pQan tot ruilverka- veling in het waterschap Kruiningen-, Olzende- en St. Pieterspolder (totaal ca 1500 ha). Voor deze bijeenkomst bestond groote belangstelling-, onge veer 200 belanghebbenden waren op de vergadering aanwezig. Verschillende punten, welke reeds vroeger zijn besproken, werden opnieuw toegelicht en leverden weinig nieuwe gezichtspunten op. Van belang is, dat op deze vergadering het defi nitieve blok van de ruilverkaveling werd vast gesteld, n.l. de polder Kruiningen en de Nieuw- Olzendepolder, wat dus beteekent, dat de Molen polder was 43 ha, die aanvankelijk wèi in het ruilverkavelingsplan was opgenomen, met het oog op den waterafvoer van den Olzendepolder van het plan werd afgevoerd. Nu 't gebleken is, dat de capaciteit van 't nieuwe gemaal in den Kruiningenpolder niet voldoende is om ook het water uit den Nieuw-Olzendepolder in voldoende mate af te voeren, zal een oplossing- worden gezocht door den waterafvoer te doen plaats vinden door een nog te maken duiker, welke aansluit op de watérlossing in het waterschap de Breede Watering bewesten Ierseke. Het spreekt vanzelf, dat hierover nog overleg moet worden gepleegd met voornoemd Waterschap en het college van Gedeputeerde Staten. Nadat de plannen volledig waren toegelicht werd tot stemming overgegaan, waarbij slechts 35 stem men, met totaal 66 ha, tegen de plannen tot ruil verkaveling werden uitgebracht. Hoewel het bekend was, dat de belanghebbenden van oordleel waren, dat, indien deze vrijwillige ruil verkaveling zou zijn afgestemd, er eenige kans bestond, dat tot een verplichte ruilverkaveling- zou worden overgegaan, is niettemin het resultaat van deze stemming alleszins bevredigend. Wij stem men dan ook met het besluit, dat in deze vergade ring is genomen, van harte in. Wij zijn van meening, dat door de uitvoering van deze ruilverkavelingsplannen de uitkeering van de groote schade, die de inundaties in dit gebied in November 1939 en Mei 1940 hebben teweeggebracht, op de beste wijze zal kunnen worden geregeld. Het ligt in de bedoeling, dat de gedupeerde grond gebruikers en arbeiders zooveel mogelijk als vrije arbeiders bij de ruilverkaveling zullen worden tewerk gesteld. Het zou in hooge mate onbillijk zijn, indien het anders ware. Een plaatselijke commissie voor de ruilverkave ling zal door het College van Gedeputeerde Staten worden benoemd. De uitvoering der werkzaamheden zal volgens de opgestelde plannen omstreeks 3 a 4 jaar duren, wanneer althans de onzekere tijdsomstandigheden geen vertraging voor het werk meebrengen. Dit is de tweede ruilverkaveling in Zeeland welke sedert de invoering der ruilverkavelings,wet tot stand zal komen. Het eerste ruilverkavelingsobject was de Pau- luspolder, groot 502 ha, nu wordt met den Kruinin gen- en Nieuw Olzendepolder begonnen, terwijl ver wacht wordt dat, volgens een mededeeling "van den Directeur van den Cultuurteohnischen Dienst, nog aan het eind van dit jaar gestemd kan worden over de ruilverkaveling van de Iersekesche Moer. Voorts is ons bekend, dat de plannen tot ruilverka veling in het waterschap de Vier Bannen op Schou wen, ter groote van 2491 ha, zich eveneens in een vergevorderd stadium van voorbereiding bevinden. Wij zijn van meening, dat de uitslag van de stem ming voor de ruilverkaveling van den Kruiningen- en Nieuw Olzendepolder mede van invloed zullen zijn op de in voorbereiding zijnde plannen voor de verkaveling van tde Iersekesche Moer en de Vier Bannen. Wij willen deze beschouwing niet beëindigen, alvorens een woord van erkentelijkheid te hebben uitgesproken voor den krachtigen steun en mede werking, Welke werd verkregen van eenige personen en instellingen, die er veel toe hebben bijgedragen, dat deze ruilverkaveling tot stand kon komen. In het bijzonder willen wij hierbij noemen de heeren Ir. F. P. Mesu, Directeur van den Cultuurtechnischen Dienst beneven Ir. J. D. Dorst, Provinciaal Voed- selcommissaris voor Zeeland, vertegenwoordiger van het Bureau Ontruiming van het Rijksbureau voor de Voedselvoorziening. Produptieslag-1941. De vergaderingen, waarin de gewestelijke com missies zijn geïnstalleerd, zijn door Dr. Posthuma met de volgende rede geopend: Het is U allen bekend, dat de heer Rijkscommis saris voor het bezett* gebied in Nederland een Commissie ingesteld heeft ter ondersteuning van de maatregelen, getroffen voor de regeling van de landbouwproductie en dat als leden daarvan aan gewezen zijn de voorzitters van den Christelijken Boeren- en Tuindersbond; den Katholieken Nederl. Boeren- en Tuinders- bond; het Nederlandsch Agrarisch Front; het Nederlandsch Landbouw-Comité; en dat ik uitgenoodigd ben om als voorzitter van deze Commissie op te treden. Zal deze Commissie de haar opgedragen en door ieder harer leden aanvaarde taak, met de grootste kans op welslagen, vervullen, dan behoeft zij daar bij den steun van het geheelg xNederlandsche volk en hiervan in de eerste en voornaamste plaats van alle boeren en tuinders. Met deze opvatting is in overeenstemming, dat ik het voorzitterschap dezer Commissie beschouw als een mijaopgelegden plicht, die ik met al de mij geschonken gaven van Kunnen en Kennen hoop te volbrengen. Sinds het aanvaarden van het voorzitterschap was ik viermaal gewillig medespeler in een vragen- en antwoordens^ël met een vertegenwoordiger van de pers en ik mag dus wel veronderstellen, dat mijn opvattingen ter zake v(an wat genoemd is: „De Productieslag-1941" bekend zijn. De Commissie werd Vrijdag, 21 Maart 1941, door den Landesbauernführer Graf Grote geïnstalleerd, vergaderde voor de éérste maal Woensdag, 26 Maart 1941. Als Voorzitter had ik Dinsdag, 1 April j.l. een bespreking met ieder der Secretarissen van de Centrale-Landbouworganisaties en op denzelf den dag met alle productiecommissarissen, die door den Directeur-Generaal' van den Landbouw, Ir. Roe broek, waren samengeroepen. In deze bijeenkomst waren ook aanwezig Oberregierungsrat von der Wense en de drie inspecteurs van het departement van Landbouw en Vissoherij, de heeren Veenstra, Van der Plassche en Leignes Bakhoven. Op Dins dag, 8 April, vergaderde de Commissie voor de tweede maal, in welke bijeenkomst ik den leden de door mij opgestelde richtlijnen met toelichting heb overhandigd. Op denzelfden dag zijn deze richtlijnen met toelichting voor de bij dit bureau aangesloten pers doorgegeven aan het A.N.P. en rechtstreeks toegezonden aan vijf en twintig land bouwbladen. Heden, 21 April, mag ik dus wel aannemen, dat U allen bekend is wat in richtlijnen en toelichting staat en aangezien de eerste richtlijn den voorzit tersleden der Commissie opdracht geeft zich door middel van het orgaan zijner vereeniging op zijn eigen wijze en geheel volgens eigen inzicht tot de leden zijner vereeniging te wenden om aan dezen duidelijk te maken waarom naar zijn meening de Productie-slag noodig is, twijfel ik niet of deze artikelen zijn heden verschenen en ieder Uwer zal althans het woord van den voorzitter der eigen organisatie gelezen hebben. Uit de richtlijnen en toelichting- zult gij vernomen hebben, dat ik van meening ben, dat het doel: „den Productieslag-1941" te winnen en daardoor den toestand „Nederland voedt zichzelf" te berei ken, een organisatie eischt. E>en leger moet wor den gevormd. Ik heb daarvoor dertien gewestelijke organen ingesteld, welke in overeenstemming met de „Commissie Dr. Posthuma" zijn opgebouwd. Ieder der vier landbouworganen, waarvan de Voor zitter lid is dezer Commissie, wijst voor ieder ge westelijk orgaan een persoon aan en aan ieder gewestelijk orgaan voeg ik een voorzitter toe. Het gewest Limburg maakt hierop een uitzondering, daar in deze provincie de Katholieke Boeren- en Tuindersbond en het Agrarisch Front de eenige landbouworganen zijn. Ieder gewestelijk orgaan heeft als eerste taak het haar toevertrouwde gewest in streken te ver- deelen en voor ieder dezer streken een orgaan in te stellen. Ook hier moet, waar dit mogelijk is, de samenwerking van voorzitters van afdeelingen van de vier hoofdorganen op den voorgrond staan, doch bij meeningsverschillen beslist de voorzitter van het gewest. Ieder streekorgaan heeft als eerste taak in de haar toevertrouwde streek, in de dorpen een ver tegenwoordiging in te stellen. Ook hierbij moet weer de samenwerking, hiervoor nader omschre ven, richtsnoer zijn. Zal er van winnen van den „iProductieslag-1941" sprake zijn, dan moet de geheele organisatie sneller opgebouwd worden dan men dat in de landbouw organisaties gewoon is, doch ik doe een ernstig beroep op ieder om ten volle mede te werken. Ik acht mij gerechtigd dit beroep op ieder te doen om de volgende reden. Bij den „Productie-slag 1941" gaat het in de eerste plaats om voldoende voedsel voor het Neder- landsche volk in het jaar 1941 en den winter '41'42. Aangezien ook dieren de menschen hel pen voeden, is bij het hier bedoelde doel van den „Productieslag" ook het verkrijgen van voeder voor de dieren inbegrepen. Ziedaar waar het bij den „Productieslag-1941" in de eerste plaats om gaat, want het Nederlandsche volk moet leven en dus zich kunnen voeden, doch dit is niet het eind doel. Na 1941 komen andere jaren en dan moet Nederland zich zelf ook voeden. Doelbewust zullen allen, die daartoe het hunne kunnen bijdragen, moe ten streven naar voeding van mensch en dus ook dier, uit eigen bodem. Slechts dan als dit verkregen of althans zooveel mogelijk benaderd is, kan Neder land zich als een vrij land voelen en door andere landen als zoodanig worden geacht. Of Nederland het zoover zal kunnen brengen? Met mijn kennis van zaken vermeen ik deze vraag bevestigend te mogen beantwoorden en een ernstige studie zal spoedig een afgerond antwoord kunnen geven. Zooals de gegevens er nu liggen, zie ik den toe stand aldus: in sommige takken van den landbouw en dan denk ik aan de veefokkerij en de zuivel bereiding en in den tuinbouw, misschien in zijn ge heel en anders in vele onderdeelen, verwacht ik een overschot boven de behoefte in eigen land en dit is natuurlijk noodig, opdat wij hetgeen wij van andere' landen ontvangen, zullen kunnen betalen. Hoe de toestand thans ook is, ik herhaal: Er zal doelbewust gestreefd moeten worden naar dekking van de voledselbehoefte in Nederland uit eigen bodem, opdat Nederland een vrij land kan blijven, misschien is het beter te zeggen: worden. Levert de voornoemde studie een tekort op een of ander gebied, en ik denk dan in het bijzonder aan vee voeder, dan zullen onze overschotten als betalings middel kunnen worden gebruikt. In weinig woorden schetste ik hier het groote doel, tot het bereiken waarvan de „Productieslag- 1941" de eerste stap moet zijn. Misschien is hier te herinneren aan: „du sprichts ein groszes Wort ge- lassen aus" en toch: zoo moet het komen! Thans komende tot mijn taak voor heden, te weten het bevestigen van ieder Uwer als lid eener gewestelijke commissie, wensch ik U nog iets te zeggen over de taak, die U wacht. Tot het voeren van den „Productieslag-1941" is besloten toen de wintergewassen een deel der akkers dekten. Voor het overige waren deze groo- tendeels zaai- en pootklaar en het zaaiplan gereed. Voor het verkrijgen van een behoorlijke productie waren er ernstige moeilijkheden. De Kunstmest- positie was niet zoo als men haar zou wenschen, de paardentractie was belemmerd en de motortractie kon zeker beter zijn. Ook het verkrijgen van arbeidskrachten levert bezwaren op. Misschien zijn er hier en daar nog andere moeilijkheden. Uwe taak is nu om trots deze moeilijkheden den „Productieslag-1941" te winnen. Door het aanvaar den, daartoe ieder aangewezen door zijn eigen or ganisatie. van het lidmaatschap eener gewestelijke commissie, aanvaardt ge den plicht om U voor dit winnen met Uwe geheele persoonlijkheid in te zet ten. Het zal niet gemakkelijk zijn die taak te vol brengen, doch des te schooner is de overwinning. Over de hulpmiddelen voor de vervulling van Uw taak sprak ik heden uitvoerig voorzoover het de organisatie betreft, waarvan gij deel uitmaakt en schreef ik U in de richtlijnen: betere mestbewaring, meer ensileeren en het grasdrogen. Ten aanzien van elk ander hulpmiddel ben ik open voor Uw raadgevingen. ASSURANTIEVEREEN. „HELPT ELKANDER" TE SEROOSKERKE (W.). Maandagmiddag werd te Middelburg jaarverga dering gehouden van de assurantiever. „Helpt elkander", gevestigd te Serooskerke (W.), onder leiding vaci den voorzitter, den heer L. Maas. Uit het financieel verslag van de penningmeester bleek, dat het boekjaar 1940 als gunstig kon wor den beschouwd. Aan brandschade werd uitbetaald bijna ƒ2100. Aangekocht werden 61 Iffa Minimax- brandbluschapparaten, zoodat met deze 189 appa raten over Walcheren zijn gedistribueerd. Niet tegenstaande dezen aankoop kon de premie voor 1940 gehandhaafd worden op 50 cent per 1000 verzekerd kapitaal eu was nog een mooi bedrag als saldo over te maken bij de reserve. Uit het jaarverslag bleek, dat ultimo December de vereeniging 2183 leden telde, met een vyrzekerd kapitaal van 13.655.726. Het aftredend bestuurslid, de heer P. Kesteloo, en eveneens de aftredende commissarissen, de hee ren A. van Dis, C. de Nood, H. M. v. d. Putte en P. Vetihage Mz., werden allen herkozen. Een bestuursvoorstel, om in principe als lid toe te treden tot de Federatie van Onderl. Brandwaarb. Maatschappijen in Nederland, werd z. h. st. aange nomen. Nog werd aangenomen een voorstel uit de boezem der vergadering, waarbij verzekerden, die

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1941 | | pagina 4