Verder kan loodarsenaat vervangen worden door kiezelfluorbarium. Dit middeL hecht minder goed aan de gewassen era regent dus gemakkelijker af. Het wordt verspoten ira 0,4 in de sproeimachine, waarmee dit verspoten wordt, dient een goede roer inrichting aanwezig te zijn, daar kiezelfluorbarium snel bezinkt. Het kan vermengd mei* Bord. of Cal. pap verspoten worden. Ook Bariumchloride kan loodarsenaat vervangen, maar heeft ook het be zwaar, dat het vrij snel afregerat. TJitvloeiers zijn nog verkrijgbaar, zoodat hier voor geen vervangrafiddelen gebruikt behoeven te worden. Zeep wordt echter voor de. ziektebestrij ding niet beschikbaar gesteld, misschien wel ver mengd met bepaalde bestrijdingsmiddelen. Om schade door koolvliegmaden te voorkomen "kan gebruik gemaakt worden van koolkragen, die direct na het planten der ,kool worden omgelegd. Ter bestrijding van emelten, die vooral op ge scheurd grasland veel sobade kunnen doen, kan ge bruik gemaakt worden van zemelen vermengd met Parijsch groen, voorzoover men dit laatste nog in voorraad heeft. Heeft men geen Parijsch groen, dan kan men dit vervangen door kiezelfluorbarium. Per 25 kg zemelen gebruikt men van dit laatste middel IV2 kg, hetgeen voldoende is voor 1 ha. Uit het bovenstaande blijkt, dat ziektebestrijding in den tuinbouw, in verband met de beschikbare middelen zeer zeker nog mogelijk is. Wil men zijn bedrijf dus op peil houden en trachten een zoo hoog mogelijke opbrengst van gave producten te ver krijgen, dan bestaat daartoe de gelegenheid. Mocht men verdere inlichtingen over de ziekte bestrijding wenschen, dan kunnen deze verkregen worden bij den Ambtenaar van den Plantenziekten- kundigen Dienst te Goes. P. Rectificatie In het vorig nummer werd in dit artikel geschre ven onder de kopermiddelen, over koperoxychlozuur preparaten, dit moet zijn koperoxychloruur. P. F.Z.T.O.-NIEUWS. Collectieve aankoop selderie-planten. De F.Z.T.O. besloot, indien noodig, collectief sel derie-planten aan te koopen. Daar het ons bekend is, dat in Zeeland door som mige telers een groot kwantum selderie-planten wordt geteeld en reeds velen bij deze telers recht streeks planten hebben besteld, vermoeden wij, dat het niet noodig zal zijn om planten uit andere pro vincies' te laten komen. Zij, die zich niet van het benoodigde aantal sel derie-planten kunnen voorzien, worden geadviseerd vóór 15 Mei a.s. bij het Secretariaat het benoodigde aantalplanten op te geven. De F.Z.T.O. zal dan be middelend optreden. „Afd. Groen tenteelt Walcheren" der F.Z.T.O. Op Walcheren is thans een afdeeling groenteteelt gevormd voor de F.Z.T.O.-leden. Een ieder, die groente teelt voor den handel, kan zich als lid laten inschrijven. Det Bestuur wordt gevormd door de heeren: P. Brand, A. H. Geertse, K. Janse, P. v. d. Putte, P. Ton en M. Wattel. De volgende zaken zullen in het eerste vereeni- gingsjaar de bijzondere aandacht hebben: De bemesting en het grondonderzoek; De combinatie teelt De rassen en variëteiten. Verder zal er voor de ziektebestrijding op elk dorp een correspondent aangewezen worden. Ook zal een spuitdienst worden georganiseerd. Iedere groenteteler kan de volgende gewassen laten bespuiten: Koolplantenbedden (tegen koolgalmug), uitge- plante kool (tegen koolgalmug en rupsen), selderie (tegen roestziekten) aardbeien (tegen bladvlekken- ziekten), aardappelen (tegen 't kwaad en kevers). Zij, die de bovengenoemde gewassein willen laten bespuiten, kunnen dit opgeven bij den Secretaris van de vereeniging, waarvan zij lid zijn en bij het Secretariaat der F.Z.T.O. Nadere mededeelingen zullen spoedig gedaan, worden. De Secretaris, M. WATTEL. HET ONTSMETTEN VAN TUINBOUWZADEN. Hoewel het programma van het zaadontsmetten, zooals dit in het vorig nummer van dit blad is aangekondigd, nog niet geheel is afgewerkt, kan er toch, terwijl wij dit schrijven, reeds een en ander over worden medegedeeld. Op verschillende plaat sen is de belangstelling hiervoor werkelijk goed te noemen, terwijl op één plaats enorm veel zaad werd behandeld. In Góes en Middelburg echter is de deelname buitengewoon slecht geweest, hoewel in de om geving dier plaatsen toch veel groentezaden wor den uitgezaaid. Moet deze geringe deelname be schouwd worden als een onverschilligheid, of zag men op tegen de geringe moeite om met het zaad naar de veilingsg^bouwen in die gemeenten te komen, die voor dit doel belangeloos ter beschik king werden gesteld? Of is het mogelijk de onbe kendheid met het doel der ^aadontsmetting Wij weten het niet. Tegen de beide eerstgenoemde oor zaken is onzerzijds weinig te doen* maar mocht onbekendheid de oorzaak zijn, dan willen wij gaarne hieronder over het zaadontsmetten nog het een en ander mededeelen, hoewel hierover in dit blad ook meerdere malen geschreven is. Onder zaadontsmetting wordt verstaan het zui- veren en onschadelijk *maken van een •besmetting. Voor dit doel wordt Jiet zaad behandeld met een chemische stof om eventueel op het zaad aan wezige schimmelsporen te dooden. Men kan het zaad met de ontsmettingsstof droog of nat behan delen. Het droogontsmetten heeft het voordeel, dat het zaad na de behandeling niet terug gedroogd moet worden, wat bij het natontsmetten wel noodzake lijk is. Bovendien kan het droogontsmette zaad niet weer opnieuw besmet worden, door den zak of zaaimaohine, hetgeen bij het natontsmetten wel het geval is. Het droogontsmetten wordt in een ronddraaiende trommel gedaan en duurt ongeveer 10 minuten. Men kan 'het zaad niet met droog- ontsmettingsmiddelen omscheppen, omdat dit zeer gevaarlijk is. Het poeder, dat zeer fijn is, is boven dien zeer giftig, ook wanneer dit ingeademd wordt. Het natontsmetten duurt gewoonlijk langer, maar heeft bij de onderdompelingsmethode, waarbg het zaad met de zakjes in de vloeistof wordt gehan gen, het voordeel, dat meer partijtjes zaad tegelijk kunnen worden behandeld. Moet het natontsmette zaad niet dir^pt uitgezaaid worden, dan mo^J dit absoluut worden teruggedroogd. Droogontsmet zaad kan eenigen tijd bewaard blijven, maar moet absoluut droog bewaard wor den. Dit droog ontsmette zaad kan echter niet vcorgekiemd worden, zooals men dat b.v. doet met spinaziezaad, dat in een linnen zakje vochtig wordt gemaakt en dan op een warme plaats wordt opge hangen. Wordt dit wel gedaan, dan krijgt men kiembeschadiging. Het droogontsmettingsmiddel werkt eerst, wanneer dit met vocht in aanraking komt, zooals dit het geval is, wanneer het zaad aan de vochtige aarde wordt toevertrouwd. Verder dient frop gewezen te worden, dat het aanbeveling verdient, bij zaaien vain droogóntsmet zaad, als b.v. boonen, die met de hand gelegd wor den, handschoenen aan te doen, omdat anders de handen min of meer vochtig worden en de bijtende middelen dan ook op de huid inwerken, vooral aan de toppen der vingers onder de nagels. Tijdens het zaaien dient men er ook voor te zorgen, dat geen ontsmettingsstof wordt ingeademd. Helpt het ontsmetten nu tegen alle ziekten, werd door verschillende personen gevraagd. Dit is niet het geval. Tegen insecten helpt dit, met een enkele uitzondering, niet. Wel helpt het echter tegen verschillende kiemschimmels, waarvan de sporen met het zaad over kunnen gaan. Maar daarnaast is het ook werkzaam tegen verschillende andere schimmels. Zoo is het ontsmetten van het zaad van kool en radijs van belang tegen de vallersziekte, veroor zaakt door de schimmel Phoma, tegen de bacterie ziekte der kool helpt dit echter niet. Selderij- en peterseliezaad worden ontsmet tegen de bladziekte (Septoria) en tegen schurft (Phoma). Tomaat ontsmet men tegen kanker (Didyimella). Uien tegen Fusarium, een schimmel, die kiemplanten aantast en tevens oorzaak is van het rotten der 'bollen tijdens de bewaring. Gewreven wortelen zaad kan droog ontsmet worden tegen Alternaria, een schimmel, die de kiemplanten aantast en ook oorzaak is van het zwartrot der wortelen. Spinazie zaad wordt ontsmet tegen de bladziekte, echter niet op deze wijze tegen wolf, hiertegen is een andere behandeling noodig. Het ontsmetten van zaden van meloen, komkommer en augurk kan resultaat opleveren tegen Fusarium en vruchtvuur. Boonen worden ontsmet tégen de schimmel Macro- sporium, die oorzaak is van de z.g. roodneusjes en tegen schimmels, die vooral in een koud en nat voorjaar ernstige rotting der jonge plantjes en zaadlobben kunnen veroorzaken. Het ontsmetten van erwten geeft eenig resultaat tegen de voetziekte veroorzaakt door Ascochyta en gaat rotting tegen die door Penicillium wordt veroorzaakt. Verschillende ziekten kunnen met het zaad over gaan en zoodoende de jonge kiemplantjes besmet ten. Door het zaad te ontsmetten, kan dus veel teleurstelling voorkomen worden. Op de verschil lende plaatsen, waar door ons zaden werden ont smet, is gebruik gemaakt van Ceresan-droog en van Germisan. We hopen, dat de resultaten van het ontsmetten straks duidelijk zichtbaar zullen zijn en dat deze poging van de F.Z.T.O. er toe mogen bijdragen, dat in het vervolg ook in den Zeeuwschen tuinbouw geen enkel zaad meer onontsmet zal worden uitgezaaid. Dit .is zeer eenvoudig te bereiken, de F.Z.T.O. heeft U op gang willen brengen, het is nu aan de #tuin- ders zelf, om Sit doel te bereiken, door in het ver volg al het zaad ontsmet aan te koopen. Iedere zaadhandelaar kan dat leveren, mits men maar aan den 'handelaar opgeeft, dat men het zaad ont smet Wenscht te ontvangen. Wil men een gezond gewas kweeken, dan dient men toch zeker bij de kiemplanten te beginnen, dit kan tevens een besparing van zaaizaad beteekenen, en een gelijk gewas. P. WANTOESTANDEN IN SOMMIGE BOOMGAARDEN EN DE VOORNAAMSTE OORZAKEN DAARVAN. Wanneer men als goed opmerker zoo hier en daar eens rondkijkt, dan staan we soms verbaasd over de wantoestanden, welke men op het gebied van fruitkweekerij ia s»mm%e stijfcen fan ons land kan aantreffen. Hiermee bedoel ik niet de toesfan- den in de boeréfboomgaarden, deze laat ik nog ge heel buiten beschouwmg. Neen, 't is juist de toestand op bedrijven van be- roepsfruitkweekers, die mijn verbazing'opwekt. Wan neer we in het voorjaar, als de vruchtboomen bloeien, een bezoek brengen aan de bloeiende fruit teeltcentra., dan letten we uitsluitend op de bloe sempracht en vanaf den weg gezien, is dit inder daad een lust om te zien. Maar, zoo we als vakman eens de gelegenheid krijgen om naar eigen wille keur door verschillende boomgaarden te dwalen en niet, zooals dat bij een excursie gebeurt, door een geleider naar de mooiste gedeelten gebracht wor den, dan komt men soms voor verrassende dingen te staan. Een goed inzicht in de teeltwijze v*n een be paalde streek krijgt men echter pas, wanneer men daar eens een vol jaar werkzaam is en dan in den. vrijen tijd overal eens gaat rondneuzen. De indruk, dien we dan van sommige bedrijven krijgen, is dan ook niet bepaald gunstig en doet denken aan een heel grove manier van fruitteelt. Om enkele voorbeelden te noemen het volgende: Wanneer men een boomgaard aanplant volgens het wijker- en blijversysteem, dan dient men voor Rijkers ook soorten te kiezen, die daarvoor in aan merking komen, dus soorten, die geen grooten. boom .vormen en spoedig vruchten geven en dan ook een wijker als wijker te snoeien en te behande len en ook op tijd durven .rooien. Maar niet, zoo als ik op een bedrijf zag tusschen een hoofdbeplan ting van hoogstam Meikersen op een matigen af stand een wijkerbeplanting van struikvonm prui- mensoorten, als Reine Claude d'Oullins en Belle de Louvain op enkele meters. De gevolgen hiervan kan men gemakkelijk raden. Beide pruimsoorten vormen een grooten boom en zijn pas op lateren leeftijd vruchtbaar. Toen nu de eigenaar eindelijk eens een behoorlijk kwantum pruimen kon oogsten, hadden de Meikersen hun ruimte noodig, de pruimen zouden dus gerooid moeten worden. De eigenaar kon er echter niet toe besluiten om die mooie pruimen- boomen te rooien en ook niet om ze eens flink op te snoeien ten bate van de kersen, want de prui men brachten nu meer op dan de kersen. Het werd dus een warnet van takken, zóó dicht, dat men de zon amper kon zien. Als gevolg gingen e onderste takken afsterven bij gebrek aan licht en ruimte. Die takken werden verwijderd en nu hield men niets over dan boomen met lange kale takken, met daarbovenop een dicht pruikje vruchthout. Om nu die onderste kale ruimte weer te vullen, werd nog weer een onderbeplanting vam bessen aangebracht en zoo knoeit men daar nu voort. Voorwaar een ideale broeiplaats voor insecten. Verder de ziektebestrijding. Wérd een boom aangetast door loodglans, dan werd hij pas ge rooid, wanneer hij heelemaal geen enkele pruim meer voortbracht, dus werkelijk dood was. De stammen en dikke takken, waarop vaak de vrucht- lichamen van de loodglanszwam al voorkwamen, werden echter nog benut om soheefge'waaide boo men te stutten of schoren, temvijl dan tusschen schoor en boom nog een jutezak werd gestopt, wat ook een prachtschuilplaats voor insecten is. Toch zal die man niet graag nalaten om zijn snoeiwon- den met menie of kankerverf af te dekken, daar hij anders infectie van loodglans vreest. Ook met monilia kreeg men erg te kampen en er werd ijve rig met Bordeauxsche pap gespoten, echter zonder resultaat; dus Bord. pap helpt niet, is de conclusie. Maar om tijdens het plukken de door monilia aan getaste vruchten te verzamelen, inplaats van op den grond te laten vallen, dat is te tijdrooven'd en. daar wordt het nut niet van ingezien. Evenmin om na den oogst de achtergebleven mummies van de boomen te verwijderen en de door monilia afgestor ven takken apart te verzamelen èn te verbranden. Nu vraag ik, heeft zoo iemand recht op den naam van fruitkweeker? Een ander voorbeeld: Tusschen een hoofdbeplan ting van hoogstam appels en peren op 12 m werd als wijker geplant struikvorm Yellow Transparant op zaailing. Om nu echter tusschen twee blijvers maar één wijker te planten, dat vond de eigenaar toch wel wat ruim, dus werden er twee tusschen geplant. Nu die blijvers flink ontwikkelde boomen zijn en volop dragen, komen die twee wijkers beide in het gedrang, terwijl, wanneer er één gestaan had, deze nog volop ruimte zou hebben. Of, Wan neer hij er drie tusschen geplant had, bjv. één Yel low Transparant op zaailing en twee van een andere variëteit op een zwakkeren onderstam (systeem wijker en chemiwijker)had hij van die twee zwakke al volop geplukt en had hij deze nu kunnen rooien en had dan één Yellow overgehou den, die dan nog ruimte genoeg zou hebben. Om nu die' tWee allebei te rooien, daartoe kon men niet besluiten, dus zaagt men van wijker en blijver beide maar eenige takken weg, wat evenwel niet kan verhinderen, dat de Yellow's in de schaduw en in den drup komen te staan, dus maar heel weinig le kwaliteit vruchten voortbrengen, ondanks vele bespuitingen. Toch plant deze fruitkweeker in een jonge aanplant weer even zoo vroolijk twee wijkers, inplaats van één of drie. Dezelfde kweeker plantte een paar jaar terug een jong perceel in, op grond, waarvan de tweede steek bestond uit een vaste bank van blauwe klei en dat bovendien zoo slecht ontwatercP Was, dat het het grootste deel van den winter half onder water stond. De boomen, bestaande uit perA op kwee, wilden absoluut niet groeien, tot groote verwondering van den fruitkweeker. Tenslotte kwam hij tot de slot som, dat de grcnd niet deugde voor peren, maar sterk groeiende appels zouden het wel beter doen. Dus werden, inplaats van het, perceel in orde te maken, de peren gerooid en op eenige 3e rangs kweekerijen een partij sterkgroeiende appels ge-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1941 | | pagina 11