V. P. Z. B. V. G. den ze os gemaakt, die dan op 2%-jarigen leeftijd af op de bietenkoppen, óf op stal met behulp van flink wat krachtvoer óf op heel goede weiden wer den gemest. Gedeeltelijk werden ze als stieren van 1 tot 2 jaar op stal gemest. Een stier, die in de jeugd voldoende melk en ondermelk gehad heeft, die als graskalf een weideperiode meemaakte, kan op een leeftijd van 1 a 2 jaar, op stal met heel weinig of zonder krachtvoer in behoorlijke con ditie gebracht worden. Dit gaat met een os niet. Hooi, wat kaf, matige hoeveelheden kuilvoer, vooral mangels en gestoomde aardappelen, jong ge maaid gras of groene klavers zijn daarvoor zeer geschikte voedermiddelen. Door stieren te mesten kan men dieren uit de gebruiksveestapel sparen. Zooals bekend zal zijn is sedert Sept. 1940 de mogelijkheid tot het doorhouden van stieren boven 250 kg uitgebreid. Na 10 Febr. 1941 is hieraan neg weer uitbreiding gegeven. De toestand is thans als volgt: 1. Alle stieren tot 250 kg mogen vrij worden aangehouden en zijn verhandelbaar. 2. Stieren, die men laat castreeren voordat ze 250 kg zijn, mogen zonder schets worden doorge houden en zijn vrij verhandelbaar. 3. Het aanhouden en verhandelen van stieren boven 250 kg is toegestaan, wanneer aan bepaalde voorwaarden voldaan is. a. Stieren, die als volbloeden in een stamboek of ïokvereeniging ingeschreven staan, mogen wor den doorgehouden boven 250 kg en zijn vrij ver handelbaar mits ze zijn geschetst (ƒ0,75 kosten) en de productie van de voorouders voldoende ge bleken is. Daartoe wordt de schets opgestuurd naar het betreffende stamboek of fokvereeniging. b. Stieren, die men zelf wil mesten tot zelf te bepalen leeftijd of gewicht, mogen als stier worden doorgehouden boven 250 kg, mits men ze laat schet sen voor dit gewicht bereikt is. Kosten 0,75. Op de schets wordt het woord meststier gestempeld. Deze schetsen zijn niet overdraagbaar. De voor waarde dat men vroeger ook stieren heeft gemest is vervallen. Men mag deze stieren in geen geval koeien laten dekken. c. Stieren, die men eerst wil gebruiken om de eigen koeien te laten dekken, om ze daarna te mesten, kan men voor ze 250 kg zijn voor schetsing aanbieden. Kosten 5,die ook bij afkeuring ver schuldigd zijn. Deze stieren worden op stal door of namens het Veeteeltconsulentschap gekeurd. Alleen bij redelijk exterieur en ontwikkeling volgt goedkeuring. Kan afstamming van goede ouders aannemelijk gemaakt worden, zoo is dit een aan beveling. Wordt zoo'n stier voor dekking der. eigen koeien afgekeurd, zoo kan hij als meststier worden door gehouden. Terugstorting van het betaalde keurings geld heeft niet plaats. Bij schetsing is het dus steeds gewenscht vooraf uit te maken of men de stier al of niet voor dek king gebruiken wil. Ieder vindt in zijn buurt echrer wel een stier die op de verplichte Provinciale keu ringen goedgekeurd is. ZWAGERMAN. FOKCENTRALE TE OOSTBURG. Op Woensdag 26 Maart j.l., hield de Fokcentrale te Oostburg, haar jaarlijksche keuring van jonge stieren. De kwaliteit was goed, niettegenstaande er van de beste al waren verkocht. Gekeurd werden drie klassen naar den leeftijd. Klasse I, geb. vóór 1 Januari 1940. In deze klasse waren 2 dieren niet ingezonden. 1. Bernhard, geb. 20 Nov. 1939, eig. Th. Dierikx te Schoondijke; 2. Isedoor, geb. 12 Nov. 1939, eig. A. Dusarduijn te Breskens; 3. Bertus, geb. 15 Dec. 1939, eig. Omèr Buijsse te Eede. Klasse II, stieren geb. Jan.-Febr. 1940. Afwezig 3. 1. Adolf, geb. 18 Febr., eig. C. F. Vercraeije te Aardenburg; 2. Bert, geb. 26 Febr., eig. Abr. Ver- hagePoisonnier te Schoondijke; 3. Dries, geb. 22 Febr., eig. P. J. Mullaert te Biervliet; 4. Jules, geb. 7 Febr., eig. Cam. v. d. Hauwe te IJzendijke; 5. Nellie's Dries, geb. 21 Febr., eig. J. A. Provoost te Cadzand; 6. Cor, geb. 24 Jan. eig. W. Dekker te Retranchement; 7. Rikus, geb. 13 Febr., eig. Cl. Bonte te St. Kruis; 8. Nico, geb. 17 Febr., eig. Z. C. Salomé te Zuidzande. Klasse III, jongste groep. Afwezig 1. 1. Herman, geb. 16 April, eig. Adr. Risseeuw te Cadzand; 2. Willy, geb. 26 Maart, eig. C. C. B. Tas te Waterlandkerkje; 3. Augustanus van Nellie, geb. 4 Mei, eig. P. J. Mullaert te Biervliet; 4. Albert, geb. 29 Maart, eig. J. J. Riemens te Nieuwvliet. Het was te betreuren, dat uit andere deelen der provincie niet meer belangstelling voor deze keu ring bestond. Zij, die zich een goedgekeurden stier wenschen aan te schaffen, kunnen in West Zeeuwsch-Vlaanderen terecht, daar het meerendeel dezer stieren te koop is. Wij hopen, dat de fokkers voor hun opfok beloond worden en nog vele jonge dieren met beste afstamming hun weg vinden in overig Zeeland. MOND- EN KLAUWZEER. Stand van het mond- en klauwzeer in Zeeland en West-Noord-Brabant gedurende de week van 23 tot en met 29 Maart: Zeeland: Breskens Clinge St. Jams teen St. Kruis St. Maartensdijk St. Philipsland Poortvliet Ritthem Schoondijke IJzendijke Aantal besmette boerderijen. 1 1 1 1 1 1 1 1 2 2 Waarvan nieuw. 1 Totaal S ter gevallen2 kalveren. West Noord-Brabant Bergen op Zoom Dinteloord Etten en Leur Fijnaart Ossendrecht Princenhage Roosendaal Willemstad Wouw Zevenbergen Zumdert Totaal Sterfgevallen geen. 12 1 3 1 3 1 1 1 1 1 1 10 24 Staat van het mond- en klauwzeer in Nederland, voorgekomen gedurende de week van 1623 Maart 1941. Aantal Aantal daarvan Boerde- daarvan Provincies. Gemeenten. nieuw. rijen. nieuw. Groningen 1 1 Friesland 2 2 Drenthe 2 2 Overijssel Gelderland 8 4 9 4 Utrecht 2 1 3 2 Noord-Holland 1 1 Zuid-Holland 32 8 47 8 15 Zeeland 7 1 1 Noord'-Brabant 17 5 25 7 Limburg 1 1 Totaal 73 19 99 29 Sterfgevallen in Nederland tengevolge van het mond- en klauwzeer. Week van 16 tot en met 22 Maart: 1 rund €n 2 kalveren. JAARVERSLAG DER VEREENIGING V. P. Z. OVER 1940. Mjjne Heer en! Hieronder mgn jaarverslag over 1940, het jaar dat zooveel leed over ons vaderland bracht. Uit den aard der zaak ook over de pluimveehouderij, die heel wat veeren heeft moeten laten vallen. De kippenstapel is in onze provincie, vergeleken met die in andere Nederlandsche provinciën, niet groot, en de gevolgen van de noodzakelijke groote in krimping worden dan ook niet zóó sterk gevoeld, dan wel elders. De meeste hoenders worden in Zeeland gevonden bij de landbouwers op de hof steden en bij de inkrimping is uitgegaan van den stelregel, dat in theorie percentsgewijze de inkrim ping overal even groot moet zyn; zoo is de vermin dering bij de landbouwers niet zoo zeer van betee- kenis. Die stelregel is zeer zeker wel aanvecht baar en heeft dan ook al heel wat pennen in bewe ging gebracht. Ik meen, dat ieder daar wel van op de hoogte zal zijn en wil er hier in dit jaarverslag nit verder op ingaan. Een enkel woord nog over de schaarschheid van het voer, veroorzaakt doordat de aanvoer uit het buitenland geheel heeft opgehouden en dat men dus was aangewezen op hetgeen Nederland op dit ge bied zelf opleverde. Gevolg was dan ook, dat het wiet mondjesmaat moest worden toegewezen en vele dieren dezen winter wel in het leven zullen zijn gehouden met zoodanig soort van eten, dat zij vroeger zich nooit zagen voorgezet. Pluimvee- bedrrjven, die zelf uit eigen hoofde geen voer heb ben, maar zijn aangewezen op het koopen daar van, ,zijn uit den aard der zaak de grootste slacht offers en voor meerdere daarvan, die hun üoender- stapel zoozeer moesten inkrimpen, opdat zij de van regeeringswege bepaalde hoeveelheid voeder zou den kunnen ontvangen, hebben dan ook met zeer ernstige moeilijkheden te kampen. Er is in het najaar steeds op aangedrongen, de oudere dieren op te ruimen en wel in veel sterkere mate, dan dit jaarlijks toch geschiedde, omdat alleen krachtige jonge productieve dieren zouden over blijven. En niet alleen van oudere dieren, maa: ook van minderwaardige, die, om het eens in ge bruikelijke termen te zeggen, hun kost niet waard fc$jn. Die minderwaardige dieren kunnen er worden uitgehaald door het selecteeren daarvan, en het is nu wel een verheugend feit, dat belanghebbenden dit konden gedaan krijgen, door gebruik te maken van de diensten der selecteurs van de V.P.Z. De V.P.Z. was in deze paraat en had reeds ten vorigen jare de beschikking over een 6-tal selecteurs, die oordeelkundig waren opgeleid, destijds door den heer Van Asperen Vervenne en aan wie na afgelegd mondeling en schriftelijk examen, het praedicaat: selecteur der V.P.Z. was toegekend. Waren hunne diensten in 1939 reeds in enkele gevallen ingeroepen, het verheugt mij hier te kun nen meedeelen, dat dit aantal gevallen in 1940 be duidend toenam. Hier volgen daaromtrent eenige nadere gegevens. Geselecteerd werden in totaal 4138 dieren, waar van uitgeschoten 1336, verdeeld als volgt over de verschillende afdeelingen: Oostburg 1905, uitgeschoten 636; Zuid-Beveland 870, uitgeschoten 292; Noord-Beveland 770, uitge schoten 220; Schouwen-Duiveland 383, uitgeschoten 114; Tholen 280, uitgeschoten 74. Alleen in de afdeelingen Hulst en Walcheren kwam selectie nog niet voor, in Hulst had dit wèl ln 1939 plaats. We willen hopen, dat dit in 1941 Wèl het geval zijn zal. Er is daar ook nog wel wat minderwaardigs op te ruimen. Uit de cjjfers blijkt, dat y4 gedeelte werd uitgeschoten, dat zijn dus allemaal dieren, die de kost niet waard zijn. iDe levering van Zeeland's Ochtendvoer, nierk V.P.Z. door de Veevoederfabriek Zeeland te Goes, moest door de regeeringsmaatregelen, die een „eenheidsvoer" voorschreven, het geheele jaar op geschort blijven. Het Pullorumonderzoek der dieren op de fok- bedrijven en vermeerderingsbedrijven was ook in den winter 1940/41 door de regeering weer voorge schreven. De V.P.Z. heeft getracht evenals vorig jaar weer organiseerend op te treden. Deze pogin gen zijn evenwel mislukt, verkeersmoeilijkheden en benzinegebrek waren de oorzaken daarvan. Ook zullen er wel bedrijven zijn uitgeschakeld, omdat zij niet aan het vastgestelde aantal eieren per kip in de wintermaanden hebben kunnen komen. In een paar afdeelingen is het onderzoek, even als verleden jaar, zeker wel door de plaatselijke afdeelingen geschied, deze wijze van handelen is tot meerdere afdeelingen moeten worden uitgebreid. De restitutie ad ƒ0,20 per lid voor het aantal leden, waarvoor vóór 1 Mei quotum bij den Pen ningmeester was gestort, werd evenals verleden [jaar, weer aan die afdeelingen uitgekeerd, die aan die vereischten hadden voldaan. In het najaar was er gebrek aan jonge hennen in Zeeland, en moest getracht worden er buiten de provincie te verkrijgen. Op verzoek van den heer Vervenne, stelde ik mij gaarne beschikbaar om te trachten belanghebbenden aan het gewienschte te helpen. Veel resultaat is er evenwel niet verkre gen, door allerlei oorzaken konden slechts een paar der aanvragers aan het verlangde geholpen worden. Van het Zeeuwsch Landbouwweekblad werd ge regeld gebruik gemaakt als er wat te publiceeren was. Ons Hoofdbestuurlid, de heer J. Lindhout Mz., maakt zich zeer verdienstelijk door daarin maan delijks mee te deelen, op zeer bevattelijke wijze, wat er op pluimveegebied is op te merken. Het ledental nam eenigszins af. Deelde ik in mijn jaarverslag over 1939 mee, dat er symptomen waren, dat het in 1940 wel zou verminderen, dan blijk ik den toestand juist te hebben beoordeeld, de raming van 425 werd dan ook niet bereikt. Het juiste getal is 385. Nu dient evenwel te worden opgemerkt, dat tengevolge van de ziekte en het daarop gevolgde overlijden van den Secreta *i ;- Penningmeester tevens ons Hoofdbestuurslid der af deeling Noord^Beveland, die af deeling nog geen quotum over 1940 heeft afgedragen. Pogingen wor den aangewend om daartoe alsnog te geraken. Overigens kwam in de samenstelling van ons Hoofdbestuur alleen die verandering, dat de heer F. Peman Kakebeeke, door verandering in zaken, in den loop des jaars meende te moeten bedanken. In de regeling van het selectiewezen werd in de Hoofdbestuursvergadering in de maand Juli eenige verandering gebracht, zich aanpassende aan het geen de ervaring had geleerd. Ik vermeen hiermede mijne taak te kunnen ein digen, met den wensch, dat spoedig betere tijden voor de V.P.Z. mogen aanbreken. Goes. De Secretaris, J. M. SLEGT. De Pachtwaarde. Na hetgeen we over kapitaal en arbeid hebben geschreven, moeten we thans nader aandacht schenken aan den grond. Deze speelt uit den aard der zaak in de agrarische onderneming een zeer voorname rol. Reeds b\j de bespreking van de opti male verhoudingen hebben we hierop gewezen. Thans willen we echter het uiterst belangrijke vraagstuk van de pachtwaarde van den grond eens bespreken. We gaan ons hier. bewegen op een terrein waar nog veel misverstand en onjuiste opvattingen heer- schen. In de eerste plaats moet worden genoemd de nog veel voorkomende begripsverwarring tusscheji

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1941 | | pagina 9