Een Technisch Kwartiertje.
LANDBOUWWERKTUIGKUNDE.
Degene, die grasland scheurt, is gerechtigd 4 are
voederbiéien per koe op dit gescheurde weiland te
verbouwen.
Schapen krijgen vaak twee en meer lammeren.
Het kan dan ook wel eens voorkomen, dat er twee
pooten en één kop te voorschijn komen bij het wer
pen, terwijl toch die pooten van twee verschillende
schaapjes zijn. Het geheel lijkt dan normaal te ver-
loopen, zoodat hulp overbodig schijnt. Blijkt het
dan al te lang te duren, dan gaat men onderzoeken
en is het soms reeds te laat. De lammetjes kunnen
dan reeds gestorven zijn.
Is een rund, geleverd aan de N. V. C., meer dan
4 maanden drachtig, dan wordt de volgende korting
toegepast: 45 maanden ƒ10; 56 maanden ƒ15;
6—1 maanden ƒ25; 78 maanden ƒ30; 89 maan
den 35.
Het zal de gezondheid van kalveren zeer ten
goede komen, als men nu reeds wat groen b.v. van
klaver, lucerne of gras van een beschut plekje kan
bemachtigen voor deze dieren. Groen voeder bevat
stoffen, die het lichaam noodig heeft en die in het
wintervoeder niet of te weinig voorkomen. Boven
dien prepareert men de magen op weidegang.
Aan zaaimachines met een autostuur zijn groote
voordeelen verbonden boven de ouderwetsche stuur
inrichting. Ze sturen lichter, en dat wil vooral in
het voorjaar, wanneer eigenlijk weer pas de lange
en ongewone arbeid is aangevangen, heel wat
zeggen. Bovendien draait men er vlugger en ge
makkelijker mede.
Het zaaien van voederbieten op gescheurd wei
land is beperkt. Men zal dus zijn toevlucht moeten
nemen tot tarwe, erwten, boonen enz. Niet alle
land zal echter voor deze gewassen geschikt zijn.
Men kan er echter steeds aardappelen verbouwen.
Deze zullen in vele gevallen leelijk van uiterlijk
zijn, maar in het gebruik vallen ze wel mee. Zijn
ze werkelijk ongeschikt voor consumptie, dan heeft
men er nog een prima veevoeder van.
Zaait men vlinderbloemigen op land waar deze
gewassen nooit hebben gegroeid, dan is veelal en
ting met knolletjesbacterie noodzakelijk. Deze bac
teriën zijin voor al deze gewassen niet dezelfde.
Zoo groeit b.v. lucerne niet bij aanwezigheid van
de wikkenbacterie. Met geringe kosten kan men den
grond enten, met de gewenschte bacteriën.
In een geïnnundeerden .polder in Noord-Holland,
die na de Mei-dagen weer droog kwam te liggen,
had een proefnemer op een proefterreintje een groot
aantal gewassen gezaaid, zoowel land- als tuin-
bouwgewassen. De grond was verzout. Van al de
gezaaide gewassen hield alleen de mais (N. H. M.)
het uit en groeide normaal op.
„Courage, 'tzal waerachtig wel gaan".
(Corn. Tromp)
Donder en bliksem.
De mooie lente en zomer staan voor de deur; de
natuur staat op het punt veel pracht en praal ten
toon te spreiden. Althans voor degenen, die het
zien. Doch waar de mensch, redelijk schepsel, die
tijd benut om den strijd tot het hoogtepunt op te
voeren, mag het ons niet verwonderen, dat de on
redelijke natuur van tijd tot tijd zich sainenpakt
en uitbarst in woest onweer; onweer, dat, ondanks
alle hevigheid, toch grootsch kan zijn. omdat het
niet-redelijk is.
De angst voor onweer, welke er vroeger meer
was dan tegenwoordig, spruitte grootendeels voort
uit de onbekendheid met den aard van dat natuur
verschijnsel; men kon de oorzaak niet verklaren
en daarom was men bevreesd. Sedert algemeen
bekend is, dat een bliksem eigenlijk een electrische
stroom is, zij het dan ook een zeer sterke stroom,
die op natuurlijke wijze ontstaat, is alle fantasie
rondom onweer en bliksem geleidelijk op den achter
grond gedrongen en vervangen door werkelijkheids
zin.
Beveiliging.
Hoewel men ook thans nog, bij uitzondering, de
meening kan hooren verkondigen, dat bliksem
inslag iets is, waaraan men toch niet kan ontkomen,
is men algemeen wel overtuigd, dat door af
doende beveiliging schadelijke gevolgen vermeden
kunnen worden. Echter niet zoo algemeen gaat men
er toe over om die beveiligings-inrichtingen aan .te
brengen. De redenen hiervoor zijn velerlei; voor
namelijk echter onverschilligheid en een verkeerde
voorstelling omtrent de kosten van aanleg en onder
houd van bliksem-afleiders. In Nederland is de
toestand van dien aard, dat de Nofmalisatie-com-
missie het noodig geacht heeft een klein boekje te
doen verschijnen, waarin voorlichting en voorschrif
ten omtrent bliksem-afleiders worden gegeven (dit
boekje, waarvan de prijs 1,50 bedraagt, kunt U
bestellen bij den boekhandel; het is uitgegeven door
het Centraal Normalisatie Bureau, Willem Witsen-
plein 6 te 's-Gravenhage). Het is aan de hand van
dit boekje, dat wij eenige beschouwingen willen
wijden aan het wezen van den bliksem en den aan
leg van bliksem-afleiders. In Zeeland treden, in
verhouding tot andere deelen van ons land, betrek
kelijk veel bliksem-inslagen op; het meest halver
wege Oost Zeeuwsch-Vlaanderen en in het Oosten
van Zuid-Beveland (bij „het mondstuk van de
pijp"); waarom? Daarover loopen de meeningen
Op de benoodigde ontsmettingsmiddelen in de
vereischte hoeveelheden voor het bestrijden van
plantenziekten, moet dit jaar niet gerekend worden.
Zij, die den cursus tot opleiding van opzichter,
boschwachter, bosch- of werkbazen wenschen te
volgen, moeten zich voor 1 April a.s. aanmelden bij
de Directie der Ned. Heidemaatschappij te Arnhem.
Eenige kennis van land-, tuin- of boschbouw strekt
tot aanbeveling. Baten vele boerenzoons eens over
wegen of ze er niet beter aan doen er op uit te
trekken dan thuis op te weinig land met weinig
vooruitzichten te blijven hangen.
Verpachtingen van gras al of niet op stam
hooi (anders dan per gewicht), hooilandverpachtin-
gen en inscharen van vee worden als verpachtingen
beschouwd en vallen, onder de pachtwet. Dienten
gevolge is toestemming noodig van het Pacht
bureau.
De verpachter kan in de pachtovereenkomst het
jachtrecht aan zich zelf houden. Bij, een te groote
wildschade kan de pachter zich wenden tot de
wildschadecommissie.
Vele boeren zijn er vast van overtuigd, dat erw
ten en veldiboonen vroeg gezaaid moeten worden.
Een ouderwetsch spreekwoord zegt: „Voor een goede
opbrengst moet een erwt eerst lijden van de koude",
wat dus vroeg zaaien beteekent. Met haver en
bieten wordt nog wel eens gezondigd, omdat die
iets later zaaien verkiezen.
Men zaaie geen korrel vlaszaad onontsmet uit.
Alle proefnemers in Luxemburg, die het Wilpo
aardappelras hebben verbouwd, verzekerden, dat ze
met de opbrengst zeer tevreden zijn en dat zij Wilpo
het volgende jaar weer zullen verbouwen..
Beka bruine boon kan lal V2 week eerder rijp
zijn dan Ceka bruine boon. Ze is ook iets sterker
tegen ziekten. Ondanks een mindere opbrengst dan
Ceka is dit ras toch niet weg te cijferen, want het
zeer late rijpen van de boonen komt in verband met
slecht herfstweer dikwijls ongelegen.
Er is in ons land kalkstikstof aangekomen. Daar
velen voorheen nooit dit product hebben gezaaid,
is het geraden, wanneer men het nu wel gebruikt,
om goed op de gebruiksaanwijzingen, de eigen
schappen en de werking te letten.
Wanneer het vee pas in het weiland is, is de
voeding wat te krachtig, waardoor zich ziekte
verschijnselen kunnen voordoen. Geef daarom de
dieren de eerste dagen in de weide wat hooi of
stroo erbij.
der deskundigen "nog uiteen, zoodat het voor ons
vooralsnog geen zin heeft daarop in te gaan.
Afstand tot den bliksem.
Algemeen bekend is wel hoe men ruw kan schat
ten den afstand tot aan de plaats waar de inslag
optreedt; daartoe meet men den tijd, die er ver
loopt tusschen het zien van den bliksem en het
hooren van den daaropvolgenden donder. Die
donder n.l. plant zich, vanaf de plaats van den in
slag, voort door de lucht met een snelheid van
330 meter per seconde; indien er tusschen bliksem
en donder dus ongeveer drie tellen 3 seconden)
verloopen, is de inslag ca. een kilometer van ons
verwijderd enz.
Aard en wézen vaji den bliksem.
Echter niet zoo algemeen bekend is het wezen
van den bliksem; wat wij zien als één lichtende
straal, blijkt in werkelijkheid te bestaan uit mee r-
d e r e lichtstralen, die nó, elkaar tusschen wolk en
aarde overspringen. Soms 4, soms zelfs 8; gemid
deld bestaat één bliksemslag uit zes lichtstralen na
elkaar. Dit speelt zich natuurlijk af in een breuk
deel van een seconde; vandaar dat wij het waar
nemen als één straal. Bij alle verschijnselen, die
met electriciteit te maken hebben, treden altijd
reusachtige snelheden op; snelheden wier grootte
wij ons niet meer kunnen voorstellen. En daarom
zijn we gemakkelijk geneigd die onderwerpen ter
zijde te leggen, maar dat is ten onrechte. Indien
onze voorvaderen op dezelfde wijze hadden gehan
deld, b.v. ten aanzien van de sterren-hemel, waar
bij ook ontzaglijke snelheden en afstanden en
massa's ter sprake komen, dan zouden wij thans
niet zoo'n rijkdom aan kennis bezitten omtrent het
heelal. Bij den bliksem hebben we te maken met
snelheden tusschen 10.000 en 50.000 km per sec.;
niet eens zoo bijzonder groot, als U bedenkt, dat de
electrische stroom door de .leidingen in Uw woning
zich beweegt met 300.000 km per sec.!
Waarvoor er onder ons wel belangstelling be
staat, is de vraag of de bliksem-ontlading van de
wolk naar de aarde gaat of omgekeerd van de
aarde naar de wolk. Het antwoord hierop luidt:
van de aarde naar de wolk! Elke lichtstraal, die
alle bij elkaar vormen datgene wat wij waarnemen
als één bliksem-straal, is een electrische ontlading
van aarde naar de wolk toe.
Vroeger dacht men, dat een bliksem een wisse
lende stroom was; dus eerst van aarde naar wolk
en daarna van wolk naar aarde, enz., dus vele
malen op en neer in korten tijd; tegenwoordig weet
men zeker, dat dit niet het geval is. Een bliksem
is een ontlading van enkele stroomen nó, elkaar,
echter steeds in dezelfde richting n.l. stroomen
van negatieve electriciteit van de wolk naar
ELECTRISCHE WEIDE-AFRASTERING.
(Mededeeling van den Inspecteur der Staatsland-
bouwbedrijven in de Wieringermeer.)
In den zomer van 1940 werd op de Staatsland-
bouwbedrijven in de Wieringermeer op vrij groote
schaal electrische weide-afrastering toegepast, zoo-
dat daarmede eenige ervaring werd verkregen.
Daar wel gebleken is, dat ook elders in ons land
belangstelling voor deze wijze van afrasteren be
staat, lijkt het ons gewenscht hieromtrent een en
ander mede te deelen. Voor degenen, die nog on
bekend zijn met het toepassen van electriciteit voor
weide-afrastering, zij nog vermeld, dat de stroom
wordt ontleend aan een gewone 6-volts-accu, welke
stroom daarna via een interruptor wordt overge
bracht naar het prikkeldraad, dat om de weide is
gespannen. Dit draad is bevestigd aan porceleinen
isolatoren. Bij aanraking van den draad voelt men
de stroomstoot, die telkens door het toestel wordt
afgegeven.
Toepassing.
Ten behoeve van de Staatslandbouwbedrijven
werden twee „Co'burn"-toestellen aangeschaft met
bijbehoorende 6 volts-accu's. Aan den Schelpen-
bolweg werden de 6 aldaar naast elkaar liggende
gemengde bedrijven op één toestel aangesloten,
waardoor 39 ha grasland, gesplitst in 62 veldjes,
van stroom moest worden voorzien.
Aan den Wierweg werden 7 bedrijven, met 46
ha grasland, verdeeld in 71 veldjes, op één toestel
aangesloten.
Volgens het uitgegeven prospectus mocht wer
den aangenomen, dat één toestel voldoende zou zijn
om 20 km draad onder stroom te zetten. Daar
deze afstand echter in geen van beide gevallen zou
worden bereikt (max. 14 km), mocht dus wor
den aangenomen, dat de mogelijkheid voor gecom
bineerd gebruik aanwezig was. Uiteraard werden
de toestellen op deze wijze wel aan een kracht
proef onderworpen, ten eerste door de groote
lengte draad en ten tweede door de talrijke aftak
kingen, jammen, enz.
De afrastering werd, na voorlichting door den
vertegenwoordiger, geplaatst. De palen kwamen
op 1215 m van elkaar, terwijl de draad op
80 cm hoogte werd gespannen. De toestellen
met accu's werden ongeveer in het midden van het
traject geplaatst in daarvoor gemaakte kastjes.
Ervaringen.
Wat de opgedane ervaringen betreft, kan het vol
gende worden medegedeeld:
aarde (öf positieve electriciteit van aarde
naar de wolk, wat op hetzelfde neerkomt).
Sterkte van den stroom.
Ook zijn cr metingen verricht omtrent de stroom-
sterkte van elke ontlading; ook daarbij ont
moet men ongewoon groote getallen. Normaal ligt
de strooinsterkte tusschen 30.000 a 60.000
ampère, terwijl ook waarden beneden 30.000 maar
óók boven 60.000 ampère voorkomen. De kennis
van de grootte van dezen stroom is voor ons van
veel belang in verband met de beveiliging; immers
ook door den bliksemafleider zal, indien daarop d'e
bliksem inslaat, een dergelijke Stroomsterkte naar
aarde vloeien. Nu is er een algemeene wet in de
electriciteitsleer, bekend onder den naam „de wet
van Ohm", die ons leert, dat, om een stroom door
een weerstand te drijven, een spanning noodig is,
die gelijk is aan die stroomsterkte maal den weer
stand. De bliksem-stroom, b.v. 50.000 ampère zal,
indien een afleider is aangebracht, door dien aflei
der naar aarde stroomen; hoe kleiner nu de weer
stand van dien afleider is, des te geringer is de
benoodigde spanning om den stroom er door te drij
ven. B.v. is de weerstand van dén bliksem-afleider
2 ohm dan is de spanning die optreedt
2 X 50.000 100.000 volt
dus zeer hoog; is echter die weerstand slechts 0,02
ohm dan is de spanning slechts 1000 volt. De weer
stand van den bliksem-afleider bestaat hoofdzake
lijk uit den overgang van den eigenlijken afleider
naar aarde; die overgangs-weerstand moet dus,
zooals uit het bovenstaande blijkt, zoo klein moge
lijk gehouden worden, reden waarom een goede
a a r d i n g van den bliksem-afleider een allereerste
vereischte is; later komen we hierop nog terug.
Bliksem ontstaat, omdat zich in de lucht een
electrisch geladen wolk, met groote lading, be
vindt; het is niet eenvoudig om te verklaren op
welke wijze die wolk aan zijn lading komt. Dit
houdt verband met het condenseeren van de water
damp in de hoogere luchtlagen. Het blijkt verder,
dat de ontlading van de wolk, dus de bliksem, op
de eene plaats gemakkelijker geschiedt dan op de
andere. Een zelfde geladen wolk zal b.v. in Oost
Zeeuwsch-Vlaanderen wèl een bliksem ten gevolge
hebben doch in midden Brabant niet. Plaatsen
waar men veelvuldig van bliksem-inslag te lijden
heeft, noemt men onweersnesten; de aanwezigheid
van water-aders in den bodem, is waarschijnlijk
een reden voor het bestaan van een onweersnest.
In een volgend artikel zullen we onze aandacht
besteden aan hetgeen er gebeurt bij den inslag
zelf en hoe de bliksem-afleiders aangebracht en
geaard moeten worden. Ir. C. D.