BOEKBESPREKING. PAARDENFOKKERIJ. gelang van de tijd van inwerking, maar ook 1.5 tot 2.5 C kunnen reeds kwaad doen. Wel wjjst de .schrijver er op, dat soja sterker is dan de lupine en veel harder dan de boon. Dit zegt wel iets voor het Zeeuwsche klimaat. Het voordeel van vroeg zaaien zit in de langere groeiperiode. De soja heeft dat hard noodig. Wel zijn er rassen die in 100110 dagen rijpen, maar door de korte groeiperiode daalt ook de opbrengst; hoe meer we dan ook de groeiperiode kunnen rekkien hoe beter. Op een groeiperiode van 4 maanden moe ten we in elk geval maar rekenen. Dit bleek ook voor het gebruikte ras, geselecteerd door Dr. Koch. 2. En zelfs bij een lange groeiperiode blijft er nog de kwestie van de temperatuur. Becker geeft hier omtrent ook cijfers, de gemiddelde temperatuur in het gebied van herkomst van de soja, in Oost-Azië bedraagt voor: April 13° C, Juli 26.5—<27.5- C, October 1616.5° C. Voor ons land zijn deze cijfers ongeveer: April 8° C, Juli 18° C, Octdber 11& C. We zien opvallend groote verschillen ten nadeele van ons land. Hieruit volgt, dat soja dankbaar zal zijn voor een warme zomer. In gebieden waar de gemiddelde September-temperatuur lager daalt dan 13 C zou de teelt voor zaad niet meer mogelijk zijn, maar alleen de teelt voor groenvoer. Ook hieraan voldoet September in ons land. De warmte is voor de soja belangrijker dan het vocht. Hij schijnt zelfs geringe eischen aan de vocht- houdendheid van den bodem te stellen. Misschien zijn de gronden op Walcheren, welke voor de witte- boonen-teelt geschikt zijn, tevens goede gronden voor de teelt van soja. 3. Een andere vraag is de vraag van den plant- afstand. Dr. Koch raadt aan 50 cm tusschen de rijen te nemen en 8 a 10 cm op de rij. De groei op de proef veldjes in Zeeland doet echter vermoeden, dat 10 cm wel de minimum afstand is en dat even goed 15 cm genomen kan worden. In China en Japan komen in de rij zelfs afstanden van 3040 cm voor. Misschien zou overwogen kunnen worden den afstand tusschen de rijen zelfs te vergrooten tot b.v. 60 cm. Hierover zullen in 1041 nog proeven ge nomen moeten worden. 4. Tenslotte zou nog nagegaan kunnen worden of een flinke stikstofgift bij voldoenden plantafstand de opbrengst zou kunnen bevorderen. Op onze per ceeltjes is aan de stikstof weinig aandacht besteed. Niettegenstaande dat, werd wel een hoog opgaand gewas van zeker 70 cm hoogte bereikt, maar de be zetting met peulen was slecht en er waren veel looze peulen. Hierbij kan er ook op worden gewezen, dat soja een zure grond verdraagt, maar hij is op zulke gronden toch dankbaar voor een kalkbemesting. Stalmest of compost schijnt zeer goed te werken, terwijl het gewenscht is met geënt zaad te werken. Evenals alle vlinderbloemigen vormt de soja onder medewerking van bacteriën stikstofknolletjes, maar alleen als de bacteriën aanwezig zijn. En dat is in onze gronden, waar soja nog nooit geteeld is, niet het geval. Men mengt het zaad daarom met grond waarin soja reeds een jaar gegroeid heeft. En zelfs dan valt de ontwikkeling der knolletjes vaak nog tegen. Op vele honderden planten, met geënte aarde uitgezaaid, werden slechts enkele planten met knol letjes gevonden. Dit kan wel een factor van betee- kenis zijn. Als bijzonderheid kan worden vermeld, dat de bacterie-knolletjes van de soja bijzonder groot zijn, veel grooter dan van één der in ons land ver bouwde vlinderbloemigen. Knolletjes met een door snee van 1 cm zijn niet zeldzaam. Tenslotte kan nog vermeld worden, dat de ont wikkeling de eerste weken langzaam gaat, terwijl de bloei zeer lang op zich laat wachten. Van het zaaisel van 4 Mei werden de eerste bloembladen pas op 14 Juli zichtbaar. De bloempjes zijn klein en zit ten in rechtstaande trosjes in de oksels der bladeren. Samenvattend blijft er nog te onderzoeken: 1. of een vroeg zaaisel, ongeveer 20 April gezaaid einden bezit de porseleinen houder cocitactvlakken, waarmede het zilveren draadje verbonden is. De stroom komt er bij het eene contact-vlak in, door loopt den smeltdraad, en komt er bij het andere con tact-vlak uit. Neem eens zoo'n patroon in de handen! Bekijkt dan eens goed het eene contact-vlak er van; daar staan twee getallen op, b.v. 10A/500V. Het eer ste getal is de nominale stroomsterkte, 10 ampère; het tweede stelt voor de hoogst toelaatbare span ning van de installatie, 500 volt, (bij ons is deze spanning overal kleiner dan 500 volt, n.l. 220 volt of 127 volt; deze hoogst toelaatbare spanning is vermeld, omdat bij hoogere spanningen dan 500 volt gevaar bestaat voor vorming van een blijvende lichtboog in de veiligheid na het doorsmelten). De andere' kant van de patroon heeft een uit steeksel. De dikte hiervan is het kleinst voor patronen van 6 ampère; het uitsteeksel van patro nen van 10 ampère is dikker, van 15 ampère nog dikker, enz. Waarom is dit gedaan? Om de volgende reden: te goeder trouw zou men bij vergissing wel eens een „stop" van b.v. 15 ampère kunnen willen schroeven in .een houder waarin een veiligheid van 6 ampère behoort te zitten! Het gevolg van deze vergissing zou zijn, dat de leidingen dan onvol doende. of eigenlijk geheel niet beveiligd zijn; im mers, ei- behoort een stop van 6 ampère in, en men wii er één van 15 ampère inschroeven, zoodat dan eerst bij stroomsterkten, grooter dan 15 ampère, de veiligheid zou doorsmelten; doch dan was er misschien reeds brand uitgebroken 1 Dank zij de verschillende dikte van het uitsteek- gunstiger uitkomsten zal geven dan het zaaisel van 4 Mei en of dit geen bezwaar van nacht vorsten zal. ondervinden 2. of niet ruimer gezaaid moet worden, n.l. iö cm of misschien zelfs 20 of 30 cm; ruimer afstand zal ook grooter zaden geven; 3. of door een flinke bemesting de opbrengst niet te verhoogen is, terwijl ook aan het enten van het zaad aandacht moet worden besteed. In elk geval verdient de soja thans nog onze aan dacht en een opbrengstvermeerdering moet mijns- inziens, gezien de opbrengsten in Duitschland (tot 2000 kg en meer), te bereiken zijn, waarbij 1500 kg voorloopig het doel moet zijn. Ir. B. BOSMA. Ons Landbouw-vverkpaard. Doelmatige voeding, normen en rantsoenen, kosten en rationaliseering paardenarbeid, paardentractie tegenover motor - tractie, door C. Zwagerman, Rijksveeteeltconsulent. Dit werkje van ruim 200 blz., verlucht met een 9-tal mooie photo's, is alleszins waard gelezen te worden. Wij vinden hier in zijn geheel en in onder ling verband o.m. behandeld het vraagstuk van de voeding der paarden in het gemengde bedrijf, van de rationalisatie van den paardenanbeid en van de vervanging van paardenarbeid door motortractie, alle vraagstukken van groote beteekenis. Het boekje is verkrijgbaar door storting of over schrijving van 1,25 op Giro no. 69006 van C. Zwa german te Middelburg. DE HENGSTENHANDEL IN ZEELAND. Daar, naar men ons mededeelde, door de bevoeg de autoriteiten ongeveer een vijfhonderd vergun ningen om Zeeland te bezoeken werden afgegeven, was het te voorzien, dat de hengstenhandel hier mede ten zeerste gebaat zou zijn. Er was op de hengstenkeuringen dan ook veel animo om een: hengst aan te koopen, waérdoor menige hengst van eigenaar verwisselde. Naar men ons mededeelde werden de navolgende hengsten verkocht: Frans K. 1940, 3 j., vos, bles, d. Avenir 1468, u. een kleindochter van Germain de Caneghem, van Kerckhaert De Maat te Breda en Stoppeldijk, werd verkocht aan Gebr. Muggen te Smalbroek- Beilen (Dr.); Certain van Tienhoven K. 1915, 4 j., bruinschimmel, le premie gr. m., d. Herseur II de Ccgnebeau 1430, u. een dochter van den nationalen kampioen Certain van Lamswaarde, van Kerck haert De Maat voornoemd, werd verkocht aan H.A. wSteenderen" te Steenderen (Geld.), die hier mede een diepen, best gestopten en fraai gelijnden hengst met beste gangen in bezit heeft gekregen, indien deze hengst nog even meer macht had, zou hij ook op een nationale keuring moeilijk zijn te slaan; Samson 90819, 3 j., 3e premie gr. m., vos, bles, d. Carlo van 't Kerkje 1728, u. een dochter van Mon Gros de Neufke, van P. Scheelede Putter te Biezelinge, werd verkocht aan Gebr. Wisse Lzn. te Aagtekerke, die hierdoor eigenaar geworden zijn van een zeer diepen en bestgelijnden hengst met goede gangen; Coureur d'Avenir K. 1531, 16 j., ggk. voor 4 jaar, vos, bles, d. van bekenden Avenir 324, u. een Conquérant de Meslin-dochter,. van W. de Buck te Meliskerke, werd verkocht aan Gb. Rip Bzn. te Vijfhuizen-Haarlemmermeer; Paul IT K. 1948, 3 j., le premie gr. m., vos, bles, door den bekenden en best kweekenden Zweedschen kam pioen Paul van Luntershoek 1716, uit de enorme Clairon de la Lys-dochter Kate 21047, van Corn, de Feijter Johzn. te Boschkapelle, werd verkocht aan de H.A. „Sommelsdijk" te Sommelsdijk, die hierdoor eigenares is geworden van den mooisten en meest formidabelen fokhengst der laatste jaren, een suc ces waarmede wij haar van harte gelukwenschen, sel, slagen wij er echter niet in, om op een .plaats, waar een stop van 6 ampère thuis hoort, er een van 15 ampère in te schroeven. Wlat toch is het geval Men. kijkt daartoe eens in het porseleinen huis op het meter-bord, waaruit men de patroon gehaald heeft. Men ziet dan, dat achterin die holte een ringetje zit, het z.g. steentje. Dit ringetje zit daar vast in bevestigd en kan er niet, althans niet bij vergissing!, uitgehaald worden. In de opening van dit ringetje past precies het uitsteeksel van de patroon. Een sterkere patroon, met dikker uit steeksel, gaat daar niet in en op deze wijze is het dus onmogelijk, om bij goede trouw een te sterke patroon te schroeven in een houder, die voor klei nere patronen bestemd is. Het zilveren smeltdraad je is aan den voorkant verbonden met een veertje, waaraan een klein ge kleurd plaatje; de kleur van dit plaatje is voor patronen van 6 ampère groen, van 10 ampère rood, van 15 ampère grijs, van 20 ampère blauw en van 25 ampère geel. Dus reeds aan de kleur van het plaatje kan men zien welke „sterkte" de patroon, óók als deze nog in den houder is geschroefd, be zit. Indien bij een te sterken stroom het zilveren draadje doorsmelt, valt het gekleurde plaatje uit de patroon. De boven beschreven schroefveiligheden noemt men wel D-veiligheden (D is de eerste letter van „diameter", en dit zinspeelt, op de dikte van het uitsteeksel van de patroon). Er zijn ook nog z.g. L-schroefveilighedenhierbij doch dat niettemin een schrille aanklacht blijft aan het adres van de Zeeuwsch-Vlaamsche fokkers, die zoo'n uitzonderlijk besten hengst niet voor hun éigen streek wisten te behouden; Avenir van Acron K. 1947, 3 j., 2e premie gr. m., vos, blesje, d. Acron van Avenir 1684, u. een dochter van Avenir 1468, een product dus van nauwe en best- geslaagde inteelt, daar zoowel zijn vader als zijne moeder Avenir 1'468 tot vader hebben, van Corn, de Feijter voornoemd, werd verkocht aan H. J. Koop- mans té Kessel (N.-Br.), die hiermede de hand heeft weten te leggen op een hengst met buitengewoon Veel kwaliteit; Cavalier van Clairon K. 1949, 3 j., le premie kl. m., vos, kol, d. Clairon de la Ly3 1488, u. een kleindochter van den bekenden Marquis de Zuyen 410, van Kerckhaert 'De Maat voor noemd, werd verkocht aan D. L. Kluifhooft en Gebr. Smits te Strijen (Z.-Holl.), die hiermede een der meest soortige hengsten der kleine maat heb ben aangekocht, waarvan zeker iets goeds mag worden verwacht; Sander K. 1953, 4 j., 2e premie kl. m., vos, bles, d. Clairon de la Lys K. 1488, u. eeit kleindochter van Wilson 1306, kon nog even correc ter zijn in zijn bewegingen, doch met een best pok kei en machtige spieren in onderarm en schenkel, van Kerckhaert De Maat voornoemd, werd ver kocht aan J. C. A. Geluk te Dinteloord; Acron van Stoppeldijk 91419, 3 j., vos, bles, d. Acron van Avenir 1684, uit een Clarion de la Lys-dochter, van Corn, de Feijter Johzn. voornoemd en W. P. J. Staal te Stoppeldijk, werd verkocht aan Joh. Lokhorst te Driel (Geld.); Frans 91494, 3 j., 3e premie kl. m„ door Paul van Luntershoek 1716, u. Azalia van Zuiddorpe 21005, een mooie vos, doch die ons toch te vet leek, van Gebr. Al. C. en P. Serrarens e.a. te Ossenisse, werd verkocht aan J. Louwerse te Serooskerke (W.), wien wij zouden willen aanraden om den hengst wat minder vet te houden; Paul 93918, 3 j., Vos, bles, door Paul van Luntershoek 1716, u. een dochter van den bekenden Joubert 767. van Firma F. Dekker Pzn. te Axel, werd verkocht? aan A. Schuiling Thzn. te Hallum (Fr.); Elegant 93178, 3 j., 3e premie gr. m., bruinschimmel, door Vainqueur van Herseur 1688, u. een zeer goede dochter van den bekenden Wilson 693, een niet te zware hengst met beste lijnen en besten gang, van Jac. de Putter Pzn. te Axel, werd verkocht aan H. Smit te Midwolde-Leek (Gron.); Mars van Hardenbroek 87902, 4 j., vos, bles, door Mars vail Hoek 1626, u. eeh dochter van AVenir 1468, van M. van Fraaijenhove Jzn. te Axel en C. A. de With te Hoofddorp, werd verkocht aan L. Boone te Rit- them; Saphir K. 1892. 7 j., bruinschimmel, d. Her seur II de Cognebeau 1430, u. Blondine du Kraaien hof 18831, extra best soort, stap wat onvast, draf goed, van M. van Fraaijenhove Jzn. te Axel en M. Immink te Nieuw-Vennep-Haarlemmermeer, werd verkocht aan Anton Pruissen A.Czn. te Rijk-Haar lemmermeer en M. Immink voornoemd; Gustaaf van Monnikenhof 92047,.3 j., vos, bles, d. den kam pioen Certain van Lamswaarde 1429, u. een dochter van Martin van Puntershoek, een fel paai;d, en hoe wel hij, niet werd geprimeerd, achten wij hem, na Iwan van Vredenburg, verreweg de beste hengst zijner klasse, hij staat op het oogenblik iets buiten conditie, doch bij een goede verpleging (de hengst had zich nogal geschuurd) zal hij stellig zijn vorm herwinnen en dan zal men nog wel van hem hooren, van A. J. v. d. Meulen-Becu te IJzendijke en C. J- Pijfferoen te Eede, werd verkocht aan Jac. de Putter Pzn. e.a. te Axel, met welken aankoop wij de nieuwe eigenaren geluk wenschen; Leen 94361, 3 j., vos, bles, d. Roland 1558, een kleinzoon van Certain van Lamswaarde, u. een dochter van Élé gant de Laboureur d'Isaac 524, de beste fok hengst, die ooit op Noord-Beveland ter dekking heeft gestaan, van Van der Meulen-Becu Pijffe roen voornoemd, werd verkocht aan P. Vermaat te Zuidland, die hiermede een hengst heeft gekocht, waaraan nog wel een vlekje kleeft, doch enorm is gespierd en daarbij op twee grootvaders kan bogen, die voor de fokkerij een groote beteekenis gehad hebben en waarvan onze oud-kampioen nog de hebben de uitsteeksels -van de patronen een ver schillende lengte; bij een „stop" voor 6 ampère is het langer dan bij eèn „stop" voor 10 ampère enz. De dikte van het uitsteeksel is bij alle hetzelfde. Bij- deze veiligheden ontbreekt het steentje, doch in plaats daarvan bevindt zich achter in de holte van den houder een zes-kante schroef, de z.g. con tact-schroef. De kop van deze schroef is hooger als er in den houder een patroon van 10 ampère moet, dan in een houder voor een 6 ampère stop; bij 15 ampère is de kop weer hooger enz. Dus naarmate het uitsteeksel van de patroon korter is, is de kop van de contactschroef in den houder hooger. Daardoor zal het kortere uitsteeksel tóch contact maken met de contactschroef; tenzij... men in een houder van 6 ampère een stop van 10 ampère zou willen draaien; in dat geval komt het uitsteek sel van de patroon niet tegen de schroef achter in de holte, zoodat hier geen stroom kan doorgaan. Op deze wijze is het dus evenmin mogelijk een te sterke stop te schroeven in een houder voor lagere stroomsterkte. En hiermede meenen we voldoende verteld te hebben over schroefveiligheden. We zijn er uitvoe rig bij blijven stilstaan, om twee redenen: 1. zij komen bij ieder van ons, indien wij althans een electrische aansluiting op het net óf een wind generator hebben, voor; 2. een uitvoerige bespreking van een détail ver diept het inzicht, mits men de hoofdlijnen, die vroeger zijn aangegeven, niet uit het oog verliest. Ir. C. D.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1941 | | pagina 6