Redactioneel Gedeelte Rondom de Boerderij. VEREENIGINGSWEZEN. ECONOMIE. daar nog naar veranderd kan worden. De prijzeh zullen hcoger moeten zijn, want de onkosten zullen ook heel wat meer bedragen. De loonen zullen ook wel naar boven gaan, vooral nu ook de regeering haar ambtenaren hierin is tegemoetgekomen. 'Het prijzen vaststellen is wel een moeilijk probleem om ze zoo te stellen, dat het landsbelang (voedselvoor ziening) en het bestaan van boer en arbeider beide gediend zijn. Vrijdag naar de jaarvergadering der oud-leerlingen R.L.W. geweest en het was weer goed oude kennissen te ontmoeten. Er is in begin sel besloten om met de oud-leerlingen van alle ver- eenigingen een z.g. praatmiddag te houden. Een onzer leidt dan een kwartier een onderwerp in en daarna wordt dit onderwerp in bespreking gege ven en ieder in de gelegenheid gesteld om zijn prac- tische ervaring naar voren te brengen en zijn meening te zeggen. Het doel is om de jonge land bouwers kennis bij te brengen om een onderwerp te bespreken en te verklaren en den oudere ge legenheid te geven zijn practische kennis van land bouwzaken meer algemeen te maken. We moeten geen octrooi van iets op landbouwgebied hebben, we moeten samen het beste er van maken. In zoo'n middag zit zeker wel wat in en dit is een mooi ter rein om door de vereeniging bewerkt te worden. Het plan is om één keer per maand (drukke maan den als dit noodig blijkt over te slaan) bijeen te komen. Uit die besprekingen wordt een klein ver slag gemaakt met de voornaamste besproken pun ten, om in ons blad te worden geplaatst. Voormid dags werd onze secretaris C. O. J. Hendrikse ge huldigd, die 20 jaar dit ambt met de meeste ambitie heeft waargenomen, wie weet wat aan dit secre tariaat vast zit, zal dit nog beter begrijpen. C. O. J. Hendrikse en de vereeniging van oud-leerlingen hooren precies zoo bij elkaar als Van Gend en Loos. Na den middag hield de heer Zwagerman, onze zuiVelconsulent, een causerie over de paarden en veevoeding in dezen tijd. 't Was een leerzame mid dag en de immer jonge inleider, die den laatsten tijd heel wat over zijn hoofd is gekomen, is nog niets verloren van zijn optimisme en zijn vitaliteit, dat hij ons, jongeren, een lichtend voorbeeld is. Eerst besprak hij de paardenvordering, welke vol gens hem niet zoo diep sneed dan de rundveevorde ring, om aan de hand van den tegenwoordigen toe stand te bespreken, welken weg we dienen te be- vandelen, om volgenden winter zooveel mogelijk iwitrijk voedsel uit jong gras of klaver in te kun- m kuilen, daar dit artikel zeer schaarsch zal 'rden. PREI. et eigenlijk niet overbodig over deze voort ref- ke groente nog iets te schrijven? '<e is overbekend en de kWeekwijze is zeer een- ê^ig. Toch worden soms bij die gewassen, welke Makkelijk te kweeken zijn, juist de meeste fouten •maakt. Men neemt het er niet zoo nauw mede, .ét gaat toch wel goed. En op de kleinigheden wordt minder gelet. Willen we echter van deze groente het volle profijt hebben, dan zal ook al datgene, wat voor een goede cultuur eisch is, moe ten worden toegepast. Laat ik daarom beginnen bij het zaaien. Om mooie planten te kweeken, zaait men in Maart op een goed toebereid zaaibed, 't liefst niet te dik, maar ook niet te dun. Eén lood zaad bevat gemiddeld 3500 a 4000 zaden, met voor dit jaar een gecontroleerde kiern- kraeht van ruim 60 Meestal worden de jonge plantjes op het zaaibed niet gedund, toch verdient dit wel aanbeveling. Hierdoor worden beter en regelmatiger planten verkregen. Van een niet ge dund zaaibed gaat soms wel de helft der jonge planten verloren. Dit is goed te zien, als U bij een plantenkweeker preiplanten gaat halen. Bijna altijd ziet U, dat naar de grootste planten wordt gezocht, de kleine moeten dan z.g. nog wat doorgroeien voor later. Doorgaans komt daar echter niet veel van terecht, daar deze achtergebleven planten lang en slap zijn en praktisch onbruikbaar. Daarom is goed uitdunnen aan te bevelen, elke plant kan zich dan vrijwel gelijkmatig ontwikkelen. Planten ter dikte van een pink, zijn wel de beste om uit te zetten. Om mooie dikke prei te kweeken moet de grond goed voedzaam zijn en flink humus bevatten. En daar men ze meestal Sis tweede vrucht gebruikt, b.v. op vrij gekomen grond van vroege aardappelen, dient daarmede reeds in het voor- of najaar rekening te worden gehouden met de bemesting. Het in den zomer, na het rooien der aardappelen aanbrengen van stalmest of compost, is in den regel niet gemakkelijk uitvoerbaar, ook lijkt het mij niet gewenscht. Meestal is dit een droge periode en gaat men nu spitten of ploegen om den mest onder te brengen, dan krijgt de grond geen goede structuur. Vooral zware grond wordt aard en onhandelbaar. Daarbij komt, dat bij het rooien der aardappelen, de grond wel los genoeg gemaakt is, om na een flinke bewerking met egge of mesthaak, te kunnen planten, waarbij dan tege lijk een overbemesting met A.S.F. korrels kan wor den gegeven. De planten komen op een onder- lingen afstand van 30 cm op de rij. Rijenafstand eveneens 30 cm. Een methode die hier in Zeeland nog niet veel wordt toegepast, is het planten in greppels. Toch verdient dit alle aanbeveling. Er wordt dan eerst een greppel van 15 cm diep ge trokken en daarin worden de plantgaten gemaakt. Gedurende de groeiperiode worden de planten dan geleidelijk aangeaard door de greppels bij het schoffelen dicht te maken. B\j droogte direct na het planten, is het aangieten ook gemakkelijker uitvoerbaar, dan wanneer op gelijken grond is ge plant. Door het aanaarden, wordt het witte ge deelte aanmerkelijk langer en daarom is het ons juist te doen. Voor het planten worden zoowel de wortels als de bladeren wat ingekort. Het planten kan zoowel met de spade, als met het poothout geschieden, indien maar gezorgd wordt, dat de plant goed in het plantgat komt en dit goed wordt dicht gedrukt, zoodat de grond ook van onderen goed aansluit. Wanneer op tijd geplant wordt, zijn de planten voor den winter reeds goed ontwikkeld. En daar het hier een wintergroente is-, dienen we er ook voor te zorgen, dat we ze ook gedurende een vorst periode ter beschikking hebben. Prei kan wel wat vorst verdragen, doch bij lang durige strenge vorst, heeft ze toch veel te lijden. Ook speelt de soort hier een rol. Nu kan men verschillende methodes toepassen voor bewaring gedurende den winter. 1°. Men kuilt de grootste planten in, in een vorstvrije bak ongeveer tegen elkaar. Een nadeel hiervan is, dat deze prei niet meer doorgroeit en dat zelfs bij de beste verzorging nogal rotting ont staat. Bij niet vriezend weer overdag flink luch ten, wil nog wel wat helpen, maar we krijgen toch nogal wat afval. Een andere m.i. betere methode is de prei gewoon op het veld laten staan en afdekken met blad of turfstrooisel e.d. Dit wordt dan zóó gedaan, dat het hart van de plant vrijblijft, dus een flinke laag tusschen de planten. Niet alle blad is echter geschikt voor dit doel. Beukenblad is wel het beste. Nu heeft niet iedereen dit ter beschikking. Het kan ook met een andere grove bladsoort als van kastanje of esch- doorn. Turfstrooisel is ook zeer goed, maar wel wat kostbaar voor dit doel. Door deze afdekking wordt tweeërlei doel be reikt.' 1°. de planten rzijn tegen een flinke vorst beschermd en blijven aan den groei. 2°. men kan ze nog rooien als zonder bedekking dit reeds geruimen tijd onuitvoerbaar is. Vooral voor den kweeker is dit een voordeel, daar juist in een vorstperiode de groente doorgaans schaarsch aan de markt komt, waardoor de prijzen hooger zijn. Ik zagfwel eens iemand met een pik houweel prei uithakken, omdat deze toen duur was. Niet alleen is dit moeilijk werk, maar de planten worden ook gemakkelijk beschadigd. Bij gebrek aan blad kan ook gebruik gemaakt worden van gerstekaf. Hoofdzaak is, dat het te gebruiken materiaal zoo weinig mogelijk broeit. In 't voorjaar kan zoowel blad als turfstrooisel gils meststof gebruikt worden. Vooral op de zware gronden vormt dit een uitstekende meststof. Gerstekaf heeft in dezen maar weinig waarde. Natuurlijk moet deze toedekking voor het invallen van de vorst worden aangebracht, daar het zich wat moet zetten. Ook met de soorten moet reke ning worden gehouden. Een veel gevraagde soort is de bekende Reuzen van Carentan. Deze is niet winterhard, maar een uitstekende soort. Brabantsche Winter is beter tegen vorst bestand. Beide soorten worden flink groot en groeien snel. Een nog betrekkelijk nieuwe is de Siegfried of Winterreuzen. Deze ontwikkelt zich vóór den winter niet sterk en moet dus op het land over blijven; in 't voorjaar groeit ze dan snel door. Deze is vrijwel winterhard. Om nu zoowel in 't voor- als najaar over prei te kunnen beschikken, is het nemen van een paar soorten gewenscht, b.v. voor wintergebruik Reuzen van Carentan of Brabantsche Winter, en voor voorjaarsgebruik Siegfried. Mogen deze enkele eenvoudige opmerkingen er toe bijdragen dat ook door de landbouwers de teelt van deze beste groente voor eigen gebruik meer toeoefend wordt. LABRUIJÈRE. Middelburg. KORT VERSLAG van de vergadering van Dagelijksche Besturen der drie Centrale Landbouworganisaties. Overdracht presidium en secretariaat. Bij den aanvang van deze eerste vergadering in 1941 droeg de Voorzitter van den Katholieken Nederlandschen Boeren- en Tuindersbond het presi dium en het secretariaat over aan het Ned. Land- bouw-Comité, onder dankzegging voor de tijdens zijn voorzitterschap verleende medewerking. De Voorzitter van het N.L.C. aanvaardde namens zijn organisatie deze functies, waarbij hij de hoop uit sprak, dat deze zittingsperiode vruchtdragend zou mogen zijn. Huisslachting. Volgens de regeling der huisslachtingen is het niet geoorloofd een 2e of 3e varken te slachten indien de verrekening der bonnen met het eerste geslachte varken nog niet heeft plaats gehad. Het gevaar bestaat, dat men het 2e en zeker het 3e varken pas zal kunnen slachten in een tjjd, welke ongeschikt is voor huisslachting. Om aan die bezwaren tegemoet te komen zou de regeling zoo dienen te zijn, dat de 2e en 3e huisslachting zouden plaats hebben uiterlijk in Maart. Besloten werd dit punt met den D. G. van de Voedselvoorziening te bespreken. Prijzen krachtvoer. De vergadering was van gevoelen, dat de onlangs gepubliceerde prijsverhooging van verschillende soorten krachtvoer, welke een stijging der produc tiekosten van slaéntvee, eieren en varkens heeft veroorzaakt, ook een prijsverhooging voor de ge noemde producten behoort mee te brengen. Besloten werd bij de bevoegde instanties in dien geest de noo'dige stappen te doen. Verhouding prijs klei- en zandaardappelen. De aandacht werd er op gevestigd, dat de vast gestelde telersprtfs van de zandaardappelen van goede kWaliteit te laag is in verhouding tot de klei-aardappelen van minder goede consumptieras sen als Bintje en Alpha. Zelfs is de prijs van goede zandaardappelen van het ras Roode Star maar weinig hooger dan dC& van veenaardappelen. De vergadering achtte deze, prijsverhouding onjuist en besloot aan te dringen op een hoogeren prijs voor goede kwaliteit zandaardappelen. Mesten van contract-varkens. Als gevolg van de verhooging van den prijs van het varkensmeel en van de verminderde voedertoe wijzing, hebben(. verschillende varkensmesters, die een contract met 'de regeering hadden afgesloten aangaande het mesten van varkens, deze overeen komst opgezegd. De vraag rijst hoe in deze verder moet worden gehandeld. Dè vergadering was van oordeel, dat de mesters niet van te voren op de hoogte gesteld zijn van de verhoogingS van den voe- derprijs, noch van 'de l4gere voedertoewijzing, zoo dat de overeenkomst als vervallen kan worden beschouwd. Besloten werd een en ander met den D. G. van de Voedselvoorziening te bespreken. Verplichte levering van rundvee. Uitvoerig werd van gedachten gewisseld omtrent het aan de C.L.O. uitgebrachte rapport aangaande verplichte levering van rundvee, waarbij verschil lende opmerkingen nader werden bezien. In het bijzonder werd nog eens de nadruk gelegd op de wensch'elijkheid van een regeling voor het vet- weidersbedrijf, opdat dit voor de vleeschvoorziening belangrijke bedrijf zal kunnen blijven functionee- ren. Voorts werd opnieuw het pleit gevoerd voor het uitbetalen van geleverd drachtig vee, naar gebruikswaarde in plaats van naar slachtwaarde. Thans gebéurt het vaak, dat voor goede gebruiks- dieren een gering bedrag wordt ontvangen. Besloten werd deze aangelegenheid te bevoegder plaatse in bespreking te brengen. Brandstoffenvoorziening ten plattelande. Mededeeling werd gedaan van stappen, welke bij het Centraal Distributiekantoor zijn gedaan ten gunste van een verbetering van de brandstoffen- voorziening ten plattelande. Gebleken is, dat zich bij de brandstoffenvoorziening zeer groote moeilijk heden voordoen. In de vergadering werd er den nadruk op gelegd, dat in de huishoudingen ten plattelande ook des zomers steenkolen beschikbaar moeten zijn, aan gezien het middagmaal op een kolenfornuis moet worden gereedgemaakt. Besloten werd zich niet bij de tegenwoordige voor het platteland ongunstige verdeeling der beschikbare brandstof neer te leg gen, doch na te gaan op welke wijze in de toe komst eene Verbetering kan worden verkregen. ARBEIDSBEMIDDELING IN DEN LANDBOUW. Na dezen langen winter zal straks het werk in den landbouw veel aandacht vergen, zoodat de vraag naar landarbeiders ongetwijfeld belangrijk zal zijn. Üit de werkloosheidscijfers blijkt al, dat het aanbod van landarbeiders niet zoo groot is als andere jaren, zoodat de verwachting, dat land arbeiders dit voorjaar niet werkloos behoeven te zijn, gerechtvaardigd is. Zelfs zal wel de noodige zorg aan de verdeeling der beschikbare krachten moeten worden besteed. Om te bereiken, dat iedere werkgever kan beschikken over de krachten, die hij noodig heeft, is het noodzakelijk, dat de werk gevers in.het landbouw-, tuinbouw- en veenbedrijf, die arbeidskrachten noodig zullen hebben, tijdig aan de arbeidsbeurzen of de agentschappen der arbeids bemiddeling mededeeling doen van het aantal en de soort arbeiders, die zij in dienst willen nemen, be nevens de tijdvakken, waarin deze arbeiders noodig zijn, alsmede de arbeidsvoorwaarden. Zoowel in het belang van de werkgevers en werknemers in den landbouw als in het algemeen belang, wordt de medewerking van de werkgevers verzocht. Het Rijksarbeidsbureau wil alle medewer king verleenen, doch het moet, om doelmatig te kunnen werken en allen zoo goed mogelijk te die nen, tijdig over voldoende gegevens beschikken. Slechts dan zal het mogelijk zijn, op afdoende wijze hulp te verleenen bij de voorziening van landarbei ders.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1941 | | pagina 6