VEREENIGINGSWEZEN
den arbeid kan houden, bestaat er geen werkloos
heid.
Schrijver is te nuchter om te denken, dat dit,
zelfs in het meest volmaakte systeem van ordening
van den national en arbeid en van de nationale pro-
ductie, steeds het geval zou kunnen zijn.
Als oorzaken van werkloosheid, ook in de toe
komst, noemt schrijver de seizoenschommelingen,
depressies, de oorlogsverhoudingen.
Daarom zal men voorloopig rekening moeten
houden met werkloosheid als voorwerp van zorg
der Overheid. Het zwaartepunt moet ook hier
gelegd worden bij het in den arbeid brengen en het
in den arbeid houden van de menschen, ergo bij de
arbeidsbemiddeling. Deze dient de hartader, ja, de
ziel te zijn van de werkloozenzorg.
Het geven van ontslag dient van Overheidswege
geregeld en geordend te worden, waarbij ook
weer de bureaux voor arbeidsbemiddeling ingescha
keld dienen te worden.
Eveneens noodzakelijk is een verplichte werk
loosheidsverzekering.
Uit een en ander volgt, dat de werkloozenonder-
steuning in zijn tegenwoordigen vorm geheel zou
verdwijnen, evenals de vrijwillige werkloosheids
verzekering.
De werkverschaffing in haar tegenwoordigen
vorm, als ondersteuning in den vorm van arbeid,
zou eveneens ophouden te bestaan.
In haar plaats zou komen een echt werkverrui-
mingsbedrijf van den Staat voor de uitvoering van
cultuur-technische werken, waarheen de werklooze
arbeiders worden' verwezen, als er geen werk voor
ze is in het vrije bedrijf.. Ehxs geen aanwijzing van
werkloozen meer bij de werkverschaffing, geen loo-
nen in verband met steunnormen, allerlei toesla
gen in den vorm van franje en wat dies meer zij,
maar normalen arbeid, waaraan elk karakter van
araienzorg is ontnomen.
In dit plan wordt den omvang der cultuur-tech
nische werken afgestemd op de reserve aan arbei
ders, die geen plaats vindt in het vrije bedrijf hier
of elders.
Deze bemoeiingen behooren in een sociaal-econo
misch stelsel als door schrijver geschetst, zooals
vanzelf spreekt thuis bij den Staat. Zij moeten
bovendien in één hand zijn, wil het systeem zijn
volle rendement afwerpen en aan zijn doel beant
woorden.
(Wordt vervolgd.)
v. U.
VOORZIENING VAN ARBEIDSKRACHTEN
TEN PLATTELANDE.
Met voldoening hebben wij geconstateerd, dat het
aantal landarbeiders, dat de boeren dezen winter
in dienst hebben gehouden, grooter is dan in andere
jaren het geval was.
Nu zijn er op 't oogenblik wel een aantal land
arbeiders werkloos, doen de werkloosheid van thans
is voor een zeer groot deel te wijten aan de vorst
en sneeuwperiode, welke we zoo juist achter den
rug hebben, De verwachting is dan ook algemeen,
dat deze werkloosheid spoedig zal afnemen, het
geen ook noodig is om straks in het seizoen weer
over voldoende arbeidskrachten te kunnen be
schikken.
Het verheugt ons, dat het Rijksax-beidsbureau al
het «mogelijke doet, om de overschotten weg te
werken en dus de arbeiders, die hier of daar werk
loos mochten zijn, in het a.s. voorjaar te verplaat
sen naar streken, waar men een tekort aan land
arbeiders heeft.
Dat kan echter beteekenen., dat degenen, die even
te lang wachten met het aannemen van arbeiders
hun voorjaarsuitbreiding van personeel niet op de
gewenschte wijze tot stand zullen kunnen brengen.
Eerstens bestaat dan de mogelijkheid, dat de
beste arbeiders reeds elders zijn geplaatst en boven
dien zal men liefst arbeiders uit de eigen streek
hebben, want wanneer zij uit andere streken moe
ten komen, zal dit veelal extxa kosten meebrengen.
Wij «-aden dan ook een ieder aan om het benoo-
digde pex'soneel zoo vroeg mogelijk aan te nemen
en tot een zoo groot mogelijk aantal. Het belang
van het bedrijf zal daarmede slechts gebaat zijn.
Wij vernamen, dat men in andere streken van
ons land, waar een tekort aan personeel bestaat,
reeds bezig is te trachten landarbeiders uit Zeeland
te betrekken.
Laat daarom de Zeeuwsche boer er voor zorgen,
dat hij zijn behoefte aan arbeidskrachten tijdig
dekt. 6
KORT VERSLAG VAN DE VERGADERING DER
EERSTE AFDEELING VAN HET
LANDBOUW-COMITÈ,
welke op 15 en 16 Januari 1941, onder voorzitter
schap van den heer H. D. Louwes, Nieuw Mid-
huizen te Ulrum is gehouden.
Omtrent de in deze vergadering gedane mede-
deelingen en genomen besluiten, valt het navolgen
de te vermelden.
Nederlandsen Agrarisch Front.
Ingekomen was een schrijven van Dr. F. E.
Posthuma, waarin deze mededeeling deed van de
tot standkomingen het doel van het Nederlandsch
Agrarisch Front en verklaarde niets onbeproefd te
willen laten om een samenwerking met deze orga
nisatie te bevorderen. In verband hiermede wendde
hjj zich tot het Landbouw-Comité om ernstig te
overwegen in hoeverre en op welke wjjze deze
samenwerking met het Nederlandsch Agrarisch
Front mogelijk zou zijn.
De vergadering herinnerde er aan, dat het Land
bouw-Comité zich genoodzaakt heeft gezien, de
samenwerking met den, inmiddels opgeheven,
Nationalen Bond .Landbouw en Maatschappij" niet
te bestendigen als gevolg van het besluit van deze
organisatie tot samengaan met het Nederlandsch
Boerenfront van den N.S.B. Op grond hiervan was
de grootst mogelijke meerderheid van oordeel, dat
een samenwerking met het uit de versmelting van
den Nationalen Bond „Landbouw en Maatschappij
en het Boerenfront ontstane Nederlandsch Agra
risch Front niet kan worden verwezenlijkt. Beslo
ten werd Dr. Posthuma in dien zin te antwoorden.
Bestuurslid.
Ontvangen was een schrijven van de Zeeuwsche
Landbouw Maatschappij, waarin werd medegedeeld,
dat Mr. P. Dieleman, wegens zijn drukke werk
zaamheden niet meer in staat is de vergaderingen
der Eerste Afdeeling te bezoeken en dientengevolge
ontslag heeft gevraagd als bestuurslid.
In z\jn plaats heeft het Dag. Bestuur der Zeeuw
sche Landbouw Maatschappij als vertegenwoordiger
aangewezen, de heer A. I. Leenhouts te Retranche-
ment, die voor het eerst als zoodanig de vergade
ring bijwoonde.
De voorzitter bracht Mr. Dieleman, die in een
warm gestemd schrijven afscheid had genomen,
dank voor hetgeen hij in zijn functie van bestuurs
lid in bet belang van den Nederl. Landbouw heeftt
gedaan.
Nederl. Algesmeene Keuringsdienst (N.AR.).
Mededeeling werd gedaan van een schrijven van
den N.A.K., met betrekking tot de ontwerp-statuten
van dit lichaam, dat gereoi-ganiseerd wordt. Ten
einde het contact tusschen den N.A.K. en de pro
vinciale landbouworganisateis zooveel mogelijk in
stand te houden, is alsnog in de ontwerp-statuten
o.m. de bepaling opgenomen, dat het Dag. Bestuur
zoo dikwijls het dit wenschelijk acht, doch ten
minste éénmaal per jaar, overleg pleegt met de
afgevaardigden der landbouworganisaties, die in de
gewestelijke keuringsdiensten vertegenwoordigd
De vergadering kon met deze aanvulling, welke
ook door de C.L.O. reeds was goedgekeurd, accoord
gaan.
Bestrijding van emelten.
Door een der aangesloten organisaties werd mede
gedeeld, dat het gebruik van zemelen voor de be
strijding van emelten is verboden.
Gevreesd moet worden, dat als gevolg van het
scheuren van grasland de door emelten veroor
zaakte schade ^al toenemen.
In verband I1 u-me dé zou het onttrekken van een
zekere hoe-vee? ^d zemelen aan de voedselvoorzie
ning om deze te, bestemmen voor de bestrijding van
emelten, verantWöord zijn, omdat anderzijds de
voedselvoorziening daarmede op grooter schaal zou
worden gebaat.
Besloten' werd deze aangelegenheid te bespreken
met den Directeur-Generaal van den Landbouw.
Kuns tmestvoorzieniiig.
a. Eenige ongerustheid is ontstaan met betrek
king tot de stikstofvoorziening voor het komende
oogstjaar. Als gevolg van de weersomstandigheden
zal het vervoer moeilijkheden ondervinden, teiwijl
ook om andere reden een vertraagde aflevering
geenszins uitgesloten moet worden geacht.
Echter zullen onderscheidene bedrijfstypen reeds
in het vroege voorjaar over de toewijzing van 1941
moeten beschikken, zal de toegediende stikstofbe
mesting volledig nut afwerpen.
Besloten werd deze aangelegenheid bij het Kunst-
mestdistributiebureau aanhangig te maken.
b. Voorts werd een opmerking gemaakt aan
gaande de kunstmestdistributie. De toewijzing aan
de groothandelaren op basis van hun afname in
het verleden, schijnt onvoldoende waarborgen te
geven voor een goede verdeeling onder de gebrui
kers. Naar verluidt zou den handel de mogelijk
heid zijn gelaten, een verschuiving in zijn clientèle
aan te brengen, waarbij de gegoedheid der afnemers
of de concurrentie-mogelijkheid t.a.v. de plaatse
lijke coöperaties richtsnoer zouden vormen.
Met het oog op de wenschelijkheid eener billijke
verdeeling der beschikbare voorraden, zal het dis
tributiestelsel moeten worden verfijnd. Een en
ander zal te bevoegder, plaatse worden besproken.
Verplichte Rundveelevering.
Breedvoerig werd van gedachten gewisseld over
het door een commissie uit de 3 C.L.O. en F.N.Z.
ingediende rapport, waarin eenige richtlijnen zijn
vervat ten aanzien van de verplichte levering van
nxndvee.
Zoo werd het absoluut noodzakelijk geacht om
een regeling te treffen voor het vetweidersbedrijf,
dat onder de gegeven omstandigheden nu de magere
voor de weiderij geschikte koeien in consumptie
worden gebracht, practisch niet zal kunnen func-
tioneeren. De productie van vleesch in deze bedrij
ven is van groote beteekenis uit een oogpunt van
volksvoeding. In verband hiermede werd er op
aangedrongen, dat thans met het vleeschvefbruik
de uiterste zuinigheid wordt betracht, om voor de
toekomst een ruimer voorziening mogelijk te
maken.
Voorts werd nogmaals gepleit voor een reeds in
het rapport vermeld punt n.L de overname van
drachtig vee tegen bedryfswaarde inplaats van
tegen slachtwaarde, welke aangelegenheid van
groot belang wordt geacht.
De vraag werd- gesteld of in bepaalde gevallen
ook noodslachtingen als levering zouden kunnen
worden beschouwd.
Ook werd de wensch kenbaar gemaakt, dat
reeds bij de eerste leveringsplicht tot 28 Februari
a.s. eenige differentiatie zou worden toegepast in
verband met de bedrijfsomstandigheden, al ont
veinsde men zich niet, dat zulks moeilijk zal zijn.
Daarna werd nog het pleit gevoerd voor het vrij
laten van het aanhouden van stierkalveren in het
belang der vleeschvoorziening tot den leeftijd van
één jaar, waarbij de maximum-gewichtsgrens van
250 kg moet worden losgelaten.
Nadat tenslotte de vergadering zich had uitge
sproken tegen een toewijzing van een zeker aantal
koeien per bedrijf, omdat zulks een bevriezing der
bedrijven meebrengt, werd het rapport, nadat met
de diverse opmerkingen rekening zal zijn gehouden,
goedgekeurd.
Besloten werd het rapport met de andere C.L.O.
en de F.N.Z. te bespreken en dan nogmaals met de
bevoegde autoriteit in overleg te treden.
Intusschen is het voorloopig rapport reeds op 27
December 1940, ter kennis van den Directeur-
Generaal van de Voedselvoorziening gebracht.
Sedert zijn verschillende verzachtingen in dj ove
rigens zoo stringente regeling aangebracht, bijv.
.een verlaging van de gewichtsgrens van het slacht
vee van 400 tot 350 kg; het megen leveren van
goed bevleesd jongvee zonder breede tanden met
een levend gewicht van 300 kg na 25 December
1940, terwijl verder de mestbedrijven er rekening
mee zullen moeten houden, dat zij 100 van hun
vee zullen moeten leveren. Daartegenover zal het
zaak zijn, zooals hierboven reeds is uiteengezet,
deze bedrijven opnieuw in de gelegenheid te stellen
guste koeien te koopen, waarbij zoodanige prijsver
houdingen moeten worden gesteld, dat het loonend
is deze dieren vet te weiden of te mesten.
Tenslotte kunnen wrakke dieren, welke zonder
aftrek •yan assurantie ƒ100 of meer opbrengen voor
de levering worden meegeteld.
Bi*an<lstofvoorziening ten plattelande.
Mededeeling werd gedaan van de toezegging van
het Centraal Distributiekantoor aan de 3 C.L.O.,
dat maatregelen worden overwogen om aan de na-
deelen van de plattelandsbevolking t.a.v. de distri
butie van vaste brandstoffen tegemoet te komen.
Sedert is alweer eenigen tijd verloopen en nog
steeds ondervinden tal van huisgezinnen ten platte
lande, die niet over gas, of electriciteit beschikken,
de grootste moeilijkheden bij het koken van hun
eten. Het is noodzakelijk, dat aan de achterstelling
van deze plattelandsbewoners zoó spoedig mogelijk
een einde komt. Besloten werd deze zaak opnieuw
bij het Centraal Distributiekantoor aanhangig te
maken.
Richtprijzen landbouwproducten.
De aandacht werd gevestigd op de geruchten om
trent verandeiïng in de huidigë prijsverhoudingen
voor diverse landbouwproducten in verband met de
eischen dér voedselvoorziening. Gedoeld wordt
daarbij op uitbreiding van den verbouw van bepaal
de zeer productieve aardappelrassen, ten koste van
typische consumptie-aardappelrassen als Roode
Ster en Zeeuwsche Bonte én Blauwe.
Ook wordt vernomen, dat de overheid ae voor
keur zou géven aan den verbouw van groene erw
ten boven die van schokkers.
Met het oog op den tijdigen aankoop van zaai
en pootgoed van de meest gewenschte rassen, is het
gewensebt, dat bekendmakingen zoo spoedig moge
lijk geschieden.
Besloten werd zich dienaangaande met den
Directeur-Generaal van, de Voedselvoorziening te
verstaan.
Pry zen van krachtvoer.
Als gevolg van de onlangs verhoogde prijzen van
krachtvoeder, zijn de lasten die op het veehouders-
bedrijf drukken, reeds aanzienlijk verzwaard.
Bovendien is met ingang van 1 Januari 1941 om
zetbelasting verschuldigd over afgeleverde produc
ten n.l. 2 y2 van den prijs van het vee, 1 van
den prijs van melk en eieren. De bedrijfsuitkomsten
worden daardoor gedrukt en daar deze niet roos
kleurig zijn te noemen, is een overeenkomstige
verhooging van de prijzen der dierlijke producten
billijk. Opgemerkt werd, dat degenen die varkens
voor levering aan de regeering gecontracteerd heb
ben, door de voerprijsverhooging in een minder aan
gename positie komen.
Besloten werd een en ander bij de bevoegde auto
riteit aanhangig te maken.
V oe Iselvo o rzien in g.
In de vergadering werd de aandacht gevestigd
op een uitlating van den Directeur-Generaal van
de Voedselvoorziening, volgens hetwelk ons volk
slechts door de organisatie der voedselvoorziening
van den honger is gescheiden.
Vooral als men rekening houdt met de volgens
persberichten ongunstigen stand der voedselvoor
ziening in Frankrijk en België, springt de beteeke
nis van deze woorden wel zeer in het oog.
Intusschen moet onder „organisatie" niet alleen
worden begrepen het regeeringsapparaat, doch be
hooren daartoe ook de in de samenleving opge
groeide organisaties op landbouwgebied te worden
gerekend, aangezien ook zij een voor de voadsel-
voorziening zeer nuttige taak hebben vervu'd. Een
beroep werd gedaan op de aangesloten organisaties
om ook in de toekomst haar werk ten dezen op
zichte zoo goed mogelyk te verrichten.