Redactioneel Gedeelte
ECONOMIE.
oude Melotte met twee groote wielen eri iets ver
lengde assen (voor verschillende breedte) en in
plaats van een breed plat mes was een mes in ge
broken V-vorm aangebracht van zwaardere con
structie en iets schuin naar achter oploopend ee-
steld. (Zie teekening.)
Zoo'n zware lichter werd gekocht en het werk
was zoo bevredigend, dat een volgend jaar nog een
tweetal werd aangeschaft. Er kan een schijf-
kouter in gezet worden voor het loof, doch een
gewone kouter, achterstevoren er in gezet, werkt
nog beter, zoodat van lang loof geen hinder wordt
ondervonden. De ploeg moet door twee paarden
getrokken worden en licht dan 1—1,25 ha per dag.
Met wisselpaarden kon men heb tot 145 ha bren
gen. Het oprapen der aardappels gaat iets lasti
ger dan achter den rooier, door de aardappels niet
geheel boven liggen. De struik moet uitgehakt
worden en de knollen er afgeschud. Na eenige oefe
ning blijft er zeker niet meer zitten dan achter den
rooier. Bij sterke droogte hapert het op den aller-
zwaarsten grond nog wel eens, doch dit jaar- is on
geveer 100 ha „gelicht" kunnen worden. De bescha
diging is miniem en beperkt zich tot een enkelen
stam, die te diep staat en doordat er bij het dicht
rijden der bedden, een paardenvoet op is terecht
gekomen.
Met bovenstaande beschrijving heb ik de aan
dacht willen vestigen op een nuttig goedkoop werk
tuig (ƒ60 zonder voorstel en ploegbalk) dat nog
te weinig bekend is.
(Over rijen- en pootgoedafstand een volgende
maal.)
Wilhelminadorp.
C. BURGER.
DE ARBEIDSBEMIDDELING EN WERKLOOS-
HEIDSZORG IN NIEUWE BANEN.
Onder boveng.enoemden titel verscheen kort ge
leden reeds een 2e druk van een brochure, geschre
ven door Th. van Lier, Referendaris bij het^ Depar
tement van Sociale Zaken en uitgegeven bij Ver
mande Zonen, IJmuiden. Wij willen trachtten, in
het kort den inhoud van deze belangrijke brochure
weer te geven.
Het wereldgebeuren der laatste maanden oefent
een geweldigen invloed uit op de politieke, sociale
en economische verhoudingen, ook in Nederland.
Voor hen die beseffen, dat een nieuwe wereld
bezig is zich te vormen, doemt deze tweeledige
vraag op: hoe zullen de dingen zich in de toekomst
ontwikkelen en hoe zullen de menschen daaraan
leiding vermogen te geven?
Zouden wij ons in Nederland echter gelijk scha
kelen met de opvattingen en onder den invloed van
een ons land bezettende vreemde macht, dan ware
ons volk geen anderen naam waardig dan van
oogendienaars of satellieten, hetgeen ons zeker
niet zou verheffen in de oogen van de bezettende
overheden.
De besten onder ons volk zijn tezamen gebracht
door deze eene gedachte: wij moeten ons voorbe
reiden op een nieuwe orde van zaken, welke nieuwe
orde inhoudt, dat de werkende mensch als grondslag
van de productie en van de distributieve verdee^
lende gerechtigheid in eere hersteld wordt.
De speculatie op de menschelrjke zwakheden, op
de menschelrjke hebzucht en op de menschelijke
ij delheid, belichaamd in een systeem van productie,
ongebreidelde concurrentie en gebrekkige verdee
ling van goederen, dat de „wetenschap" en de
„wetten" der economie in zijn macht had, wordt
met al zijn uitwassen uitgeroeid.
Een onderdeel van het gebied, dat in de eerste
plaats door de nieuwe idee zal worden beheerscht,
is het in den arbeid brengen van den werkenden
mensch op de voor hem geëigende plaats.
Eerst wordt in deze brochure een overzicht ge
geven van de verhoudingen op het gebied van de
arbeidsbemiddeling en de werkloozenzorg tot aan
het uitbreken van den huidigen oorlog, waarin ons
land werd verwikkeld. Vervolgens worden de pro
blemen besproken, die zich thans voordoen in het
licht der nieuwe idee en de wijze, waarop deze
problemen zullen kunnen worden opgelost.
Het is een opvallend verschijnsel, dat, nu de men
schen zich bewust worden van de geweldige ver
anderingen, die plaats grijpen in het maatschap
pelijk leven, zij ook eensklaps beseffen, hoe dicht
zij eigenlijk: bij elkaar staan in de opvattingen ten
aanzien van het nieuwe, dat in wording is.
Wel zijn er kleine groepen, die zich niet kunnen
losmaken van het oude stelsel of die meenen, dat
de invoering dezer nieuwe orde van zaken dient
gepaard te gaan met het losmaken van ons volk
van onze in den loop der eeuwen verkregen cultuur.
De eersten kunnen niet mee en zullen straks uit
sterven, de laatsten zulle-n in ons land geen voed-
selbodem vinden voor hun gekunsteld nationalisme.
Wij kunnen en zullen ons zelf blijven in gods
dienst en levensopvatting en toch samenwerken
als één man en één vrouw aan den opbouw van een
nieuwe maatschappij.
Een ander merkwaardig feit is nog, dat op het
gebied van de arbeidsbemiddeling en de werkloozen
zorg Nederland achteraan komt met zijn organi
satie tegenover andere West-Europeesche cultuur-
staten.
Engeland heeft reeds in 1910 een stelsel van
directe en centrale staatsbemoeiing ingevoerd op
dit terrein. Duitschland volgde in 1927 en vervol
gens België, de Scandinavische staten, Italië, Zwit
serland enz.
Dit feit is des te merkwaardiger, omdat ons land
overigens op sociaal gebied, men denke aan de be
scherming van den jeugdigen en volwassen arbei
der, de volksgezondheid, de volkshuisvesting, de
sociale verzekering enz., veel heeft gewrocht, wat
de vreemdeling hier kan waardeeren.
De arbeidsbemiddeling in Nederland (1914-1040).
De openbare arbeidsbemiddeling en haar taak
voor de volkshuishouding is in Nederland nooit vol
doende begrepen. In de laatste jaren der 19e eeuw
nebben eenige steden gemeentelijke instellingen
voor arbeidsbemiddeling geschapen, die eerst in het
begin van deze eeuw tot vrijwillige samenwerking
zijn gebracht.
Het heeft geduurd tot het uitbreken van den
wereldoorlog in 1914, voordat de Staat zich, door
den drang der omstandigheden, bewust werd. dat
de zorg /oor de arbeidsbemiddeling niet geheel aan
de gemeenten kon worden overgelaten.
De staat ging de intercommunale arbeidsbemid
deling organiseeren, doch was op een koopje be
dacht en ente het stelsel der interlocale bemidde
ling op het bestaande stelsel der gemeentelijke
arbeidsbeurzen, met dien verstande, dat door over
reding en subsidie ook in de kleinere gemeenten
crganen der arbeidsbemiddeling (correspondent
schappen) tot stand kwamen. Soms werd het
„baantje" waargenomen door een secretarie-amb
tenaar, soms door een veldwachter, gemeentebode
e. d.
Enkele malen heeft men getracht meer centra
lisatie tot stand te brengen, doch steeds wist men
de schoonschijnende „autonomie" der gemeenten
door dik en dun te handhaven, ook toen na 1929
werkloozensteun en werkverschaffing uitgroeiden
tot machtige instituten van de gemeenten en van
den staat.
Gedurende een reeks van jaren is op een stum
perige wijze met de werklooz< baorg geëxperimen
teerd waardoor veel arbeid. v<f" trid. veel geld en
vooral veel moreele waarden ^ijn verknoeid.
De fout van het stelsel zit in de eerste plaats in
het dualistisch karakter.
De gemeenten zijn de beheerders der arbeids
bemiddeling en de directeuren der arbeidsbeurzen,
ambtenaren en agenten worden door den gemeente
raad of door Burgemeester en Wethouders benoemd.
Bij deze benoemingen spelen zakeJijke belangen
lang niet altijd een rol, zoodat een deel van het
corps in geenen deele berekend is voor zijn taak!
De arbeidsbemiddeling staat geheel onder den
invloed van plaatselijke belangen! en van het poli
tieke inzicht van het gemeente-bestuur of van den
dirigeerenden wethouder.
Het ergste van alles is, dat de arbeidsbemidde
ling thans in vele gemeenten in het raam der
crisis-diensten is ingeschakeld en daar feitelijk de
rol van „Asschepoester" vervult. Het komt zelfs
voor, dat de directeur der arbeidsbeurs tevens
belast is met de leiding van den gemeentelijken
distributie-dienst
Bij dit alles komt nog, dat de Centrale Overheid
de arbeidsbemiddeling ste»eds meer heeft geïsoleerd,
zoodat zij vrijwel losstaat van de werkloozenzorg,
terwijl zij het middelpunt zou moeten vormen van
alle werkloozenzorg.
Van de arbeidsbemiddeling, evenals van de werk
loozenzorg kan worden gezegd, dat zij „historisch
gegroeid" zijn mits men er bij voege, dat deze
eminente volksbelangen voor een groot deel tevens
„historisch verknoeid" zijn.
het vrye hecüyf eil dat ls zeer dijcw^g het geval
op het platteland, maar ook b« sommige catego
rieën van gelegenheidarbeiders in de steden dkn
is dit van grooten invloed op de werkwilligheid
vooral van menschen, die een prikkel noodig hebben
om hun handen uit de mouwen te Steken
Niet alle gemeentebesturen activeerden om ver
schillende redenen het zoeken van werk in het vrije
bedrijf, hetgeen toch tot hun taak behoorde
Zoo komt men terecht in de „steunmentaliteit"
waarin met slechts vele arbeiders, maar ook vele
gemeentebesturen in de laatste jaren verstrikt zi1n
geraakt. J
Daar komt nog dit bij. Welke partij in de Sta-
ten-Generaal zou het in de laatste jaren hebben
aangedurfd de steunnormen aan te tasten? Inte
gendeel, de aandrang ging steeds in de richting
om er nog een schepje op te leggen.
De schrijver geeft dan enkele frappante staaltjes
van opvattingen van gemeenebestuurders omtrent
de gemeentelijke werkloozenpolitiek, die aan duide
lijkheid niets te wenschen overlaten.
Een ander bezwaar tegen de werkverschaffing
in haar huidigen vorm is, dat men by gebrek aan
andere objecten in de laatste jaren, allerlei werken
m werkverschaffing gaat uitvoeren, die volgens
hun aard en volgens gezonde economische opvattin
gen door het vrye bedrijf behooren te worden ver
richt.
De groote fout in onze werkloozenpolitiek is
steeds geweest, dat men zich niet heeft kunnen los
maken van den steun en van de steunmentaliteit
Daarom is er van een eigenlijke, breed opgezette
werkloosheidsbestrijding ook zoo weinig terecht
gekomen.
Het bekende „plan Westhpff" ging uit van de
waarlijk grootsche gedachte, dat er zou zijn een
staatsbedrijf voor de uitvoering van cultuurtech
nische werken, die aanwinst of verbetering van
cultuurgrond beoogen en tegelyk dienen tot bestrij
ding der werkloosheid.
Deze werken zouden worden uitgevoerd op den
voet van het vrije bedrijf, vooral in regie, verder
in eigen beheer en door aannemers. Bij de uitvoe
ring van deze werken zou men rekening houden
met den toestand der arbeidsmarkt in bepaalde
gemeenten of streken.
Maar deze plannen zijn nooit uitgevoerd in den
geest van den ontwerper (men raadplege het boek:
De directe mogelijkheden der Werkverschaffing bij
de werkloosheidsbestrijding door Ir. J. Th. West-
hoff).
Nieuwe ideeën over arbeidsbemiddeling en werk
loozenzorg.
De werkloozenzorg in Nederland (19141940).
De werkloozenzorg is niet alleen belangrijk om
dat zij vele millioenen verslindt, maar vooral ook
omdat hierbij de moreele belangen van groote
volksgroepen op het spel staan.
De werkloozenzorg was eerst uitsluitend of bijna
uitsluitend taak der gemeenten.
In beginsel is de werkloozenzorg ook heden nog
gemeente-taak.
De werkloozenzorg heeft, evenals de arbeids
bemiddeling een dualistisch karakter, terwijl het
ook hier gaat om een groot nationaal belang,
waarbij eenheid van visie, van organisatie en van
uitvoering belangrijke elementen vormen voor een
goede en doeltreffende werkloosheidspolitiek.
Niet minder belangrijk zijn in het huidige systeem
de normen voor steun en werkverschaffing.
Deze normen zijn in de laatste jaren steeds opge
voerd, hetzij direct hetzij indirect door den aanhang
van allerlei franje als goedkoope levensmiddelen,
kleeren, schoeisel, huur- en kolenbons.
Wanneer de steunnormen, inclusief de franje,
niet ver liggen onder de gemiddelde verdienste in
In een maatschappij, waar de arbeid van den wer
kenden mensch grondslag is van de productie en
van de verdeeling der goederen, dient alle zorg van
de gemeenschap te zyn gericht op het in den arbeid
brengen van de menschen op de voor hen geëigende
plaats, zoowel als op het in den arbeid houden van
deze menschen.
De individualistische maatschappij-opvatting
maakt plaats voor het sociale principe, niet alleen,
dat ieder werkend mensch deel moet hebben aan de
maatschappelijke goederen en wel een rechtvaardig
deel, maar ook, dat ieder daarvoor geschikt per
soon, deel moet hebben aan de productie der goe
deren.
De individualistische staatsopvatting wordt ver
vangen door de nationale gedachte, dat het alge
meen belang gaat boven het eigen belang.
In een echte volksgemeenschap zal echter niet
kunnen worden gemist het verantwoordelijkheids
gevoel der menschen. Het ware verkeerd, als de
menschen in den waan werden gebracht, dat de
gemeenschap een soort verzekeringsinstelling is,
die alle verantwoordelijkheid voor 's menschen leven
en werken voor haar rekening neemt.
De arbeidsbemiddeling, volgens individualistisch
economische begrippen, uitgeoefend door beurzen,
waar „vraag" en „aanbod" op de „arbeidsmarkt"
samenkomen, wordt van groote beteekenis in een
volksgemeenschap, waar de waarde van den arbeid
den grondslag der productie vormt. Hier wordt
arbeidsbemiddeling, het op de juiste plaats bren
gen en houden van den man en de vrouw te
beginnen met den jeugdigen man en de jeugdige
vrouw in een systeem van nationale productie.
De arbeidsbemiddeling vervult een primaire taak
bij het in den arbeid brengen en het in den arbeid
houden van de menschen.
Aan het in den arbeid brengen van de jeugdige
arbeiders dient speciale zorg te worden besteed.
Hierin culmineert de sociale jeugdzorg en niet in
een bloote registratie annex zorg voor de werklooze
jeugd. De opzet van de jeugdzorg hier te lande
was in den grond fout, men heeft dat na veie jaren
experimenteeren op een bescheiden terrein ingezien.
De arbeidsbemiddeling, wil zij haar taak behoor
lijk kunnen uitvoeren als dienares van den werken
den mensch, van het bedrijfsleven en van de natio
nale productie, zal dienen te beschikken over vol
ledige gegevens omtrent alle arbeiders, jong en oud.
Noodzakelijk hiertoe zijn o.a. een „arbeidsboek"
en een goede documentatie.
De sehryver is er van overtuigd, dat wanneer de
arbeidsbemiddeling op de door hem beschreven
manier is ingericht en gesteld, dat hare organi
satie evenzeer de noodige waarborgen biedt
haar werking zoodanig zal kunnen zijn, dat de
werknemer zoowel als de werkgever vertrouwen
in haar stellen, iets, waaraan thans nog veel ont
breekt.
Wanneer en zoolang men alle tot werken ge
schikte menschen in den arbeid kan brengen en in