NGORD-BRABANTSCHEM" VAN LANDBOUW rVOTUUEIV Voedselvoorziening in oorlogstijd. (V. V. 0.) Noord-Brabant. VERVOEDEREN VAN KOOLRAPEN EN PASTIN AKEN. van de Algemeene Vergadering der Noord- Brab. Maatschappij van Landbouw, gehouden op 13 December 1940, 's nam. 2,15 uur, in Café „Modern" te Breda. (Slot.) Op de vergadering der Eerste Afdeeling van het N. L. C. in November is ter sprake gekomen, welke houding zal worden aangenomen ten opzichte van Landbouw en Maatschappij nu deze Bond te samen met het Boerenfront van de N. S. B. een Neder- landsch Agrarisch Front heeft opgericht. Besloten werd de volgende motie te publiceeren: „Het Bestuur van het Landbouw-Comité, kennis genomen hebbende van de besluiten, welke zijn aangenomen op een te Meppel op 11 November j.l. gehouden vergadering van den ledenraad van den Nationalen Bond „Landbouw en Maatschappij", welke inhouden een samenwerking van genoemde organisatie met het Boerenfront van den N. S. B., om te komen tot den opbouw van een Agrarisch Front, oordeelt dat 't karakter van den Nationalen Bond „Landbouw en Maatschappij" daardoor is gewijzigd en besluit op grond daarvan de samen werking met dien Bond niet te bestendigen". Wij hopen en vertrouwen, dat onze leden zich volkomen achter dit besluit van het N. L. C. willen stellen en goed zullen vinden, dat ook de N.-Br. Mij van Landbouw hetzelfde standpunt zal innemen. Nu nog een zeer belangrijke mededeeling van organisatorischen aard. Begin October deelde onz/3 Assistent-Secretaris de heer G. Maas, ons mede, dat hij was benoemd tot zaakvoerder bij de Coöp. Hollandsche Telersvereeniging te-Klaaswaal en vroeg ontslag uit zijn functie tegen 1 December. Ons Dagel. Bestuur vond 't jammer, dat de heer Maas zou vertrekken; hij heeft gedurende de bijna tien jaar dat hij bij onze Maatschappij in dienst was, zich ontwikkeld tot 'n plichtsgetrouw, ijverig en bekwaam ambtenaar, zoodat wij hem noode aien vertrekken. Daar het voor hem verbetering van positie be- teekent, welke wij hem niet hebben kunnen ver schaffen, vanwege de financieele positie onzer Mij, meenden wij het hem gemakkelijk te moeten maken en kwamen overeen, dat hij reeds direct een paar dagen per week in zyn nieuwe functie zou treden en daartegenover na December wekelijks nog een of meer dagen bij ons zou werken. Kort nadien deelde onze Secretaris de heer De Jong ons mede, dat hij ook binnen afzienbaren tijd van zijn functie wenschte te worden ontslagen, om dat een minder drukke werkkring voor hem ge- wenscht was. Wij hebben den heer Maas gevraagd of hij bij de Mij in dienst zou willen blijven indien hij als Secretaris zou worden benoemd op een verhoogd salaris. Hij was daartoe gaarne bereid en heeft de Coöp. Holl. Telersvereeniging ontslag gevraagd van zijn verbintenis, wat deze hem echter niet heeft willen verleenen. Daarna hebben wij den heer De Jong bereid ge vonden voorloopig zijn functie te blijven waarnemen en hebben een oproep gedaan voor een Assistent- Secretaris met vooruitzicht na gebleken bekwaam heid te worden benoemd tot Secretaris en vragen wij thans Uwe machtiging om uit de sollicitanten een keuze te doen en deze op het door het Dagel. Bestuur gunstig geachte tijdstip eventueel aan U voor te dragen tot Secretaris. Hierna dankt de Voorziter den heer Maas voor net werk, dat hij in de voorbijgegane 10 jaren voor de Maatschappij heeft verricht. U hebt, zegt nij, nog veel moeten leeren, doch uit het feit, dat wij U hebben willen benoemen in de plaats van onzen Secretaris, die helaas ook wil vertrekken, blijkt, dat wij U waardeeren. Jammer, dat de Coöp. Hollandsche Telersvereeniging U niet wildé vrij laten, hoewel zij hierin volkomen vrij was. Wij scheiden als vrienden en danken U nogmaals voor het verrichte werk; wij hopen, dat wy elkander nog meermalen zullen ontmoeten en dat het U verder wel zal gaan. Verder doet de Voorzitter mededeeling van een aan den Provincialen Voedselcommissaris verzonden schrijven over de hooivordering in de geïnundeerde gebieden, waarin er op is aangedrongen, dat deze worden vrijgesteld. Ook is een schrijven verzonden aan het Ned. Landbouw-Comité met het verzoek te willen bevor deren, dat de geïnundeerde gebieden, waar minder vee dan normaal aanwezig is, worden vrijgesteld van de verplichte veelevering. De heer A. J. Korteweg Azn. wyst er op, dat deze verplichte veelevering ook een groot bezwaar is voor de fokbedrijven en voor hen funest zal werken. De heer Ir. A. Th. Ariëns, Rijksveeteeltconsulént, zegt, dat de veelevering, zooal3 de regeling nu is gepubliceerd, bijna niet is door te voeren. De heer Scheele wijst er op, dat de vetmesters verplich't zullen zijn half rijp vee af te leveren. De heer Timmermans zegt, dat het kalfvee vrij verkocht kan worden en dus melk- en fokvee niet vrj kan blijven, want dan zou alles op de mesters drukken. De Voorzitter zegt, dat er verschillende meenin gen zijn, doch dat de veefokkerij bestendigd moet blijven, waarop de Secretaris opmerkt, dat het vet vee veel te laag in prijs 'afgenomen wordt tegenover het mager- en fokvee. De heer Ir. Ariëns beaamt dit en zegt, dat de prijzen van het vet vee verhoogd zouden moeten worden, opdat er meer overeenstemming komt tus- schen den prijs van mager- en vetvee, terwijl ook het gewicht van 400 kg te hoog is. De heer J. J. van Nxeuwenhuijzen klaagt er over, dat de vracht voor- de geleverde consumptie-aard appelen niet volledig is betaald. Dit is niet in orde, ook is de eene soorc direct afgenomen en de andere niet. De Voorzitter deelt mede, dat de Afdeeling Zevenbergen over de aardappellevering een vraag punt inzond, waarin geklaagd worde over de vor dering op 29 November j.l. Waar deze aardappe len onder het winterdek zaten, zijn hiervoor groote kosten gemaakt, waarvoor tegemoetkoming zou moeten worden gegeven. De heer A. J. Korteweg merkt naar aanleiding hiervan op, dat de vergoeding van 0,25, d.e ge geven zal worden, onvoldoende is, waarop de Voor zitter zegt, dat wij op alles geen aanmerking kunnen maken, doch wel zal het noodzakelijk -zyn, dat voor aardappelen, die gevorderd, doen niet afge nomen zijn, de kosten van het opnieuw onder wm- terdek brengen, worden betaald. In de tweede plaats klaagt de Afdeeling Zeven bergen er over, dat huisslachting van een tweede varaen niet mogelijk is, zoolang net eerste niet is opgegeten. Gewoonte is echter, dat de grootere stukken van het varken worden geconserveerd voor gebruik in de zomermaanden en net over.ge in den winter wordt gebruikt. Kan dit thans niet, aan zal het tweede varken te laat geslacht kunnen worden om het goed te bewaren. Dè Voorzitter zegt toe, dat dit punt in het Dagel. Bestuur onder het ocg zal worden gezien. De heer G. N. de Lint zegt, dat de Aideeling heeft aangedrongen op verhooging van de prijzen cler paarden, weixe in 1939 zyn voorgevorderd, om dat deze prijzen lager waren dan van de later ge vorderde paarden. Hierop is tot heden geen antwoord ontvangen, doch thans heeft spreker ge lezen, dat de Commissaris der Provincie in Deurne een hertaxatie heeft benoemd. De. heer G. O. Sneep zegt, dat de Commissaris een ljertaxatie-commissie had benoemd, doch deze Commissie is thans opgeheven. Nadat de heer De Lint heeft^meegedeeld, dat hij de namen der Deurnsche Ccm^M^ie in de pers ver meld heeft gezien, wordt t0co*o.\ dat deze zaak zal worden onderzocht. De heer J. J. van Nieuwenhuijzen komt nogmaals op de aardappellevering terug en klaagt, dat op 10 km en meer afstand te Steenbergen moet worden geleverd, terwijl de schepen toch langs het Steen- bergsche Sas komen. De Voorzitter zegt toe, dat ook deze zaak onder het oog zal worden gezien. De heer M. G. Bierens klaagt over de hooge grondprijzen voor de vermogensbelasting en vraagt of hierin niet kan worden voorzien. Bij dezelfde pacht- en productieprijzen zal hoo- gere belasting moeten worden betaaid. De Voorzitter deelt mede, dat waarschijnlijk voor de vermogensbelasting wel met de waarde van September 1939 kan worden gerekend. In ieder geval heeft ook dit punt de aandacht. De heer Ir. A. Th. Ariëns, doet hierop enkele mededeelingen over de a.s. paardenvordering. De voorvordering heeft plaats door eigen menschen, de vordering door de Duitsche instanties. De voor vordering begint eind December of begin Januari, terwijl hier alle paarden moeten komen. De vorde ring begint op 16 Januari a.s. Vrijgesteld zuLen worden drachtige merries en premiemerries. De heer Van den Hil vraagt hoe lang het zal duren eer de eind uitbetaling der inundatieschade wordt uitgekeerd. De heer Ir. Steenbergen antwoordt hierop, dat het de bedoeling is om in den loop van den a.s. zomer alle gevallen met zoet water zooveel moge lijk af te wikkelen. Voor zoutwaterschade zal dit dan nog niet gaan. De bedoeling i3 rekening te houden met de uitkomsten der boekhoudingen. Bij de afsluiting eind April 1941 kan spoedig de schade vastgesteld worden. Het is niet de bedoe ling geweest om de voorschotten te geven op de manier zooals het thans geschiedt. De terugbetaling en gevraagde rente ziet op de gevallen, waarin een te groot voorschot zou zijn gegeven. Dan moet dit worden terugbetaald. Ook kan nog een tweede voorschot gevraagd worden. De heer G. Maas, assistent-secretaris vraagt ten slotte op deze laatste vergadering, dat hij aanwezig is, het woord. Hij drukt er zijn spijt over uit, dat hij de Maat schappij moet verlaten, doch anderzijds krijgt hij salaris- en positieverbetering, wat veel vergoedt. Hij dankt voor de tot hem gerichte woorden van dank en hoopt, dat het maatschappij', voorzitter, bestuur en leden, wel zal gaan en wenscht het beste voor allen. De heer B. J. Elsman dankt hierop den heer Maas namens de Vereenigingen van Jonge Boeren, voor alles wat hij voor hen heeft gedaan. Hierop verlangt niemand meer het woord en dankt de Voorzitter allen voor hun aanwezigheid en vlotte .medewerking tot het welslagen van het samenzijn en sluit de vergadering. LEVERING VAN LIJNZAAD. In de landbouwbladen, welke op 11 December 1940 zijn verschenen, is bekend gemaakt, dat de belees van lijnzaad, die hun lijnzaad aan de P.I.C.A. voor Noord-Brabant wenscnen in te leveren, een verklaring moesteu indienen, waarbij gebruik moest worden gemaakt van het aangegeven model. Aangezien inmiddels door de P.I.C.A. voor N. Brabant een model-verklaring van de instanties te Den Haag is cutvangen, welke uniform voce alle provincies is ingevoerd, laten wy hieronder een model volgen, hetwelk door de telers moet worden ingezonden, vóórdat tot levering van de party kan worden overgegaan. Ondergeteekende wonende te straat-wjk huisno Ceg. No. L.C.O.Nverzoekt aan de P.I.C.A. voor Noord-Brabant in te leveren een party lyn- zaad, volgens onderstaande specificatie: Grootte der party ki kg: Naam van het ras: Bioemkleur Hij garandeert de soortechtheid van bovenge noemde party en verklaart er voor in te staan, dat de bioemkleur van deze party beantwoordt aan de navolgende norm De nateelt zal ten hoogste 5 planten van een afwijkende bioemkleur bevatten. Datum: (hand tee kening teler) AFLEVERING VAN AARDAPPELEN. De Provinciale Voedselcommissaris voor Noord- Brabant brengt ter kennis van aardappeltelers, dat het met ingang van 16 Jauuari 1941 verboden is klei-aardappelen van het ras Bintje voor zoover beneden 60 mm vierkantsmaat af te leveren. Deze soort wordt hiermede dus onder de zgn. verboden rassen gerangschikt. De Prov. Voedselcommissaris voor Noord-Bra bant maakt het volgende bekend: Het vervoederen van koolrapen en pastinaken, welke voor metischelyke consumptie geschikt zyn, is verboden. Voor partyen, waarvan by contróle is vastgesteld, dat zij niet houdbaar zyn of voor menschelijke consumptie ongeschikt, kan ontheffing van het verbod en vergunning tot vervoederen worden ver leend. Aanvragen hiertoe kunnen by den Prov. Voedsel commissaris, Spocelaan 50 te Tilburg, worden in gediend. De ingekomen verzoeken zullen worden onder zocht, waarna, indien is gebleken, dat de betreffen de partijen ongeschikt zijn voor consumptie, door den Prov. Voedselcommissaris schriftelijk vergun ning zal worden verleend. LEVERING VAN LIJNZAAD. In -vervolg op de publicatie in de voorafgaande weken betreffende dé pakhuizen, waarin door de telers het lijnzaad kan worden afgeleverd, zy als nog medegedeeld, dat thans ook de Coöp. Aan- en Verkoopvereeniging „Altena en Biesbosch", Nieu- wendijk, is aangewezen voor den opslag van lyn- zaad. PAARDEN. Ten aanzien van het verhandelen van paarden wordt er de aandacht op gevestigd, dat het koopen het verknopen, het afleveren en het ontvangen van paarden verboden is. Dit geldt dus voor alle paar den, van welken leeftyd ook. 'Het is dus niet juist, zooals in sommige streken wordt aangenomen, dat het verhandelen van paarden, die niet op de voor- monsteringen behoeveu te komen, dus de paarden beneden 3 jaar, wel is toegestaan. Evenmin mogen verhandeld worden paarden, die op een voormon stering zr'u geweest en niet voor vordering in aan merking komen, dus voorzien zjn van een heup- merk, de letter „H". Alleen is het verhandelen toegestaan, als de koo- per van een paard in het bezit is van ecu vergun ning, uitgereikt door de Landbouw-Crisis-Organisa- tie voor Noord-Brabant. Zoolang echter de paar-

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1941 | | pagina 3