Voor de Vrouw. B. V. G. PLUIMVEEHOUDERIJ. VRAGENRUBRIEK. DE WINTERVERLICHTING DER KIPPEN HOKKEN THANS EEN MOEILIJK PROBLEEM. Door de bijzondere tijdsomstandigheden heeft men ook in de pluimveehouderij met verschillende moei- iijkheden te kampen. Eén van die moeilijkheden is momenteel gelegen in het vraagstuk van al of niet toepassen van kunstverlichting gedurende de lange winternachten. In de maand October Wordt met die verlichting een aanvang gemaakt, zoodat men het spoedig met zichzelf eens moet zijn of men de moei lijkheden, welke uit verlichting voortvloeien, aan vaardt of er maar vanaf ziet. Buiten de moeilijkheden, welke het verlichten zélf medebrengt, is bovendien de mogelijkheid om ver lichting toe te passen ook vrij beperkt. Wordt andere jaren door veel pluimveehouders verlichting toege past met benzine of petroleum-gaslantaarns, door gebrek aan brandstof zal die mogelijkheid thans zeer waarschijnlijk ontbreken. Het al of niet verlichten zal dus in de eerste plaats afhankelijk zijn van de aanwezigheid van electriciteit. Maar met de mogelijkheid van verlichten alleen is men er thans niet. Evenals overal elders, zal bij de toepassing van kunstverlichting ook volledig af geschermd moeten worden. Dat afschermen zal in de kippenhokken nog heel wat moeite meebrengen, daar men rekening moet houden met vocht en het vliegen der dieren. In alle hokken zal het afschermen zelfs niet behoorlijk mogelijk zijn, groote hokken met veel glas b.v. en slecht gebouwde hokken waarvan de wanden vol gaten erf reten zitten, zal men moei lijk voldoende kunnen afschermen. In regelmatig gebouwde hokken met niet te veel glas zal het afschermen der verlichting wel te doen zijn, hetzij op dezelfde manier als in woningen, hetzij dat men een flink zeil heeft en daarmede de ramen van het voorfront geheel bedekt. Van belang is het natuurlijk ook de lichtbron aan de zijde der ramen met een stuk blik of zooiets goed af te schermen. Het gewone verduisteringspapier op raampjes spijkeren, zal in het kippenhok wel niet afdoende zijn om de reeds hierboven gemelde reden. Triplex en karton zijn voor kleine ramen zeker geschikt materiaal. Het afschermen zal ongetwijfeld kosten met zich mede brengen, maar door de sterke inkrimping van den pluimveestapel kunnen we verwachten, dat ook de eierprijs een behoorlijke hoogte zal bereikert en dan is er met verlichten waarschijnlijk wel wat te verdienen. Op welke manier het afschermen der verlichting ook plaats zal hebben, zeker is, dat de ventilatie daarmede in de knel komt. Het zal dan ook noodig zijn, zoodra dat de lichten gedoofd worden de af scherming weer wég te nemen, opdat de normale luchtverversching weer plaats zal kunnen hebben. Zou men dezen maatregel niet nemen, dan wordt de waarde der verlichting twijfelachtig, daar het be dompt en vochtig houden der hokken een zeer na- deeligen invloed op de dieren uitoefent. De moge lijkheid tot verlichten is dus thans meer beperkt dan onder vroegere omstandigheden, brengt méér kosten mede en vraagt ook meer toezicht en werk dan op andere jaren. J. LINDHOUT. Vraag 10. HAVERTOEWIJZING VOOR WERK PAARD. Ik heb thans één werkpaard meer dan is opge geven op de registratiekaart begin September. Bezit voldoende haver. Kan ik nog haver toegewezen krijgen voor dat eene werkpaard? L. te B. Antwoord. Neen. De havertoewijzing is geba seerd op het aantal werkpaarden van begin Septem ber. De werkpaarden die later zijn bijgekomen, ont vangen een mengvoedertoewijzing gelijk aan de havertoewijzing voor de andere paarden. Red. Vraag 11. VARKENSTOEWIJZING. Vroeger hield ik een varken en had daarvoor een toewijzing. De laatste 3 jaren had ik geen varken meer, doch kocht een slachtvarken. Thans wil ik weer om te kunnen slachten een varken houden en heb een toewijzing gevraagd. Kan ik die nog krijgen? F. te K. Ant.voord. Blijkens de officieele berichten wordt zeer binnenkort het aantal varkens in Zeeland met ruim 40 gekort. Op enkele zeer bijzondere geval len na, zal het o.i. wel niet mogelijk zijn om alsnog een varkenstoewijzing te verstrekken. Meerdere oude en nieuwe varkenshouders zullen hiervan de dupe worden. Aangezien geen machtiging tot slachten van een gekocht varken mag verstrekt worden, zal niet geslacht kunnen worden. Red. Vraag 12. VERHOOGD BROODRANTSOEN VOOR ZWAREN ARBEID. Ik heb geen broodkaarten ontvangen en mag nu 100 kg eigen tarwe verbruiken. Wordt deze hoe veelheid voor zwaren arbeid nog verhoogd? W. te M. Antwoord. Neen. De tarwe-toewijzing, die reeds een ruime compensatie voor niet uitgereikte brood kaarten beteekent, houdt daarmede géén rekening. Aangezien de tarwe-toewijzing een ruime compen satie beteekent voor de niet verstrekte broodkaar ten, (te meer nu nog een tweede toewijzing is ge volgd), kan geen rekening worden gehouden met extra rantsoenen voor zwaren of zeer zwaren arbeid. Red. Vraag 13. TARWE VOOR EIGEN GEBRUIK. Vorig jaar mocht ik 125 kg tarwe per gezinslid behouden van mijn eigen oogst en nu slechts 100 kg. Wordt deze hoeveelheid nog verhoogd? K. te W. Antwoord. Ja, behalve de reeds toegewezen 100 kg tarwe, mag nog een kou^ze worden gedaan uit alle door U verbouwde gewassen van 25 kg per gezins lid voor eigen gebruik. U kan hiervoor dus tarwe kiezen, zoodat U dus weer op 125 kg per hoofd komt. In plaats van tarwe, mag ook geheel of ge deeltelijk voor deze tweede toewijzing een ander product worden behouden, b.v. bruine boonen, groene erwten e.d. De P. B. H. verstrekt nadere inlichtingen. Red. Vraag 14. EXTRA RUNDVEEVOEDER BIJ ONVOLDOENDE GRASLAND. Wlordt thans geen extra rundveevoeder meer ver strekt voor bedrijven met weinig of geen weide- gelegenheid? Ik woon in het geïnundeerde gebied. V. te G. Antwoord. Extra rundveevoeder wordt niet meer verstrekt. Met ingang van 11 November a.s. tot Mei 1941 wordt weer aan iederen houder van rund vee boven 1 jaar, met uitzondering van mestvee, rundveevoeder toegewezen. De totale toewijzing voor het geheele winterseizoen wordt per kaart aan iederen belanghebbende begin November bekend ge maakt. De hoeveelheid per dag en per dier staat nog niet vast, doch zal verschillend zijn voor ver schillende type-bedrijven. Red. Vraag 15. VERHOOGING KALINORMEN. Volgens het Landbouwblad is de kunstmesttoe- wijzing voor kali verhoogd. Moet ik nu opnieuw aanvragen om die te kragen? V. te B. Antwoord. Neen. De tweede toewijzing wordt automatisch toegezonden. Red. Vraag 16. KUNSTMESTTOEWIJZING. Ik heb veel minder kunstmestzegels voor stikstof en fosforzuur ontvangen, dan ik heb aangevraagd. Zou ik nog meer krijgen, of moet ik dat eerst aan vragen? O. te K. Antwoord. U heeft zegels ontvangen volgens de bestaande normen, d.i. 40 kg zuivere stikstof per ha en 30 kg zuivere forforzuur per ha. U behoeft niet opnieuw aan te vragen, want de toewijzing volgt automatisch wanneer de normen worden verhoogd. De kans op een tweede toewijzing is echter niet zoo groot, daar deze meststoffen tamelijk schaarsch zijn en de aanvoer gering. Red. BONNENROEK. De meeste huisvrouwen, die deze rubriek lezen, zullen handiger kunnen omgaan met de pan, dan met de pen. Voor vele ook zal de „bonnenbeweging", al valt hierbij niet te schrijven, een heele hoofd- brekerij en vooral een uitzoekerrj zijn, óók, al liggen alle kaarten bij elkaar in een doosje. Voor wie dit wil navolgen, zal ik hier vertellen van het „bonnenboek" dat ik maakte. Ik verbruikte hiervoor geen nieuw papier, maar nam een oud tijdschrift, dat tien bladen telde, dus twintig bladzijden. De buitenste bladen liet ik zooals ze waren; dat is de omslag van het boek. Van de andere bladen knipte ik >een reep hfdie vier centimeter breed was en waarvan de lengte bij ieder blad verschilde. B\j het eerste binnenblad liet ik van boven een stukje van drie centimeter zitten, bij het tweede een stukje van zes, bij het derde één van negen centimeter en zoo verder, telkens drie centimeter meer, tot ik ten slotte een stukje van drie centimeter lengte moest afknippen van het laatste binnenvel op één na. Er was dus nu van ieder binnenblad een recht hoekje zichtbaar van vier bij drie centimeter. Hier op vulde ik, van boven af, in: Stamkaarten, Algem. Distributiebonboekjes. Broodkaarten, Boter- en Vet kaarten, Vleeschkaarten, Textielkaarten, Petroleum en Kolen, Diversen. De kaarten werden nu, ieder op haar eigen plaats, in het boek gelegd en bij „Diversen" kwam een kran tenknipsel dat vermeldde, welke bonnen geldig zijn. Wie deze uitleg nog niet geheel duidelijk is, moet maar eens even een postzegel gaan koopen. De post zegelalbums op de postkantoren zijn op dezelfde manier ingericht; daar is het dus te zien. De maat van drie centimeter verkreeg ik, door dat de bladen vierentwintig lang waren. De lengte moet namelijk in achten worden verdeeld. Men kan er ieder oud weekblad voor gebruiken, één met een stijve omslag is wel het geschiktst; telt het méér dan tien bladen, dan kunnen de binnenste worden verwijderd. H. C. H. In vervolg op hetgeen we' in het nummer van 12 October schreven, willen we thans nog enkele ver dere opmerkingen maken. Enkele dingen moeten nog wat nader worden bestudeerd. We zullen daartoe de bruto-opbrengst over Neder land en de koopprijzen even nader moeten beschou wen. (Opgemerkt moet worden, dat het cijfer over 1929/1930 zeer aan waarde inboet door het geringe aantal verkoopingen.) Als we het verloop dezer 3 reeksen nagaan, dan blijkt duidelijk de zeer veel sterkere stijging der prijzen van den grond dan de opbrengst. Dit lijkt logisch, daar immers de meerdere opbrengst voor kapitalisatie in aanmerking komt. Evenwel dan niet de bruto-opbrengst maar de netto-opbrengst en hier juist wringt de schoen. De koopprijzen stijgen veel sterker dan door de opbrengst is gewettigd. Er blijft dus volgens deze lijnen wel positief correlatief verband, maar de correlatie coëfficiënt daalt. Hierin schuilt nu juist het groote gevaar, waarop we reeds uitvoerig hebben gewezen en dat men kan kenmerken als een steeds verder gaande verwijde ring tusschen verkoopwaarde van den grond en de opbrengst. Een verder voortschrijden van het kwaad achten wij voor onzen landbouw een zeer groot gevaar. Zeer ernstig moet hiermee worden gerekend, daar dit ge vaar o.i. acuut aanwezig is. Betreffende het verloop der verkoopprijzen van den grond hebben we verder aan de hand der Ver slagen en xnededeelingen van den Landbouw nog het volgende overzicht samengesteld. Voortschrijdend gemiddelde der grondprijzen over de periode November 1935—September 1938 (halfjaarlijksche gemiddelde) Periode Nov. 35 t/m Apr. 36 Dec. 35 Mei 36 Jan. 36 Juni 36 Feb. 36 Juli 36 Mrt 36 Aug. 36 Apr. 36 Sept. 36 Mel 36 Oct. 36 Juni 36 Nov. 36 Juli 36 Dec. 36 Aug. 36 Jan. 37 Sept. 36 Feb. 37 Oct. 36 Mrt 37 Nov. 36 Apr. 37 Dec. 36 Mei 37 Jan. 37 Juni 37 Feb. 37 Juli 37 Mrt 37 Aug. 37 Apr. 37 Sept. 37 Mei 37 Oct. 37 Juni 37 Nov. 37 Juli 37 Dec. 37 Aug. 37 Jan. 38 Sept. 37 Feb. 38 Oct. 37 Mrt 38 Nov 37 Apr. 38 Dec. 37 Mei 38 Jan. 38 Juni 38 Feb. 38 Juli 38 Mrt 38 Aug. 38 Apr. 38 Sept. 38 Verhoudingsgetal In guldens per H.A. Zeeklei Weide Zand Gemid. v.h. Zeeklei Weide Zand Gemid. v.h. totaal grond totaal 100 100 100 100 1688 1493 1318 1500 98,8 101 100,1 100 1668 1508 1319 1498 101,1 100,5 103,1 101,6 1706 1501 1359 1522 97,4 100,2 107,9 101,8 1644 1496 1422 1521 98,9 104,6 104,9 103,1 1669 1561 1383 1538 102,1 100,1 98,- 100,1 1724 1495 1292 1504 102,8 102,4 84,4 96,5 1735 1529 1113 1459 106,9 103,8 89,3 100,- 1804 1550 1177 1510 107,8 106,9 93,4 102,7 1820 1596 1231 1549 111,7 104,9 95,3 104,- 1885 1566 1256 1569 113,3 105,6 97,2 105,4 1913 1576 1281 1590 114.- 111,2 101,1 108,8 1924 1660 1332 1639 116,5 117,3 107,6 113,8 1967 1751 1418 1712 117,4 118,3 114,9 116,9 1981 1766 1514 1754 117,- 120,3 115,- 117,8 1975 1795 1516 1762 117,2 124,1 118,8 120,- 1979 1853 1566 1799 124,2 121,6 123,7 123,2 2097 1816 1630 1848 123,3 121,- 126,3 123,5 2082 1806 1665 1851 123,9 114,1 128,3 122,1 2092 1704 1691 1830 127,7 125,5 128,8 127,3 2156 1874 1698 1909 132,8 128,1 132,2 131,- 2241 1913 1742 1965 134,1 126,5 131,8 130,8 2264 1888 1737 1963 130,- 130,9 131,5 130,8 2194 1954 1733 1960 137,9 132,- 130,7 133,5 2328 1971 1723 2007 138,7 135,6 130,4 134,9 2341 2025 1718 2028 138,3 132,9 129,2 133,5 2335 1984 1703 2007 135,3 132,9 129,- 132,4 2283 1984 1700 1989 135,4 122,6 121,4 126,5 2285 1830 1600 1905 142,5 117,4 120,9 126,9 2405 1753 1593 1917 139,- 109,7 115,9 121,5 2346 1638 1528 1834

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1940 | | pagina 8