Pluimveehouderij.
Met teleurstelling is kennis genomen van de mede-
deelingen in de pers aangaande de inkrimping van
den pluimveestapel. Algemeen was men het er over
eens, dat door deze regeling de bedrijfspluimvee-
houderij' ten zeerste zal worden getroffen en dat het
bestaan van de betreffende groep er door zal wor
den aangetast. Het houden van pluimvee zal zich
verplaatsen naar de grootere landbouwbedrijven,
hetgeen een wederopbouw der bedrijfspluimveehou-
derij onder gunstiger omstandigheden zal bemoei
lijken. Opgemerkt werd, dat ook op de grootere
landbouwbedrijven het pluimvee bezwaarlijk zonder
bijvoedering zal kunnen worden gehouden. Van dit
voeder zal echter op die bedrijven niet hetzelfde ren
dement worden verkregen als in de be drijf spluim-
veehouderij. De vergadering was van gevoelen, dat
weliswaar aan een ingrijpende beperking der pluim
veehouderij niet is te ontkomen, doch dat er wel
een regeling mogelijk is, waardoor de bedrijfspluim-
veehouderrj, althans gedeeltelijk, in stand zou kun
nen blijven. Besloten werd zich dienaangaande
nader op de hoogte te stellen.
Teeltplan 1941.
a. De perspublicatie over het teeltplan 1941 ver
meldde ditmaal niets omtrent de teelt der uien. In
de kringen der uientelers is daardoor ongerustheid
ontstaan. Men vreest, dat de uienteelt aan een rege
ling zal worden gebonden, welke zal worden uitge
voerd door de Groenten- en Fruitcentrale. Hier
tegen bestaan in de kringen van de uientelers groote
bezwaren, daar de uien niet tot den tuinbouw be-
hooren, doch tot de landbouwgewassen moeten wor
den gerekend.
Besloten werd deze aangelegenheid te bespreken
met den Directeur-Generaal van de voedselvoor
ziening.
b. Van officieele zijde is herhaaldelijk de verzeke
ring gegeven, dat voor oogst 1940 geen scheur-
premie zou worden verleend. Mocht echter, zoo
werd gezegd, in de toekomst een dergelijke premie
in het uitzicht worden gesteld, dan zal de regeling
van terugwerkende kracht zijn. Daaruit volgt, dat
nu voor oogst 1941 een scheurpremie onder bepaal
de voorwaarden zal worden verleend, ook degenen,
die voor oogst 1940 hebben gescheurd en daarvan
te bevoegder plaatse hebben kennis gegeven, aan
spraak kunnen maken op gelijke behandeling.
Besloten werd dit punt te bespreken met den
Directeur-Generaal van den Landbouw.
Organisatie voor het Eigen Vervoer.
Besloten werd medewerking te verleenen aan de
oprichting van een organisatie voor het Eigen Ver
voer, welke organisatie zich ten doel stelt het geven
van adviezen aan alle daarvoor in aanmerking
komende instanties en het treffen van maatregelen
2. type 32/500, met spanning 32 volt en ver
mogen 500 watt;
3. type 32/1000, met spanning 32 volt en ver
mogen 1000 watt;
4. type 32/1500, met spanning 32 volt en ver
mogen 1500 watt;
5. type 120/2500, met spanning 120 volt en ver
mogen 2500 watt.
Bij het eerste type is minstens noodig een batterij
bestaande uit twee auto-accu's in serie (dus in
totaal 6 accu's), die samen ook een spanning van
12 volt geven. Eén auto-accu kost gemiddeld 25;
bij het tweede, derde en vierde type moeten 5 auto
accu's in serie geschakeld worden; bij het vijfde
type 20 stuks, dus wordt dit een groote installatie,
waarop dan ook echter zonder bezwaar motoren
aangesloten kunnen worden. Ook bij de eerstge
noemde types kan men behalve lichtpunten ook
strijkijzers, of radio, of kookplaten aansluiten. We
zullen straks een getallen-voorbeeld van type 12/250
bespreken. Naast het minimum aantal noodzake
lijke accu's kan men er voor reserve meerdere
plaatsen, welke dan parallel geschakeld moeten
worden met de eerstgenoemde; deze reserve speelt
eerst een rol bij absolute windstilte. Volgens mede-
deelingen van de fabriek is uit de praktijk gebleken,
dat b.v. bij het eerste type met twee parallelle bat
terijen (dus in totaal 4 auto-accu's) onder alle om
standigheden een stroomlevering gewaarborgd is.
Het vermogen, dat achter elk type is vermeld,
geeft aan het grootst mogelijke vermogen. Men
denke niet, dat hierdoor het aantal lichtpunten of
stopcontacten bepaald wordt; dit aantal kan men
zoo groot kiezen als men zelf wil, doch het komt
er op aan hoeveel lampen er gelüktijdig branden.
Het vermogen van deze gelijktijdig brandende lam
pen samen mag het opgegeven vermogen niet over
schreden. Is b.v. het vermogen 250 Wjatt, dan kan
men gelijktijdig 5 lampen van 50 Watt elk laten
branden; iedereen weet, dat er normaal één of hoog
stens twee lampen branden. Zijn de lampen ver
deeld over de woning en de schuur, dan zullen er
misschien drie a vier lampen gelijktijdig branden.
Daarom lijkt me dit vermogen voor zuivere verlich
tingsdoeleinden op een boerderij bevredigend. Ik
zeg dit ook in verband met de aanschaffingskosten,
die voor de grootere typen hooger zijn (mede, om
dat dan de stalen masten duurder worden). Een
lamp van 50 Watt is een voldoende verlichting; trou
wens men kan ook één of twee lampen van 75 Watt
nemen, en het overblijvende aanvullen met lampen
van 50 Watt (bij 2 lampen van 75 Watt mogen nog
2 lampen van 50 Watt gelijktijdig gebruikt worden).
Indien men bij dit type van 250 Watt zou volstaan
met één batterij van twee auto-accu's in serie heeft
men bij volkomen windstilte 100 Ampère-uur capa-
teneinde zooveel mogelijk voor de belangen van het
Eigen Vervoer te kunnen waken.
Brandstof fenvoorziening.
Van verschillende zijden werd er de aandacht op
gevestigd, dat naar het schijnt bij de distributie-
regeling voor huishoudelijke brandstof voor stad en
platteland, dezelfde regelen gelden. Zulks moet ech
ter onjuist worden geacht, omdat de brandstof ten
plattenlande als regel niet alleen moet dienen voor
verwarming, doch ook voor kookdoeleinden en wel
gedurende het geheele jaar.
In verband hiermede werd besloten stappen te
doen, welke zullen kunnen leiden tot een verhoogde
bra ndstoffentoewijzing aan degenen, die geen ge
bruik kunnen maken van gas of van electriciteit.
Besloten werd dit punt te bevoegder plaatse aan
de orde te stellen.
Varkenshouderij.
a. Opnieuw werd aandacht gevraagd voor den
toestand der varkenshouderij, welke bedrijftak zeer
in de verdrukking is geraakt.
De prijs, waarvoor de varkens aan de Ned. Vee
houderij Centrale moeten worden geleverd, vormt
geen vergoeding voor de kosten van het gebruikte
voeder, om van den arbeid van den boer nog maar
niet te spreken. Ook wordt er geen rekening mee
gehouden, dat de varkenshouder als gevolg van de
'oedrijfsinkrimping een deel van zijn inventaris te
gelde moet maken en derhalve een onloonende prijs,
blijvend verlies beteekent.
Terwijl dus de boer een te lagen prijs ontvangt
voor zijn gemeste varkens, geldt het spek in den
winkel naar zijn begrip een hoogen prijs. Daarvan
is echter den slagers geen verwijt te maken; indivi
dueel verdienen zij zeker niet teveel. Het kwaad
van de hooge distributiekosten wordt veeleer ver
oorzaakt door het te groote aantal slagers. Vooral
nu er minder varkensvleesch voor den verkoop be
schikbaar is, moeten teveel slagers mede daarvan
bestaan. Een oplossing voor dit vraagstuk zal niet
gemakkelijk zijn te vinden, maar het is toch onbe
vredigend, dat de varkensmester van de hooge dis
tributiekosten de dupe zou moeten worden.
Men vergete voorts niet, dat op vele landbouw
bedrijven het mesten alleen nog maar mogelijk is,
doordat men de overige varkens onvoldoende voeder
geeft. Men kan echter deze eigenlijk overtalligi
dieren moeilijk afzetten; de prijzen voor drachtige
varkens en jonge biggen zijn zoo sterk gedaald, dat
deze dieren vrijwel onverkoopbaar zijn. Voor de
varkenshouders, meest kleine boeren, beteekent
zulks een groot nadeel.
Besloten werd deze aangelegenheid nogmaals met
de bevoegde instanties te bespreken en op verbete
ring aan te dringen.
b. De uitbetaling der aan de Ned. Veehouderij
Centrale geleverde mestvarkens geschiedt naar kwa-
citeit van de batterij tot zijn beschikking; één lamp
van 50 W|att, 12 Volt, neemt een stroom op van
ruim 4 Ampère; één lamp van 75 Watt, 12 Volt,
ruiin 6 Ampère. Men kan dan dus één lamp van
50 Watt en één lamp van 75 Watt nog gedurende
10 uren laten branden vóór de batterij ,,leeg" is;
neemt men per dag 5 branduren, dan is dit dus ge
durende twee dagen. Indien men echter gedurende
zoo'n periode van windstilte die, hetzij nogmaals
opgemerkt, bij ons niet zóó vaak voorkomt, met
overleg te werk gaat bij het aansteken van een
lamp en b.v. zou kunnen bereiken, dat hoogstens
één lamp van 50 Watt gebruikt wordt, dan kan
deze lamp 25 uren branden.
Schakelt men naast de batterij 'n tweede parallel
dan verdubbelt de capaciteit en daarmede ook
het aantal branduren in een windstille periode.
Wil men niet alleen lampen laten branden, maar
ook strijken en (of) koken, stofzuigen, water-pom
pen, karnen, verwarmen (in kamers en ook kunst
moeders) bietensnijden en wasschen met behulp van
een electrischen stroom, dan is een grooter ver
mogen noodzakelijk. Een radio-toestel kan, wat
betreft zijn vermogen, met een goede lamp worden
vergeleken. Doch strijkijzers, straalkacheltjes en
motortjes hebben een grooter vermogen; wélk ver
mogen de aeradyne dan moet hebben, zal van ge
val tot geval moeten worden nagegaan, hetzij door
den installateur, hetzij door een vertegenwoordiger
van de fabriek. Met het grootste type (type
120/2500) kunnen alle wenschen worden bevredigd.
Kosten.
Op het oogenblik zullen de meeste gegadigden
echter zoeken alléén naar een nieuwe lichtbron;
voor* die gevallen kan m.i. met het eerste type wor
den volstaan, waarvan de kosten bedragen:
a. bij gebruik van één batterij van twee auto
accu's in serie, schroef met dubbel staartvlak, com
pleet, met inbegrip van het relais-kastje met
ampère-meter f 225,
een mast van 3 meter 21,50
batterij 50,
Totaal 296,50
b. bij gebruik van twee batterijen parallel moet
dit bedrag worden vermeerderd met 50.
Voor de grootere vermogens zijn de prijzen hoo
ger; het type van 1000 watt kost ƒ490,
Lampen en leidingen.
Misschien vraagt men zich af, of de benoodigde
lampen normaal in den handel verkrijgbaar zijn;
dit is inderdaad het geval; voor 12 volt, 32 volt en
120 volt kan men evengoed lampen koopen als voor
de netspanning van P.Z.E.M., ook van uiteenloopen-
liteit en geslacht gewicht. Van de zijde der varkens
handelaren en slagers wordt meermalen het pleit
gevoerd voor aflevering van levende varkens, als ge
volg waarvan de uitbetaling naar kwaliteit en ge
slacht gewicht zou moeten vervallen.
Dit laatste is echter niet aanbevelenswaard, aan
gezien daardoor een sterke prikkel tot verbetering
van het varkensras zoude verdwijnen.
Besloten werd het standpunt in te nemen, dat de
uitbetaling der varkens op den tegen woord igen voet
moet blijven gehandhaafd.
Be n z i netoe wijzing.
Nogmaals werd de aandacht gevestigd op de ben
zinetoewijzing aan het landbouwbedrijf. Hoewel het
bekend is, dat in verband met de voorraadpositie
een beperkte toewijzing noodzakelijk is, meende men,
dat in het belang van de voedselvoorziening het land
bouwbedrijf meer moet worden ontzien. Speciaal
geldt zulks voor de bedrijven, welke in sterke mate
en mede op advies van den landbouwvoorlichtings-
dienst zijn gemechaniseerd en dus niet over vol
doende paardentractie beschikken.
Besloten werd deze aangelegenheid onder de aan
dacht van de bevoegde autoriteiten te brengen.
Boci/mentatiebureau.
Behandeld werd het rapport inzake het onderzoek
naar de kostprijzen der landbouwproducten voor den
oogst 1940, samengesteld door Drs. J. Horring. De
vergadering oordeelde het gewenscht, dat dit werk
in de toekomst wordt voortgezet en besloot de noo-
dige stappen te doen om te komen tot de oprichting
van een algemeene documentatiebureau voor den
Nederlandschen Landbouw.
Prijzen der consumptie-aardappelen.
Van verschillende zijden werd er de aandacht op
gevestigd, dat de vastgestelde consumptie-aardappel
prijzen door de boeren te laag worden geacht. Men
oordeelt de toegestane prijsverhooging geringer dan
die van de andere akkerbouwgewassen, terwijl de
kostprijs der aardappelen naar verhouding meer is
gestegen.
Voorts werd er op gewezen, dat bij de aflevering
van het product verschillende voorschriften in acht
moeten worden genomen. Doordat de aardappelen
meestal lang moeten worden bewaard, vergt het
onderhouden en afleveren veel arbeid, terwijl ook
groote verliezen optreden. Het in het uitzicht ge
stelde bewaarloon vormt hiervoor een onvoldoende
compensatie.
Van anderen kant werden voorts opmerkingen ge
maakt t.a.v. de classificatie, welke als te ongunstig
voor de z.g. betere soorten werd gekenschetst. In
verband met déimoeilijkheid om voor het aardappel-
vraagstuk een voor alle partijen bevredigende op
lossing te vinden, werd besloten een viertal deskun
digen uit te noodigen om ter zake van advies te
dienen.
de vermogens. Wel verdienen de leidingen bijzon
dere aandachtin verband met de lage spanning
zullen de lampen een sterken stroom opnemen (im
mers: vermogen is spanning X stroom), zoodat
men speciaal bij een 12 volt-installatie alle leidingen,
de plus en minleiding en eventueele wisseldraden bij
hotelschakelaar, moet uitvoeren met G.A.-draad van
2.5 mm2. Voor aansluiting van een strijkijzer e.d. is
echter ook deze doorsnede nog te klein; men moet
dan vanaf het groepenbord een afzonderlijke lei
ding met doorsnede 6 mm? aanleggen naar het te
gebruiken stopcontact. In de schuren mag alleen
gepantserden of omvlochten rubber-loodkabel ge
bruikt worden.
'Het spreekt vanzelf, dat de leidingen van smelt-
veiligheden moeten worden voorzien; de draden,
uitgaande van de klemmen 5 en 6 van het relais-
kastje, gaan dan ook niet rechtstreeks naar de
lampen, doch eerst naar een groepenbord, waarop
de normale veiligheden zijn gemonteerd en vandaar
uit gaan de huisleidingen verder, waarbij de lampen
op de gebruikelijke wijze in groepen worden ver
deeld; bij een 12 volt-installatie sluite men per
groep niet meer dan ongeveer 100 watt (dus ca. 10
amp. stroom) aan.
In het bovenstaande is getracht een algemeen
beeld van deze installatie te geven; hier en daar
werden ze reeds toegepast, misschien ook in Uw
omgeving, waar U zich dan persoonlijk op de
hoogte kunt stellen. De kosten zijn niet gering, doch
men vergete niet, dat het hier een installatie voor
langen duur betreft, reden waarom in alle opzich
ten aan de bedrijfszekerheid de voorkeur moet
worden gegeven. Bovendien heeft men nooit de elke
maand terugkeerende electriciteitsrekening te be
talen; men krijgt de energie gratis van moeder
Natuur. Naast het beschreven algemeene beeld zul
len natuurlijk in een bepaald uit te voeren project
ook speciale opmerkingen en bijzonderheden ge
maakt moeten worden. Ongetwijfeld zal de plaatse
lijke installateur U nadere gegevens kunnen ver
strekken; ook ondergeteekende is daartoe bereid,
via de redactie van dit blad, en tenslotte zal ook de
fabriek wel met al haar personeel en middelen ten
dienste van mogelijke afnemers staan; het adres
van de fabriek is Oosterengweg 34<36, Hilversum.
Het eenige onderdeel van de installatie, dat onder
houd en toezicht vraagt, is de batterij; van tijd tot
tijd moet daaraan gedestilleerd water worden toe
gevoerd. Over dit onderhoud hoop ik in een volgend
artikel te kunnen schrijven, temeer, waar accu's
ook tegenwoordig gebruikt worden voor de electri-
sche afrasteringen van weilanden, terwijl dan ook
de ex-autorijders zich kunnen inwerken voor de
latere, benzine-rijke tijden. Ir. C. D.