Redactioneel Gedeelte - - - - - - - - - - 1 b AKKERBOUW. Landbouwproefvelden. cu c5 Dit is wel het meest eenvoudige geval en een af- schryvingsregister is hier volkomen overbodig. Meestal is de practijk echter anders. B.v. onze C. V. kocht bij haar oprichting in 1931 een machine voor 4100. Levensduur 10 jaar. Rest waarde 100. In 1933 kocht zij weer een machine voor ƒ3500. Levensduur 15 jaar. Restwaarde ƒ500. In 1937 kooht ze een derde machine voor ƒ5000. Levensduur 6 jaar. Restwaarde ƒ200. 'Wlelke waarde moet nu per 31 Dec. 1938 voor deze machines op de balans worden gebracht. Met behulp van een afschrijvingsregister is dit zeer eenvoudig te bepalen. Dit afschrijvingsregister kan op onderscheiden wijze worden ingericht. Een zeer wel bruikbaar model is het volgende. vingen in de opeenvolgende jaren een dalend beloop vertoonen. Men kan ook, zoowel bij een vast over aan- schafwaarde als bij een vast over de boekwaarde een gemiddeld afschrijvings voor alle machines vaststellen. De eene machine zal dus iets te vlug de andere iets te langzaam worden afgeschreven. De consequentie hiervan is, dat men op alle machines waarvoor het gemiddeld percentage te laag is, nog afschrijft als deze reeds verdwenen zijn. Bij deze methode beschouwt men feitelijk het totale machine kapitaal als een éénheid. Aan de hand van bovenstaand register kan men nu direct de balanswaarde op 1 Januari 1940 be palen n.l. ƒ5200 (kolom g). Op 1 Januari 1939 was deze 6600 n.l. a -e en ook g d. Afschr. Register 1939. No. Jaar van aankoop Aanschaf waarde Restwaarde Afschr. Afschr. vorige jaren Afschr. afge- loopen jaar Totaal afge schreven Ver beteringen Boekw. op Balansstaten Opbr. bij verkoop 1 2 3 1931 1933 1937 '4100 3500 5000 100 500 200 10 62/3 162/a 3200 1200 1600 400 200 800 3600 H00 2400 500 2100 2600 12600 800 6000 1400 7400 5200 a c d e f 9 h In totaal moet afgeschreven worden a b. Ver der zien we dat c d e en ook dat a e g. In de kolom verbeteringen boekt men b.v. de kosten voor ombouw der machines e.d. Lezers die hiervoor interesse hebben, kunnen het afschrijvingsregister voor het volgende jaar nu zelf wel inrichten-. Bij dit systeem schrijven we dus op iedere machine een bepaald procent van de aanschafwaarde af. Men kan evenwel ook een bepaald van de boekwaarde nemen. Daar door de afschrijvingen de boekwaarde daalt, zal dit percentage hooger moeten worden ge steld. Gevolg van dit systeem is, dat de afschrij- Behalve het bovenbesproken systeem zijn er meer dere zeer wel te verdedigen systemen. In de M. v. T. op de wet W. B. is b.v. ook gesproken over het systeem van zoo snel mogelijk afschrijven. Mits dit systematisch gebeurt, is het niet in strijd met goed koopmansgebruik. Voor de grootere machines lij'kt ons dit systeem weinig reëel, voor de kleinere is het zeer goed bruikbaar. In de practijk komt dit veelal hierop neer, dat men de kleine inventaris- met een vast bedrag op den inventaris opneemt en den nieu wen aanschaf ieder jaar direct als onkosten ten laste van de winst boekt. -Een volgende week willen we de creditzijde der balans nog nader bespreken. BQEKEHOU1DBUREAU Z. L. M. HET NORMAAL LOON VOOR DE BIETENROOIERS. De ongunstige weersomstandigheden, welke het regelmatig voortwerken bij den bietenoogst belem meren en in het bijzonder de voor het rooien van bieten slechte conditie van den grond, gepaard aan het feit, dat de bieten dit jaar buitengewoon diep geworteld zijn, hebben tot gevolg, dat in de meeste streken het bietenrooien aanmerkelijk minder vlot gaat en meer krachtsinspannig en tijd van de arbei ders vraagt dan normaal. Waar het bietenrooien in aangenomen werk per eenheid van oppervlakte ge schiedt, is dit oorzaak, dat de bietenrooiers, tegen de oorspronkelijke verwachting in, vrij algemeen niet aan het loon komen, dat zij zouden verdiend hebben, indien zij door genoemde omstandigheden niet gehandicapt zouden zijn. Nu de vele verkeersbelemmeringen het vrijwel on mogelijk maken om met de werkgevers ter plaatse deze kwestie te bespreken, richt het Centraal Secre tariaat voor Land- en Tuinbouw, gevormd uit de centrale landbouworganisaties en de landarbeiders bonden, zich langs dezen weg tot de werkgevers met het verzoek him medewerking te verleenen om de ongewenschte gevolgen van de onvoorziene omstan digheden op te heffen. Deze medewerking kan be staan in een soepele toepassing van de loontarieven, die als regel eenige speling toelaten, zoodanig, dat de bietenrooiers toch een behoorlijk dagloon maken en in feite het gebruikelijke loon ontvangen. en bij enkele rassen waren deze zéér hoog. Hoewel geen juiste cijfers ter beschikking staan, kan worden aangenomen, dat van -de voor de pootaardappelkeu- ring aangegeven totale oppervlakte slechts rond V3 of pl.m. 7000 ha is goedgekeurd. Er zal dus zeer weinig goedgekeurd pootgoed voor oogst 1941 be schikbaar zijn. De export van pootaardappelen is in de laatste jaren belangrijk geweest. Van 1 Aug. 1938 tot 1 Mei 1939 werden uitgevoerd ,pl.m. 161.000 ton en van 1 Aug. 1939 tot 1 Mei 1940: pl.m. 140.000 ton. De opbrengst van goedgekeurd pootgoed per ha stel lende op pl.m. 16.000 kg, beteekenen deze cijfers, dat in genoemde seizoenen de opbrengst van resp. 10.000 en bijna 9000 ha is uitgevoerd. Deze uitvoer was voornamelijk gericht op België en Frankrijk, terwijl Duitschland en Italië kleinere hoeveelheden betrokken. Hoewel het vervoer met moeilijkheden gepaard gaat, kan toch worden verwacht, dat uit voer mogelijk zal blijken. Gezien de kleine oppervlakte goedgekeurde aard appelen staat het er met onze eigen voorziening van goedgekeurd aardappelpootgoed niet gunstig voor. Het is van groot belang, dat er in Nederland in 1941 een zoo groot mogelijke aardappeloogst groeit en niet een halve, als gevolg van het gebruik van min derwaardig pootgoed. De landbouwers zullen daarom verstandig doen den aankoop van goedgekeurd pootgoed niet uit te stellen, maar thans reeds hun pootgoed voor het volgend voorjaar te koopen. PISSEBEDDEN IN KELDERS. AANKOOP VAN GOEDGEKEURD POOTGOED. In tegenstelling met vorige jaren, zal thans heel weinig goedgekeurd pootgoed voor oogst 1941 be- beschikbaar zijn, zoodat wij belanghebbenden thans reeds opwekken hun pootgoed voor het volgend voorjaar te koopen. Het gebruik van zaai- en pootgoed, dat waarbor gen biedt voor uitstekende kwaliteit is van groot belang. Van overheidswege is door de zaaizaad regeling voor het seizoen 19401941 het gebruik van ongekeurd zaaizaad tegengegaan en is bepaald, dat bij aankoop van zaaizaad van tarwe, rogge, zomergerst, haver, groene erwten en schokkers alleen het door den NA.JK. goedgekeurde product mag worden gekocht. Volgens een artikel in het Februari-nummer van het officieel orgaan van den N.A-K. „Zaaizaad en pootgoed" was in 1939 de oppervlakte, welke moest worden afgekeurd percentsgewijze grooter dan andere jaren. Van de totale voor de keuring aangegeven opper vlakte van 23088 ha moest niet minder dan 5836 ha worden afgekeurd. De schrijver van het genoemde artikel noemt als oorzaken van het hooge afkeu ringspercentage in 1939, de teleurstellende resul taten, die bij enkele rassen in de nateelt van 1938 optraden, alsmede de primaire besmetting, welke tijdens de laatste keuringen werd geconstateerd. De afkeuringspercentages waren voor alle rassen hoog, In het Nederlandsch Landbouwweekblad van 11 Oct. lezen wij een advies van den Plantenziektenkun- digen Dienst ter bestrijding van een veelpootig, bij avond voor den dag komend beestje, hetwelk men in Zeeland ook wel platte zeug noemt en in geweldig aantal tusschen steenen en spleten te voorschijn komt. Het volgend bestrijdingsmiddel is herhaalde malen met afdoend resultaat toegepast: 2 gewichtsdeelen (b.v. 20 gram) Parijsch groen worden droog gemengd met 50 gewichtsdeelen (1 pond) havermout en 10 gewichtsdeelen (1 ons) witte suiker. Toevoeging van suiker is niet direct nood zakelijk, maar maakt het middel blijkbaar bijzonder aanlokkelijk voor de pissebedden. Het mengsel wordt droog uitgestrooid. Daarbij zij vooral den na druk gelegd op het droog menigen en droog uit strooien, in tegenstelling met het mengsel zemelen met Parijsch groen tegen emelten, dat vochtig uit gestrooid wordt. De slechtere typen havermout (melige havermout) voldoen in den regel het best. Om het in den kelder niet overal verspreid te krij gen, verdient het aanbeveling hier en daar hoopjes van het mengsel uit te leggen op kranten, liefst zoo veel mogelijk in de nabijheid der plaatsen, waar ze zich ophouden. Aardappelproefveld (bij den heer A. Wisse te Nieuw- en ISt. JooslajitL (Z. 498.) Rassen: Eigenheimer, Bintje, Duivelander, Veen- huizen 31/74, Déva en Rietsema A 648. Grondsoort: Lichte klei. Voorvrucht: Suikerbieten. Bemesting: Tegen 750 kg sup. (17 625 kg K40 en 750 kg za per ha. Aantal par.: 3, elk van 0,3 are. Gepoot22 April. Opkomst: Alle rassen waren mooi voorgekiemd, zoodat ze op 20 Mei reeds boven stonden. Eigen heimer was het eerst en Rietsema A 648 het laatst boven. Ontwikkeling: In 't begin groeiden alle rassen goed, doch later kwamen Duivelander en Déva wat achteraan. Ziekten: In elk veldje kwamen by elke soort eenige bladrollers voor, terwijl daarenboven bij Déva, Rietsema en Veenhuizen sporadisch mozaïek ziekte werd geconstateerd. Retsema had wel het meeste last van bladrol. Alle rassen werden later door phytophtora aangetast, doch verschil viel hier bij niet waar te nemen. Zieke knollen kwamen heel weinig voor. Rijping: 1. Veenhuizen, 2. Rietsema, 3. Déva, 4. Bintje, 5. Eigenheimer en 6 Duivelander. Gerooid: 16 September. Ocgstproduct: Rietsema gaf wel mooie, blanke knollen, doch te weinig. Déva wat grauwe, ronde knollen met veel kriel. Veenhuizen 3174 mooie ronde knollen, die echter te klein van stuk waren. Bintje was vrij grof en 't aantal knollen per plant te klein. Eigenheimer vrij goede opbrengst, maar de knol len waren wat ongeregeld. Duivelander gaf mooie, uniforme kn<Jllen en maar weinig kriel. Gemiddelde opbrengsten in kg per are: RAS 40 40-28 28 Totaal mm mm Eigenheimer 252,7 49,- 12,9 314.6 Bintje 266,6 28,7 12,9 308,2 Duivelander 285,1 34,2 9,2 328,5 Veenhuizen 31/74 155.1 55,5 19,4 230,4 Deva 216,6 44,4 25,- 286,1 Rietsema A 648 237,- 32,4 15,7 285,1 De hoogste gemiddelde totaal-opbrengst gaf dus Duivelander. Uien proef veld by den heer IP. J. Aan der Slikke te St. Maartensdijk. (Z. 515.) Vergeleken werden de selecties: Favoriet, M. v. Nieuwenhuijzen, Dorst, Polder, Van Beek, Poot, Vroegop, Perijka, Mijs, Van Loon, Priem, Gebrs Bakker, Gebr. Broersen en Bola. GrondsoortLichte klei. Voorvrucht: Tarwe. Bemesting: Tegen 500 kg sup, 250 kg K40, 250 kg za. en 250 kg kas per ha. Aantal par.: 3, elk van 0.28 are. Gezaaid: 26 April, op een rijenafstand van 20 cm, tegen 7 kg per ha. Ontwikkeling: Deze liet over 't algemeen weinig te wenschen over. De stand van de sel. van Gebrs. Bakker en Gebrs. Broersen was plaatselijk iets dun ner dan van de andere. Beschadigingen: Eind Juli kwam in de meeste veldjes wat valsche meeldauw voor. Van de uien- vlieg werd weinig last ondervonden. Rijpen: Van Loon was het eerst en Bola, Gèbrs. Bakker en Gebrs. Broersen het laatst rijp. Op 29 Augustus werden de meeste sel. opgetrokken, alleen met Bola, Gebrs. Bakker en Gebrs. Broersen werd gewacht tot 3 September. Gewogen30 September. Kwaliteit: Het percentage dikhalzen bleef bij de meeste sel. beneden de twee, doch van Bola, Gebrs. Bakker en Gebrs. Broersen was het resp. 4, 4 en 5. Roode uien kwamen het minst voor bij Bola en Gebrs. Bakker, iets meer bij Favoriet, M. van Nieu wenhuijzen en Gebrs. Broersen en het meest bij Perijka, Mijs, Van Loon en Priem. De hardheid van de bollen was over 't algemeen goed tot zeer goed; aan de spits kwamen Perijka, Dorst, Poot, Mijs en Van Loon te staan. De gemiddelde droegen opbrengsten in kg per are be- w a V u O) g SELECTIE u. JU -X u O5 O 35 a 0 "0 ra 0 -0 3 0 "C Q H -C U Perijka 22,5 48,9 512, 583,4 100 Favoriet 13,7 41.5 510. 565,2 97 M. v. Nieuwenhuijzen 13,9 39,- 554,8 607,7 104 Dorst 23,5 57,1 501,8 582,4 100 Polder 15,5 42,— 533,3 590,8 101 v. Beek 23,5 52,5 523,5 599.5 103 Poot 14,6 40,1 532,- 586,7 101 Vroegop 18,5 43.6 566,7 628,8 108 Mijs 15,8 42,5 516,5 574,8 99 v. Loon 21,- 47,6 578,8 647,4 111 Priem 22,— 45,8 488,1 555,9 95 Bola 25,- 49.4 588,- 662,4 114 Gebrs Bakker 23,- 51,9 560,6 635,5 109 Gebrs Broersen 11,9 33,3 551,9 597.1 102 Bola gaf dus het hoogste beschot, zoowel wat de gewone uien betreft, als in totaal.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1940 | | pagina 5