Landbouwproefvelden. VEEHOUDERIJ. menschelijke voiding en niet als veevoeder worden gebruikt. Door hun afvalstoffen komt toch een groote hoeveelheid veevoeder beschikbaar. Eveneens is het onder de huidige omstandigheden nu het graan als zoodanig onmisbaar is voor men- schelijke voeding en nu voor de voeding der dieren allereerst geconcentreerd voeder noodig is, onge- wenscht, dat onrijp graan, dat op bouwland is ge teeld, gemaaid wordt voor veevoeder, omdat het zoo aan zijn bestemming onttrokken wordt. Een uit zondering vormt uiteraard groene mais, die op erf- perceelen wordt geteeld of wel op verloren hoekjes. Geen uitbreiding van grasland ten koste van bouwland. Het behoeft wel geen betoog, dat uitbreiding van de oppervlakte grasland ten koste van het bouw land onder de huidige omstandigheden niet toelaat baar is. In verband daarmede is het verboden om cultuurgrond, welke in 1940 als bouwland in ge bruik was, in 1941 te gebruiken als grasland, kunst- weide, voor de teelt van klavers of ander groen te dogsten of af te weiden gewassen, indien niet een gelijke oppervlakte grasland, kunstweide of klaver van 1940 in 1941 voor bouwland bestemd wordt. Het spreekt vanzelf dat klavers en dergelijke ge wassen, die als stoppelgewas wprden beweid of geoogst, niet vallen onder dit verbod. Premie voor het scheuren van grasland. Ten slotte bestaat het voornemen de uitbreiding van de oppervlakte bouwland door het scheuren van grasland aan te moedigen door het verleenen van een geldelijke tegemoetkoming. In de keuze der gewassen, die op den gescheurden grond ge teeld zullen worden, is men vrij, alleen met deze beperking, dat ze moeten behooren tot die, welke in den aanvang reeds zijn genoemd als de meest noodzakelijke. Gewassen als karwij, most ^vd, enz., vallen er dus buiten. Wil men voor de tegemoetkoming in aanmerking komen, dan moet men onder opgave van ligging en oppervlakte van het te scheuren perceel aangifte daarvan doen via de L.C.O., aan den productie commissaris der hierbij betrokken provincie. Pas wanneer deze zijne goedkeuring ër aan heeft ge hecht, zal men voor de uitkeering in aanmerking kunnen komen, indien althans het gewas in den loop van den zomer een behoorlijken stand ver toont. De aanvankelijke goedkeuring op zich zelf verleent dus nog geen aanspraak; dit is pas het geval, wanneer dank zij een goede verpleging het gewas zich ook behoorlijk ontwikkeld heeft. De toeslag zal hoogstens 100 per hectare bedragen afhankelijk van de verkregen resultaten. Het spreekt vanzelf, dat men geheel vrij blijft grasland te scheuren, indien geen aanspraak ge maakt wordt op de geldelijke tegemoetkoming. Samenvatting. Een samenvatting van het bovenstaande volgt thans. 1. a. De teelt op bouwland van andere gewassen dan: tarwe, rogge, gerst, haver, kanariezaad, veld- boonen, erwten, stamboonen, aardappelen, suiker bieten, cichorei, voederbieten, mais, koolrapen, voe derwortelen, koolzaad (oliezaad) en vlas, is ver boden. De provinciale productiecommissaris kan onder bepaalde bedrijfsomstandigheden van dit verbod vrijstelling verleenen. b. De teelt van haver op bouwland is voor ieder bedrijf beperkt tot de oppervlakte bouwland, die in dat bedrijf in de jaren 1938 en 1939 gemiddeld met dit gewas beteeld is geweest, met dien verstande, dat in elk geval niet meer dan 15 pet. van het bouw land van ieder bedrijf voor haver in gebruik mag zijn. c. De teelt van voederbieten, koolrapen, voeder wortelen en voederkool op bouwland, voor zoover ni^J als navrucht, na een hoofdgewas, is voor deze gewassen gezamenlijk per bedrijf beperkt tot de oppervlakte, die daarmede voor dit bedrijf gemid deld in de jaren 1938 en *1939 bezet is geweest. d. De teelt van klaversoorten en lucerne op bouwland is beperkt tot de oppervlakte, die in 1940 voor ieder bedrijf voor deze gewassen in gebruik was. 2. Het is verboden cultuurgrond, welke in 1940 als bouwland in gebruik was, in 1941 te bestemmen voor grasland, kunstweide, klavers of andere groen te oogsten of af te weiden gewassen, voor zoover deze geen tweede gewas na den oogst der hoofd vrucht zijn, tenzij een gelijke oppervlakte cultuur grond, die in 1940 als grasland, kunstweide of voor klavers gebruikt werd, in 1941 voor bouwland be stemd wordt. 3. Het afmaaien van onrijp graan, dat op bouw land is geteeld, met uitzondering van groene mais op erfperceelen of verloren hoekjes is verboden. 4. Het gebruik van suikerbieten als veevoeder en het verhandelen van suikerbieten aan anderen dan de suikerfabrieken is verboden. 5. Op gescheurd grasland mogen zonder eenige beperking alle gewassen worden geteeld, welke in art. la niet verboden zijn. Om voor een geldelijke tegemoetkoming terzake van het scheuren van grasland in aanmerking te komen, moet men eerst van den provincialen pro ductie-commissaris de goedkeuring verkrijgen voor de perceelen, welke men scheuren wil. Deze geldelijke tegemoetkoming wordt pas uit gekeerd, nadat in den zomer door den provincialen productiecommissaris de oogst op het gescheurde land is opgenomen. Win te rtarwep roef veld bij den heer J. A. Ramondt te Schoondyke. (Z. 467). Rassen: Juliana, Bersée, Jubilé, Alba, CB 716/7 (nieuwe Staring CB.) en Mansh. Juliana X Cars- tens V. Grondsoort: Middelmatig zware klei. VoorvruchtVlas. Bemesting: Tegen 247 kg sup (20 247 kg kas en 247 kg K40 per ha. Aantal par.: 3, elk van 1 are. Gezaaid: 23 October; Juliana en Jubilé tegen 140 kg Bersée tegen 150 kg, CB 716/7 en Juliana X Carstens V tegen 165 en Alba tegen 175 kg per ha. Rijenafstand: 22.5 cm. Opkomst: Alba het eerst, de overige rassen twee dagen later. Uitwinteren: Alle rassen zijn goed den winter doorgekomen. Ontwikkeling: Deze was bij alle rassen goed. Plantenziekten: Een weinig roest in Jubilé, de overige rassen werden niet aangetast. Zuiverheid: In Alba kwamen nogal afwijkende aren voor met rood kaf. Lengte en stevigheid van 't stroo: Juliana: 130 cm, CB 716/7125 cm, alle overige 120 cm. Vrij sterke legering kwam voor bij Juliana, Bersée en Juliana X Carstens V; wat minder bij Jubilé, Alba en CB 716/7. Dit laatste ras legerde wel het minst. Rijpen: Jubilé was het vroegst en Juliana het laatst rijp. Gemaaid: Juliana en CB 716/7 op 9 en de overige op 8 Augustus. Korrelkwaliteit: Juliana: mooie, volle korrels; weinig 2e soort. Bersée: volle korrels, doch met geen mooie kleur; iets meer 2e soort. Jubilé: wat smaller dan Juliana en ook wat meer 2e soort. Alba: zeer mooie, volle korrels van goede kleur; weinig 2e soort. CB 716/7smaller van korrel dan Juliana, don kerder van kleur en iets meer 2e soort. Juliana X Carstens V: minderwaardige, smalle korrels met een leelijke kleur. Gemiddele opbrengsten in kg per are: RAS Korrels 1 e soort Korrels 2e soort Korrels totaal Stroo Juliana 52,3 1,3 53,6 98,6 Bersée 53,0 1,6 54,6 74,0 Jubilé 55,3 1,6 56,9 91,2 Alba 54,7 1,5 56,2 87,1 CB 716/7 (Nw Staring 56,2 1,8 58,0 92,8 Juliana X 'Carstens V 55,3 1,8 57,1 90,5 De grootste gemiddelde,korrelopbrengst gaf hier dus CB 716/7 (Nieuwe Staring). Zomergerstproefveld, tevens stikstofbemestings- proef bij den heer A. Groenewege te St. Maartensdijk. (Z. 476). Rassen: Kenia, Saxonia en Mansholt 2-rijïge. Grondsoort: Lichte klei. Voorvrucht: Aardappelen. Bemesting: Tegen 17.5, 37.5 en 57.5 kg stikstof per ha, in den vorm van za. Voorts 400 kg sup (17 en 250 kg K40. Gezaaid: 12 April op een rijenafstand van 22 cm, tegen 110 kg per ha. Aantal par.: 2, elk van 1 are. Opkomst: Geen verschil tusschen de drie rassen. Ontwikkeling: De veldjes met de kleinste hoe veelheid stikstof leverden een te schraal gewas; ook bleek hier 37.5 kg N. per ha voor alle rassen, maar speciaal voor Kenia, nog niet voldoende te zijn. Op de perceeltjes, die tegen 57.5 kg N. ont vingen was Kenia nog aan den lichten kant. Legeren: Kenia bleef door zijn lichten stand op alle veldjes overeind, terwijl bij de zwaarste stik stofbemesting Saxonia wat gedreven en Mansh. 2- rijïge plaatselijk tegen den grond lag. Plantenziekten: In alle rassen kwam wat roest voor, doch wel het meest op de zwaarst bemeste perceeltjes. Geoogst: Alle veldjes op 31 Juli. Korrelkwaliteit: Goed, met weinig 2e soort. Gemiddelde opbrengsten in kg per are: RAS N.-bemesting Korrel Stroo 17,5 kg N 39,2 26,0 Kenia 37,5 41,2 28,0 57,5 48,7 32,5 17,5 40,5 25,0' Saxonia 37,5 45,5 29.5 57,5 50,0 28,5 17,5 32,0 31,0 Mansh. 2-rijige 37,5 3 7,7 38,5 57,5 39,7 38,0 Saxonia gaf dus bij alle stikstofobjecten de hoog ste opbrengst aan graan. Proef ter bestrijding van de Uienvlieg met Calomel by den heer A. v. d. Maas te Oosterland. (Z. 532). De proef bestond uit 3 behandelde en evenveel onbehandelde perceeltjes, elk van 1 are. Er werd tegen 7y2 kg zaaizaad per ha gebruikt, terwijl de rijenafstand 20 cm bedroeg. Gezaaid werd op 16 April, terwijl de plantjes op 29 April boven stonden. Op 7 Mei was nog geen aantasting van dé uien- vlieg te zien, terwijl de stand op alle 6 perceeltjes geen verschil vertoonde. Ruim een maand later echter hadden de onbe handelde veldjes vrij veel van de aantasting te lijden, doch ook in de behandelde vielen plantjes weg, al was het aantal daar niet zoo groot. Jammer, dat door de tijdsomstandigheden geen tellingen verricht konden worden. Eind Juni hadden de onbehandelde perceeltjes een zeer dunnen stand, terwijl de behandelde enkele dunne plekjes vertoonden, maar overigens vrywel normaal stonden. Tot 'begin Juli vielen nog steeds plantjes weg. Eind Juli was van den weg af het verschil tus schen de objecten duidelyk te zien: onbehandeld ver toonde groote open plekken, terwijl deze in behan deld niet aanwezig waren, ofschoon de stand wel iets voller had kunnen zijn. Op 27 Augustus werd het gewas opgetrokken en 24 September d.a.v. gewogen. Het resultaat was, dat de onbehandelde perceel tjes per are gemiddeld 239.6 kg en de behandelde 309.7 kg opbrachten. DE KRACHTVOERTOEWIJZING VOOR RUNDVEE EN DE HERFST-VEE-AANKOOP IN ZEELAND. De Zeeuw is gewoon in den herfst heel wat vee aan te koopen voor het verwerken van zijn bedrijfs afval en het bezetten van zijn teveel aan weiland. Het aantal en de soort, die hij koopt, worden bepaald door a. de prijzen voor het magere jongvee, tegenover mogelijke prijzen bij lateren afzet; de tegen woordige prijzen zijn voor ruime aankoop niet bijzonder stimuleerend b. voorraden bedrijfsafval, ruwvoer en niet voor ander vee bestemd weiland; de voorraden be drijfsafval en ruwvoer zijn zeer zeker ruim en dus berekend voor een flinke aanvulling van het stalvee; c. de krachtvoertoewijzing. Waar thans in groote lijnen vaststaat hoe dë krachtvoertoewijzing voor het rundvee in den a.s. winter zijn zal, is het gewenscht de veehouders hier omtrent ten spoedigste voor te lichten. Ze kunnen dan beter beslissen hoeveel en welk vee ze bij voor keur moeten aankoopen voor de bietencampagne en het bezetten van stal en weide. Men is thans op de L.C.O. bezig de totale voeder- toewijzing voor het rundvee voor den a.s. winter, voor alle veehouders apart, te berekenen. Zoodra deze berekening klaar is, krijgt ieder zijn geheele toewijzing voor den a.s. winter thuis. Aan de hand van de volgende gegevens kan ieder zijn toewijzing voor het rundvee ongeveer berekenen. Voor elke veehouder wórdt als voligt zijn opper vlakte cultuurgrond (A) vastgesteld: ha weiland X ha bouwland plus tuin grond y2 x ha boomgaard in gras. Vervolgens berekend men het aantal berekende melkkoeien (B) als volgt uit de veetelling Januari 1940: Aantal melkkoeien -f- aantal hoog drachtige run deren aantal stieren boven 1 jaar V2 X aantal vrouwelijke runderen boven 1 jaar. Vervolgens krijgt men de veedichtheid' (aantal be rekende koeien per ha berekend cultuurland) door B B door A te deelen, dus A De bedrijven komen nu voor de voedertoewijzing in drie klassen, en krijgen per staldag per berekende melkkoe een hoeveelheid krachtvoer in de verhou ding 2 iy2 1 kg. 'Het aantal staldagen zal denkelijk op 196 worden gerekend. B Klasse 1 Per dag 1 kg 2 \y2 kg 3 2 kg A 0 - °'59 0,6 1,29 B 1,3 en hooger De mogelijkheid bestaat nog, dat de dagtoewyzin- gen per klasse lager worden dan 1, iy2 en 2 kg. Voorloopig kan elk daar echter zijn berekening op base eren. Voorbeeld 1. 9 ha bouwland, 8 ha weiland A 11, 6 melk koeien, 1 hoogdrachtig rund, 1 stier en 3 vrouwelyke runderen boven 1 jaar 9 H 9,5 yy 0,86 Klasse 2 Per dag kg Toewijzing 9H X 196 X IK kg 2793 kg.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1940 | | pagina 7