VEEHOUDERIJ.
PLUIMVEEHOUDERIJ.
HET SELECTEEREN
VAN DEN PLUIMVEESTAPEL.
n.
nogal planten van ongelijke lengte, terwyl in het
laatstgenoemde ras wat afwijkende aardtypen voor
kwamen. Ook Alba was wat ongelijk van lengte en
vertoonde evenals Jubilé enkele planten met roode
aren.
Plantenziekten: In geringe mate kwam in alle
rassen bruine roest voor. Bersée, Jubilé en Alba
waren echter iets meer aangetast dan de andere
rassen. Voorts kwam in Alba, Juliana en Juliana X
Carstens V sporadisch stuifbrand voor.
Gemaaid: Alba, Bersée, Jubilé en Juliana X Car
stens V op 10, de rest op 12 Augustus.
Korrelkwaliteit. Bovenaan stond Alba met een
mooie, blanke, volle korrel. Daarop volgde Juliana
met vrij blanke, volle korrels. Jul. X Carstens V
en C B 716/7 stonden in kwaliteit vrijwel gelijk, de
eerste was wat fijner en de laatste wat blanker dan
Juliana. Jubilé was vrij mooi, doch gaf wat meer
tweede soort dan Juliana. Bersée was de minste
van de zes en gaf meer tweede soort dan de overige
rassen.
De gemiddelde opbrengsten in kg per are be
droegen
Ras
Graan
Stroo
Juliana
48.7
70.3
Juliana X Carstens V
53.2
73.8
Jubilé
50.8
69.8
Bersée
51.3
65.5
C B 716/7
51.3
72.7
Alba
50.8
76.3
Juliana X Carstens V won het dus in korrel- en
Alba in stroo-opbrengst.
DE ZEEUWSOHE WEILANDEN.
CXIX.
Gedurende de rustperiode van het grasland, die
weer snel nadert, moet het rundvee op stal met
hooi en ander geconserveerd voer door den winter
worden gebracht, waardoor groote hoeveelheden
uitwerpselen (mest en gier) vrij komen.
Het zijn vooral deze uitwerpselen, waaraan we
dezen keer onzen aandacht willen schenken, al zijn
ze dan niet geheel van het grasland afkomstig en
zullen ze niet dikwijls voor bemesting van het
Zeeuwsche grasland dienen. Onze interesse zal
voorloopig alleen in de richting van „bewaren dezer
uitwerpselen" gaan.
De wijze van bewaren n.l., zooals die op vele be
drijven tot dusverre plaats vindt, gaat met zeer
groote verliezen gepaard. De mest met strooisel
vermengd, wordt geleidelik over den geheelen mest
put verspreid. Bij ons rijst de vraag: heeft de
veehouder zich wel eens afgevraagd, wat daar in
dien mestput plaats vindt? We hebben hierbij niet
het oog op de vrij ingewikkelde bacteriologische en
scheikundige processen maar op de dagelijksche
dingen, die ieder veehouder kan waarnemen. Wat
gebeurt er b.v. als er veel regen in den meer of
minder gevulden mestput valt? Het met stroomen
neerplassende regenwater dringt door stroo en mest
heen naar beneden en neemt op zijn tocht de oplos
bare stoffen, die in de mest aanwezig zijn mee. De
mest wordt dus als het ware uitgeloogd. In het
eene geval verdwijnt dit water met opgeloste stof
fen uit de mest in een dichtbijzijnden sloot, in net
andere geval zakt het weg in den bodem. Nog
grooter zullen de verliezen zijn, wanneer het regen
water in den hollen kom, die mestput heet, een
poos blijft staan. Immers dan hebben nog meer
stoffen gelegenheid in het water- op te lossen en
daarmee te verdwijnen.
En is het den veehouder bekend, dat de ammo
niak, een der meest waardevolle bestanddeelen van
de mest, heel gretig in water oplost Dit verdwijnt
dus ook met het water, zonder eénig nut te stichten.
Wanneer de zon den geheelen dag op den mest
put brandt, worden vrij groote hoeveelheden water
verdampt. Met dit water gaat eveneens een deel
van de gasvormige ammoniak de lucht in.
Dat er groote verliezen plaats hebben in een ge
heel open mestvaalt, moge blijken uit de volgende
cijfers, die we ontleenden aan een artikel in het
1 riesch Landbouwblad. Ze zijn het resultaat van
6 verschillende onderzoekingen en geven de ver
liezen aan organische stof en stikstof aan na 22
weken bewaren in open mestvaalt.
Verliezen aan
organische stof in stikstof in
1.
47,6
34,8
2.
53,7
34,6
3.
38,—
40,—
4.
40,—
40,—
5.
45,2
40,—
Gemiddeld
44,9
37,9
Het zal zonder groote kosten wel niet mogelijk
zijn geheel te voorkomen, dat een deel van de waar
devolle bestanddeelen van de mest, die gedurende
een half jaar wordt bewaard, verloren gaan. Toch
is zonder kosten, alleen met wat moeite, dit verlies
belangrijk te beperken. Qp welke wijze dat te be
reiken is, zullen we een volgende keer bespreken,
anders zou ons artikel te lang worden.
WEIBOER.
GOED HOEFBESLAG IS VAN VEEL BELANG.
I.
Nu door de tijdsomstandigheden het paard als rij
en trekdier weer zijn oude plaats heeft ingenomen,
is het wel goed eens op eenige dingen te wijzen,
welke betrekking hebben op het hoefbeslag, daar
hieraan over het algemeen veel te weinig aandacht
besteed wordt. Dit is echter ook wel te begrijpen,
daar tegenwoordig heel wat koetsiers, doordat zij
geheel op de motor ingesteld zijn, maar heel weinig
verstand en ondervinding hebben van alles wat met
de verzorging van het paard samenhangt.
Zooals men weet, moeten de hoeven van onze
paarden door het hoefbeslag tegen te sterke afslij
ting beschermd worden. Deze afslijting nu is alleen
te groot bij een gebruik van het dier op harde
wegen. Loopt het paard uitsluitend op zand of in
de weide, dan wordt de afslijting van de hoeven
welke daarbij optreedt, in evenwicht gehouden door
den normalen aangroei van de hoefhoorn. Want
evenals bij den mensch de nagels geregeld aan
groeien, geschiedt dit bij het paard met de hoorn
van den hoef.
Het spreekt natuurlijk van zelf, dat een hoefijzer,
wil het paard er geen hinder van ondervinden, goed
moet passen en op de juiste wijze en geheel vlak
onder den hoef bevestigd zal moeten zijn. Want ligt
het ijzer niet geheel vlak, dan zal het door het
groote gewicht dat er op rust, op de eene plaats
meer drukken dan op de andere, waardoor op den
duur kneuzingen in de diepte ontstaan, waaraan
het dier ernstig en langdurig krepel kan worden.
Daarom is het van zeer veel belang, dat een paard
door een goeden en geheel ter zake kundigen smid
beslagen wordt.
Zooals wij hierboven reeds aanstipten, groeit de
hoorn van den hoef geregeld aan en daardoor wordt
de hoef dan ook, wanneer deze niet afslijt, langer
en hooger. Nu heeft er bij een beslagen hoef, door
dat het ijzer de hoorn beschermt, vrijwel geen af
slijting plaats en daarom zal dan ook bij alle be
slagen paarden de hoef op den duur hooger en
langer worden.
Door deze vormverandering verandert tevens de
hoek, welke de hoef met den bodem maakt. Het
veranderen van deze zoogenaamde hoefstand, heeft
een grootere rekking van de verschillende banden
en pezen van den ondervoet tengevolge, waardoor
niet alleen de kans op het optreden van kreupel
heden toeneemt, maar verder dusdanige veranderin
gen in verschillende belangrijke onderdeelen optre
den, dat het paard eerder versleten is dan normaal
het geval zou zijn en daardoor in korten tijd zeer
veel van zijn gebruikswaarde kan inboeten.
(Nadruk verboden.) R.
VEETENTOONSTELLING TE OOSTBURG.
Op den morgen van 18 Sept. j.l. trokken wij de
Schelde over om deel te nemen aan de werkzaam
heden die verbonden waren aan de 7e tentoonstel
ling en markt van vetvee, fokvee, handelsvee, var
kens en geiten, georganiseerd door het gemeente
bestuur van Oostburg in samenwerking met veree-
nigingen van belanghebbenden onder voorzitterschap
vanden heer M. A. Aalbrechtse. Hier werd bewaar
heid wat samenwerking vermag.
Dat het vetvee niet was ingezonden als in vooraf
gaande jaren, laat zich begrijpen, gezien de reeds
lang verwachte vleeschdistributie (die ook inmid
dels is ingevoerd). Toch was het van het bestuur
goed ingezien om door te werken en vooral in deze
moeilijke tijden niet te versagen. De fokkers waren
goed opgekomen met hun fokmateriaal, tenminste
het vrouwelijke; dat er minder stieren waren vindt
zijn oorzaak in het moeilijke vervoer. Er waren
beste, jonge dieren en de koeien waren stukkige
goed gebouwde dieren. Ook de verschillende groe
pen mochten gezien worden. Wel een bewijs, dat
men de toekomst met vertrouwen kan tegemoet
zien.
Jonge stieren.
Anko 274829 R. v. J., van M. de Bruijne, Cadzand,
was in deze klasse alleen, doch behaalde met eere
een lsten prijs. Ook Dries 284051 R. v. J., van J. B.
Mullaert te IJzendijke, een kalfje van 7 maanden
kon het tot een lsten prijs brengen.
Kalfvaarzen met 4 breede tanden.
Beste klasse stukkige dieren, waarvan er vele
waardige plaatsvervangers zullen worden. Niet
minder dan 15 stuks werden voorgebracht, waarvan
er 5 in de eerste, 5 in de 2de en 5 in de 3e prijzen
werden geplaatst; niet één minderwaardige werd
voorgebracht.
la Gravin, van A. M. van Gijs te Biervliet; lb
Bertha, van J. A. Provoost te Cadzand; lc Bea, van
D. C. Almekinders te Zuidzande; ld Gravina, van
D. Luteijn-Gijsou w te Zuidzande; le Beatrix, van
Abr. Verhage Az. te Schoondijke; 2a Dora, van R.
F. Wijffels te St. Kruis; 2b Gravin, van M. de
Bruijne te Cadzand; 2c Juliana, van Anth. J. Pro
voost te Nieuwvliet; 2d Anna, van J. A. Provoost
te Cadzand; 2e van M. Geelhoed te IJzendijke;
3a Liza, van M. de Bruijne te Cadzand; 3b Liesje,
van H. van Waes te Schoondijke; 3e Anna, van
Wijffels voornoemd; 3d Astrid, van J. A. Nortier
te Oostburg; 3e Fliesta, van J. A. Provoost voor
noemd.
Kalfvaarzen met 2 breede tanden, waarvan no. 1
ver uitblonk.
lste Frieda, van C. Tresonier te Sluis; 2d Julia
na 6, van Abr. Verhage Az. te Schoondijke; 3 Hiltje,
van A. C. Geluk te Nieuwvliet; 4 Beatrix, van J. A.
Nortier voornoemd; 5 Jantje, van A. C. Geluk
voornoemd.
Vaarzen zonder breede tanden.
Dit was 'n goede klasse met 2 beste aan den kop.
la Ida, van M. de Bruijne; lb Geertje, van A. M.
van Gijs; 2a Emma's Herta, van Adr. Risseeuw te
Cadzand; 2b Jo, van P.'DhondtSalomé te IJzen
dijke; 2c Catrien, van J. A. Provoost; 3a Eddie, van
Dhondt voornoemd; 3b Betsie, van Th. Dierickx te
Schoondijke; 3c Afke, van A. C~ Geluk; 3d Olga, van
J. A. Provoost voornoemd.
Volbloed vaarskalveren.
Beste jonge dieren vooral de 3 eerste,
la Koos, van J. A. Nortier; 2b Roza, van J. B.
Mullaert te IJzendijke; lc Kitty, van A. M. van Gijs
te Biervliet; 2a Irene, van D. Dekker te Waterland
kerkje; 2b Catharina, van denzelfde; 2c Regina v. d.
Brakke, van Wijffels; 3d Ida v. d. Brakke, van
denzelfde.
Koeien 1 maal gekalfd met 2 beste aan den kop.
la Juliana V, van Abr. Verhage Az; lb Nora, van
Adr. Risseeuw voornoemd; 2a Astrid, van W. de
Feijter te Waterlandkerkje; 2b Mina 9, van J. I.
Schijve te Nieuwvliet.
Koeien 2 maal gekalfd.
Beste klasse gezonken dieren, waarvan aan 3 een
eerste-, 4 een tweede- en 3 een derde prijs werd
toegekend.
la Elza I, van J. A. Provoost; lb Emma, van Adr.
Risseeuw; lc Dina 2, van M. de Bruijne; 2a Anna,
van A. C. Geluk; 2b Blanche, van H. van Waes; 2c
Mina, van A. C. Geluk; 2d Juliana, van D. Dekker;
3a Kenau 3, van D. Dekker; 3b Beatrix, van W. de
Feijter; 3c Embke 4, van A. C. Geluk.
Koeien 3 maal gekalfd.
2 eerste prijzen, 1 tweede en 1 derde,
la Elza, van Fl. P. J. Dierickx te Oostburg; lb
Clara, van H. van Waes; 2de Bertha, van Z. C.
Brakman; 3de Klara, van W. de Feijter.
Koeien 4 maal gekalfd.
Prima klasse. 5 eerste prijzen,
la Frieda, van A. M. van Gijs; lib Idylle van 't
Paviljoen, van H. van Waes; lc Elza, van Th. Die
rickx; ld Lena, van W. de Feijter; le Afke, van
A. C. Geluk.
Koeien 5 maal of meer gekalfd.
Beste gezonken dieren, waarvan er 4 eerste en
3 tweede prijzen behaalden.
la Anna, van Adr. Risseeuw; lb Dora, van Abr.
P. Risseeuw te Schoondijke; lc Lena 2, van M. de
Bruijne; ld Paula, van R. A. F. Wijffels; 2a Herta,
van Adr. Risseeuw; 2b Emma, van Z. C. Brakman;
2c Ida, van J. A. Provoost.
Groep van de stierenvereeniging te Groede van den
stier Graaf 15776 S, werd een prima groep uniforme
vast gebouwde dieren getoond, die een goede be
lofte inhoudt voor de toekomst.
Groepen van minstens 5 stuks vee boven 1 jaar
van 1 eigenaar. 3 beste groepen.
la de groep van Adr. Risseeuw te Cadzand; lb de
groep van J. A. Provoost te Cadzand; 2c de groep
van M. de Bruijne te Cadzand.
Groepen van minstens 3 stuks vee boven 1 jaar
van één eigenaar. 6 groepen die gezien mochten
worden.
la beste uniforme groep van A. Verhage Azn. te
Schoondijke; lb zware robuste groep van H. van
Waes te Schoondijke; lc mooie melkrijke groep van
A. C. Geluk te Nieuwvliet; 2 twee zeer beste doch
na drie wat minder van A. M. van Gijs te Biervliet;
3. groote stukkige dieren van W. de Feijter te
Waterlandkerkje; 4. iets onevenredige groep van J.
A. Nortier te Oostburg.
En zoo kon ook van de 7e tentoonstelling ge
zegd worden, dat deze is geslaagd. Jammer, dat er
van buiten Z.-Vlaanderen niet meer belangstelling
was. Toch is het voor de fokkers met het oog op
den verkoop van stierenmateriaal een beste reclame
om hun fokvee te. demonstreeren. Mogen spoedig
rustiger tijden aanbreken en het bestuur met zijn
ijverigen voorzitter, als de plannen zullen zijn uitge
werkt van de nieuwe markt van Oostburg, ook op
dat nieuwe terrein nog vele tentoonstellingen orga-
niseeren.
Hulde aan voornoemd bestuur, voor zijn doorzet
tingsvermogen in deze moeilijke tijden. Moge -zijn
arbeid rijkelijk beloond worden. K.
In het vorige artikel betreffende het selecteeren
van kippen hadden we het over dieren welke niet
of niet voldoende productief zijn om hun kost op
te brengen en daarom van de bedrijven dienen ver
wijderd te worden. Daar waar men maar een
gering aantal dieren houdt, is dat niet zóó nood
zakelijk als op bedrijven van eenigen omvang. Ook
is het probleem, afzet der slachtkippen, daar van
minder belang, omdat zij in veel gevallen voor eigen
consumptie worden bestemd.