Zaterdag 28 September 1940.
No. 1704
IN MEMORIAM.
O. A. DUVEKOT
Mededeeling.
V
RUBRIEK TUINBOUW
Op Woensdag 18 September 1.1. bereikte ons bet
bericht van het plotseling overlijden van den heer
C. A. Duvekot, in leven directeur der Goessche
veiling.
Een diepe ontroering wekte dit overlijdensbericht
van den nog in de volle kracht van zijn leven
staande persoon.
Onze gedachten gingen uit naar zijn gezin, waarin
dit overlijden zoo smartelijk zal worden gevoeld.
Met dankbaarheid zal gedacht worden aan het offer,
dat door het huisgezin van den overledene steeds
gebracht werd, wanneer de vele werkzaamheden
hem noodzaakten zich daaraan te onttrekken om
den tijd, die anderen in de huiselijken kring door
brachten, in dienst te stellen in het belang van den
Zeeuwschen Tuinbouw.
Mede door de groote werkkracht van den heer
Duvekot is de Goessche Veiling, zoo klein begonnen,
thans uitgegroeid tot één van de belangrijkste fruit
veilingen in ons land.
Niet alleen in onze provincie, doch ook daar
buiten, heeft hij steeds op de bres gestaan om te
waken voor de belangen van zijn veiling en haar
leden.
Dat hij daarbij ook een open oog had voor de be
langen van den handel, daarvan getuigden de woor
den gesproken bij zrjn graf.
Zijn heengaan zal in een breeden kring als een
groot verlies beschouwd worden voor den Zeeuw
schen tuinbouw.
Zijn nagedachtenis zal nog lang in dankbare her
innering onder ons blijven voortleven. Red.
plet volgend nummer van ons blad zal behoudens
".rpfcondere omstandigheden, op Zaterdag 19 October
verschijnen. Red.
GRONDONDERZOEK.
Wij meenden, dat velen, gezien de te verwachten
hoogere prijzen voor meststoffen en de distributie
daarvan, behoefte zouden gevoelen hun cultuur
grond te laten onderzoeken, teneinde zoo economisch
mogelijk te bemesten.
In deze meening werden wij teleurgesteld daar
slechts enkelen zich voor deelname aan het grond
onderzoek hebben opgegeven.
Nu bij de deelnemers begonnen is om de monsters
te steken, vestigen wij er de aandacht op, dat er
alsnog gelegenheid bestaat om grondmonsters mee
te zenden.
Wacht niet te lang indien U plannen hebt om
Uw grond te laten onderzoeken, daar U dan zeer
waarschijnlijk niet tijdig genoeg in het bezit bent
van den uitslag. 'v Red.
ZWARTE BESSEN.
Goliath.
Van deze variëteit komen velerlei variaties en
apart doorgeselecteerde stammen voor.
Doch vele, welke voor enkele jaren als puik wer
den aanbevolen, zijn of reeds weer van het tooneel
verdwenen, óf zijn de mindere van later aan de
markt verschenen variëteiten. Wel schuilt er onder
al deze selecties van dé Goliath besflist iets goeds,
daarom is het naar mijn meening jammer, dat een
indertijd door Zeeland's Proeftuin opgezet selectie-
en vergelijkingsproefveld niet verder aangehou
den is.
De indertijd hooggeroemde stam 10 blijkt op den
duur weinig beter te voldoen dan gewone door
massaselectie voortgekweekte Goliath.
Een andere, naar ik meen ook een door stam-
selectie voortgekweekte Goliath, schijnt iju eigen
schappen te vertoonen, welke een verdere beproe
ving hiermede wettigen.
Men zou zich kunnen afvragen, waarom al die
moeite om een variëteit als de Goliath te behouden
als er nog zooveel andere variëteiten zijn, doch de
meerdere goede eigenschappen, welke de Goliath
bezit, zijn het voldoende waard om te zoeken naar
een struiik, welke weerstand bezit tegen het z.g.n.
terugloopen of peterselieblad. Zoolang niet proef
ondervindelijk vaststaat, dat de een of andere
Goliath-stam ,g0ed uUgl°opeg in beduidend mindere
mate vertouag en nacht£eval is> zou ik
liever geen Sn. zijn zwak; >tv
Nu zou meden grond, valleil nat, de Lieer Kostense,
gezien ëéy~oemen en zaad sóU van .Tuinbouw
blad mg^ oc£\j q"hittere 'e resul-
taten bereiktfok de planten' öns grone™Se
■jaren, even yp W€ voorafde Baldwin Hintg€Ili en
I|tellin#*i»t voor de :igde, was zijn co kas'_
hiervan moet ik beslist wat struiken zien te koopen,
want dat is prachtig.
Baldwin.
Hiermede bedoel ik de zwarte bes, welke dooi
den Zeeuwschen teler algemeen met den naam van
Baldwin wordt bestempeld. Uit één der vorige num
mers blijkt, (zie het stuk Baldwin door den heer
Addens), dat vele nieuwere variëteiten onder te
brengen zijn tot de groep Baldwin, doch daarover
later.
Deze klein blijvende struik munt uit door groote
vruchtbaarheid. De groei is slechts matig, vooral
als bodem en\ bemesting niet al te best zijn.
Peterselieblad kan in de Baldwin ook geducht
huishouden. Voor rondknop is deze variëteit nog al
vatbaar, evenals voor bladvalziekte cloeosporium
De tros is niet al te groot <jn zit meestal dicht op
het hout, en pinkt daardoor ftiet gemakkelijk. Hier
staat tegenover, dat de schil dér bessen zeer hard is.
Men kan den pluktijd zoo noodig nog al wat rekken.
De plantafstand behoeft niQt ruimer genomen te
worden dan 1.50 meter.
Davidson Eight.
Deze bes behoort tot de variëteiten, welke de
laatste jaren veel aangeplant zijn. Of ze zich op den
duur zal handhaven, zal de toekomst moeten leeren,
doch de struik bezit, evenals de bes>, meerdere goede
eigenschappen. De groei is goed, doch als het voor
jaar lang koud is, is de ontwikkeling traag en ziet
het blad spoedig geel. Ook'ziet men wel, dat de
jonge twijgen aan den tbp een eind kaal blijven.
De struik heeft, naar ik meen opgemerkt te heb
ben, niet meer of minder last van peterselieblad
dan de hiervoor genoemde variëteiten.
Rondknop is zeer goed er onder te houden.
Het trekt wel de aandacht, dat vooral dit jaar
de bladvalziekte in Davidson Eight minder ernstig
optreedt dan bij veel andere variëteiten. De tros is
bij een goede behandeling der struiken flink groot
niet een goede gelijkmatig "rijpende korrel. De bes
sen aan den voet der tros laten vlug los. Wanneer
men dus iets te laat pluktJ zijn deze afgevallen,"
dat zal natuurlijk de opbrengst niet ten grede
komen.
Als plantafstand kan me/1i een onderlippen af
stand nemen van 2 meter,
Westwick Triomph. t
Deze variëteit behoort ta'<$e nieuwére uit Enge
land hier ingevoerde variëteiten. De groei der
struik is goede plantafstand 2 meter.
Peterselieblad kwam bij óns in 6-jarige struiken
tot heden niet voor. De vruchtbaarheid is matig.
iVerder zijn er volgens mij bij deze variëteit geen
eigenschappen aanwezig, welke een opname in ons
sortiment wettigen, temeer daar andere variëteiten
te gelijk met de Westwick Triomph als nieuweling
hier ingevoerd, heel wat beter voldoen, vooral wat
sde grootere opbrengst betreft.
Wellington XXX.
Deze variëteit is, evenals de hiervoor genoemde,
afkomstig uit Engeland. Aldaar wordt wel aan
genomen, dat het één der beste variëteiten is,
waarover men momenteel de beschikking heeft.
Of zulks ook voor onze streek geldt, zal na enkele
jaren blijken, doch voor zoover beoordeeling thans
reeds mogelijk is, kan men spreken van een zeer
gunstig resultaat.
De struik groeit eenigszins breed uit en levert
elk jaar een massa stevige scheuten. De plant
afstand is 2 meter. In de voor 4 jaar uit Engeland
hier ingevoerde struiken kwamen tot heden enkele
planten voor, welke verschijnselen van peterselie
blad vertoonden, doch slechts in zeer geringe mate.
Nog niet 1 der toen geplante struiken is in 4 jaar
uitgevallen.
Rondknop troffen we tot heden in zeer geringe
mate aan. Cloeosporium treedt dit jaar nogal sterk
op. De tros is groot en plukt gemakkelijk, terwijl
de bessen, mits op tijd geplukt, voldoende hard zijn.
De rijping heeft zeer gelijkmatig plaats, zoodat,
wanneer men op tijd plukt, er geen enkele groene
korrel in voorkomt. De vruchtbaarheid is groot en
bij een goede verzorging lijkt het mij bijna mogelijk
deze variëteit enkel op 1-jarige twijgen terug te
snijden, zonder dat men te weinig takken voor
vruchthout overhoudt. Of het op den duur bij
oudere struiken mogelijk zal blijven, durf ik niet
te voorspellen, maar wij: hebben met elk jaar bijna
alle 2-jarige takken wegsnijden bij 6-jarige struiken
goede resultaten.
Te zamen met de Baldwin Hill Top lijkt mij de
Wellington XXX een variëteit, die haar plaats in
ons zwarte bessen-sortiment tenvolle waard is.
Baldwin Hill Top.
Deze ook uit Engeland hier geïmporteerde varië
teit groeit iets stijler dan de Wellington XXX, zoo
dat een plantafstand van 1.80 meter voldoende is.
De vruchtbaarheid is groot en de bes groeit aan
een flinke lange tros. De korrel is zeer hard van
schil. Door de harde schil is het zeer goed mogelijk
den pluktijd over een langere periode te verdeelen.
Bg aiat weer of gebrek aan personeel is dat wel als
een voordeel te beschouwen. Ook vallen dan de
lsi j
lei
9l(f
ho:
jaar"
alhoe^
bessen rif?
per jaar a£
geval de rondk'^
Van de hiervoo
laatstgenoemde een^'v
volle aandacht waard is.1
Tenslotte laat ik hieronder
gen met enkele opbrengstcijfers^en plï?HS"W
Opbrengst van verschillende variëteiten per 3te^e
r de
m
1938
1939
1940
cv
er
Plantöfsta:
k9
k9
k9
Mete-1»
Baldwin Hill Top
Westwick Triomph
Wellington XXX
Baldwin (selectie)
Silvergieter
Davidsons Eight.
0,237
0,116
0,187
0,212
1,63
1,08
1.7
1,12
3.67
2,22
2,65
1,64
0,04
0,09
1.80 M
2,-Jm
2,Jm
Na al deze mededeelingen over zr
cultuur heb iik ten slotte nog één n ard< J
hoop, dat anderen hun nut kunnen
verhandeling, en zou gaarne zien, d*ht is*
over ervaring beschikken wat and**e n'.aari
variëteiten betreft, deze op hun ■oeurt in v*l
bouwblad zullen mededeelen. De Redact.^^p^^
ieder hiervoor gaarne de g^egeriheid gew^r (ie
L.
DE A pJ'iCDBDADV LOO.
v ge
ur
(Psylla mali.)
De appelbladvloo is een in Europa, en dus
Nederland, vrij algemeen voorkomend ins
schade aan de boomen wordt vaak door G
heid met het schadebeeld over het hoofd g&v r
De appelbladvloo komt bijna uitsluitend voo„ óp
appel en is slechts een enkele maal waargenomen
op peer, noot, eik en iep. Op de laatste vier ge
wassen komt echter alleen het volwassen insect
voor, want de eieren en larven zijn nooit anders
waargenomen dan op appel. De appelbladvloo wordt
op alle appelvariëteiten waargenomen. Volgena
Engelsche waarnemingen zou de appel Bramley's
Seedling minder vatbaar zijn.
Het insect behoort tot dezelfde familie als de
bladluizen en wantsen. Zij voeden zich dan ook,
met behulp van een zuigsnuit, met het sap van de
pianternïeelen, waarop zij leven.
Door het maken van ontelbare kleine wondjes
dooden zij het plantenweefsel, vooral als dit nog
jong en groeiende is. In het larvenstadium tast dit
insect vooral de bloemknoppen aan en wordt het
sap aan deze knoppen onttrokken met het gevolg,
dat deze knoppen, indien zij zich openen, geen
vruchtzetten. De knop verschrompelt dan waarbij
de bloemblaadjes meestal niet af vallen. De bloesem
lijkt dan door nachtvorst beschadigd te zijn. Dit is
het meest kenmerkende schadebeeld van dit insect.
Daar de beschadiging zooveel op vorstbeschadiging
lijkt, wordt zij vaak, vooral in jaren .met veel nacht
vorst, over het hoofd gezien. Ook wordt schade
aangericht aan de zich ontwikkelende bladknoppen.
De bladen, die zich uit de aangetaste knoppen ont
wikkelen, zijn vaak gekroesd en licht van kleur.
Deze beschadiging lijkt op die, veroorzaakt door
wantsen. Na den bloei en als de bladeren vol ont
wikkeld zijn, wordt door de appelbladvloo geen
waarneembare schade meer aan de appelboomen
toegebracht.
iHet insect heeft slechts één generatie per jaar.
De winter wordt steeds eivorm doorgebracht.
Deze eieren, die ivoorwit tot geel van kleur zijn,
komen vooral voor aan de vruchtsporen eiyum^ -
vaak aan de bladknoppen. De meeste eieren komen
voor aan die zijde van den boom, welke het best be-^
schermd is tegen de koude winden.
De vorm van het ei is ovaal, maar met één smal
eind. Aan dit smalle einde bevindt zich een haakje,
waarmee het ei in de schors der boomen bevestigd
is. Dit haakje is met een goede loupe duidelijk te
zien. De eieren zrjn zeer resistent tegen vorst. In
Rusland is waargenomen, dat zij een temperatuur
van 40 graden Celsius goed kunnen doorstaan.
De eieren komen van begin tot eind April uit. De
tijd van uitkomen is afhankelijk van het weer en
van de variëteit van den boom, waarop zij voor
komen.
Het uitkomen houdt gelijken tred met de ont
wikkeling van den boom.
De pas uitgekomeü larven zijn kleine helder gele
diertjes met roode oogen en op den rug zwarte
streepen (1ste stadium). In het tweede stadium
zijn de larven groen van kleur met zwarte streepen
op den rug. Ook zijn dan reeds de eerste beginse
len van vleugels waarneembaar. In totaal door
loopt de larve vijf stadia. r*0"-
De vorm der lar^p»xii~ ,.,at én op het eeU
zicht is moeilijk ui#t te maken wat de kop en w<
achterzijde van .lichaam is. De jonge la76n
concentreeren ziJfKvaak in-een groot getal
en meer soma
knoppen J
De lanjfj
af, wq
é^tai y v
de jonge -zich openende ger
Lnen daar-, hun vernietiger w I
■fit de-anus een^zoet1"-,--'10eis
J~el bes'fo&t irx^'^ccharose