B. V. G.
dVrir V«°r is van beIanS de bepaling,
dat vergaderingen, wat»aan minder dan 20 personen
LANDBOUWONDERWIJS.
TUINBOUW.
VRAGENRUBRIEK.
Voor en van onze Jongeren.
tueel bietenkoppen en -blad) met een hooigraaf of
spa stuk te stooten. Hierdoor zet de kuil zich ge
makkelijker en komt de suiker uit de koppen beter
.vrij. Men bedenke, dat de suiker uit de koppen door
omzetting in het aangename frisch ruikende melk
zuur het voeder conserveert.
In plaats van bietenkoppen (eventueel met blad)
kan men ook gemoesde voederbieten met de klaver
inkuilen. In dit geval kan men het loof aan de voe
derbieten laten zitten, waardoor men nog voer wint.
Voederbieten met 14 droge stof zullen circa
8 suiker bevatten. Met het blad eraan natuurlijk
iets minder. Hiervan neme men minstens één vijfde
voederbieten op vier vijfde klaver. Zekerder is ech
ter één derde bieten op twee derde klaver. Kuilt
men de klaver in met voederbieten met het loof
er nog aan, dan moet de verhouding minstens één
derde bieten met loof op twee derde klaver zijn.
Men neme de lagen, zoowel bij inkuilen m$t bie-
tenloof als bij voederbieten afwisselend en make ze
niet te dik. Goed aanstampen is gewenscht.
LAND- EN TUINBOUWCURSUSSEN.
Nu de zomer teneinde loopt, is voor de in den
land- en tuinbouw werkende jongeren, weef de tijd
aangebroken zich te beraden, welke cursussen in den
a.s. winter zullen gevolgd worden. Zeker zullen er
zeer vele jongeren zijn, die een algemeenen land- of
tuinbouwcursus of een cursus voor volwassenen
willen volgen. Iedere aanstaande land- of tuinbou
wer toch dient zich alvorens bedrijfsleider te worden,
in het bezit te stellen van een diploma van een der
bovengenoemde cursussen. Zonder een diploma
bereikt men weinig meer in den tegenwoordigen
tijd. We denken hierbij aan den binnen afzienbaren
tijd droogkomenden Noord-Oostpolder, aan de vele
ontginningen in ons land.
Evenals de Z. L. M. reeds tientallen jaren deed,
zal zij ook nu weer gaarne haar medewerking ver-
ieenen aan het tot standkomen van algemeene land
en tuinbouwcursussen, cursussen voor volwassenen,
cursussen in paarden- en veekennis, gezondheids
leer van het vee, veeverloskunde, cursussen in hoef
beslag, enz. Wij geven de jongeren daarom in over
weging met elkander een en-ander te bespreken en
zich voor het volgen van een cursus gezamenlijk op
te geven. Vooral moet door hen gezorgd worden,
dat zich genoegzaam leerlingen opgeven, opdat het
niet voorkomt, dat een cursus wegens te geringe
deelname niet zou kunnen doorgaan.
Voor het volgen van een algemeenen land- of
tuinbouwcursus of een land- of tuinbouwcursus voor
volwassenen, kan men zich wenden tot een land- of
tuinbouwonderwijzer in zijn omgeving. Deze is met
alle wettelijke voorschriften bekend.
Voor een cursus in paarden- en veekennis, hoef
beslag, e.d., dient men zich op te geven aan den
Secretaris van de Af deeling of van den Kring der
Z. L. M., in zijn streek gevestigd. Bij voldoende
deelname verzekert de betrokken Afdeeling of Kring
zich van de medewerking van de leerkrachten, die
deze soort cursussen moeten geven (dierenartsen en
hoefsmeden).
Aangezien het Rijkssubsidie vóór 1 October door
de Z. L. M. moet aangevraagd worden en aanvra
gen, na dien datum binnenkomende, niet behandeld
worden in Den Haag, is het noodzakelijk, dat uiter
lijk 25 September a.s. de aanvragen bij ons Secre
tariaat, Landbouwhuis te Goes zijn binnengekomen.
Maak er dus spoedig werk van. Wekt Uw vrienden
en kennissen op in den a.s. winter een cursus te
volgen.
Ouders, laat Uw kinderen van de geboden gelegen
heid tot het ontvangen van vervolgonderwijs in de
vakken, waarin zij later werkzaam zullen zijn, een
ruim gebruik maken. In den winter hebben zij
ruimschoots tijd dit nuttige onderwijs te volgen,
terwijl de kosten, dank zij de groote medewerking
van het Rijk, zeer gering zijn. On- of minvermogen
den kunnen zelfs op vertoon van een door den bur
gemeester afgegeven bewijs, geheele of gedeeltelijke
vrijstelling van betaling van het cursusgeld ver
krijgen.
Men geve zich dus zoo spoedig mogelijk, in ieder
geval vóór 20 September op, aan een land- of tuin
bouwonderwijzer of aan een Afdeelings- of Kring
secretaris der Z. L. M.
In aansluiting op hetgeen we een vorige maal
behandelden volgt thans een bespreking van punt c.
(Zie Landbouwblad 27 Juli).
Devaluatie.
Ook het verschijnsel der devaluatie of nauwkeu
riger voor ons land depreciatie, vormt een storend
element.
De vrees voor waardedaling der geldeenheid is
een stimulans om in de goederen te vluchten. Wie
bij verder gaande waardedaling der geldeenheid
goederen bezit en dus vooral ook onroerende goe
deren zal het best uit zgn.
Hierdoor voorkomt hij reëel verlies en heeft op
papier winst. Het is dus volkomen verklaarbaar,
dat in perioden van waardedaling der geldeenheid
de tendenz tot waardestijging aan den dag treedt.
Men zal dan ook reeds waardestijging van den grond
kunnen aantreffen voor nog depreciatie of deva
luatie zijn beslag krijgt. Dit kan zelfs in die mate
het geval zijn, dat de devaluatie zelve zonder veel
schokken passeert. Dit feit konden we hier te lande
in September 1936 waarnemen.
Nu moet hier worden opgemerkt, dat ook de
depreciatie der geldeenheid door ons als een sto
rende factor wordt gezien, hoewel soms de schijn
zou doen vermoeden, dat door devaluatie juist de
verstoorde prijsverhouding wordt verbeterd. Immers
bij devaluatie stijgen de goederenprijzen (uitgedrukt
in het slechter geworden geld) en als nu juist voor
de devaluatie de grondprijzen reeds gestegen zijn,
wordt hierdoor weer meer evenwicht verkregen.
Dit is echter schijn, want men mag niet ver
geten, dat juist voor de devaluatie het prijseven-
wicht zeer sterk is verstoord en dat de practijk
leert, dat devaluatie alleen gedurende den overgang
tusschen twee perioden volledig doorwerkt. Het is
een soort injectie die na een bepaalde periode uit
gewerkt is en dan óf moet worden vernieuwd ofwel
geen effect meer sorteert.
In het algemeen kan dus worden gezegd, dat ook
de devaluatie een verdere ontwrichting der juiste
prijsverhoudingen in de hand werkt.
Nu kan hier zeer wel de tegenwerping worden
gemaakt, dat toch de positie van onzen boerenstand
sedert September 1936 wel verbeterd is.
Het zou stellig buiten de bedoeling van dit vraag
punt vallen om-hierop diep in te gaan, maar onze
commissie meent er toch op te moeten wijzen, dat
de depreciatie van 1936 in feite een correctie is ge-/
weest van een te hooge stabilisatie van den gulden
in 1925 (revalorisatie op pariteit), welke vooral
scherp geaccentueerd werd door de depreciatie van
en
Ook al betwisten we dus de mogelijkheid van be
paalde voordeelen niet, dan zijn toch o.i. de nadeelen
grooter. Op dit punt wilde onze commissie met
nadruk wijzen, nu zich momenteel in ons land weer
bepaalde tendenzen in de richting van verdere infla
tie voordoen.
Als zoodanig kan worden gewezen op de her
waardeering van den goudvoorraad van de Nederl.
Bank die onvermijdelijk tot uitbreiding der geld
circulatie voert, verder op, den schok die ons
Staatscrediet heeft gekregen door het mislukken
der Staatsleening eenigen tijd geleden en de emissie
van de nieuwe Staatsleening met als stok achter
de deur de gedwongen 3 leening.
Deze en dergelijke feiten verhoogen de-onzeker
heid en laten niet na hun invloed ook aan koop- en
pachtprijzen mede te deelen, ook al kan lang niet
altijd precies worden nagegaan welke die invloed
is of geweest is.
Een verdere depreciatie moet echter noodwendig
tot verdere prijsstijging voeren en naar onze Com
missie meent in veel sterker mate voor de koop
prijzen dan voor de pachtprijzen.
Natuurlijk kan in een rapport als dit niet in den
breede op dit bij uitstek moeilijke vraagstuk wor
den ingegaan. De bedoeling was slechts, om op
enkele punten de aandacht te vestigen.
Een volgende maal willen we nog aan enkele
overige factoren onze aandacht wijden.
INZENDING STAATSZORG VOOR DEN
LAND- EN TUINBOUW.
Het is thans voor de eerste maal, dat verschil
lende diensten, die in het belang van den land- en
tuinbouw werkzaam zijn, met een collectieve inzen
ding voor den dag komeiff
De bedoeling van deze -inzending is niet een zoo
volledig mogelijk beeld te geven van al hetgeen on
der de Directie van den Landbouw geschiedt. Een
Jaarbeurs is uiteraard daarvoor niet dé meest ge
schikte plaats; deze zou eer te zoeken zijn op een
algemeene landbouwtentoonstelling.
De inzending moest alzoo een beperkt karakter
dragen, waarom werd besloten een beknopt over
zicht te geven van den vooruitgang van onze
bodemproductie, de beteekenis daarvan voor onze
volksvoeding, van de wijze, waarop verschillende
diensten er toe hebben meegewerkt het verkregen
resultaat te bereiken en van de perspectieven, welke
verdere toepassing van de uitkomsten van het
wetenschappelijk onderzoek nog biedt.
De inzending bestaat uit een centraal gedeelte,
dat een overzicht in beeld geeft, van hetgeen reeds
is bereikt, aan de eene zijde op het gebied van de
akkerbouwgewassen, groenten en fruit en aan den
anderen kant op het gebied van den weidebouw en
de teelt van veevoedergewassen.
Allereerst wordt de vooruitgang in zijn geheel in
beeld gebracht en daarna voor de belangrijkste pro
ducten afzonderlijk. De resultaten zijn ten deele
een gevolg van den vooruitgang van de techniek
van den landbouw en ten deele van verschuivingen,
die in het productieproces hebben plaats gevonden.
De einduitkomst is op plastische wijze in beeld ge
bracht en het zal zeker voldoening wekken, dat
daaruit blijkt, dat de agrarische productie in sterke
mate aan de behoeften is aangepast. Dit wordt
verduidelijkt door een voorstelling van de mate,
waarin deze productie kan voorzien in de behoeften
van onze bevolking.
In dit centrale gedeelte wordt bovendien een
overzicht gegeven van de organisatie der diensten,
die aan het verkrijgen van dit resultaat hebben
meegewerkt.
De diensten, die met een eigen inzending uit
komen, zijn de volgende: het Rijkslandbouwproef
station te Groningen, het Centraal Instituut voor
(Landbouwkundig Onderzoek te Wageningen, de
Cultuurtechnische Dienst te Utrecht, de Veeartsënij-
kundige Dienst te 's-Gravenhage, het Staatsbosch-
beheer te Utrecht, de Tuinbouwvoorlichtingsdienst
te 's-Gravenhage, de Plantenziektenkundige Dienst
te Wageningen, het Rijkslandbouwproefstation te
Maastricht, het Rijksproefstation voor Zaadcontröle
te Wageningen.
Ook deze diensten trachten door hun inzendingen
met een volledig beeld te geven van alles, wat tot
hun bemoeiingen behoort, maar door demonstratie
van een enkele zaak duidelijk te maken, hoe zij heb
ben medegewerkt aan het resultaat, dat in de cen
trale inzending in beeld is gebracht. Zoo geeft de
Tuinbouwvoorlichtingsdienst b.v. niet een overzicht
van het geheele terrein, maar demonstreert alleen
wat gebeurd is en nog gebeurt op het gebied van
de fruitteelt en welke perspectieven zich hier nog
openen. Het Centraal Instituut voor Landbouw
kundig onderzoek komt niet uit met een inzending
die zijn werkzaamheden op het geheele gebied om
vat maar geeft alleen aan, wat het moderne gras-
landonderzoek voor de praktijk heeft opgeleverd en
welke mogelijkheden voor de toekomst nog liegen in
de verdere toepassing daarvan. Bij deze voorbeel
den mogen we het hier laten.
De bodemproductie is niet alleen verhoogd onder
invloed van de werkzaamheid der Rijksdiensten,
maar eveneens in belangrijke mate door eenige par
ticuliere organisaties, die als zoodanig een zeer be
kenden naam hebben. Om de taak van deze, zoo
nauw verwant aan die der Rijksdiensten, in het ge
heel te demonstreeren, is aan deze instellingen voor
haar inzendingen in onderling overleg een plaats
toegewezen onmiddellijk grenzende aan de collec
tieve inzending van de Directie van den Landbouw.
k°mt de ^zending der Nederlandsche Heide-
maatschappij naast die van den Cultuurtechnischen
Dienst, die van den Nederlandschen Algemeenen
Keuringsdienst (N.A.K.) naast die van het Rijks
proefstation voor Zaadcontröle.
d„TdSCïi mag W°rd€n' dat °P deze wÜze een
duidelijk beeld gegeven wordt van hetgeen in ons
land geschiedt ter bevordering van het productie
vermogen van den bodem, van de verkregen resul
taten en van de mogelijkheden, die zich nog voor
doen. 6
Vraag 3. ZAAIEN SCHORSENEEREN.
Wanneer moet men schorseneeren zaaien en zijn
deze tegen vorst bestand? A. te W
Antwoord. Schorseneeren zaait men vroep- in
net voorjaar, bij voorkeur in de maand Maart; Men
krijgt dan flinke wortels, wat, gezien het feit, dat
het schoonmaken zeer veel werk eischt (men
spreekt wel van „vrouwenverdriet"). wel gewenscht
■Sa *ïet A 4een z€er smakelijk gerecht° en heeft
inderdaad het groote voordeel, dat bevriezen in den
grond uitgesloten is. Wel dient men ze omzichtig
te rooien omdat ze vrij gemakkelijk afbreken.
Rooien bij vochtig weer verdient dan ook de voor
keur. Tegenwoordig zaait men meestal de éénjarige.
Zaaien op rijen en uitdunnen is noodzakelijk.
v. U.
VERGADERINGEN.
Zal! wellickt bekend zijn, dat thans bijzondere
maatregelen getroffen zijn voor het houden van
vinden™611' °P g6W0ne wijze d*>rg"ang kunnen
Van het voornemen, eert vergadering te beleggen
waaraan door meer dan 20 personen zal worden
kennis1""J mi™tens 7 daSe* tevoren
Seerend rw f aan 6n Procureur-Generaal fun-
ÏIZ T ?ireCteur van PoIitie- Men behoeft dan
SS ^este^miJ^ af te wachten, want krijgt men
vtndin kan dG ver£adering doorgang
Een kennisgeving als boven bedoeld, kan men als
volgt doen:
Aan *en Heer Procureur-Generaal
fungeerend Directeur van Politie
bij het Gerechtshof
te 's Gravenhage.
Edel Grootachtbare Heer,
Wij hebben de eer U bij dezen te berichten, dat
ons bestuur het voornemen heeft, om een leden
vergadering te beleggen.
Deze zal plaats vinden op
in de zaal te
Aanvang uur.
Met»verschuldigde hoogachting,
Voor het bestuur van de afd
van de „Zeeuwsche Jonge Landbouwers",
Secretaris.