Steun goedgekeurde Pootaardappelen.
lx.
Voedselvoorziening in oorlogstijd.
(V. V. 0.)
Uit een geheim weekboek van
Bram uit den Slikhoek.
aangegeven, doch niet de eenige, ja zelfs voor
groote groepen niet de belangrijkste.
De vrijheidsbeperking ophet gebied der bodem-
productie is namelijk zeer meegevallen. De totstand
koming en invoering der Bodemproductiewet Juni
1939, het daarop baseeren van een regeeringscom-
missariaat, met provinciale productie-commissaris
sen en commissies, zal bij velen de meening hebben
doen postvatten, dat de Regeering hier nu ook
doelbewust de bodemproductie is gaan regelen en
dat daarmee de vrijheid van verbouw voor den boer
wel tot het verleden is gaan behooren.
Gaat men echter na voor welke gewassen met
behulp dezer wet nieuwe dwingende regelingen zijn
getroffen, dan ervaart men dat deze tezamen
183.000 ha beslaan. Dit is 20 pet. van de totale
oppervlakte bouwland, die 936.000 ha bedraagt.
Onder deze 183.000 ha is echter begrepen 163.000
ha haver, waarvoor de regeling geldt, dat men in
1940 niet meer mag verbouwen dan in 1939 en zoo
men meer dan 20 pet. van zijn bouwland met haver
had béteeld, maximaal niet meer dan 20 pet. Nu
komt een verbouw van meer dan 20 pet. niet veel
voor en wellicht zal deze strenge winter, die een
voldoenden uitzaai van herfstgraan in menig geval
heeft belemmerd, aanleiding geven tot zoodanige
soepelheid bij den haververbouw, dat hier nauwe
lijks van vrijheidsbeperking zal mogen worden ge
sproken.
Dan blijven er over 20.000 ha of 2.1 pet. van het
bouwland. Deze oppervlakte is bezet met ajuin
(6300 ha), blauwmaanzaad (2700), karwij (2000),
mosterdzaad en andere land- en tuinbouwzaden,
waarvan er vele op contract worden geteeld (als
b.v. suiker- en voederbietenzaad).
Voor deze gewassen, waarvan er vele voor de
voedselvoorziening van geen rechtstreeksche betee-
kenis zijn en voor een deel, dikwijls zeer groot deel,
voor export worden geteeld, heeft de Regeering
gemeend een teeltregeling te moeten invoeren, ten
einde de oppervlakte te beheerschen. Verbouwd mag
worden de gemiddelde oppervlakte van de 3 voor
afgaande jaren en de teler moet daarvoor een
.teeltvergunning aanvragen. De verbouw van geel.
mosterdzaad, een zuiver export-artikel, is zelfs ge
heel verboden en alleen in bijzondere gevallen zal
teeltvergunning worden verleend.
Blijkbaar is de Regeering van oordeel, dat zonder
zoo'n teeltregeling de verbouw dezer gewassen kans
heeft op uitbreiding door buitenlandsche vraag, tot
schade van de voedselvoorziening. De ervaring in
1914/1918 schijnt inderdaad in deze richting te
gaan, doch waar het hier gaat om alles bij elkaar
20.000 ha, en de Regeering toch den export, zoowel
als den prijs, kan beheerschen, kan de vra'ag ge
steld worden of men deze teeltregelingen niet ach
terwege had kunnen laten en met een prijszetting
en exportregeling had kunnen volstaan.
Had de Regeering dezen weg bewandel^, zoo zou
ook het geringe gebruik, dat thans van de bodem
productiewet gemaakt is, geheel achterwege ge
bleven zijn en de vrijheid van den landbouwer in
het gebruik van zijn land vrijwel geen meerdere
beperking naast de reeds bestaande hebben onder
gaan.
De vraag ryst dan ook: wat wil de Overheid in
1940 eigenlijk bereiken; wat is haar naaste doel bij
de bodemproductie van eigen land? Dit doel kun
nen wij aan de hand der officieele berichten samen
vatten als volgt:
De Regeering stelt bijzonder veel prijs op:
1. Een intensieven verbouw, een zoo hoog moge
lijke productie per ha grasland en per ha bouwland.
2. Het scheuren van blijvend grasland voor den
verbouw van de meest gewenschte akkerbouw
gewassen.
3. Den verbouw vooral van tarwe, rogge, aard
appelen.
Doch daarnaast stelt de Regeering prijs op:
4. den verbouw van haver1/ gerst, peulvruchten,
suikerbieten, koolzaad, vlas, voedergewassen.
Het aardige is nu, dat, als men de oppervlakte
van de onder 3 en 4 genoemde gewenschte akker
bouwgewassen eéps optelt, men komt tot ongeveer
98 pet. van de totale oppervlakte V-w^snd. Waar
het in den landbouw nu eenmaal onmogelijk is, bij
een gegeven totale oppervlakte, de oppervlakte van
alle gewassen tegelijk uit te breiden de uitbrei
ding van het eene zal steeds de beperking van het
andere gewas beteekenen heeft het invoeren van
meerdere teeltregelingen geen beteekenis en het is
dus begrijpelijk, dat bij den akkerbouw niet meer
vrijheidsbeperkende maatregelen dan de genoemde
zijn getroffen. e
Integendeel. De omstandigheden hebben de
Regeering er toe gebracht in 1940 een 'uitbreiding
toe te staan (en daarmee het herstel althans
voor één jaar van een grootere vrijheid), bij de
suikerbietenteelt met 25 pet. en bij de fabrieks
aardappelteelt met 33 pet.
Of deze uitbreiding er ook zal komen en of ook
overigens de drie zoo gewenschte gewassen: tarwe,
rogge en aardappelen (voor consumptie en veevoer)
in oppervlakte zullen vermeerderen, moeten we af
wachten. Het eenige doeltreffende middel om de
onderlinge verhouding der gewassen in de ge
wenschte richting te stimuleeren het in uitlicht
stellen van een gunstiger pry's naarmate mjen uit
breiding wenschelijk acht is door de Regeering
niet, althans niet in uitgesproken vorm, toegepast.
Waarschijnlijk acht zij de belangen, die hier liggen',
niet groot genoeg om een extra stimulans te geven
en als men de begrensde mogelijkheden, die hier
liggen, nagaat en de relatieve traagheid, waarmede
zich in den landbouw omzettingen plegen te vol
trekken, dan behoeft men zich over deze betrek
kelijke onverschilligheid niet al te zeer te ver
wonderen.
Het wil ons voorkomen, dat het belang van ons
volk momenteel vooral te zoeken is in opbrengst-
verhooging per ha, in intensiveering van de cul
tuur, zoowel op bouwland als op grasland, want
vrijwel alles wat er op groeit, zal ons volk in
moeilijke omstandigheden dringend noodig hebben.
Zelfs inzake het scheuren van grasland, heeft de
Overheid het bij een warme aanbeveling gelaten,
al werd als stok achter de deur de mogelijkheid tot
het verplicht scheuren genoemd. Of er veel ge
scheurd zal worden, is nog niet te overzien. De
strenge en lange winter heeft hier een rem gevormd.
Ook het feit, dat van de granen, op gescheurd land
verbouwd, (slechts) voor eigen vee mag worden
bestemd en niet aan de Regeering behoeft te wor
den geleverd (van peulvruchten mag niets gehou
den worden), moet voor menig geval eerder als een
rem dan als een stimulans tot scheuren worden be
schouwd. Als men voor het eerste jaar 50 pet. of
zelfs 100 pet. voor eigen vee had mogen bestemmen,
zou de prikkel tot scheuren zeker grooter zijn
geweest.
Doch de deplorabele toestand, waarin de veehou
derij verkeert, tegenover de relatief gunstiger om
standigheden van den akkerbouw, vormt zeker een
prikkel om in de richting van scheuren te gaan.
Alles bij elkander kan men dus niet zeggen, dat de
internationale verwikkelingen na Augustus 1939 tot
ernstige consequenties inzake de wijze van bodem-
gebruik in ons land hebben geleid. Hier is de vrij
heid beperkt, elders echter weer verruimd en zoo
lang 98 pet. der op het akkerland verbouwde pro
ducten ook voor ons volk gewenscht kunnen worden
geacht, mag men verwachten, dat men hier de zoo
gewenschte vrijheid van den boer, zoo lang mogelijk
in eere zal houden en alleen via den weg varu gun
stiger prijzen de te^lt in de gewenschte richting zal
ombuigen.
t (Wordt vervolgd.)
In October vai^.-et vorig jaar werd bekend ge
maakt, dat voor Igekeurde pootaardappelen per
1 April a.s. een Wff antieprijs zou gelden van 4,25
per 190 kg v®3- klasse B, terwijl voor de
klasse A deze p* 0,30 hooger werd gesteld en
voor de klasse C J??0,5O lager.
Hoewel de datunii van 1 April nog niet is bereikt,
besloot de Regeering voor het ras Bintje de dena-
turatie reeds met ingang van deze week open te
stellen.
Voor de andeie rassen is dus de denaturatie nog
niet opengesteld. Indien daartoe wordt besloten,
(hetgeen nader bekend gemaakt zal worden), zul
len echter de algemeene voorwaarden gelijk zijn aan
die. welke thans voor de denaturatie van Bintje
gelden.
De voornaamste voorwaarden en eischen, waar
aan de partijen moeten voldoen, laten wij hieronder
volgen
De partijen moeten naar het oordeel van den
Keuringsdienst Zeeland geschikt zijn of geschikt
te maken zijn voor pootdoeleinden en in natuurlijke
verhoqding ter denaturatie worden aangeboden.
Partijen met veel ziek of andere gebreken kun
nen worden geweigerd. Natrotte en ook als gevolg
van verstaantasting week geworden knollen mogen
in de partij niet voorkomen.
Er mag niet meer dan 10 tarra in voorkomen.
Onder deze tarra worden echter niet verstaan mis
vormde, hardgroene en beschadigde knollen.
Hoewel de Regeering dit zou kunnen eischen,
volgt uit het bovenstaande, dat de partijen niet
zoodanig klaar gemaakt behoeven te worden, dat
ze zonder meer geplombeerd zouden kunnen 'wor
den. Ze moeten echter aan redelijke eischen vol
doen.
Aan den Keuringsdienst is echter opgedragen,
om van elke partij te bepalen de hoeveelheid', welke
geschikt is als pootgoed. Slechts die hoeveelheid
komt voor potersteun in aanmerking.
Wat de maten betreft, is bepaald, dat de A-par
tijen voorloopig gesorteerd moeten zijn in een sor-
teermg 35—^55 mm vierkantsmaat of een tusschen-
sorteering en de B en C-partijen in een sorteering
van 3550 mm en tusschensorteeringen. Om ook
hier weer niet het uiterste te vergen, mogen een
hoeveelheid van tesamen ten hoogste 10 van
het totaal gewicht der partij buiten de genoemde
maten liggen.
De hoeveelheden boven en beneden de genoemde
maten komen niet voor potersteun in aanmerking.
Voor de hoeveelheid boven de maximummaat
wordt wel de gewone denaturatievergoeding, welke
momenteel 50 ct. per 100 kg bedraagt, uitgekeerd.
Voor aardappelen beneden 35 mm wordt geen
enkele steun verleend.
De partijen moeten in een ..natuurlijke verhou
ding" ter denaturatie worden aangeboden, d.w.z.
dat een partij, waarin een tusschensorteering ont
breekt. wordt geweigerd. Wel komen tusschensor
teeringen. die elk op zichzelf een natuurlijke ver
houding hebben, in aanmerking. Bijvoorbeeld een
partij, waarin de sorteering 4045 ontbreekt, komt
niet in aanmerking, doch wel kunnen worden aan
geboden 3540 en 4555 klasse A (4540 klasse
B). In tegenstelling met vorig jaar komt voor
de klasse A ook de sorteering 5055 voor poter
steun in aanmerking.
Voor wat reeds geplombeerde partijen betreft, is
bepaald, dat voorzoover -ze overigens gezond zijn
en aan de eischen voldoen, deze niet opnieuw gesor
teerd behoeven te worden indien het percentage
boven- of benedenmaatsche grooter is dan 10
Een geplombeerde party 3040 of 4060, waarin
dus meer dan 10 beneden- resp, bovenmaatsche
knollen voorkomen, kan dus als zoodanig worden
gedenatureerd. De potersteun wordt natuurlijk
slechts uitgekeerd voor de hoeveelheid binnen de
gestelde maten voor de onderscheidene klassen.
Tenslotte is bepaald, dat de partijen moeten toe-
behooren aan den teler of aan een bij de Nederland-
sche Akkerbouw-Centrale aangesloten handelaar,
die ze geplombeerd in vooraad heeft of wiens voor
raad onder voortdurend toezicht van den Keurings
dienst staat.
Wil een teler op een andere plaats dan op zijn
bedrijf denatureeren, bijv. aan de haven of bij den
spoorwagon, dan kan dit slechts geschieden indien
de partij onder voorloopig plombe wordt aan
gevoerd.
Omtrent de denaturatie-aanvrage, de vaststelling
van het steunbedrag enz. verwijzen wij naar de aan
iederen teler toegezonden circulaire no. 773 van de
Ned. Akkerbouw-Centrale.
TEELT VAN VOEDER- EN SUIKER
BIETENZAAD.
De Provinciale Voedselcommissaris voor Zeeland
brengt onder de aandacht van belanghebbenden,
dat het gepubliceerde persbericht van 11 Maart j.l.,
inzake de teelt van voeder- en suikerbietenzaad
uitsluitend betrekking heeft op den uitpoot van
steklingen in 1941.
De uitpoot van steklingen in 1940- is volkomen
vrij, zoodat hiervoor geen vergunning behoeft te
worden aangevraagd bij de Nederlandsche Akker
bouw Centrale.
VERVOER VEEVOEDER.
De Provinciale Voedselcommissaris voor Zeeland
maakt belanghebbenden er hierbij nogmaals met
nadruk op attent, dat het vervoer van alle soorten
veevoeder gedekt moet zijn door geldige geleide-
biljetten. Deze geleid eb il jetten moeten o.m. de
juiste hoeveelheid, welke wordt vervoerd aangeven.
Het vervoer van een kleinere hoeveelheid, dan aan
gegeven is op het bijbehoorend geleidebiljet is dus
strafbaar.
REGISTRATIE VEESTAPEL.
De Provinciale Voedselcommissaris voor Zeeland
maakt bekend, dat ter verkrijging van voederbon
nen voor de afname van veevoeder voor de periode
van 1 t/m 28 April 1940, de georganiseerden in de
week van 18 t/m .23 Maart a.s. bij den pl. Secretaris
in hun rayon opgave dienen te doen van de samen
stelling van hun veestapel, naar den toestand op 17
Maart 1940, 's nachts 12 uur.
Verzuim van deze opgave, of onjuiste of te late
opgave is strafbaar, terwijl in deze gevallen ook
geen voederbonnen verstrekt zullen worden.
Teneinde misverstand te voorkomen zij nog opge
merkt, dat voor het verstrekken van bovenbedoelde
opgave, de registratiekaarten niet zullen worden
toegezonden, doch ten kantore van den pl. Secretaris
moeten worden ingevuld.
1320 Maart.
De drukte doet het nog niet op 't oogenblik. De
regen heeft ons van de week weer binnen gehouden
en het geloop der drainbuizen wijst er op, dat de
grond nog veel nat is. Donderdag leek het wel of
de winter terug was gekomen, alles weer onder de
sneeuw en 's nachts vroor het weer. Toch mogen
we in Zeeland niet klagen, want in 't Noorden van
ons land lag de sneeuw 25 cm en waren alle slooten
weer vol met het bekende witte goed. Het zal op
den duur een laat voorjaar zijn. Op 't oogenblik
droogt het weer hard, doch de wind waait nog zoo
regenachtig. Maandagmorgen was het opeens veel
warmer geworden in de natuur en aan alles kon je
het direct zien. De knoppen van de boomen en
bessenstruiken werden ineens dikker .en groener.
Ook de tarwe is veel veranderd en op hier en daar
een dunne plek na za'l het in orde komen. Het
koolzaad wordt met den dag groener, de bruine
kleur verdwijnt langzamerhand. De weiden zijn
geëgd, de zode heeft door de vorst weer veel ge
leden en zal een vroege bemesting op zijn plaats
zijn om den gang er in te krijgen. Zoo komt toch
het voorjaar aan, de zolder ligt vol met klaarge
maakt zaaizaad, de gerst, de haver, het vlaszaad,
alles wacht tot de gronden het zaaien weer toelaten.
De pootaardappelen liggen nog wat voor te war-