Redactioneel Gedeelte
AKKERBOUW.
d. versterking der coöperaties e>n andere instel
lingen, welke verbetering van het productie
apparaat en het eindproduct nastreven en uit
betaling naar kwaliteit waarborgen.
Toelichting.
Hier is weinig toelichting noodig. De tijd is nog
niet aangebroken om vestigingseischen te stellen
aan hen, die boer of tuinder willen worden. Niette
min zou in het feit, dat de Overheid in deze wel
omschreven eischen ging stellen, zeker stimuleerend
op het volgen van Landbouwonderwijs werken.
Het zou echter zeer teleurstellend zijn, indien de
toenemende belangstelling voor het landbouwonder
wijs en het alom zichtbare streven naar technischen
vooruitgang zou resulteeren in stijgende pachten
en grondprijzen, doch lage inkomsten van boer en
arbeider.
9. Export.
Hg de export-behartiging dient meer dan tot
heden rekening te worden gehouden met de belan
gen van Land- en Tuinbouw. In de Nota: „Orde
ning en (Landbouw" zijn hieromtrent voldoende
motieven genoemd.
Toelichting.
In de inleiding is reeds op de overwegende be-
teekenis van den export voor land- en tuinbouw
gewezen. Alle onderwijs en voorlichting, alle tech
nische vooruitgang dreigen op armoede en .werke
loosheid uit te loopen, indien de Overheid niet alle
krachten inspant de overschotten te doen expor
teeren en ons land niet te laten verdringen door
andere agrarische exportlanden.
10. Sociale voorzieningen.
Met kracht dient gestreefd te worden naar een
voudig opgebouwde verplichte sociale voorzieningen
voor ondernemers. In de eerste plaats naar:
a. verplichte pensioen- en invaliditeitsverzekering
van boeren en tuinders;
b. verplichte ongevallen-verzekering.
Toelichting.
Ten aanzien van de sociale voorzieningen heeft
de Overheid tot heden eenzijdig gelet op de belan
gen van den arbeidenden stand. Toch leven tien
duizenden kleine zelfstandigen op een welvaarts
niveau, dat hoogstens met dat van de arbeiders ge
lijk te stellen is.
Het gevolg is, dat deze bij ouderdom, ongeval en
ziekte er vaak slechter aan toe zijn dan zij, die in
loondienst werken. De belangrijkste elementen zijn
hier zeker de ouderdomsvoorziening en de voorzie
ning bij invaliditeit en ernstig ongeval.
Door verplicht-stelling wordt deze uitgaaf boven
dien in zekere mate aan de onderlinge concurrentie
bij koopen en pachten onttrokken.
De Commissie,
K. L. GAAIKEMA SCHUIRINGA.
'Prof. Dr. Ir. G. MINDERHOUD.
N. H. BLINK.
Ir. T. P. HUISMAN.
Dr. H. MOLHUYSEfN.
Ir. H. SMIT.
EEN TEELTVERBOD VAN VOOR
WRATZIEKTE VATBARE AARDAPPEL
RASSEN.
In het Groninger Landbouwblad deelt de heer
L. J. Dijkhuis over bovenvermeld onderwerp het
navolgende mede:
In het afgeloopen jaar is de aardappelwratziekte
op de veenkoloniale gronden vrij veelvuldig ge
constateerd. Het Hoofd van den Plantenziekten-
kundigen Dienst heeft zich hierover verstaan met
vertegenwoordigers van de keuringsdiensten en
daarna met die van de landbouworganisaties in de
betreffende gebieden. Men is het er over eens ge
worden, dat in het belang van den export van zoo
wel consumptie- als pootaardappelen ingrijpende
maatregelen noodig zijn. Het mag toch van alge-
meene bekendheid geacht worden, dat welhaast
ieder land zich te weer stelt tegen de zeer ge
vreesde wratziekte, door den import te verbieden
van aardappelen, die gegroeid zijn in de omgeving
van perceelen grond, waar de wratziekte officieel
is geconstateerd. Het eene land bepaalt deze om
geving betrekkelijk nauw, het andere zeer ruim,
soms overeenkomende met het geheele grondgebied
van het exporteerende land. Bovendien richt het
buitenland zich meer en meer op den verbouw van
voor wratziekte onvatbare rassen, zoodat ons land
deze richting zal moeten volgen om zijn aardappel
export in stand te houden. Het aardappel-kweekers-
werk wordt in de laatste jaren mede om deze reden
sterk aangemoedigd.
In de gegeven omstandigheden is een teeltver
bod van de voor wratziekte vatbare rassen in be
paalde gebieden te verwachten. Dit beteekent een
opruiming van verschillende reeds vele jaren in
geburgerde en op groote schaal verbouwde rassen.
Al te rigoureus kan men niet tot een dergelijken
ingreep overgaan zonder de individueele telers zoo
wel als de Nederlandsche aardappelcultuuï ernstig
te treffen. Daarom zal het verbod voorloopig zeer
waarschijnlijk voornamelijk voor de veenkoloniale
gronden gelden en niet eerder ingaan dan 1 Januari
1942. Onder veenkoloniale gronden dan te verstaan:
die in Overijssel, Drente en Groningen. Het voor
komen van wratziekte op sommige Oldambtster
gronden vormt blijkbaar aanleiding om de begren
zing voor Groningen uit te strekken tot ongeveer
het Eemskanaal.
De voornaamste rassen, die dus over twee jaren
in die gebiedén zullen moeten verdwijnen, zijn de
Eersteling, Eigenheimer, Bintje, Ideaal, Industrie
en Thorbecke. In hoeverre het teeltverbod ook min
der vatbare rassen als Roode Star en Present
(speciaal in verband met den klein-verbouw) zal
omvatten, is nog niet te zeggen.
Vervangers voor deze rassen zullen misschien
kunnen zijnde Gloria, Matador, Noordeling,
Record, Triumf, Ultimus, Voran, Bevelander,
Robijn en Souvenir.
De telers in genoemde gebieden zullen dus nog
twee oogstjaren kunnen benutten om in onvatbare
rassen te komen. Als zij in 1940 één hectare van een
onvatbaar ras uitpoten en de opbrengst weer ge
heel voor eigen uitpoot bestemmen, kan hiermede
redelijkerwijs in 1941 ^een oppervlakte van 5 ha
worden beplant; in 1942 kan met de opbrengst
hiervan een 25 ha beplant worden. Blijkbaar heeft
menige teler in de veenkoloniën zich op een derge
lijke omzetting reeds ingesteld, zoodat de te ver
wachten wettige maatregel niet met groote schok
ken gepaard zal behoeven te gaan.
Voor de niet genoemde gebieden ligt een derge
lijk teeltverbod nog niet in het verschiet. De telers
dag,r zullen echter uit een en ander de leer trek
ken, dat ook bij hen de geleidelijke overgang naar
voor wratziekte onvatbare rassen zal moeten plaats
vinden.
EENE „BELANGRIJKE MEDEDEELNG" VAN
DE N.V. LANDBOUWBUREAU M. WIER SUM.
Dr. J. C. Dorst, consulent voor de Plantenver
edeling, vestigt in het Friesch Landbouwblad de
aandacht op een door de N.V. Landbouwbureau M.
Wiersum rondgezonden mededeeling betreffende de
door deze firma af te leveren origineele zaden van
buitenlandsche rassen.
'Wij nemen het artikel, vanwege het belang dat
onze telers hierin ongetwijfeld zullen stellen,
geheel uit het genoemde blad over.
Door de N.V. Landbouwbureau M. Wiersum te
Groningen is dezer dagen hare „Voorjaarsaanbie
dingen 1940" rondgezonden, waarbij tevens onder
het opschrift „Belangrijke mededeeling" het vol
gende wordt bekend gemaakt:
„Wij hebben het genoegen onzen afnemers mede
te deelen, dat onze Origineele zaden van buitenl.
rassen alle zullen worden geleverd met Kweekers
plombe.
Aangezien steeds meer een streven naar voren
komt om niet anders dan gekeurd zaad op de
markt te brengen zooals reeds den vorigen
herfst met rogge is doorgevoerd hebben wij
getracht deze werkwijze in de hand te werken,
althans deze gang van zaken te helpen bevorde
ren. Wij hebben daarom gemeend goed te doen
onze service ten dienste van den landbouwer zoo
ver als mogelijk is uit te strekken en mag het
zeker als een vooruitgang worden beschouwd, dat
wij dit seizoen onze zaden leveren met de toezeg
ging, dat de veldkeuring van alle verkochte
Origineele zaden en Unica erwten vanwege den
kweeker gratis zal worden verricht.
Door verschillende buitenlandsche kweekers in
overleg met de „Association Internationale de
Selectionneurs de Plantes (Assingel)" zal een
organisatie worden aangewezen om voor de uit
voering zorg te dragen, voorzoover de Kweeker
zelf niet alles kan nakomen.
Ook voor plombeering zijn maatregelen ge
raamd, zoodat Uwe geoogste eerste nabouw in
het voorjaar 1941 kan worden geplombeerd tegen
redelijke vergoeding.
Voer zoover wfl over een en ander met ver
schillende afnemers hebben gesproken, is ons ge
bleken, dat onze maatregelen een buitengewoon
gunstig onthaal vinden.
Algemeen bleek men de meening toegedaan dat
de kweeker zijn eigen rassen het best kent en
waar deze thans in staat is de keuringsaange
legenheden in overeenstemming met de bevoegde
instanties te kunnen regelen, werd deze werk
wijze dan ook met instemming begroet.
De hoop is dan ook gewettigd, dat deze
methode in de toekomst blijvend zal kunnen wor
den doorgevoerd.
N.V. LANDBOUWBUREAU M. WIERSUM."
Alvorens op deze mededeeling in te gaan, is het
noodig eerst nog een paar punten naar voren te
brengen uit de geschiedenis van het origineele zaad.
Vroeger werd door de importeurs van buiten
landsche rassen alleen origineel zaad in den handel
gebracht, dat afkomstig was van den buitenland-
schen kweeker. Dit zaad werd beschouwd als het
beste uitgangsmateriaal en leverde achtereenvol
gens Iste, 2de en oudere nabouw, eene aanduiding
welke door de keuringsdiensten ook op de certifi
caten werd gegarandeerd. Men ging hierbij uit van
de gedachte, dat de kweeker zelf de beste waar
borgen kan geven voor rasechtheid en raszuiver
heid en dat de kans op achteruitgang van de
waarde van het ras grooter wordt naarmate het
langer aan de contróle van den kweeker onttrokken
is geweest.
Later heeft men de gelegenheid geschapen om
ook buiten het bedrijf van den kweeker en buiten
zijn toezicht, onder contróle van een onpartijdige
keuringsinstantie, origineel zaad te vermeerderen.
Zoo worden b.v. onder controle van den N.A.K. te
Wageningen en van de aangesloten gewestelijke
keuringsdiensten rassen van buitenlandsche kwee
kers in Nederland vermeerderd en de opbrengst als
origineel zaad van een oranje-certificaat en origi
neel plombe voorzien. Door naast de veldkeurings-
eischen nog bijzondere voorwaarden te stellen aan
de vermeerderingsbedrijven, aan de schoonlngs-
inrichtingen en aan de partijkeuring, wordt zorg
gedragen, dat het origineele zaad kan voldoen aan
zeer hooge eischen.
Door de N.V. Landbouwbureau M. Wiersum
(welke ik voortaan kortheidshalve zal aanduiden
als N.V. Wiersum) zijn de laatste jaren bezwaren
gemaakt tegen deze regeling en meerdere malen
heeft zij te kennen gegeven, dat zij zich aan deze
controle wenscht te onttrekken. De N.V. Wiersum
heeft zich daarbij opgeworpen als kampioen voor
de kweekersrechten en kweekerseigendom, hoewel
uiteraard een importeur of vertegenwoordiger niet
den kweeker kan vervangen voor zoover het be
treft het eigenlijke kweekerswerk. Wanneer men
de te berde gebrachte bezwaren goed beschouwt,
komt het in den grond der zaak hierop neer, dat
de N.V. Wiersum naar hare meening geen voldoen
de financieele belooning kan ontvangen voor hare
werkzaamheden.
Het is het goede recht van de N.V. Wiersum, dat
zij naar middelen omziet om hare belooning te ver-
hoogen, evengoed als een importeur van een buiten
landsche auto, schrijfmachine of iets dergelijks het
recht heeft te streven naar hoogere verdiensten.
Doch daar staat dan ook tegenover, dat de gebrui
kers van het zaad, dus de boeren, het recht heb
ben te vragen wat hun wordt aangeboden en ook
het recht hebben nauwkeurig te onderzoeken wat
zij hebben gekocht.
De mededeeling van de N.V. Wiersum geeft aan
leiding tot het stellen van verschillende vragen.
De eerste vraag is wel, wat het beteekent wan
neer wordt gezegd, dat de origineele zaden van bui
tenlandsche rassen alle zullen worden geleverd met
kweekersplombe. Is dit uitsluitend zaad, dat docr
den buitenlandsche kweeker of onder diens toezicht
is geteeld of bestaat dit ook voor een grooter of
kleiner deel uit zaad, dat reeds een of meer jaren
in Nederland is geteeld volgens de gangbare
meening als nabouw moet worden beschouwd?
De twefde vraag, welke rijst, is, welke verplich
tingen hetzij contractueel of moreel de kooper van
origineele zaden ot> zich neemt wanneer hij zijn ge
was gratis laat keuren. Een goed oogezette en
goed uitgevoerde keuring met de noodige contróle
is nu eenmaal niet goedkoop. Het is nog nooit ge
bruik geweest (en zou ook niet te verdedigen zijn),
dat een handelszaak iets gratis doet, tenzij voor
reclame of voor andere indirecte voordeelen. In
elk geval dient de kooper vooraf te weten of hij
zich ook op een of andere wijze verbindt door deze
gratis-keuring te accepteeren.
Er wordt in de mededeeling gezegd, dat de keu
ring zal worden uitgevoerd door een organisatie
„voor zoover de kweeker zelf niet alles kan
nakomen".^ Hier rijzen weer nieuwe vragen. Moet
men hieruit opmaken, dat b.v. de kweeker van de
Adelaarhaver zooveel mogelijk alle Adelaarvelden
afkomstig van origineel zaad zal nagaan dat de
kweeker van de Berseetarwe alle Berseevelden zal
controleeren?; de kweeker van Unica alle Unica?
enz., enz. Dit is alleen denkbaar, hoewel nog uiter
mate bezwaarlijk, wanneer dit aantal velden zeer
gering zou zijn.
De uitdrukking: de „kweeker zelf", is of een ver
gissing of heeft geen practische waarde, tenzij de
N.V. Wiersum daaronder zich zelf of de personen
aan hare zaak verbonden zou verstaan. Dit laatste
mag men echter niet aannemen, omdat men dan
het stelsel zou huldigen, dat elke importeur of ver
tegenwoordiger van een bepaald ras zich zelf tot
kweeker zou kunnen promoveeren met als conse
quentie het gevaar, dat voor eiken willekeurigen
nabouw ook het kweekersplombe en'den term origi
neel kan worden gebruikt. Zoo lang de praktijk
nog waarde hecht aan het woord origineel en nog
bereid is daarvoor een extra-prijs te betalen, zou
men wel op zeer eenvoudige wijze zijn prijzen en
omzet kunnen verhoogen. De handelaren die thans
de goedgekeurde producten vriielijk van de telers
kunnen koopen, doch deze dan alleen als 1ste, 2de of
ouderen nabouw kunnen aanbieden, zouden dan in 'n
zeer moeilijke situatie worden gebracht. Indien deze
toestand zich zou ontwikkelen, zou de zaaizaad
voorziening in Nederland op een heel wankele basis
komen te staan, hoewel ik veronderstel dat de
Nederlandsche boer spoedig de voorkeur zou geven
aan het zaad met een plombe en certificaat van een
onpartijdigen keuringsdienst. Doch ik herhaal dat
ik niet kan aannemen, dat de N.V. Wiersum zich
zelf gelijk zou stellen met een kweeker en dan zal
het dus hierop neerkomen, dat een keuringsorgani
satie de velden zal keuren. Een andere vraag welke
dan ryst is, waarom aan de buitenlandsche kweekers
en aan Assosiation Internationale de Selectionneurs
de 'Plantes (een vereeniging welke buiten den kring
der enkele oprichters vrijwel onbekend is) moet
worden overgelaten, welke keuringsorganisatie in
Nederland moet worden aangewezen.