KORTE BERICHTEN.
Onze algemeens landbouworganisatie en de
stichting van christelijke lagere landbouwscholen.
Een minder gelukkige uitlating.
aangeboden. Indien den Provincialen Voedselc^m-
missaris bij deze keuring blijkt, dat de aangeboden
partij de moeite van bet scboonen niet loont, of om
andere redenen de kwaliteit van dien aard is, dat
de partij beter op de boerderij kan blijven, zal deze
niet worden ingenomen. In bet algemeen geldt de
bepaling, dat partijen boven 4 wel, die beneden
4 niet zullen worden ingenomen.
Bij niet-inname wordt den teler hiervan mede-
deeling gedaan. Hij mag over deze niet-ingenomen
hoeveelheid vrij beschikken, zoodat hiervoor op zijn
gewone veevoedertoewijzing geen mindering wordt
toegepast.
De boer mag deze partyen laten vermalen by een
molenaar of landbouwvereeniging. Hiertoe dient
hij bij den plaatselijk bureauhouder een gewone X-
en Y-bon af te halen. Op het geleidebiljet X moet
door den plaatselijk bureauhouder de aanduiding
„Boerderij afval" worden aangebracht.
Ook d© molenaars moeten van de ontvangst en
afgifte van boerderij-afvallen nauwkeurig aan-
teekening houden in het loonmaalregister.
De teelt van groenvoedergewassen na tarwe is
bevorderlijk voor het optreden van de tarwegalmug.
Groenvoedergewassen houden het oppervlak van
den bodem vochtig, waardoor de larven der mugjes
gemakkelijk uit het eitje komen. Hakvruchten
werken door hun geringe bodembedekking en her
haalde grondbewerking ongunstig op de ontwikke
ling der muggen.
De vergelingsziekte van de biet kan ook op
spinazie voorkomen en is zeer gemakkelijk van
spinazie op biet over te brengen, in tegenstelling
met mozaiek der spinazie, dat zeer moeilijk op
bieten overgaat.
Prof. Broekema stelt groot belang in bieten, die
tusschen de vergelingszieke bieten hebben gestaan
en zelf gezond zyn gebleven. Hierdoor zou onder
zocht kunnen worden of er ook bieten voorkomen,
die min of meer onvatbaar zijn voor deze ziekte.
Het ligt in de bedoeling in Fransch Marokko de
lynzaadcultuur te bevorderen.
Als een koe kalfdragende is, heeft onder meer
ook de hoornafscheiding daaronder te lijden. Daar
door ontstaat in de horens gedurende de dracht een
insnoering, die bij het afkalven weer overgaat in
een normalen groei. De ringen op de horens zijn dus
eigenlijk geen jaarringen, maar kalf ringen. De leef
tijd is daaruit bij benadering wel af te leiden.
Er liggen in Nederland nog diverse perceelen
grasland, die bij de huidige akkerbouwprijzen eener-
zijds en de rundvee- en zuivelprijzen anderzijds,
voordeeliger als bouwland geëxploiteerd kunnen
worden.
Op de paarden- en veekeuringen zou het een
groote voldoening geven en leerzaam zyn, als de
eigenaren der afgewezen dieren te weten kwamen,
waarom zulks is geschied. Het afgeven van een
kaart, waarop zeer in het kort de redenen zijn ver
meld, zou voldoende zijn.
Het geld, dat men voor prima zaaizaad en poot-
goed uitgeeft, wordt door de meerdere opbrengst
weer betaald.
Verschillende juridische adviseurs van Pacht-
bureaux zijn van meening, dat de beste wijze van
verpachten is, dat de verpachter den prijs vaststelt,
zoonoodig in overleg met het Pachtbureau, daarna
huurders oproept en daaruit en keuze doet.
De autotrekker is een handig werktuig voor het
licht-loopende werk, naast een zwaren trekker op
het grootere bedrijf. 'Hij is echter niet te beschou
wen als een vervanger van een echten landbouw
trekker en ook zelfs nog niet als vervanger van de
lichtere kleine modellen.
Gaf men vroeger er de voorkeur aan, granen voor
de paarden zoo fijn mogelijk te malen, tegenwoor
dig gaat men haver liever pletten en boonen bre
ken. Voor een goede verteerbaarheid en een goede
speekseltoevoeging moet het paard ook eenigszins
behooren te kauwen. Voor paarden die nog ver
moeid zijn en dus zwaarder adem halen, of voor
dampige paarden wordt aangeraden, meelsoorten
iets nat te maken.
Het is nu reeds gebleken, dat het rondgaan bij de
boeren mot een groote stoominrichting voor het
stoomen van aardappelen, voordeeliger is dan dat
elke boer voor zichzelf een kleine installatie aan
schaft.
Bij boerderijen vindt men vaak bloementuinen,
welke door heggen of heiningen zijn omgeven,
soms veel onderhoud vragen en nog aan de ge-
heele boerderij geen mooi aanzien geven. Een mooie
kroonboom hier, wat sierheesters daar, een perkje
ginds of hier en daar wat hakhout, geven vaak
aan het geheel een veel aardiger aanzien en kosten
minder. Mooie effecten krijgt men met bruine
beuk, Amerikaansche-eiken, groenblijvende liguster,
gele vlier, Oostenrflksche zeden.
Met het uitzaaien van tarwerassen, die voor gele
roest vatbaar zijn, moet men wel bedenken, dat dit
groote teleurstellingen kan geven. Geilen en te
dichten stand, overvloedig stikstof en te weinig
kali en phosphorzuur werken deze ziekte in de
hand. Raadpleeg dus uw rassenlijst.
Dampigheid bij paarden ontstaat door kouvatten.
Bij een bezweet paard ziet men de dekken, die het
dier voor kouvatten moeten behoeden, vaak op het
kruis liggen, inplaats van over de schouders en voor
de borst, waar de meest vatbare organen liggen.
In ons Platteland, orgaan van den Chr. Boeren-
en Tuindersbond, van 13 Dec. 1939 komt in het
hoofdartikel „Wat nog te herstellen is", de vol
gende passage voor: Wel pleit men hier en daar
ook van de zijde der neutrale organisatie voor
Christelijk landbouwonderwijs. Dit draagt echter
zoo duidelijk het karakter van behoefte om de
christelijke organisatie tegen te staan, dat niemand
dit streven ernstig kan nemen.
Ik aarzel niet dit een ieder ernstig mensch en
iedere ernstige organisatie onwaardige beoordee
ling van een anders streven te noemen. Het wordt
ons menschen zelden gegeven de beweegreden van
een ander geheel te doorgronden om te begrijpen
en daarom staat in de Bergrede het woord: Oor
deelt niet, opdat gij niet geoordeeld wordt. Dit gebod
wordt hier lichtvaardig in den wind geslagen.
De schrijver en ik noem U er bij de redactie,
die deze bewering door liet maakt zich hier
schuldig aan die boosheid van het oordeel, volgens
Prof. Huizinga een der geesels van dezen tijd.
Want hij zal niet kunnen aantoonen wat hy neer
schrijft en ik kan met volle zekerheid zeggen: gij
dwaalt! Want het Kon. Ned. Landbouw-Comité en
de aangesloten organisaties zijn zich te goed be
wust, dat christelijk onderwijs een te heilige zaak
is om haar te Verlagen tot een wapen in den
organisatiestrijd en zij denken er ook niet aan der
gelijke beweegredenen bij anderen te veronder
stellen.
Wlaarom willen wij dan wel christelijke lagere
landbouw- en landDOUwhuishoudscholen stichten
Het antwoord is*, omdat zulks tot onze taak
behoort!
Men zal ons antwoorden: tot die erkenning zijt
gij dan wel wat laat gekomen.
Wij zullen hier niet over twisten, maar slechts
vaststellen, dat er y$or elke ontwikkeling en bezin
ning tijd noodig is en dat de daad niet steeds direct
op de bezinning kan volgen.
In wezen en taak onzer organisaties toch zijn in
deze eeuw groote veranderingen opgetreden. Zij
zijn van in hoofdzaak technische organisaties uit
gegroeid tot standsorganisaties en de opkomst der
confessioneele bonden heeft zich in dezen tijd vol
trokken. En door de geheele ontwikkeling van ons
volksleven èn door het optreden der confessioneele
organisaties is in de oude landbouworganisaties een
proces van bezinning en verdieping ingezet dat nog
in gang is en dat tot doel heeft tot een klaren, wel
omschreven inhoud van de algemeene Nederland-
sche gedachte te komen, waaruit zij leven.
Eén van de dingen die men zich tn de algemeene
organisaties nu bewust is geworden, betreft de
aanvaarding van die opvattingen en regels, die in
ons -volk en door onze wetgevende macht als be
zegeld en geregeld zijn aanvaard. Dit is nu het
geval met de regeling van het onderwijs. De school
strijd is uitgestreden, ons volk en onze wetten heb
ben de gelijkstelling van openbaar en bijzonder
onderwijs aanvaard en de Nederlandsche ouders
kunnen naar bepaalde regelen zelf bepalen in wel
ken geest hun kinderen onderwijs zal worden ge
geven. Ook voer ons middelbaar- en nijverheids
onderwijs is deze regel ingevoerd.
Welnu, dit hebben onze algemeene landbouw
organisaties te aanvaarden zonder meer en zij
hebben in hun onderwys te toonen, dat zij niet aan
het openbaar noch aan het bijzonder onderwijs ge
bonden zijn, maar dat zij het technisch onderwys
willen bevorderen in den geest, die door de ouders
der leerlingen wordt gewenscht. Zouden wij dat
niet doen, dan zouden wrj party kiezen voor een
bepaalde strooming op onderwijsgebied en wij zou
den ons algemeen karakter geweld aandoen.
Dat er in onze kringen in het verleden wel eens
een ander standpunt is ingenomen, behoeft ontkend
noch vergoeilijkt te worden. Iedere organisatie die
arbeidt en lang heeft bestaan, zal wel fouten
maken of wel eens te laat zijn in het begrijpen van
de teekenen der tijden en het zich bezinnen op de
beleving van het eigen beginsel onder gewijzigde
verhoudingen. En wij willen allerminst ontkennen,
dat de arbeid der confessioneele organisaties op
dit gebied ook in onze kringen een aansporing is
geweest om zich nader te bezinnen. Wij begrijpen
daarom volkomen, dat deze organisaties meenen
pioniers-arbeid op dit gebied te hebben volbracht
en dat deze gedachte hen tot voldoening strekt.
Maar dit alles verandert niet aan het feit, dat het
stichten van christelijke lagere landbouwscholen
een gevolg is van een ontwikkelingsproces, dat zich
binnen onze algemeene organisaties voltrekt en
niet een zet is op het schaakbord der organisatie-
taktiek.
Het zal voor den schrijver van het hier aan
gevallen artikel een zelfbevrijding zyn, als hy zich.
kan ontworstelen aan de dwangvoorstelling van
by ons veronderstelde concurrentiezucht en zelf-
handhavingsdcang. Zoolang hij dat met heeft ver
mogen te aoen, geldt voor hem het woord uit den
tweeden Johannesbrief, dat hij in de duisternis
wandelt en niet weet waar hij henen gaat, omdat
de duisternis zijn oogen verblindt.
Nu blyven er nog twee vragen over:
a. Kan een algemeene organisatie christelijk
onderwijs geven, dat met recht het vertrouwen
durit te vragen van orthodox-protestanische
ouders
b. Mogen landbouwscholen wapenen zijn in den
organisatiestryd
ue eerste vraag kan m.i. geheel bevestigend
worden beantwoord. Onze organisaties zyn slechts
het wet-technische instrument, dat onder waarbor
gen der Regeering zorgt voor de financiën, het
gebouw etc., maar de benoeming der leerkrachten
en het inhoud geven aan het christelijk karakter
der school kunnen zij in handen leggen óf van een
schoolvereeniging öf van een commissie van toe
zicht, die zoodanig moet worden samengesteld en
over zoodanige vrijheid moet beschikken, dat zij
geheel verantwoordelijk kan zijn voor den christe-
lijken geest van het onderwys. Even goed als de
katholieke gemeenteraad het intermediair kan zijn
voor de stichting van een christelijke school, om
dat hij slechts wet-technisch optreedt, kunnen onze
algemeene organisaties die taak vervullen. Het
punt van gewicht in dezen is, dat de te benoemen
personen in het bestuur der schoolvereeniging of
Commissie van Toezicht het vertrouwen der ortho-
dox-protestantsche groepen bezitten. En die waar
borg is te geven. Ik geloof niet, dat er b.v. in dit
opzicht aanmerking is te maken op de samenstel
ling der betreffende besturen bij de Christelijke
lagere landbouwschool der Noord-Brabantsche My.
van Landbouw te Sprang-Capelle.
Waar ten slotte het schoolbezoek vry is, blijft
het ten laatste overgelaten aan de consciëntie der
ouders, of zij hun kinderen aan deze scholen willen
toevertrouwen en in deze beslissing zullen zy door
ons ten volle geëerbiedigd worden, doch wy wach
ten dit oordeel met vertrouwen af.
Over de mogelijkheid, dat onze algemeene orga
nisaties katholieke scholen zullen stichten, behoe
ven wy hier niet te spreken, daar het bevoegd
kerkelijk gezag de stichting dezer scholen door ons
meent niet te moeten goedkeuren, welke beslissing
wij ten volle eerbiedigen.
Mocht dit gezag deze stichtingen wel meenen te
kunnen goedkeuren, dan zouden wij uit den aard
der zaak in daartoe geëigende gebieden gaarne
katholieke scholen helpen oprichten.
De tweede vraag beantwoorden wij zeer bepaald
ontkennend. Landbouwscholen zijn er voor ons voor
het onderwijs en de vorming en hoe meer zij zich
op die ta£k kunnen concentreeren, hoe beter het is.
Het hoofd eener lagere landbouwschool moet
flinke menschen en boeren helpen vormen, maar
het is niet zijn taak propagandist te zijn voor een
bepaalde organisatie.
Vooral de lagere landbouwscholen en ook soms
de landbouwhuishoudscholen zijn betrokken in den
strijd der organisaties. Hoe meer wij kunnen be
reiken, dat deze scholen zich alle tot hun onder
wijs- en vormingstaak kunnen bepalen, hoe beter
het is. Van harte zullen wij daartoe medewerken.
Ik hoop met deze beschouwing eenig nog be
staand misverstand over de houding onzer alge
meene landbouworganisaties t.a.v. het stichten van
christelijke lagere landbouwscholen te hebben
mogen wegnemen en daarmede elke aanleiding tot
een kwalijk beoordeelen onzer motieven.
Westpolder, Ulrum. H. D. LOUWES.
A
Het streven der Regeering is er op gericht om de
moeilijkheden, welke het land- en tuinbouwbedrijf
van den oorlogstoestand ondervindt, zooveel moge
lijk uit den weg te ruimen.
De belangen, welke de Regeering heeft te behar
tigen gelden voor de verschillende bedrijfstakken in
dezelfde mate al naar de omstandigheden dit nood
zakelijk maken.
Bij het nemen der benoodigde maatregelen dient
te worden voorkomen, dat de eene bedrijfstak sterk
boven de andere zou worden bevoorrecht, daar dit
aanleiding zou kunnen zijn tot het scheppen van
tegenstellingen tusschen de onderscheidene bedrijfs-
typen.
Dat ook de personen, die de Regeering vertegen
woordigen i.e. de Regeeringscommissarissen er reke
ning mede dienen te houden, dat geen tegenstellin
gen worden opgeworpen door prikkelende opmerkin
gen in vergaderingen spreekt wel van zelf.
Het heeft ons daarom onaangenaam getroffen,
dat de Regeeringscommissaris voor den Tuinbouw in
een op 28 December j.l. gehouden vergadering van
den Provincialen Veilingsbond voor Noord-Holland te
Alkmaar, volgens het verslag in de Tuinderij het
volgende heeft gezegd:
„Wat het besluit met betrekking tot de bedrijven
boven 10 ha betreft: we moeten den tuinbouw, die
nog in den landbouw is, weghalen".
Wij hebben ons aan de uitlating van dezen hoog-
geplaatsten Regeeringsambtenaar gestooten De
Regeeringscommissaris moge de belangen van den