Zaterdag 13 Januari 1940. No. 1669
RUBRIEK TUINBOUW
AAN ONZE ABONNÉ'S.
Ons blad, als orgaan van onze organisatie, onder
vindt ook de moeilijkheden der mobilisatie.
Verschillende onzer medewerkers zijn in militai
ren dienst geroepen, zoodat veel, dat voorgenomen
was te doen, niet kon worden uitgevoerd.
Wij hebben echter getracht de gerezen moeilijk
heden zoo goed mogelijk op te lossen, ofschoon wij
weten daarin niet tenvolle zijn geslaagd.
Wij vertrouwen echter, dat ieder lid onzer orga
nisatie en iedere abonné wil helpen om hetgeen met
moeite is opgebouwd, te bewaren en dit verder op
te bouwen tot een sterk geheel.
De abonnementsprijs wordt niet verhoogd en
blijft dus 75 cent per jaar en voor leden van de bij
de Afdeeling Tuinbouw der Z. L. M. aangesloten
vereenigingen 60 cent per jaar.
Wij willen trachten om geleidelijk aan te komen
tot om de 14 dagen een nummer te laten uitkomen.
Dit zal den eersten tijd nog niet mogelijk zijn van
wege de mobilisatie, doch dit ideaal zal ongetwij
feld verwezenlijkt worden.
Het is dan echter noodig, dat achter ons blad
een sterke organisatie staat. In het nieuwe jaar
zal getracht worden om onze organisatie verder
uit te bouwen.
Daarbij heeft ieder, die belang heeft bij den
Zeeuwschen Tuinbouw, een actieve taak.
Het Zeeuwsch Tuinbouwblad is officieel het
orgaan van de Afdeeling Tuinbouw der 9. L. M.
Het is uitgegeven om daarmede dê tuinders van
voorlichting te dienen en is niet bedoeld als strgd-
orgaan «voor een bepaalde organisatie. Wij hopen
echter, dat ons blad den organisatieband zal ver
sterken. De vele abonné's op ons blad buiten de
provincie zijn wij zeer dankbaar voor de propa
ganda, die zij voor ons blad maken en waarvan
wij telkens opnieuw blijken ontvangen door de
opgave van nieuwe abonné's.
Wij vertrouwen bij het streven om te komen tot
een sterke, actieve Zeeuwsche Tuinbouworganisatie
en een actueel en uitgebreid Zeeuwsch Tuinbouw
blad, in 1940 veel steun en medewerking te zullen
ontvangen. Red.
BETALING ABONNEMENTSGELD 1940.
Voor betaling van het abonnementsgeld voor het
jaar 1940 bestaat weer de gelegenheid dit bedrag
ad 0,75 te storten op postrekening No. 199365 ten
name van Ir. J. D. Dorst te Goes. Door storting op
deze postrekening bespaart U de incassokosten en
ons het werk dat aan inning op andere wijze ver
bonden is.
De Secretarissen of Penningmeesters van^vereeni-
gingen, welke niet bij de Afdeeling Tuinbouw der
Z. L. M. zijn aangesloten en voor de incasso van net
abonnementsgeld bij de leden van hun Vereeniging
willen zorgen, kunnen ons een lijst van de leden-
abonné's inzenden. Wij zullen dan de kwitanties
zonder incassokosten (dus k 0,75) aan de betrok
ken Secretaris of Penningmeester toèzenden, die
dan de totale abonnementsgelden op onze post
rekening kan overschrijven.
Van de abonné's van welke op 1 Februari a.s. het
abonnementsgeld niet in ons bezit is, of die niet op
een ingezonden lijst van een Tuinbouwvereeniging
voorkomen, zullen wij het abonnementsgeld verhoo-
gen met incassokosten per postkwitantie incas-
seeren.
Werkt allen mee en doet Uw voordeel door stor
ting vóór 1 Februari a.s. van 0,75 op postrekening
No. 199365 van Ir. J. D. Dorst, met vermelding op
het strookje „Abonnementsgeld Tuinbouwblad
1940".
EEN EN ANDER OVER DE BESTRIJDINGS
MIDDELEN.
Nu door de, tijdsomstandigheden de prijzen der
bestrijdingsmiddelen in verschillende gevallen ver
hoogd zijn, zal men meer nog dan voorheen er op
staan „waar voor zijn geld" te koopen. Er zal dus
meer nog op kwaliteit en samenstelling der aan te
koopen bestrijdingsmiddelen gelet worden, zoodat
men bij het gebruik dezer middelen een zoo gun
stig mogelijk resultaat kan verwachten. Nu is dit
gunstige resultaat natuurlijk niet alleen afhankelijk
■van de kwaliteit van het aangekochte middel, maar
is de manier waarop en de omstandigheden waar
onder dit bestrijdingsmiddel gebruikt wordt, van
even groot belang. Wordt b.v. een maaggif ter be
strijding van vretende insecten, op de boomen ver
spoten, wanneer deze nog zeer nat van den dauw
zijn, of wanneer direct na het spuiten regen ver
wacht kan worden, dan zal het resultaat van deze
bespuitingen zeer gering zijn, omdat bij dauw de
oplossing sterk verdunt wordt en dus gemakkelijk
van dén boom afvloeit, terwjjl bij regen na het
spuiten het sproeimiddel eveneens afspoelt voordat
het is opgedroogd. Hiermede dient dus zeer zeker
rekening te worden gehouden.
Ten opzichte van de kwaliteit en samenstelling
der bestrijdingsmiddelen zijn we echter ook nog
niet in alle opzichten waar we graag zouden wil
len zijn. Wiel wordt in deze richting steeds ge
werkt, maar deze materie is niet direct geregeld,
daar verschillende producten bovendien van buiten-
landschen oorsprong zijn. Ook kan de waarde van
sommige middelen niet door middel van een che
misch onderzoek alleen bepaald worden. Toch is
er op dit gebied vooruitgang waar te nemen, en
worden vele middelen, vooral de gezamelijk aan
gekochte, regelmatig bemonsterd en voor onder
zoek opgezonden. Tot voor kort werd dit chemisch
onderzoek verricht op het Proefstation voor Vee-
voederonderzoek, voorheen te Wageningen. Dit
voorjaar zijn deze onderzoekingen echter overge
dragen aan den tPlantenzieJctenkundigen Dienst te
Wageningen, in verband met de overplaatsing van
het Proefstation voor Veevoederonderzoek naar
Maastricht. Het gebouw, alsmede het personeel,
van den Plantenziektenkundigen Dienst te Wage-
ning, hebben in verband hiermede eenige uitbrei
ding ondergaan.
Wil men dus zijn aangekochte bestrijdingsmidde
len laten onderzoeken, dan kan men dit thans
tegen den kostenden prjjs bij den Plantenziekten
kundigen Dienst te Wageningen laten doen.
Bij den aankoop der middelen dient men de
garanties der middelen aan de leveranciers te vra
gen. Om zooveel mogelijk uniformiteit in de wjjze
van onderzoek alsmede in de te geven garanties te
krijgen, zou het van groot belang zyn, dat de door
de leveranciers gegeven analyses ook door dezelfde
instelling zijn opgemaakt.
Carbolineum is een van de bestrijdingsmiddelen,
die nog niet alleen langs chemischen weg beoor
deeld kan worden. Hieruit moet echter geenszins
afgeleid worden, dat carbojineum-monsters in het
geheel niet onderzocht kupnen worden. Jaarlijks
worden vele monsters hiervan beoordeeld en kan
men o.a. de gehaltes aan water, phenolen en basen
y vaststellen, het totaal olie-gehalte en de verhouding
van verschillende fracties, alsmede de constantheid
van het merk en vele andere bizonderheden, als
vorstgevoeligheid, oplosbaarheid bij bepaalde hoe
veelheden zout in het water enz. Met deze gegevens
worden voortdurend de proefvelduitslagen ver
werkt, zoodat men aan de hand hiervan over ver
schillende gegevens de beschikking heeft.
Ten opzichte van de minerale oliën zal men na
verloop van tijd bok over meerdere gegevens kun
nen beschikken.
Californische pap, een product dat ontstaat door
het koken van bepaalde hoeveelheden kalk, zwavel
en water, kan zeer oppervlakkig beoordeeld worden
door de dichtheid te meten met een areometer. De
areometer dient bij de thans in*den handel zijnde
Cal. pap tot het streepje waarbij 30 staat, jn de
vloeistof te zinken. Men spreekt dan van een dicht
heid van 30 graden Baumé. Deze dichtheid houdt
verband met het soortelijk gewicht der vloeistof.
Door de dichtheid der Cal. pap te bepalen, heeft
men echter nog niet de volkomen zekerheid, dat de
Cal. pap ook voldoende werkzame bestanddeelen
bevat. Dit kan echter alleen weer op een labora
torium nagegaan worden. Men kan daar het zwa-
velgehalte bepalen, alsmede den vorm waarin deze
zwavel in de Cal. pap voorkomt. Het meest werk
zame bestanddeel der Cal. pap is polysulfide zwa
vel. Goede Cal. pap bezit een totaal zwavelgehalte
van pl.m. 22 en een gehalte van zwavel in de
polysulfiden van pl.m. 19
Kopervitriool voor de bereiding van Bordeaux-
sche en Bourgondische pap moet een zuiverheid
hebben van 98 hetgeen overeenkomt met een
kopergehalte van* 25 Er worden grove en fijne
kristallen in den handel gebracht. Voor de berei
ding van bovengenoemde sproeivloeistoffen wordt
de voorkeur gegeven aan de fijne kristallen, daar
deze gemakkelijker oplossen dan de grove. Deze
fijne kristallen worden onder verschillende namen
in den handel gebracht; o.a. geventileerd koper
vitriool, meelkristal e.a.
Nicotine wordt onder verschillende namen in den
handel gebracht, terwijl het nicotinegehalte van
diverse preparaten verschillend kan zijn. Zuivere
nicotine moet 9598 nicotine bevatten. Voor het
dooden van de meeste insecten is een verdunning
van 1 deel nicotine op 1000 tot 1200 deelen water
voldoende. Bij het aankoopen van nicotine wordt
dus de waarde bepaald naar het gehalte aan zuivere
nicotine. Het gehalte aan nicotine kan alleen op een
laboratorium bepaald worden volgens bepaalde
methoden. De kleur van sterk geconcentreerde
nicotine kan varieeren van licht geel tot donker
bruin. Deze kleur is voor de bestrijding van geen
be teekenis. Nicotine, een zeer zwaar vergif, wordt
uit tabaksbladeren getrokken.
Aan poedervormig loodarsenaat worden de vol
gende eischengesteldHet moet bevatten minstens
60 loodoxyde en minstens 30 totaal arseen
zuur. Van dit laatste mag niet meer dan 0.5 in
water oplosbaar zijn. Het gehalte aan arsenigzuur
mag niet meer dan 0.5 bedragen, terwijl hiervan
niet meer dan 0.1 in water oplosbaar mag zijn.
Dit zijn dus ook normen, die op een laboratorium
bepaald kunnen worden. Ook de fijnheid van het
loodarsenaat is voor den kweeker van belang. Door
sommige handelaren wordt de fijnheid ook reeds
vermeld, hoewel deze fijnheid nog niet steeds op
éénzelfde wijze wordt aangegeven. Het loodarsenaat
dat dit jaar door de Regeering is verstrekt ter be
striding van den Coloradokever, was grootendeels
van een kleurstof voorzien.
De waarde van Derrispoeder wordt (bepaald naar
het gehalte aan Rotenon of tubatoxine, hetgeen
het -voornaamste werkzame bèstanddeel van Der-
ris is. Het is echter van groot belang, van welk
soort Derris de wortels afkomstig zijn. Vandaar,
dat het noodig is naast het percentage rotenon
tevens het aether-extractgehalte te vermelden. Er
zijn verschillende soorten Derris, zooals Derris
elliptica, Derris maleccensis e.a. Worden de wor
tels van deze derrissoorten geëxtraheerd met
aether, dan krijgt men een bepaalde hoeveelheid
harsachtige stof, waarin, al naar de soort waaruit
dit afkomstig is, veel of weinig rotenon voorkomt.
Gebleken is, dat de harsachtige massa, het z.g.
aether-extract, uit de wortels van Derris elliptica
ongeveer voor meer dan een vierde uit rotenon
bestaat, terwijl dit bij de harsmassa uit andere
soorten derriswortel lager is, o.a. uit Derris malac-
censis nog geen tiende gedeelte. Men ziet dus, dat
naast het percentage rotenon tevens het aether-
extractgehalte opgegeven moet worden.
Verder is het van belang, dat de aan te koopen
Derris goed verpakt is en droog bewaard wordt,
terwijl het poeder zeer fijn dient te zijn om beter
resultaten te bereiken en het verstopt raken van
sproeidoppen te voorkomen. X.
MINERALE OLIE.
Reeds vaak is in Het Zeeuwsch Tuinbouwblad het
een en ander geschreven over minerale olie. Het
geschrevene had echter meestal betrekking op de
toepassing (bespuiting) van minerale olie en de
resultaten, welke met een minerale oliebespuiting
te bereiken zijn.
Daar nu zoo langzamerhand het tijdstip weer
nadert, waarop wij onze vruchtboomen wederom
een bespuiting met minerale olie gaan geven, lijkt
het mij belangrijk genoeg toe om eens het een en
ander mede te deelen over de samenstelling van de
eigenlijke olie en de eischen, welke wij aan een olie
moeten stellen, wil zij geschikt zijn om tot een
.minerale olie-emulsie voor onze--fruitboomen ver
werkt te worden.
De olie, zooals deze aan de oliebron gewonnen
wordt als z.g. ruwe aardolie, is totaal ongeschikt
voor het doel dat wij er mede willen bereiken, n.l.
het dooden van insecteneieren, zonder dat onze
vruchtboomen er nadeelige gevolgen van onder
vinden.
De ruwe aardolie bestaat voor het grootste ge
deelte uit koolwaterstoffen, d.w.z. is voor het
grootste gedeelte opgebouwd uit waterstof en kool
stof. Daarnaast kunnen nog enkele andere mine
ralen aanwezig zijn, al is dit in zeer geringe per
centages.
Door middel van gefractioneerde destillatie ver
krijgt men nu uit de ruwe aardolie verschillende
soorten van olies. Bij destillatie tot een tempera
tuur, van 150 graden C. krijgt men de zeer vluch
tige koolwaterstoffen, als petroleumether en ben
zine, vrij. Bij destillatie van 150 graden C. tot een
temperatuur van 300 graden C. verkrijgt men
petroleum. Bij destillatie boven 300 graden ver
krijgt men de diverse soorten smeerolie. Deze
smeerolies verdeelt men weer in z.g. lichte, medium
en zware olie. Dit laatste is de meeste fruit-
kweekers in verband met de keuze van smeerolie
voor de motorsproeimachine wel bekend.
Voor de bereiding van minerale olie-emulsies voor
de fruitteelt is de smeeroliefractie hoofdzakelijk
van belang.
De producten, zooals deze na de destillatie ztjn,
zijn echter nog niet voor het gebruik gereed. Zoo
als in het begin van dit artikeltje reeds is gezegd,
bevat de ruwe aardolie ook nog enkele andere
mineralen. Deze nu moeten nog uit de olie ver
wijderd worden. Dit zuiveringsproces noemt men
raffinage. Hoe sterker deze raffinage uitgevoerd
wordt, des te zuiverder is het eindproduct. Voor
het raffinage-proces maakt men gebruik van
zwavelzuur of zwaveldioxyde.
Heeft men nu een olie, waarvan bijv. 80 van de
bestanddeelen niet meer aangetast wordt door
zwavelzuur, dan spreekt men van een olie met éen
„unsulfonated residue" van 80. Is dit percentage
95 dan is het „unsulfonated residue" 95. Dit
„unsulfonated residue", waarvoor wij geen Neder-
landsch woord hebben, is van zeer groot belang
voor onze minerale oliepreparaten, daar het een
graad is voor de phytocide (plantenbeschadigende)
werking aan onze boomen.
Voor win terolies mag dit getal niet lager zijn
dan 65. Voor zomerolies mag dit getal niet lager
zijn dan 90.
Naast het verschil in raffinage-graad kunnen de
olies, hoewél ze alle vrij komen bij destillatie boven
300 graden C., op vele punten verschillen.
Zjj kunnen verschillen in vloeibaarheid (viscosi
teit), soortgelijk gewicht en vluchtigheid.
Na.vele jaren van onderzoek is men er toe ge
komen om aan de olies, welke voor minerale olie-