V. P. Z.
3 34
2 34
1V2
334
L 34
34
234
VRAGENRUBRIEK.
VERKOOPTNGEN, VERPACHTINGEN,
AANBESTEDINGEN, ENZ.
MARKT- EN HANOELSOVERZICHT.
ze onderling kan vervangen en hoe de invloed is op
het eiwitgehalte van het rantsoen. In voederbieten
en kuilvoer geeft men het meeste eiwit. Dit moet
men nu niet over het hoofd zien.
Jongvee 300 kg.
1. 6 kg aardappelen.
4% kg best weihooi.
kg L 5 of 6 mengsel (26 gp eiwit).
2. 10 kg voederbieten.
4 kg aardappelen.
5 kg peulvruchtenstroo.
kg L 5 of 6 mengsel (26 eiwit).
400 kg.
3. 4 kg aardappelen.
10 kg voederbieten.
5 kg peulvruchtenstroo.
1 kg kaf.
y2 kg L 5 of 6 mengel (26 eiwit).
4. 6 kg kuilvoer.
6 kg aardappelen.
5 kg peulvruchtenstroo.
1 kg kaf.
0.3 kg F 5 of 6 mengsel (26 eiwit).
Mestvee 500 600 kg.
1. Rauwe aardappelen.
Begin
Midden
Eind-
mestper.
mestper.
mestper.
kg Voederbieten
10 4
•lO
10
Aardappelen
12
12
10
Graanstroo en kaf
2
Peulvruchtenstroo
1
1
1
Hooi
2
1
1
Meelmengsel
5
soort Krachtvoer
L 5/6
L3 Of 4
(26 V.z.e.)
(21 o/0 v.e.
(15 0/0)
2. Gestoomde aardappelen.
■Hier kan men trachten op het krachtvoer te
sparen door een deel der mangels, benevens een deel
van het krachtvoer door gestoomde aardappelen te
vervangen. Het krachtvoer moet dan eiwitrijker
zgn. Men zorge voor zorgvuldige, geregelde reini
ging der voerbakken en de eetlust op peil te houden.
Begin
Midden-
Eind-
mestper.
mestper.
mestper.
kg Voederbieten
10
10
10
gestoomde
Aardappelen
12
10
18
Graankaf
1
1
1
Peulvruchtenstroo
2
2
2
Hooi
4
1
1
Meelmengsel
1
2
3
soort Krachtvoer
L 5/6
L 5 '6
L 5/e
(26 0/0 v.e.)
(26 0/0 v.e.)
(26 0/0 v.e
Rantsoenen met aardappelen voor werkpaarden.
1. Rauwe aardappelen.
Men overdrijve de voeding met rauwe aardappelen
aan werkpaarden niet. Er is gevaar voor koliek.
Ook zorge men, dat de aardappelen schoon, gezond
en zonder spruiten zijn. Matige hoeveelheden ver
strekt men het best in perioden als er niet gewerkt
wordt van Dec. tot Maart. Hier volgen eenige voor
beelden voor Sept., Jan. en Maart.
Sept.
Jan.
Mrt,
Prestatie
7
1
3')
Uur weidegang
10
Aardappelen
6
5
7
Voederbieten
10
15
15
Weidehooi
4
9
Tarwekaf
9
3
Krachtvoer 16—18 eiwit
1
Haver
1
2. Gestoomde aardappelen.
Ook in Zeeland zijn met het voeren hiervan
gunstige ervaringen opgedaan. Stoomen van schoone
aardappelen, zorgen dat er geen vermenging is met
grond van de bedekking, rot voer verwijderen en
geregeld zorgvuldig de bakken schoonhouden is noo-
dig. Wie paarden spoedig vet wil hebben geve 15 k
20 kg gestoomde aardappelen per dag. Met wat lijn-
meel krijgt men ook glans op de paarden. Werk
paarden die te veel of te eenzijdig gestoomde aard
appelen krijgen, worden te vet en hebben weinig
,,adem". Hoewel men in Duitschland wel tot 25 kg
gegaan is, raden wij aan niet boven 15 kg te g-even.
Hierachter eenige voorbeelden:
Prestatie
9
7
5
2
1
Gestoomde aardappelen
15
15
12
10
10
Klaverhooi
5
4
3
2
Weidehooi
6
6
6
6
6
Graankaf
4
4
4
4
6
Haver
5
2
Krachtvoer A2 9'/2 V.E.
3
We nemen hier nog het volgende over uit een
brief van iemand die gestoomde, ingekuilde aard
appelen aan paarden voerde.
„Ik begon met 5 kg en klom op tot 15 kg per
paard en per dag. Ervaring gunstig. Goede conditie,
goed werken, normale mest. Ik gaf ze steeds apart.
Bij krachtvoer verstrekking (paardenkoekjes) deze
er over. Keukenzout er aan toegevoegd bij 't voeren
zal zeker de smakelijkheid verhoogen. Dit is nog
niet geprobeerd. Rantsoen in JuliSept. (geen
weidegang) 15 kg gestoomde aardappelen, 2 k 2%
kg paardenkoek en 5 k 6 kg weidehooi. Het is zeer
noodig de bakken steeds goed schoon te maken,
want de resten verzuren en dan laten de paarden
al het eten in zoo"n bak staan. Men kan aard
appelen voeren die ongewasschen gestoomd zijn, als
ze vrij zijn van harde stukken grond en voordien
over een zeef of over een z.g.n. zandblad gestort
zijn."
Uit het voorgaande moge gebleken zijn, dat in
Zeeland, waar elk jaar 13000 ha aardappelen ge
teeld worden, de kwesties van de meest rationeele
aardappelenvoeding en het conserveeren door stoo
men alle aandacht verdienen.
De mogelijkheid om gratis een demonstratie met
aardappelstoomers te krijgen bestaat als vele land
bouwers in een streek of een of meer organisaties
daarvoor belangstelling zouden hebben.
ZWAGERMAN.
Prestatie 1 is onderhoudsvoer.
9 zeer zwaar werk.
WELK KRACHTVOER VOOR MESTVEE?
In meerdere deelen van Zeeland worden 's winters
op stal heel wat runderen gemest. Ze zijn meest van
1% tot 2% jaar oud, gedeeltelijk ossen, gedeeltelijk
vaarzen. Tot ongeveer Nieuwjaar zyn ze meest
gehouden op suikerbietenafval. De oudere, uit
gegroeide dieren zijn meerendeels zonder of met
zeer weinig krachtvoer ^et geworden en reeds
afgeleverd. Wat er nu nog is en dat is misschien
70 bestaat uit de jongere, nog groeiende
dieren. Die zijn zonder krachtvoer niet vet te maken.
'Het zijn ossen en vaarzen van rond de twee jaar.
We mogen dus aannemen, dat ze alle eens gewis
seld hebben en dus in aanmerking komen voor 2
kg krachtvoer per dag. Zulke dieren gaan gewoon
lijk begin Jan. zgn. ,,aan den bak", d.w.z. dan
begint de mestperiode. Die kan men globaal in drie
stukken verdeelen. De voorbereiding van ongeveer
1 maand. Dan wordt tamelijk ruwvoer, veel volu
mineus sappig voer en weinig eiwitrijk krachtvoer
gegeven. De dieren groeien nog en krijgen volume.
Duur ongeveer 1 maand. Dan volgt de mestperiode
van ongeveer 1V2 maand. Het ruwvoer kan iets
minder worden, het volume van het sappig voer
eveneens, terwijl het aantal kg krachtvoer geleide
lijk stijgt. De groei gaat verminderen en de conditie
wordt beter. Tenslotte komt het af mesten, dat ook
ongeveer 1 maand duurt. Nog minder ruwvoer,
nog iets minder volume sappig voer en nog meer
krachtvoer, dat weer eiwitarmer wordt. Er is geen
groei meer, de conditie wordt beter, de dieren
worden rijp.
Dit proces verloopt nu bij verschillende dieren
ongelijk. Hoogbeenige, laat-rjjpe typen blijven
groeien, het duurt lang en ze vragen veel kracht
voer voor ze werkelijk rijp worden. Een os wordt
ook lang niet zoo gemakkelijk en vlug rijp als een
vaars. Geeft men groeierige dieren vrij en eiwit
rijk krachtvoer, zoo blijven ze nog langer door
groeien. Voor vee van '550 tot 600 kg kan men als
gemiddelde voor deze periode met de volgende
rantsoenen rekenen per dag en per dier in kg:
Voederbieten
Ruwvoer
Krachtvoer
I
45
6V2
1%
II
40
5
31/2
Hl
35
4
4%
Krachtvoer verteerbaar eiwit: I 25.5 H
20 c/cIII 13 Liefst moet het krachtvoer bestaan
uit lekker, gemakkelijk verteerbaar en voor het
mesten gunstig werkend voer (lijnmeel, soyameel,
erwtenmeel, paardeboonmeel, haver, gerst- en mais-
meel). Wlat lijnzaad, in het begin 3 en later 1
werkt gunstig. Ook 2 en later 1 zout.
Totaal is er dan gemiddeld voor het afmesten
pl.m. 350 .kg krachtvoer noodig. Er zijn beesten, die
met 200 kg klaar komen en ook zulke, die wel 500
kg noodig hebben.
Als men nu gemiddeld 105 dagen mest, zal men
per dier 210 kg krijgen. Een dier behoorlijk afmes
ten met krap krachtvoer is een kunst die nog ont
dekt moet worden.
Het volgende zal nog het beste zijn. Men kan op
drieërlei wijze krachtvoer sparen. Eerstens door
het ruwvoer zoo edel mogelijk te maken. Dus zoo
veel mogelijk goed weihooi, klaver- of lucernehooi.
De meeste mesters zullen daar echter dezen winter
niet druk inzitten. Op hooi volgt goed bruine
boonenstroo, erwtenstro© (niet te veel), goed vlas-
kaf en tarwekaf. Van stroo bij voorkeur haverstro©
of zomergerststroo.
In de tweede plaats door het mangelrantsoen op
te voeren, door zoo mogelijk, naarmate het mesten
vordert, drogestof-rijkere soorten te geven. Men
geeft dan in minder volume toch meer voer.
In de derde plaats door gekookte of gestoomde
aardappelen bij te voeren (laat de bakken niet ver
zuren!). Elke. 3V2 k 4 y2 kg gestoomde aardappelen
is 1 kg krachtvoer. Op deze wijze is denkelijk met
het meeste succes tot de helft van het noodige
krachtvoer te vervangen.
Naarmate men meer krachtvoer door bieten of
aardappelen vervangt, moet het krachtvoer eiwit
rijker zijn.
Nu, levert de distributie drie soorten krachtvoer
voor rundvee.
Gelet op de samenstelling, acht ik hi en h2 met
21 verteerbaar zuiver eiwit voor mestvee het
best. In het begin der mestperiode, als men weinig
kg krachtvoer geeft en de eiwitbehoefte (groei)
nog groot is, zou ik echter hs hfi (26 verteer
baar zuiver eiwit) prefereeren.
Voor elke kg meel die men minder geven wil dan
in het staatje, geve men dus 1 kg bietendrogestof
of pl.m. 4 kg gestoomde aardappelen extra.
40 kg 12 bieten 4.8 kg drogestof.
39 kg 15 bieten 5.9 kg drogestof.
Men geve 1 maand krachtvoer h5 of h6 en later
hj of h2 tot het einde.
Voorts geven we in overweging de doorgroeiende
en laatrijpe dieren weinig eiwitrijk krachtvoer te
geven tot half Maart (h5 of h0) (V2 k 1 kg per
dag), ze dan in een goed bemeste wei 'te brengen
en ze daar vet te laten worden. In het voorjaar
hangt er aan elke grasspriet een haverkorrel. Zoo
spaart men voer voor de vroegrijpe dieren die ge
makkelijk vet groeien! ZWAGERMAN.
MOND- EN KLAUWZEER.
In de week van 24 tot en met 30 December j.l.
is in Zeeland en West Noord-Brabant mond- en
klauwzeer voorgekomen in de navolgende ge
meenten: 6
Zeeland
's-Heer Abtskerke 1, St. Annaland 1, 's-Heeren-
hoek 1, Kruiningen 3, St. Maartensdijk 1, Ovezand
1, totaal 8 gevallen in 6 gemeenten.
Gestorven dieren: geene.
West "(Noord-Brabant:
Etten en Deur 2, Ginneken en Bavel 1, Halste
ren 1, Princenhage 1, Putte 1, Rosbergen 1, Wouw
4, Zundert 2, totaal 13 gevallen in 8 gemeenten.
Gestorven dieren: 4 kalveren en 4 biggen.
De aandacht van de pluimveehouders wordt er op
gevestigd, dat, ter verkrijging van een blanco bestel
bon voor kuikens, een kuikenkaart moet worden
^ingevuld en opgezonden aan de Nederlandsche Cen
trale voor eieren en pluimvee te Beekbergen, vóór
Zaterdag 13 Januari a.s.
Dit geldt niet voor degenen, die een dergelijke
kaart reeds bg de plaatselijke secretarissen hebben
ingevuld.
Vraag 60. NABETALING GRANEN EN PEUL
VRUCHTEN.
Wanneer begint men in Zeeland met de nabetaling
van ƒ1 per 100 kg over de aan de Regeering ge
leverde granen en peulvruchten a. te K.
Antwoord. Binnen korten ttfd zal een aanvang
gemaakt kunnen worden met de bijbetaling wegens
nadere prijs verhooging aan de daarvoor in aanmer
king komende leveranciers van granen en peul
vruchten, welke nog tegen den aanvankelijk
vastgestelden prijs werden afgerekend. Wegen?
buitengewone omstandigheden was dit tot heden
niet mogelijk. Redactie.
Vraag 61. NABETALING TARWE.
Heeft er nog een nabetaling plaats van de tarwe
van oogst 1938. Hoeveel en wanneer? A. te K.
Antwoord. Een algeheele afwikkeling van de
Tarwe-administratie 1938 kan nog niet geschieden,
daar di toogstjaar nog niet is afgehandeld; om deze
redenen kon thans inzake een eventueele nabetaling
geen mededeeling worden gedaan. Dit zal nog
enkele weiten duren. Redactie.
24 Jan.
Algemeene Ledenvergadering der Coöperatieve
Beetwortelsuikerfabriek te Zevenbergen in de
„Kath. Kring" te Roosendaal.
Boternoteering, Middelburg.
4 Jan. De handelsprijs voor boerenboter is thans
0,85 per V2 kg.
Deze prijs geldt tot en met 11 Januari 1940.
Boternoteering, Leeuwarden.
28 Dec. De commissie-noteering voor Nederland
sche boter is heden vastgesteld op 80 cent (vorige
week eveneens 80 centv) per kg.
Middelharnis, 3 Januari 1940.
Gewone Uien ƒ3,54; Drielingen ƒ1,13; Picklers
3,53; tweede soort 28 cent per 100 kg.
Aanvoer 78.000 kg.
Vrije handel: Eigenheimers ƒ2; Drielingen ƒ1,60
1,65; Poters (landsgewas) ƒ1,40; gedenatureerde
1,101,20, alles per 70 kg.
Uien, ongesorteerd ƒ2,10ƒ2,15; Drielingen ƒ0,50
—ƒ0,55; Koepeen ƒ0,700,80, alles per 60 kg.