HOORO-BRABAMTSCHE KCVAN LANDBOUW Nieuwjaar 1940. volk- Voedselvoorziening in oorlogstijd. (V. V. 0.) Uit de Afdeelingen. Bij den aanvang- van het jaar 1940 is het ons een behoefte, onze leden en ledenvereenigingen onze beste wenschen aan te bieden voor het Nieuwe Jaar, dat binnen enkele dagen zal aanbreken. Wjnnneer wij een terugblik werpen op het jaar 1939, dan kunnen wij niet anders dan dankbaar zijn voor den steun, dien wij van onze afdeelingen en leden in dat jaar mochten ontvangen en waardoor wij vruchtdragend werk voor den landbouw irf'het algemeen en voor Noord-Brabant in het bijzonder konden verrichten. Vele veranderingen zijn in den loop van het thans ten einde loopende jaar tot stand gekomen. Een der meest ingrijpende daarvan is wel de oorlogstoor stand, waarin Europa zich nu bevindt. Hierdoor wordt aan den landbouw de plicht opgelegd, zoo goed mogelijk te ^zorgen voor de voedselvoorziening van ons volk. Wij zijn er zeker van, dat al onze leden aan het vervullen van dien plight hun beste krachten zullen geven. Op onze organisatie rust daarbij de taak, ervoor te zorgen, dat de landbouwende bevolking zoo goed mogelijk in staat wordt gesteld, die zware taak te verrichten. Wij zullen die taak met opgewektheid en grooten ijver verrichten, overtuigd als wij zijn, daarmede te handelen in het belang van het <reheele Voor iedereen zijn het thans moeilijke tijden. Veleii van onze leden zijn in militairen dienst, of moeten goede krachten, waarop zij bouwen konden, missen. Ook de anderen ondervinden, al zij het meer in direct, de moeilijkheden, die deze toestand van oor log in ons werelddeel met zich meqhrengi. Vurig hopen wij, dat deze toestand niet lang zal duren en dat betere wegen gevonden zullen mogen I worden, om de gschillen, waarover de wereldvrede is gestruikeld, op te lossen. Inmiddels zullen wij ook in het jaar 1940 onze beste krachten wijden aan het werk, dat onze Maatschappij ten behoeve van haar leden kan ver richten en wij twijfelen er niet aan, dat wij daarbij van onze leden den ompisbaren steun zullen ont vangen, die voor succesvollen arbeid noodig is. Moge 1940 voor onze leden en voor onze organi satie een jaar worden, waarin, ondanks de moeilijke omstandigheden, zegenrijk werk kan worden ver richt. Het Dagelijksch Bestuur der Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw. INNAME PEULVRUCHTEN. De Provinciale Voedselcommissaris voor Noord- Brabant maakt bekend, dat wijnboontjes en kie vietsboontjes niet door hem worden ingenomen. Voor zoover deze boontjes reeds ter inlevering werden aangeboden, zullen deze wederom ter be schikking van de telers worden gesteld. Het ver- koopen van deze boontjes is geheel vrij. VEKVOKDERING EIGEN VOORRAAD GEDROOGDE PUI4P. Teneinde het mogelijk te maken, dat gedroogde pulp, welke nog bij de veehouders aanwezig is, vervoederd kan worden, kan zulks worden toe gestaan, mits het aldus toegestane kwantum voor de helft in mindering wordt gebracht op de gewone veevoedertoewijzing. Wenscht dus iemand 100 kg gedroogde pulp, welke hij in voorraad heeft, te ver- voederen, dan feal hem hiervoor 50 kg krachtvoeder op zijne' gewone toewijzing in mindering worden gebracht. De veehouder dient hiervan dan tijdig kennis te geven aan den plaatselrjken bureauhouder, opdat deze bij het uitschrijven der toewijzingsbonnen daarmee rekening kan houden. TOEWIJZING VEEVOEDER. Zooals bekend, wordt de toewijzing veevoeder, al naar gelang het totaal meer of minder dan 200 kg bedraagt, ineens of in 4 gedeelten verstrekt. De geldigheidsduur van de toewijzing, welke in eens wordt verstrekt, begint op den eersten dag der periode waarop deze bon betrekking heeft. Van de overige toewijzing, dus die welke in 4 gedeelten wordt verstrekt, begint de geldigheidsduur van elk dier bonnen met den eersten dag van de week, waarop deze betrekking hebben. Zoo begint de geldigheidsduur van de eerste bon bij de eerste week; die van de tweede bon bij de tweede week enz. Bij het betrekken van veevoeder kan dus in deze gevallen nooit vooraf gehaald worden op bonnen, welker geldigheidsduur nog niet begonnen is. Dit wil niet zeggen, dat de geldigheidsduur tot de week waarop de bon betrekking heeft beperkt blijft. Ook na het verstrijken van de week, waarop de bon betrekking heeft, blijft deze gelden. Deze geldig heidsduur loopt voor alle toewijzingsbonnen tot en met 4 Februari 1940. KORT VERSLAG van de vergadering van het Dagelijksch Bestuur der N.-Braibantsche Maatschappij van Landbouw, gehouden op 15 December 1939, te Breda. De vergadering stond onder leiding van den Voorzitter der Maatschappij, den heer P. M. Sneep te Dinteloord. O.m. kwamen de volgende punten in bespreking: Militaire aangelegenheden. Met instemming werd kennis genomen van een toegezonden schema voor landbouwverloven, waar uit wel blijkt, dat de bedoeling voorzit, zooveel mogelijk met de groote belangen van den landbouw rekening te houden. Distributie van aardolie. De C. L. O.'s hadden aan het Rijksbureau voor Aardolie-distributie verzocht toe te staan, dat voor afgelegen boerderijen petroleum per vat kon wor den aangekocht. Hoewel in eerst§ instantie op dat verzoek afwijzend werd beschikt, verheugt het ons te kunnen meedeelen, dat thans dit verzoek werd ingewilligd. Voor vele landbouwers wordt hierdoor ongerief voorkomen. Stichting grasdrogerijen. Het ligt in de bedoeling, in de naaste toekomst te komen tot de stichting van grasdrogerijen, zulks in verband met de zeer goede kwaliteit veevoeder, die daardoor kan worden verkregen. Op een des betreffende vraag besloot het Dagelijksch bestuur mede te deelen, dat het wel gewenscht lijkt, de mogelijkheid van stichting van zoo'ri installatie in het Land van Altena te onderzoeken. Lagere Landbouwscholen. Bericht werd ontvangen van het K. N. L. C., dat wederom gelden beschikbaar zijn voor de oprichting van lagere landbouwscholen. Hierop zal worden be richt, dat voor 1940 onze Maatschappij geen aan spraak op een school meent te m«gen doen gelden. La ndbou wh ui shoudon dervv y s Besproken werden de te houden cursussen in landbouwhuishoudonderwijs. In 'Steenbergen zal een cursus worden gegeven, welke in de eerste week van Januari zal aanvangen. Voorts wordt getracht in Raamsdonk een cursus te doen geven. Ten aan zien van een eventueel te stichten landbouwhuis- houdschool worden verdere voorbereidingen ge troffen. Aardappelprijsregeling. De afdeeling Steenbergen zond een klacht in, waarin werd betoogd, dat het alleszins wenschelijk zoude zijn, dat Bevelanders en Furore in aanmer king zouden komen voor overname door de Regee ring. Inmiddels is voor de Bevelanders van over heidswege reeds een desbetreffend besluit genomen. Ten aanzien van Furore zal aan het K. N. L. C. verzocht worden de noodige stappen te doen. Keuringsdienst Noord-Brabant. Deze instelling zond de rekening en het jaarver slag over 19381939 toe, waarvan met belangstel ling werd kennis genomen. Besloten werd, den heer A. L. Korteweg voor herbenoeming in het bestuur voor te dragen. Uitzaai van producten en evacuatie van vee. Verschillende afdeelingen wezen op de noodzake-- lijkheid van spoedige bekendmaking van de opper vlakten, welke voor de uitzaai van diverse zomer- producten beschikbaar zullen worden gesteld. Het Dagelijksch Bestuur is eveneens van meening, dat deze kwestie zeer urgent is en spoedige bekend making ten zeerste gewenscht. Te bevoegder plaatse zal hierop nog eens worden aangedrongen. De afdeeling de Peel klaagt, dat daar geen maat regelen zijn genomen voor de evacuatie van vee, indien dat onverhoopt noodig mocht zijn. Door in formatie bij het K. N. L. C. zal worden onder zocht, wat voor deze afdeeling kan worden gedaan. Klachten over afgifte vervoerbewijzen enz. Uit een der afdeelingen, welke gelegen is in een groot district, kwam de.klacht binnen, dat voor de landbouwers daar de toestand zeer moeilijk is ge maakt, door het opheffen van de functie der ver trouwensmannen. Thans moet ieder bij den Plaatse lijken Bureauhouder, die op grooten afstand woont, zijn vervoerbewijzen gaan halen. Voor sommigen beteekent dit wel 20 of meer kilometers fietsen. Naar aanleiding daarvan werd besloten aan den Prov. Voedselcommissaris te verzoeken, voor dat district weer enkele vertrouwensmannen aan te wijzen, of indien dat niet mogelijk is, ervoor te zorgen, dat voldoende zitdagen in de verschillende gemeenten worden gehouden. Schadevergoeding voor militaire maatregelen In vele gevallen wordt schade berokkend aan landerijen, boomgaarden enz. enz. door maatrege len, welke door de militairen worden genomen, zooals inundatie, het bouwen van stellingen en loop graven, het omkappen van boomgaarden enz. enz. Het werd gewenscht geacht, dat voor de regeling van de schadevergoeding een comité werd gevormd. In eerste instantie werd deze zaak aangesneden door den Burgemeester van Zevenbergen. In begin December istoen een vergadering gehouden, bij gewoond door autoriteiten van polders en water schappen en andere Instellingen in West-Brabant, terwijl van de zijde van den Cultuurtechnischen Dienst hiervoor ook groote belangstelling bestond. Op die vergadering is een voorloopig werkcomité opgericht, dat bestaat uit de heeren J. J. van Aken, burgemeester, van Zevenbergen, Van Beek, rent meester van het Staatsdomein te Klundert, en A. Bax Gzn te Zevenbergschen Hoek. Dit comité zal worden aangevuld door personen, aan te wijzen door de landbouworganisaties en polders en water schappen. Bij dit Oomité kunnen gevallen, waarbij schade ontstaat door militaire maatregelen, aan hangig worden gemaakt. Het Oomité zal dan ad vies geven over de grootje der schadeloosstelling, die gewenscht is. Het is gebleken, dat ook van de zijde van de militaire autoriteiten voor de oprich ting van deze comité's groote belangstelling be staat. Het Dagelijksch Bestuur besloot aan te wijzen als vertegenwoordiger der Maatschappij, de heer P. M. Sneep te D'inteloord. Voorts zal getracht worden ook voor het Land van Altena een dergelijk comité tot stand te brengen. Afschaf'ing van den tuinbouw van bedrijven grooter dan 10 ha. Door de maatregelen, die beraamd worden om den tuinbouw van de bedrijven boven 10 ha te doen verdwijnen, worden vele telers van pootgoed van vroege aardappelen, met name Eerstelingen en Ideaal, in hun teelt bedreigd. Toch doen deze teel ten, wanneer voor pootgoed wordt geteeld, geen schade aan de consumptie-prijzen voor vroege aardappelen, zoodat de tuinders van het al of niet bestaan van die teelt geen voor- of nadeel hebben. Besloten werd krachtig te ageeren tegen de voorgenomen afschaffing. Zoowel het belang van de pootgoedtelers als van den pootgoedexport moet bij te nemen maatregelen in acht genomen worden. Verschillende punten van meer internen aard werden nog besproken, waarna de Voorzitter de vergadering sloot. NEDERLANDSOHE BOND VAN BOERINNEN EN ANDERE PLATTELANDSVROUWEN, AFDEELING ZEVENBERGEN. 12 December j.l. hield Ds. P. Verweys te Zeven bergen een lezing over het onderwerp: .Landbouw en Volksleven". Deze vergadering werd naast onze leden bij gewoond door een 10-tal dames der onlangs op gerichte afdeeling Klundert. Spreker begon met de vraag: „Zullen wij een Volk blijven, of zullen wij in deze algemeene chaos ten onder gaan?" Deze vraag, welke in ieders hart leeft, plaatst ons direct in het volle wereldgebeuren. Ons volksleven zit vast aan vele tradities en ge bruiken. Vooral het platteland, waar het leven der natuur een groote plaats inneemt, blijft hieraan getrouw. Het landbouw-leven van nu ziet er geheel anders uit dan dat van vroeger. Tegenwoordig moet alles zoo snel en zoo goed koop mogelijk gebeuren. Veel, wat vroeger door arbeiders werd verricht, geschiedt nu machinaal. Veel van wat het landbouwleven zoo mooi maakte en een' eigen karakter gaf, is hiermede verloren gegaan. De landbouwer moet mee in het snelle tempo van dezen tijd. Hij neemt een eigen plaats in de maatschappij in. Natuur gaat voor een groot deel verloren, cultuur komt in de plaats. Volksleven is iets mysterieus, en is heel langzaam gevormd en opgebouwd door overleveringen en gewoonten, welke van ouder op jonger, geslachten lang, overgingen. Het eigenlijke volksleven wordt bepaald door: Historie Bodem en Ras. De mensch van dezen tijd heeft zich zelf ver loren in de hooge cultuur, daarom grijpt hij om zichzelf terug te vinden naar de natuur. De grondgedachten van enkele moderne volken zijn dezelfde als die der natuurvolken. Bij de natuurvolken gaat het geheele leven uit van de groote gebeurtenissen in de natuur, als zaaien en oogsten, uitspruiten en afsterven der planten. De oude Germanen, zoowel in ons land als elders, hadden een zeer sterk volksleven. Ook de moderne volken hebben dit en zien zich zelf als een deel der natuur, niet meer als scheosel Gods. y De doop is de inlijving in de volksgemeenschap. Dit alles is slechts een kort uittreksel van het gesprokene. Het onderwerp werd zeer actueel be handeld. Menige wetenswaardigheid werd van deze bijeenkomst opgestoken. C. B. M.R.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1939 | | pagina 3