PLUIMVEEHOUDERIJ. Rundveekeuringen in Zeeland. v. Loeder 2li/12 j. 4517 kg 3.54 362 d V. Moeder 3 j. 4303 kg 3.70 310 d' Sjourd H, geb. 24 E?hi^I938, van C. Karelse te Goes. 77.2 p. Eerste prijs. Puring te b |yrland. nu ja, dat is maar zoo'n enkel geval en dat bewijst per slot van rekening toch niet zoo heel veel. En dan, het dier zat stikvol met wormen en dat is toch nog wel iets wat we toch niet als regel mogen aan nemen. Het is daarom nog heelemaal niet zeker, dat een kleine hoeveelheid wormen ook zoo schade lijk op den groei zou werken. Er zijn echter op dit gebied zeer uitgebreide en nauwkeurige proefnemingen gedaan, welke wel een beetje ander licht op deze kwestie werpen. Men heeft in het buitenland twee koppels varkens van gelijke afstamming onder geheel gelijke omstandig heden gehouden. Dat wil dus zeggen hetzelfde voer en dezelfde huisvesting en verpleging. Het eene koppel nu werd vrij van wormen gehou den, door ze van tijd tot tijd een wormkuur te laten ondergaan. De andere daarentegen was met wor men besmet. Het al of niet besmet zijn van de dieren is heel gemakkelijk te constateeren, daar men dan de mest geregeld met behulp van de microscoop onderzoekt en er dan de wormeieren wel of niet in aantreft. Beide 'koppels werden nu geregeld gewogen en daarbij kwamen zeer opmerkelijke resultaten aan het licht. Het bleek namelijk, dat de varkens, welke vrij waren van wormen door elkaar genomen 20 zwaarder waren dan de dieren van het besmette koppel. Wel een bewijs dus, dat het mede-eten van de wormen en de vergiftige stoffen, welke zij in de darmen afscheidden, heusch wel een schade lijken in/vloed op den groei uitoefenen. In vele gevallen blijft echter de schade niet tot die minderen groei alleen beperkt. Want door de aanwezigheid van de wormen treden er nog andere bijkomstigheden op, welke voor de dieren niet alleen schadelijk, maar zelfs rechtstreeks gevaarlijk kun nen zijn. Wanneer de wormen namelijk stijf op elkaar gepakt in de darmen zitten, wordt de pas sage daardoor vaak geheel afgesloten. Ook gebeurt het wel, dat door de prikkeling van de wormen de darmen zich krampachtig gaan samentrekken. Door deze samentrekking schuift de darm dan vaak over een gedeelte in elkaar, zooiets als vinger van een handschoen, welk half uitgestulpt is. Hierdoor ontstaat dan een ontsteking van het ingeschoven darmstuk, waardoor ook het buikvlies wordt aan getast en het dier dood gaat. Ook de uitvoergang van de gal moet het soms ontgelden, doordat de wormen hierin kruipen, waar door natuurlijk weer allerlei verwikkelingen ont staan, welke in de meeste gevallen voor het dier niet goed afloopen. Men ziet dus wel dat èn door de directe invloed van de wormen èn door de verschillende compli- catie's welke zij kunnen veroorzaken, heel wat schade teweeg gebracht wordt, schade welke de varkenshouder zich door een geregelde wormbestrij- ding van het lijf kan houden. Meer nog dan de mester zal de fokker aandacht aan de wormen dienen te besteden. Want de onder vinding heeft geleerd, dat juist de jonge dieren, waarschijnlijk door hun gering weerstandsvermogen, veel gevoeliger voor worminfectie's zijn dan de oudere. Nu zijn de wormeieren zoo verspreid in hokken en weiden dat de dieren zich telkens weer opnieuw besmetten zullen. Een enkele wormkuur zal daar om niet voldoende zijn, maar deze zal van tijd tot tijd herhaald dienen te worden. Daar de varkens zich door het voortdurende wroe ten toch telkens weer besmetten, zal het wanneer de dieren veel last van wormen hebben, beter zijn ze in hokken met een betonnen bodem te houden. Hokken met een zachten bodem toch kunnen niet voldoende ontsmet worden. Beter gaat dit met een betonnen of steenen hok. Alleen zullen wij dan niet teveel vertrouwen moeten hebben in de gewone ontsmettingsmiddelen, maar tot uitboenen met kokend water onze toevlucht moeten nemen. Tegen kokend water zijn de wormeieren namelijk, ondanks hun sterk omhulsel niet bestand. Denk er echter om kokend en niet heet water te gebruiken. En nu tot slot nog dit. Ga nu maar niet in het wilde weg wormen bestrijden als de varkens soms minder goed willen groeien, want er is alle kans, dat de oorzaak van den slechten groei heel ergens anders schuilt. Dit toch kan alleen de dierenarts uitmaken. Daar,, zooals wij reeds mededeelden, de wormeieren in de mest zijn aan te toonen, is met zekerheid uit te maken of wormen de schuldigen zijn, dan wel dat de oorzaak van den slechten groei elders gezocht moet worden. Nadruk verboden. R. WENKEN VOOR DE PLUIMVEEHOUDER IN DE MAAND AUGUSTUS. In de maand Augustus is er voor vele dingen gevaar voor bederf, ook de pluimveehouder moet daar rekening mede houden. Niet te veel ochtend- voer tegelijk bestellen en meerdere zindelijkheid op de voederbakken is gewenscht, omdat gemakkelijk jnijt optreedt, het z.g.n. „leven". Soms bevat het fneel al mijt bij, de aflevering, omdat het te lang pp een opslagplaats of zoo lag en daarom is het noodig ook daar op te letten. Het vervoederen van meel met mijt is zeer gevaarlijk, omdat plotselinge .sterfte het gevolg kan zijn en zieke kippen, welke herstellen later toch niet meer geheel gezond schij nen te zijn, zoodat ook later meer sterfte optreedt dan normaal. Behalve met bedorven meelvoer kan men in deze piaand ook met iets anders zijn dieren van streek helpen, nl. met nieuw graan. In deze maand krijgt pien daar wellicht reeds een gedeelte van en door plotseling alleen nieuw graan te geven zouden "de .dieren van streek kunnen raken met als gevolg een inzinking van de productie. Het warme weer, de ,ruitijd en biji sommige dieren de neiging tot vet zucht drukken de productie toch al omlaag, dus dient men op te letten zelf niet de oorzaak te zijn van een algeheel e inzinking. Van opnieuw op peil brengen is dan geen sprake meer. Wie zijn jonge hennen in Juli niét heeft laten .enten te(gen pokken en diphtherie moet dat nu be slist niet langer uitstellen. Voor het verkrijgen van (ie onvatbaarheid zijn een paar weken noodig en in September kan de ziekte al slachtoffers maken. Bij dergelijke werkjes is het eigenlijk noodzakelijk, dat men over een vangkooi beschikt. Sommige kleinere kippenhouders hebben een opvouwbare kooi, welke na het gebruik wordt opgeborgen. Van zoo'n instru^ ment heeft men jaren plezier. In Augustus moet begonnen worden met het op ruimen der oude hennen. Een gedeelte der dieren pal reeds in de rui zijn gevallen, ook hennen welke opgehouden' hebben met leggen moeten spoedig wor den opgeruimd, want er moet ruimte komen voor de jonge dieren. Het komt nog maar al te veel voor, dat de jonge hennen om dezen tijd van het jaar veel te dik zitten en het optreden van snot het gevolg is. Het is beter zijn jonge hennen onder een afdak te laten slapen dan met te veel in een warm hok. Vooral door te weinig ventilatie en des morgens vroeg uitlaten wordt snot in de hand gewerkt. Vroeg geboren hennen behooren reeds in het hok te zitten waarin zij de geheele winter moeten door brengen. Goede hennen komen in deze maand reeds tot een productie van 50 a 60 houdt de dieren goed zwaar, dan kunnen zij. met goed voer die pro ductie volhouden tot diep in den winter toe. Door het schoonmaken der hokken zijn soms alle leg- nesten nog niet aanwezig als de jonge hennen met de productie begonnen zijn, dat moet niet. Kippen plijven bij voorkeur leggen in de nesten Waarin zij zich dat hebben gewoon gemaakt. Komt er nueen flinke productie los en men denkt ik zal er nog pen batterij, neste&i bijplaatsen, dan is het meestal 1:e iaat. Vooral wanneer de nieuwe nesten aan een andere wand van het hok hangen storen zij zich daar heelemaal niet aan, verdringen zich liever op de oude en maken eieren stuk. Het geven van veel i'uw strooisel werkt het buiten de nesten leggen in de hand, neem daarom liever zand op den bodem yan het hok, dat is bij warm weer ook veel frisscher. J. LJNDHOUT. 3.83 3,81 293 d. 318 d. 301 d. 287 d. MINERALEN IN DE PLUIMVEEVOEDING. In Juni j.l. is een „Mededeelinig van den Rijks voorlichtingsdienst voor de Pluimveeteelt" ver schenen over een oriënteerend onderzoek naar den .invloed van een toevoeging van ijzer-, mangaan- en koperverbindingen aan het ochtendvoer voor leggende hennen; t.w. op productie en op broed uitkomsten. Naar aanleiding van deze publicatie kwamen er |bij den Rijksvoorlichtingsdienst voor de Pluimvee teelt van verschillende kanten vragen of het niet gewenscht was om uit het door den dienst geadvi seerde mineraalmengsel dat per 100 kg bestaat uit 78 kg krijt, 1.25 kg ijzeroxide, 0,5 mangaan- sulfaat, 0.25 kg koperaulfaat en 20 k|g keukenzout het ijzeroxyde weg te laten, daar dit, meer in het bijzonder, een nadeeligen invloed, op de broeduit komsten zou hebben. De Rijksvoorlichtingsdienst meent echter, dat daartoe, voorloopig althans, geen aanleiding bestaat. In bedoelde „Mededeeling" werd aangegeven, dat plechts een oriënteerend onderzoek was ingesteld. Daarbij werden wel is waar bepaalde aanwijzingen verkregen, doch alvorens een definitieve conclusie getrokken mag worden, moeten de proeven zeer zeker herhaald worden. Nieuwe proeven zijn dan ook thans loopende. Verder zij er nog nadrukkelijk op gewezen, dat de piinder gunstige invloed van de ijzertoevoeging voornamelijk tot uiting kwam in de broeduitkomsten der eieren, die afkomstig waren van de hennen die steeds binnenshuis werden gehouden en noch groen voer, noch levertraan in het verstrekte rantsoen kregen. Deze hennen werden dus onder omstandig heden gehouden, welke geheel van de praktijk af wijken. Bij, de groepen wel'ke de beschikking had den over een uitloop in grasrennen waren de ver schillen minder sprekend. De broeduitkomsten bij de groepen, die naast ijzer nog koper en mangaan ontvingen, kwamen bijna geheel overeen met die (der controle groepen, dié geen mineralen kregen en ook met die van de groep welke uitsluitend koper kreeg. De mangaan-groep stak er wat bovenuit. KEURING TE 's HEER HENDRIKSKINDEREN. Deze keuring had plaats op de weide van den heer Q. Trimpe. Aan prijzen was beschikbaar: 22,50 van vereenigingen. De aanvoer bestond uit 5 stieren, 34 koeien, 3 kalfvaarzen en 3 kalveren. Belangstelling en regeling waren goed. Stieren. ni' &eb- 31 Jan. 1937, van de N.V. Mij „De Wilhelmlnapolder" te Wilhelminadorp. 78.7 p Eer ste prijs. Moeder- 6 j. 9507 kg 3.55 327 d. V. Moeder 8 j 5837 kg 3.88 340 d. Frans 154 16270 S, geboren 9 Maart 1-937, van Gebr. Rouw te Goes. 78.5 p. Eerste prjjs Hertas, geb. 2 Dec. 1937, van de Stierenvereeni- ging te Goes, gestald bij Gebr. Rouw. 80.5 p. Eer ste orijs. Moeder 4 j 5130 kg 3.53 310 d. V. Moeder 4 j. 5082 kg 3.43 318 d. Koeien. De volgende koeien kregen 80 of meer punten: late kalf. Mina 9, van Gebr. Rouw. 80.5 p. 3e kalf. Kora, vsiA J. van Gilst. 81 p. Mina 8, van Gebr. Rouw. 80 p. 27/i2 j- 3548 kg 34/i2 j- 2986 kg 4e kalf. Gerda, van Gebr. Rouw. 80 p. fY? j. 4714 kg 3.10 - J- 5904 kg 3.74 Oudere koeien, o Of Plonö, van Gebr. Rouw. 83.5 p. 3? o 5016 kg 3.02 338 d. j. 2' 6719 kg 3.19 17(1 >i t Martha IV, van G. de Pfrijter. 83 p. 711 i' So7 kg 3-41 302 d- 7 '12 6923 kg 3.32 330 s t Nora, van Q. Trimpe. 82 p. j 6068 kg 3.54 297 d t aL n t, 6300 kg 3 93 351 T Ada, van Gebr. Rouw. 81.5 p. 3!(- 2: 5178 kg 3.56 323 d. 1 J' 5902 3-65 331 d kinderen. Ilp. M' Vemeulm 's «eer Hendriks Blanca, van Q. 'bi^j.n.,80 p. 3 32 314 d 8 23-03 1% 377 d. Groepen eigenaar. 1. Gebr. R<^^^^^^^«evereen. te Goes. 2. M. 3. Q. Trim 3 beste rouw te Goes. DefTkeuring had voor de eerste maal plaats en wel op de weide van den heer J. L. Overbeeke. De aanvoer bestond uit 5 stieren, 24 koeien, 3 kalf- 2 kalveren. Aan prijzen was beschikbaar 16,50 Kring W. Z.^Beveland der Z. L M 3 25 Afd. Alg. leden der iZ. L. M., 5 Contrölevereeniging. Stieren. Tamboer I, geb. 1936, van J. L. Overtake te Baarland. Geen volbloed. 76.9 p. Eerste prijs, 2 50. Tamboer 8 17955, geb. 9 Oct. 1937, van J. L. Overbeeke. 76.4 p. Eerste prijs, ƒ3,25. Moeder 2?/12 j. 4373 kg 3.67 300 d. V. Moeder 6 j. 5665 kg 3.72 278 d. Hector, geb. 25 Juli 1938, van de Wed. P. van Wingen te Baarland. 74 p. Tweede prijs. Geen der koeien behaalde 80 punten. KEURING TE KWADENDAMME. Deze had plaats op de hofstede van de Wed. A. Rijk. Ook hier werd voor het eerst gekeurd. De regeling was goed in orde. Veel belangstelling en goede aanvoer. De aanvoer bestond uit: 6 stieren, 27 koeien, 2 kalfvaarzen, 5 jarige vaarzen en 3 kalveren. Ook werden 4 groepen, elk van 3 stuks, van één eigenaar opgesteld. Aan prijzen was be schikbaar: ƒ16,50 Kring W. Z.-Beveland der Z.L.M., ƒ3,25 Afd. Alg. leden Z.L.M., 5 Afd. L.T.B* Medaille geschonken door den Burgemeester van 'Hoedekenskerke en een medaille van den L.T.B. Stieren. Tarzan H 17082, geb. 16 Oct. 1937, van de Stie- renvereeniging te 's Heer Abtskerke, gestald bij den heer W. van Liere. 80.6 p. Eerste prijs. Moeder 2t/12 j. 3723 kg 3.94 315 d. V. Moeder 6 j. 4523 kg 3.25 280 d. Martinus, geb. 30 Jan. 1937, van Gebr. Smalle- gange te Ellewoutsdijk. 75.6 p. Eerste prijs. Mina's Rotermijn 17956, geb. 15 Maart 1938, van J. de Jager te Oudelande. 76.1 p. Eerste prijs. Rudolf 17957, geb. 8 Juli 1938, van Mart. Stein te Hoedekenskerke. 75.5 p. Eerste prijs. Julia's Botermijn, geb. 11 Juni 1938, van Gebr. Smallegange te Ellewoutsdijk. 74.5 p. Tweede prijs. Koeien. De volgende koeien kregen 80 of meer punten: 2e kalf. Martha, van J. Tolhoek te 's H. Abtskerke. 81 p. 3e kalf. t Martha, van Wed. A. Rijk. 82 p. 2y2 j. 3735 kg 3.67 295 d. j- 5531 kg 3.60 i% 295 d. Starre, van Mart. Stein te Hoedekenskerke. 80 p.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1939 | | pagina 6