«at jaar in sterke mate de ziekteverschijnselen ver toornen. Door vroeg te rooien zal men in Walcheren besmetting niet geheel kunnen voorkomen. In welke mate de opbrengst nadeelig wordt be- invloed door de verschillende aardappelziekten, is algemeen bekend. Voor pootgoed is daarom het beste nauwelijks goed genoeg. Dat het jaarlijks koopen van goedgekeurde poot- aardappelen te duur is, berust niet op aan de prac- tijk ontleende gegevens. De meestfS^j^p bij hun berekening uit van de veronderstelling, dat de door hen geteelde aardappelen dezelfde waarde hebben als de gekochte goedgekeurde pootaardappelen. Anderzijds erkennen zij de grootere waarde van goedgekeurde pootaardappelen, door deze te bestem men voor vermeerderings materiaal. Indien wij aannemen, dat men van de maat 35 45 per roe 2% kg pootaardappelen noodig heeft en dat de prijs van de goedgekeurde in klasse A 10 cent per kilo bedraagt, dan betaalt men per roe 25 cent aan z.g. zetgoed. Begin Juli zal de middenprijs voor consumptie aardappelen op de veiling ongeveer 4 cent per kilo bediragen. Door de aardappelen niet te veilen, doch voor pootgoed te bestemmen, zal men per roe aan pootaardappelen 1ste nabouw dus slechts 10 cent onkosten hebben. Oppervlakkig beschouwd, zou men dus meenen, dat per roe 15 cent is b^paard. In werkelijkheid kosr echter het zelf-geteelde pootgoed 1ste nabouw, meer dan de prijs, die op de veiling krijgt voor consumptie-aa^appelen. Men besteedt immers tijd aan het selecteeren. Door de zieke planten te •srwij deren, wordt de kilo-opbrengst per roe lager. Men kan oolwniet alle aardappelen, die men van het voor pootgoed ge stemde perceel als zoodanig gebruiken. De sor teering eischt tijd en men heeft nog wat onder- en bovenmaatsche aardappelen, die op de veiling geen hooge prijs opbrengen. Doch dit alles is het belangrijkste niet. Het zwaartepunt ligt in de grootere opbrengst, die men oogst van de planten, die gegroeid zijn uit gekeurd pootgoed. Deze méér-opbrengst zal jaarlijks ver schillen. Dit jaar bedroeg deze in vele gevallen ruim 10 kg per roe, en was het verschil buitengewoon groot. Wie de minste bedrijfsrisico op zich wil nemen, zal zich niet blind staren op de schijnbaar grootere uitgaaf voor het jaarlijks aanschaffen van prima pootaardappelen. Indien onze abonné het nog niet met ons eens is, dan noodigen wij hem uit om op zijn bedrijf een kleine oppervlakte, door ons verstrekte, goedge keurde pootaardappelen uit te planten naast de door hem geselecteerde. Y Wij twijfelen er niet aan of hij zal dan»»vok onze' zienswijze deelen. M. WATTED, ok onze 'Secretaris Afd. Tuinbouw der Z. L. M. De pruimenvariëteiten worden ingedeeld in vier groepen. Over elk dezer wil ik iets vermelden. Tot groep I worden gerekend de z.g. kers- pruimen. Dit is dan de groep van de Krozen of Myrobolanen. De groei van de boomen die tot deze groep behooren is vrij sterk en erg vertakt, de bladeren zijn #chter fclein. De bloeitijd van de tot deze groep behoorende variëteiten is zeer vroeg en de bloei is bijna zonder uitzondering overvloedig. Tengevolge van de zeer vroege bloeiperiode zien wij meestal, dat de vnichtzetting erg tegenvalt doordat de nacht vorsten aan hun verniétigend werk hebben kunnen verrichten. Dit neemt niet weg, dat er echter jaren zijn van een overvloedigen oogst (getuige de laatste jaren), en daar de vruchten groen geplukt kunnen worden, is de behandeling tijdens den pluk erg gemakkel^k, terwijl aan het vervger geen hooge eischen gesteld worden. De vruchten worden veelal gekocht voor de fabrieken om daar verwerkt te worden. Men spreekt d^p ook wel van fabrieksvruchten. In Zeeland zijn er verschillende variëteiten van bekend o.a. de Vroege Oranje, Prinsepiuim, dub bele Prinsepruim, Okkelanen, Myrobolanen e.a. De vruchten zijn rond; de kleur van de rijpe vruchten is oranje-rood tot zelfs donkerrood. Ze zijn klein van stuk en hebben een langen steel die bij den pluk gemakkelijk loslaat. 1 Wij schreven reeds, dat de vruchten meest door de fabrieken verwerkt worden. Dat is ook wel noodrg, .want de smaak valt bijna altijd tegen. Alleen de Vroege Oranje maakt hierop een gunstige uitzondering, zij is goed van smaak, mits niet te vroeg geplukt. Over het algemeen zien wij echter de telers zeer vroeg plukken, terwijl de vruchten dan worden gebroeid en als 't ware kunstmatig tot rijpheid gebracht. Dat dit niet aan den smaak en de kwali teit ten goede komt behoeft geen betoog. De boomen van de Krozen zijn over het algemeen gezond, terwijl de aantasting van bladluis in den regel gering is. Dit laatste is voor de kweekers een gelukkig verschijnsel daar de Krozen een bespui ting met carbolineum zeer slecht verdragen. Wie zonder een spoor van beschadiging te ontdekken zijn pruimenboomen heeft bespoten met carbolineum zou op het zelfde tijdstip zijn Krozen met carboli neum deerlijk beschadigen, hij zou wel erg •teleur gesteld uitkomen. Mij zijn gevallen bekend, dat geheele takken van Krozen, die in de buurt van andere variëteiten stonden en dus tijdens de bespui- y|ig van laatstgenoemde toevallig iets mee kregen, afgestorven. %Wie Krozen zou willen spuiten met carbo lineum zij uiterst voorzichtig en spuite vooral zeer vroeg. Tegenwoordig worden er «fcijna geen Krozen meer aangeplant. B. te O. (Wordt vervolgd.) PRUIMENTEELT. Wie geen vreemde is op het gebied van fruitteelt of wie de laatste weken de Zeeuwsche veilingen heeft bezocht, zal niet anders dan met gemengde gevoelens gezien hebben, wat een geweldige massa's diverse pruimen er werden en worden aangevoerd. De aanvoer was zoo overweldigend, dat verschillende veilingen niet dan met de grootste moeite zich door die drukte konden heenwerken. De prijzen, welke in het begin van het seizoen werden gemaakt, waren hoog. Het was échter te verwachten, dat een ken tering zou komen. Het gevolg van de groote aan voer en van de moeilijkheden die zich voor de koopers opdeden om dit product te verzenden had tengevolge, dat een daling kwam in den prijs, die zoo groot was, dat vde meeste telers vaak bedrukt hun producten ter veiling hebben gebracht. Natuurlijk is een belangrijk onderling verschil in het aangevoerde product en dus ook in den prijs Het lijdt echter geen twijfel of op het oogenblik kan van bijna alle variëteiten gezegd worden, dat van een loonenden cultuur geen sprake kan zijn bij dergelijke prijzen. Voeg bij de groote kwantums pruimen die worden aangeboden tegen deze lage prijzen de moeilijkheden die zich bij de teelt voordoen door het steeds sterker optreden van ziekten, in het bijzonder van de alles verwoestènde loodglansziekte, dan is het m.i. de moeite waard om in enkele artikelen iets te gaan schrijven over de teelt van pruimen. Het komt mij echter gewenscht voor om in dit schrijven iets nader in te gaan op de indeeling van de pruimenvariëteiten. Vooraf zij medegedeeld, dat men hierover in ver schillende boekwerken een goede beschrijving aan treft. Een paar goedkoope boekjes die binnen het bereik van iedere beurs liggen zijn: „De in de Zeeuwsche boomgaarden aan te planten Appel-, Peer- en Pruimvariëteiten", en het door Ir. v. d. Slikke geschreven boekje: „Teelt van pruimen onder glas". Eerstgenoemd deeltje is naar ik meen niet meer verkrijgbaar en de juiste indeeling van de pruimen variëteiten komt in de latere uitgaven niet voor. Verschillende lezers zullen wellicht niet in het bezit zijn van één der genoemde boekjes en waarschijnlijk zullen verschillenden ook niet met de indeeling op de hoogte zijn. Veelal hoort men op de veilingen en in gesprekken de telers spreken over, „Krozen". Wanneer wij echter vragen naar een nadere definitie, -dan zit men vaak in moeilijkheden. NIEUWE VROEGE AARDAPPELRASSEN. Het is nog niet zoovele jaren geleden, dat het vroege aardappel-sortiment op Walcheren uit meer dere rassen bestond. Men teelde toen Schoolmeesters:, 6-weeksche, Duke of York, Julimuizen, Andijkermuizen enz. Al deze rassen zijn verdrongen door de Eersteling, die ook wel genoemd wordt Schotsche muis of Midlothiam. De Eersteling heeft ontegenzeggelijk zeer goede eigenschappen. Toch mogen wij niet meenen, dat het ideaal thans bereikt is. Steeds moet gestreefd worden naar iets beters. [En ons land zijn er velen, die trachten nieuwe en betere aardappelrassen te winnen. Voorwaar, geen gemakkelijk werk. Velen zien de noodzakelijkheid en de waarde van dit werk niet in. Men denkt er niet aan, dat: 1. de consument slechts een korte tijd de Eerste ling vraagt. 2. dat na 1940 de invoer in Duitschland van de Eersteling verboden is, omdat dit ras vatbaar is voor de wratziekte, een ziekte die in Zeeland niet voorkomt en niet verward mag worden met pokken. Vooral het onder punt 2 genoemde, is voor de vroege aardappeltelers van zeer groot belang. Er zijn in ons land reeds meerdere nieuwe vroege aardappelrassen 'gewonnen, die waarschijnlijk de Eersteling kunnen vervangen. Vanwege onze Orga nisatie zullen d.v. in 1940 enkele proefveldjes met deze nieuwe rassen op Walcheren worden aan gelegd. Zij, die hun bedrijf voor het nemen van deze proeven beschikbaar willen stellen, kunnen zich daartoe schriftelijk tot ons wenden. Secretaris Afd. Tuinbouw Z. L. M.„ M. WAITED. STEUN AARDBEIENTELERS. Nu de resultaten van den aardbeienoogst van dit jaar kunnen worden overzien, is gebleken, dat vele telers groote schade hebben geleden, daar door den schaarschen oogst zeer onbevredigende financieele uitkomsten zijn verkregen. Naar wij van bevoegde zijde vernemen, heeft de Minister van Economische Zaken daarom besloten aan deze aardbeienkweekers over dezen oogst steun te verleenen. Daarbij zal uiteraard, ten einde een zoo billijk mogelijke verdeeling van het voor steun beschik bare bedrag te bereiken, rekening worden gehouden met de omstandigheid, dat de oogstresultaten bij de telers onderling zeer sterk uiteenloopen. POT EN KWEEKGROND. (Waarschuwing No. 21 van den Proeftuin te Naaldwijk.) Het is nu de gunstigste tijd om 't grondmengsels, waarin men a.s. winter de jonge komkommer-, tomaten- en andere planten op zal kweeken, klaar te maken. Bedenk toch dat heel veel ziekten in de kas worden gebracht met de jonge planten, als deze in besmetten of zieken grond zijn gegroeid. Men bemerkt dit tot zijn grooten schrik als het te laat is. Ook de samenstelling is vaak verkeerd. Men wil vooral goed groeiende planten en schiet dan het doel voorbij door een te sterk grondmengsel te maken met een te hoog stikstofgehalte. iSoms ontbreekt alle fosforzuur of alle kali waardoor groei en kleur alles te wenschen overlaten. Het humusgehalte is vaak te laag met als gevolg, dat de grond bij het gieten der potten te veel dichtslaat. Een te hoog percentage maakt den grond te los. Maak in Juli-Augustus dezen kweekgrond uit molmmest, veen, zand, zuivere tuinaarde enz., geheel klaar. Denk niet: „Ik heb zuiver dommest, molm, of veen, ik heb geen last". De schimmel b.v. die de slaapziekte veroorzaakt, kan ook in verschen veengrond en molmmest voor komen. Bij het ontsmetten van kweekgrond gaat men als volgt te werk: Maak den grond 'laagsgewijze kletsnat met een 5 formaline-oplossing, dus 5 Liter formaline op 95 Diter water. Sproei dit met gieter en broes over de goed gemengde kweekaarde. Dek het geheel met natte doeken en oude riet matten af en laat alles één week zitten. Daarna eens per week omzetten, 4 5 keer, waarna U een goeden kweekgrond hebt. In het najaar of in het voorjaar is het beter dat de kweekgrond onder een afdak ontsmet wordt, want indien er veel regen zou komen, loopt men het gevaar, dat de formaline die zich weer met 't water vermengt, niet voldoende uitdampt. Deze ontsmette grond moet nu ook goed van samenstelling zijn en daarom is de Proeftuin te Naaldwijk bereid om voor elk van zijn leden uit sluitend vóór 1 Sept. a.s. geheel gratis één monster te onderzoeken, doch alleen van zulken ontsmetten kweekgrond. Voor een goeden oogst zijn allereerst goede plan ten noodig. Voorbeelden van slechte kweekgronden zijn: 1. Zure, iets te zoute grond. Humus CaCC>3 Vocht pH Keukenz. Droogr. N P2O5 gehalte 22,0 0,8 3,7 4,17 0,030 1,86 5.0 4,3 2. Fosforzuurarme grond. Humus CaC03 Vocht pH Keukenz. Droogr. N P2O5 gehalte 11,4 0,32 1,3 6,24 0,028 0,645 10,0 0,1 3. Zure, te zoute, fosforzuurarme grond. ,die veel te' veel stikstof heeft en waarvan het humusgehalte wat te hoog is. Humus CaC03 Vocht pH Keukenz. Droogr. N P2O5 gehalte 62,4 0,10 11,8 4,45 0,318 2,62 64,0 0,2 4. Zeer fosforzuurarme grond.. Humus CaCC>3 Vocht pH Keukenz. Droogr. N P2O5 gehalte 9.1 2,36 1,7 6,93 0,014 0,485 2,8 0,0 Wij beschouwen ongeveer ideaal een grond met Humus CaCO,3 Vocht pH 10—25 0—2 grooter dan 1,5 6—7 Keukenz. gehalte Droogrest N P zoo laag mogelijk zoo laag mogelijk 5—20 2—12 Ir. J. M. RIEMENS. CORRESPONDENTIE. Wegens plaatsgebrek moeten meerdere artikelen, w.o. „Groene of gele postelein", blijven liggen tot het volgend nummer. Red.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1939 | | pagina 11