DE BETEEKENIS VAN DE VROEGE
APPELVARIËTEITEN VOOR DEN
FRUITTELER.
H.
In het vorige nummer van dit blad heb ik beloofd
de vroege variëteiten afzonderlijk aan een nadere
beschouwing te onderwerpen.
Alvorens hiertoe over te gaan meen ik eerst nog
even de aandacht te moeten vestigen op het
volgende
De vorige keer waarschuwde ik tegen het onge
limiteerd bijplanten en afenten met vroege varië
teiten.
Nu doet de buitengewoon groote oogst van dit
jaar ons reeds zien, dat op de binnenlandsche markt
niet elke hoeveelheid tegen een loonenden prijs te
plaatsen is.
Men kan gerust zeggen, dat de teler en ook de
handelaar wel eenigszins verrast zijn door de groote
hoeveelheden die ter veiling aangevoerd worden.
Doch in de toekomst moeten we er mede rekenen,
dat hetgeen wij nu veel vinden dan slechts een nor
male veilingaanvoer is.
Nu is mijn meening, dat de vroege handappelen
en pruimen bij gunstig weer nog wel te plaatsen
zijn tegen een prijs, die nog loont, mits de verkoop
wat beter georganiseerd wordt, evenals de distri
butie en verzending over ons geheele land.
Dat de prijs in vele plaatsen voor den gewonen
werkman nog te hoog is, dat is niet de schuld van
den teler.
Het lijkt mij zeer moeilijk hierin verbetering te
brengen. Wanneer we aannemen, dat Zeeland
momenteel de streek is, waar de Perzikroode zomer-
appels vandaan komen, en we zien dan de massa's,
die in enkele weken aangevoerd worden, dan vraagt
men zich onwillekeurig af hoe of het toch komt,
dat men deze mooie etalage-appel in meerdere ver-
bruikscentra's heelemaal niet of slechts in zeer
slechte kwaliteiten aantreft en veelal nog tegen
veel te hooge prijzen.
'Doch daar ik beloofd heb iets te schrijven over
de variëteiten zelf, zullen we den afzet voorloopig
maar laten zoo ze is en iets mededeelen over de
eigenschappen van onze vroege appelvariëteiten.
Ik wil dan eerst even de aandacht er op vestigen,
dat ik in dezen geen aanspraak wil maken op vol
ledigheid, want om alles uit te zoeken en na te zien
ontbreekt mij op het oogenblik den tijd.
Yellow Transparante.
De Yellow of ook nog wel Madeleine genoemd is
onze vroegs^ handappel.
De smaak hidt««»n»ïr*-alleszins Vold^rftfe vótTP Gen
tijd waarin deze ter veiling komt. Het appel etend
publiek ,,dat in den voorzomer zich de minder
goede Amerikaansche appels moest getroosten", kan
zich met de Yellows goed behelpen.
De vruchtbaarheid is matig tot goed.
De kleur is, wanneer men niet al te vroeg plukt,
mooi geel.
Te vroeg geplukte Yellows zijn slecht van smaak
en te herkennen aan een iletsche groenachtig-gele
kleur, terwijl ze ook taai aanvoelen.
De boom wordt meestal veredelt op wild of een
sterke onderstam en heeft de eerste jaren na het
planten dikwijls veel last van kanker.
Later als de boom wat uitgegroeid is, dan min
dert ook veelal de kankeraantasting.
Yellow is ook wel te veredelen op type II en
groeit dan uit tot een breede lage struik, die erg
vroeg vruchtbaar is en veelal gedund moet worden,
daar de boom als regel niet in staat is in den kor
ten tijd, die verloopt tussohen bloei en pluk, onbe
perkte hoeveelheden vruchten hun natuurlijke
grootte te doen krijgen. De vruchten van op type II
veredelde boomen zijn nog enkele dagen vroeger
pluk rijp.
'Het plukken dient in meerdere keeren plaats te
hebben. Men plukt telkens de grootste en geelste
af. Sommige jaren moet men om een mooi product
te oogsten wel 5 keer plukken. Men dient reeds
vroeg te beginnen om hier en daar de grootste en
mooiste weg te nemen, aangezien vooral in het
begin de prijs meestal het hoogst is. De andere
vruchten groeien dan ook beter uit.
Bij een goede ziektebestrijding is de Yellow wel
schurftvrij te houden. De boom is nogal vatbaar
voor spint en bloedluis. De bloedluizen treft men
meestal aan op de kankerplaatsen, daar deze voor
hen een ideale voedingsbodem en schuilplaats vor
men. Als regel ziet men dan ook bloedluis en
kanker samengaan. Als men dus het eene bestrijdt,
mag men, om goed resultaat te bereiken, het
andere niet nalaten.
Als regel groeit de Yellow het best op eenigszins
droge gronden, doch men ziet ook wel goede
struiken op natten laag gelegen grond.
Om mee af te enten is de Yellow minder geschikt,
daar veel jonge enten afsterven vanwege kanker
aantasting.
De appel valt gemakkelijk en vertoont de laatste
jaren veelal overdwarsche scheuren, die een ge
schikte gelegenheid bieden voor moniliarot.
Wat of de oorzaak is van het scheuren der vruch
ten, valt niet met zekerheid te zeggen. Men neemt
wel aan, dat klimatologische omstandigheden hier
op van invloed zijn.
De Yellow wordt de laatste jaren niet druk meer
aangeplant, wat misschien wel komt door de betere
resultaten, die men tot heden bereikt met de Perzik
roode Zomerappel. Deze appel was de laatste jaren
zoo in trek, dat aan de vraag naar plantmateriaal
nauwelijks was te voldoen.
De rijptijd der Perzikroode Zomerappel valt ten
deele gelijk en ten deele na de Yellows. Deze mooie
rood gekleurde appel gaat de laatste jaren er grif
in bij het fruit etend publiek.
Door velen worden kwaliteit en smaak als onvol
doende gekwalificeerd, doch volgens mü is de
smaak, mits op tijd geplukt en gegeten, n^: lang
zoo slecht niet. Ik meen dat, als wé eens achter
ons zien, zulks ook wel door de feiten bewezen is.
WJant, hoewel er dikwijls gewaarschuwd is tegen
het planten van deze variëteit Óp gr<^>te schaal,
blijkt in het algemeen door de fruittelers dit advies
slecht opgevolgd te zijn, zoodat groote hoeveel
heden geplaatst moeten worden op de binnenland
sche markt. Dat dit zeer goed mogelijk is, wordt
bewezen door den prijs. Deze is de laatste jaren
ongeveer gelijk aan den prijs, die men nesteed voor
Yellow's. Ja, zelfs dit jaar nog wel iets hooger.
Zoolang men niet met een variëteit komt, die
beter is en in den zelfden tijd rijpt, meen ik,
dat de Perzikroode Zomerappel zich wel zal llknd-
haven.
Men veredelt den boom als regel op een sterken
onderstam, waarop ze voldoende en vroeg draagt.
De boom groeit, in verhouding tot de hoogte,
breed uit. Een plantafstand van 67 m is wel
voldoende.
Boomen veredelt op type II geven op de betej®
gronden ook wel goed resultaat, doch in de meeste
gevallen is een sterke onderstam te prefereren.
Enkele rijen, veredeld op type IX, voldoen mij
niet al te best. De vruchtbaarheid is enorm en de
kleur ideaal, doch het aantal kg per ha blijft maar
steeds te gering, al neemt men ook een plantafstand
van 3 meter. Doch dat geldt niet alleen voor
Perzikroode op IX, doch voor de meeste variëteiten.
Meerdere stukken grond, die volgestopt zijn met
struiken op IX, plaatsen ons later voor velerlei
moeilijkheden en bezorgen ons niet die hoeveel
heden en kwaliteit, welke noodig zijn om de zaak
rendabel te houden.
De vrucht heeft weinig last van schurft en de
boom is vijjj sterk tegen allerlei invloeden, mits er
voldoende groei in gehouden wordt.
Wel moet men om voldoende groote vruchten te
krijgen, sterk mesten en veel snoeien en dunnen.
D% appel hangt op trossen en moet dus wel ge
dund worden. Een dun takje met op het eind tien
appeltjes is geen uitzondering, hiervan dient men
er dan. zeker 6 te verwijderen. De appel is vlug
versleten en wordt dan melig, doch is goé>C te
koelen.
.Met het koelen van Perzikroode Zomerappel Ha«|
den we dit seizoen ook financieel geen slebml
resultaat. Jr
Wanneer men b^&ig is de laats;te Perzikroode
Zomerappels op te zreken men móet deze varië
teit ook in meerdere malen plukken kan men
tegelijkertijd ook de eerste Zigeunerinnen plukken.
Deze variëteit, door de firma Vallen vóór 25 jaar
hier. ingevoerd, heeft zich in Zeeland een plaats ver
overt, die slechts afgestaan zal moeten worden,
wanneer iemand er wat beters voor in de plaats
kan stellen. Niet altijd is de smaak goed, doch de
kleur is, mits niet te vroeg geplukt, ideaal. Mooi
rood gestreept met geel en groot van stuk. De
vruchtbaarheid is voldoende en regelmatig.
Men kan deze variëteit góed geruimd hebben
wanneer de Transparente de Croncels ter veiling
komen. Hiermede kan ze op geen stukken na, wat
de smaak betreft, wedijveren. Doch dat de kleur
ook veel doet, blijkt telken jare uit de prijzen. Ja,
zelfs dit jaar, met een zeer groote oogst van alle
variëteiten, is de vraag naar Zigeunerin van dien
aard, dat de prijs hoog te noemen is. De boom
groeit gezond, smal en tamelijk hoog. Wordt
meestal veredelt op wild of sterken onderstam,
doch groeit ook goed op type II. Moet in de jeugd
goed gesnoeid worden, daar anders later gemakke
lijk takken uitscheuren. Is een goede variëteit om
mee af te enten op een sterke groeier, doch dan
het eerste jaar de enten flink terugsnijden.
De vrucht rijpt vrij onregelmatig en valt vlug.
De vruchten groeien door den korten steel gemak
kelijk van den boom. Moet dus in meerdere malen
geplukt worden. Hierbij let men meer op kleur dan
op grootte.
Appelzaagwespaantasting komt nog al eens
voor en doet de vrucht zeer in waarde verminderen.
Schurftaantasting zag ik op Zigeunerin zelden. Een
plantafstand van 6 a 7 m is voldoende.
Ten slotte nog een korte beschrijving van een
vroege keukenappel, n.l. de Early Victoria.
Dit is een zeer goede appel voor de keuken, doch
de pogingen om deze appel als handappel te
plaatsen, hebben tot heden nog niet veel succes
gehad.
Dit is maar gelukkig ook, want hiervoor is ze
totaal ongeschikt. Mien doet met deze handelwijze
afbreuk aan onze betere handappels.
De boom is zeer vruchtbaar en wordt veredeld op
een onzer sterke onderstammen of zaailing.
De groei is voldoende om op 6 M. te planten.
Eischt een sterken snoei en een flinke vruchtdun-
ning. Wanneer we hieraan niet voldoende aandacht
besteden, blijft de vrucht, vooral bij oudere boomen,
te klein. De vrucht is vatbaar voor kurkstip en maar
kort houdbaar. Deze appel is voor een lagen prijs
te telen, doch wordt als regel nog iets beter betaald
dan de Oodlin Keswick.
De Codlin Keswick komt ook iets later ter veiling.
De boom moet na den pluk meestal nog een keer
bespoten worden met Cal. pap tegen de spint.
L. L. te K.
NOGMAALS VROEGE AARDAPPELEN.
Mijnheer de Redacteur,
Graag voor onderstaande een plaatsje in Uw blad.
Met belangstelling las ik het niet onderteekend
schrijven over de vroege aardappelen, campagne '39.
Evenwel nie^overal met instemming.
Ik toe, dat de stand der vroege aard
appelen, le nabouw, dit jaar opmerkelijk slecht was.
Ook erken ik, dat het, in 't algemeen, mogelijk
is een goed consumptiegewas te telen van dezen
nabouw Vanwaar dus dit verschil?
Het zit hem m.i. niet in:
1. De behandeling in of buiten de poterbewaar
plaats;
9 2. de plaats of wijze van uitplanting;
3. de tijd van rooien;
(Dat het pootgoed in 't algemeen vanaf eind
Juli zou worden gerooid, is zonder meer on
juist.)
4. de droogte.
(Het verschil tusscflen gekeurd en ongekeurd
was immers zeer opmerkelijk.)
Blijver# over 2 punten: a. de luizenplaag; b. de
strenge winter.
a. ^at luizen voor overbrenging, van het virus
^n groote rol spelen, mag wel bekend heeten. Doch,
gezien de rooidata, welke bij goede vroege aard
appeltelers voor 30 Juli valt, acht U het dan
wel mogelijk, dat hierdoor dit sterke verschil
optrad
b. De strenge vorst van den afgeloopen winter,
is, naar mijn veronderstelling (en niets meer dan
dit), de reden geweest.
Vraagt U naar een verklaring, dan kan ik die U
niet geven. Dit is, meen ik, het werk der weten
schap.
Nu is het, vanzelfsprekend, zeer goed om elk jaar
alles gekeurd te koopen, doch dit kost veel geld, en
daar de vroege aardappelteelt toch al hooge on
kosten met zich mee brengt aan mest, werkloon,
enz., dan meen ik, dat Uw argumenteering niet de
noodzaato in het licht heeft gesteld.
jT^Lj^gedachte is:
Koop elk jaa» een deel gekeurd pootgoed, liefst
klasse A.
Verbouw niet langer dan één jaar hiervan nateelt.
(Zorg, dat dit pootgoed tijdig gerooid is. (Zie
boven.
Haal de duidelijk zieke planten uit dit perceel.
En zoo meen ik, dat voor consumptie-aardappelen
yèr genoeg gegaan wordt. Wat betreft de keurings
voorschriften, deze gelden voor het winnen van
pootgoed en m.i. niet voor consumptie-aardappelen.
Ik breng verder gaarne lof voor velé behartens-
waardige opmerkingen, doch het ging mij maar om
deze kwestie: Heeft '39 bewezen, dat gekeurd poot
goed noodig is?
Met dank voor de plaatsing,
Middelburg. M. TON.
Onderschrift.
Wij zeggen onzen abonné, den heer M. Ton, dank
voor zijn opmerkingen.
Naar aanleiding daarvan willen wij nog op het
volgenld'e wijzen:
In bovenstaand stukje wordt erkend, dat er
inderdaad dit jaar een opmerkelijk groot verschil
was tusschen den stand van de aardappelplanten,
die gegroeid waren uit goedgekeurd pootgoed en die
uit zetgoed~ afkomstig van 1ste nabouw.
Dat een te lage temperatuur, tijdens de bewaring
der pootaardappelen, van invloed is op den stand
van het gewas tijdens den zomer, is bekend. Doch
dan is die invloed dezelfde voor gekeurde als voor
ongekeurde aardappelen.
Ons zijn bedrijven bekend, waar zoowel pootaard
appelen, 1ste nabouw, als gekochte goedgekeurde
pootaardappelen op dezelfde wijze werden bewaard,
voorschriften, deze gelden voor het winnen
van pootgoed en m.i. niet voor consumptie-aard
appelen.
Nogmaals vestigen wij er de aandacht op, dat de
tuinbouwbedrijven op Walcheren ongeschikt zijn
voor het winnen van vroege pootaardappelen. Deze
ongeschiktheid is een gevolg van de vele perceelen
aardappelen waarin zieke planten voor komen en
de vele perceelen Zeeuwsche Blauwe, die de dragers
zijn van de smetstof eener vroege aardappelziekte,
waarVan deze variëteit zelf geen hinder heeft.
De smetstof van aardappelziekten wordt over
groote afstanden verspreid. Door de duidelijk zieke
planten (secundair) uit het aardappelgewas, dat
men bestemd heeft voor het winnen van pootaard
appelen, te verwijderen, voorkomt men de kwaal
niet. De primair-zieke planten, die in hun sap de
ziektekiemen dragen, kan men moeilijk kennen. De
nakomelingen van deze planten zullen het volgend