optreden van het mond- en klauwzeer, de slechte
grasgroei door koud weer, de droogte en de lage
prijzen waren oorzaak, d£ft de veehouderij niet loo-
nend kon worden beoefend.
Over de resultaten der pluimveehouderij was men
matig tevreden.
Rund,veefokkerij en -houderij. Wat de toestand
der weiden betreft, was er in April flink gras, dat in
Mei door het koude schrale weer weinig bijgroeide.
Door voederschaarsehte in September en begin
October stalden velen vroeg op. Alles samengevat
was de weideperiode 1938 zeer ongunstig.
De hooiopbrengst was door koude en droogte be
neden het gemiddelde. De kwaliteit was, behalve
van het laatgemaaide, best.
Opbrengst en kwaliteit van roode klaver en van
lucerne waren goed, die van voederbieten zeer on
gelijk en wisselde van zeer slecht tot matig.
Door droogte en mond- en klauwzeer was de
melkproductie zeker 7 10 beneden normaal.
(Behalve van de melkprijzen is het geldelijk resul
taat van de Zeeuwsche rundveehouderij zeer afhan
kelijk van:
a. de inkoopprijzen van het magere jonge vee;
b. de verkoopprijzen van het af te zetten vee.
Het jongvee is in 1937 bij inkoop duur geweest,
zoodat daar in 1938 vlotte afzetprijzen tegenover
hadden moeten staan. Dit was niet het geval. Wie
in het voorjaar vet vee van stal verkocht, maakte
eerst 42 43 cent, later zakkend tot 34 35 cent.
Bij dezen prijs was de marge tegenover den inkoop
meestal niet ruim.
Bij verkoop van vet vee uit de weide waren de
prijzen nog lager en de resultaten beslist zeer onbe
vredigend.
De netto industriemelkprijzen lagen iets beneden
die van het gunstige jaar 1937.
Als gevolg van de consumptiemelkregeling brengt
de consumptiemelk een voor den producent bevre
digenden prijs op.
Paardenfokkerij en -houderij. De geldelijke resul
taten' van de paardenfokkerij in 1938 zijn bevredi
gend geweest. Dat de uitkomsten niet beter waren,
komt voor een deel voort uit een veel te slappe keu
ring in het voorjaar 1938, waardoor de prijzen voor
hengsten sterk teruggeloopen zijn, waardoor ook de
handel dn jong mannelijk fokmateriaal ongunstig
wordt beïnvloed.
De prijzen voor oude paarden waren het geheele
jaar laag. De prijzen voor ruinen waren matig, voor
afgekeurde hengsten laag. De prijzen voor vrouwe
lijk fokmateriaal waren over de geheele linie goed
tot zeer goed; voor goedgekeurde hengsten nogal
uiteenloopend, in het voorjaar aan den lagen kant,
door te slappe keuring, in het najaar echter aan
merkelijk beter.
Ruinen waren matig in prijs, omdat die steeds
meer voor de „slacht" moeten worden verkocht.
De gezondheidstoestand der paarden was goed;
van borstziekte of besmettelijk verwerpen hoorden
wij niet.
Voor zoover ons bekend werd slechts Certain van
Lamswaarde K. 1429 voor hoogen prijs verkocht aan
Jac. iHuijssen en den Exter te Axel.
Behalve de gewone keuringen, werd een geslaag
de fokdag gehouden te IJzendijke, terwijl in Nov.
drie keuringen gehouden werden van „achttien-
maanders" (hengsten en merriën), namelijk te
IJzendijke, Axel en Hulst, welke toekomst hebben.
H.V. „Ons Belang" te Schoondijke werd ontbonden,
doch de overige bleven intact.
Steeds meer wint ook in fokkerskringen de over
tuiging veld, dat alleen het fokken van eerste soort
paarden, in hoofdzaak fokmateriaal dus, loonend is
voor het bedrijf.
Schapenfokkerij en -houderij. De prijzen waren
slecht, zoodat de resultaten teleurstellend waren.
Voor magere schapen werd gemiddeld 810 cent,
voor 9 10 maandsche lammeren 1012 cent, voor
vette schapen 13—15 cent per kilo betaald. De
prijs van de wol 'bedroeg gemiddeld ƒ0,50 ƒ0,60
per kg.
Terwijl er in 1934 slechts 37 der geleverde wol
bij de prima en eerste kwaliteit kwam, is dit per
centage voor 1938 gestegen tot bijna 70 terwijl
2e en 3e kwaliteit belangrijk teruggedrongen is.
Varkensfokkerij en -houderij. Rond Middelburg
en ook in Zuid-Beveland neemt de belangstelling
voor de varkensfokkerij in het algemeen en voor het
Deensche varken dn het bijzonder toe.
Varkensfokkerij en -mesterij zijn van belang voor
de kleine gemengde bedrijven als inkomstenbron en
voor de gezinsvoorziening van spek en vet.
Geitenfokkerij en -houderij. De vraag naar goéde
stamboekgeiten en volbloed lammeren was nog
steeds grooter dan het aanbod. Beste stamboek
geiten werden in den loop van het jaar verkocht
voor 50 a 55. Gewone, niet-geregistreerde geiten
werden gemiddeld tegen prijzen van 14 tot 17,50
omgezet.
De melkgiften waren over het algemeen door de
droogte en schaarschen grasgroei belangrijk lager
dan normaal.
Gezondheidstoestand van den veestapel. Toen in
1937 onder de herkauwende dieren en varkens in
Zeeland een mond- en klauWzeerepidemie geheerscnf
had, van ongekende hevigheid, verwachtte men alge
meen, dat in 1938, in het ongunstigste geval, alleen
onder die veestapels, welke vrijgebleven waren, ae
ziekte nog wat zou voortwoekeren. Men twijfelde
er niet aan, of het vee, dat zoo ernstig aangetast
geweest was, zou nu toch wel geruimen tijd, mis
schien wel drie of vier jaar, volkamen inmuun tegen
mond- en klauwzeer geworden zijn. Deze verwach
ting is echter niet in vervulling gegaan. Ook in
1938 en speciaal in de maanden September tot en
met December brak een tweede epidemie uit, die
wel niet zoo kwaadaardig was als die van het
voorafgaande jaar, maar toch wederom veel verlies
en schade veroorzaakte. Het aantal aangiften
bedroeg gedurende het jaar 1938: 1870, terwijl aan
mond- en klauwzeer gestorven zijn: 120 runderen,
161 kalveren, 1 schaap, 106 varkens en 11 geiten.
Hierbij zijn buiten beschouwing gelaten de dieren,
die aan verschillende naziekten gestorven zijn of
moesten worden opgeruimd.
Andere besmettelijke ziekten in den zin der Vee
wet, zooals miltvuur, rotkreupel, schurft bij paarden
en schapen en varkenspest zijn in 1938 in Zeeland
niet geconstateerd.
Dit jaar werd reeds eind November met de tuber-
culosebestrijdrng, volgens Rijkssysteem begonnen.
Het aantal runderen, hierbij betrokken, bedroeg
16.000 stuks. De resultaten, vergeleken met die
van de voorafgaande campagne zijn nog niet bekend.
De hoop is echter gewettigd, dat, wanneer de wil bij
de veehouders voorzit, ernstig mee te werken, succes
in de toekomst zeker niet zal uitblijven.
Andere besmettelijke ziekten, als besmettelijk
verwerpen, zoowel bij paarden als runderen, infec-
tieuze uierontstekingen, goedaardige droes bij paar
den, kwamen in alle praktijkgebieden min of meer
uitgebreid voor.
Wat de parasitaire ziekten betreft, werden ook
in 1938 op tal van stallen verschillende wormziek
ten, speciaal bij jonge paarden, aangetroffen, en
menig dier ging tengevolge van de een of andere
wormziekte ten gronde. Het verdient aanbeveling
om, zoodra een paardenhouder constateert, dat in
den naherfst zijn veulens in voedingstoestand ach
teruit gaan, zijn veearts te raadplegen. Vele dieren
zullen dan behouden blijven, die zonder behandeling,
zeker aan verbloedingen etc. sterven.
Een andere parasitaire ziekte, die ook in Zeeland
meer en meer voorkomt, verdient onze volle aan
dacht, n.l. de sarcoptesschurft bij runderen, door
welk lijden dikwijls de melkers, ja soms geheele ge
zinnen besmet worden. Vooral op Walcheren is dit
lijden veelvuldig waargenomen. De beste behande
ling is die met .So 2 gas in zoogenaamde gascellen.
M.i. ligt hier een taak voor landbouworganisaties
om zulke gascellen op te richten en de aangetaste
dieren, onder leiding en toe'zicht van plaatselijke
dierenartsen te doen behandelen.
Pluimveehouderij. Uit het verslag van de V.P.Z.,
de vereeniging die de belangen van de pluimvee
houders in Zeeland behartigt, vermelden wij, dat de
afdeelinig Zuid^Beveland der V. P. Z. de rubrieken
pluimvee en konijnen verzorgde op de gehouden
kringtentoonstelling der Z. L. M. te Goes.
De eierveiling uitgaande van de afdeeling Zuid-
Beveland der V. P. Z. werd overgenomen door Öe
Fruitveiling te Goes, die haar voortaan zal exploi-
teeren als onderdeel van haar fruitveiling.
De Centrale voor eieren en pluimvee te Beek
bergen heeft voorgeschreven, dat met ingang van 2
Februari 1939 alle dieren op de vermeerderings-
bedrijven aanwezig, moesten zijn onderzocht op pul-
loruim. De V. P. Z. heeft de organisatie daarvan
ter hand genomen, waaraan de groote meerderheid
der belanghebbenden heeft deelgenomen.
In het najaar werd een cursus voor opleiding van
pluimveeselecteurs dn het leven geroepen, waaraan
door 6 personen werd deelgenomen. Leider van
dezen cursus was de heer B. van Asperen Vervenne,
die een 10-tal theoretische en practische lessen heeft
gegeven.
Alle cursisten zijn geslaagd en aan hen is het
diploma van Pluimveeselecteur der V. P. Z. uit
gereikt.
Tuinbouw. Wat de vollegronds-groenteteelt
betreft, kan vermeld worden, dat deze in het vroege
voorjaar door te late strenge nachtvorsten en in den
zomer door de aanhoudende droogte ongunstig ver-
loopen is. Vooral de zomergroenten hebben veel
geleden, doordat er niet alleen te weinig water in
den grond was, doch ook het gietwater soms een te
hoog zoutgehalte bevatte. Het optreden van luis
is mede oorzaak geweest, dat gewassen zooals sla,
bloemkool, spinazie enz. niet tot him recht kwamen.
De droogte gedurende de zomermaanden is mede
oorzaak geweest, dat vele groenten, o.a. kool, andij
vie, enz. niet op tijd konden uitgeplant worden.
In verband met het bovenstaande is de kilo
opbrengst in het algemeen niet meegevallen, de
prijzen daarentegen waren wel eenigszins hoogez
dan andere jaren.
Fruitteelt. Hoewel de fruitgewassen in het voor
jaar rijk met bloemknoppen bezet waren, is de oogst
in doorsnee matig geweest. Dit vond zijn oorzaak
in het feit, dat de bloei onder zeer ongunstige om
standigheden verloopen is.
Alleen de z.g.n. Engelsche krozen hadden goed
weer tijdens den bloei. In de maand April kwamen
herhaaldelijk vrij strenge nachtvorsten voor, waar
door sommige appels, peren en pruimen gedurende
de ontwikkeling bevroren. Verder was het gedu
rende de bloeiperiode meestal koud, guur en betrok
ken weer.
In den nacht van 8 op 9 Mei vroor het zoodanig,
dat de pas gezette vruchtjes en het blad van Vele
fruitgewassen voor een grooter of kleiner percen
tage bevroren,
De appels, peren, pruimen en kersen gaven op de
verschillende bedrijven zeer uiteenloopende oogsten.
Schurft .kwam in 1938 in de goed onderhouden
bedrijven weinig voor.
De oogst van de verschillende bessensoorten was
eveneens zeer uiteenloopend. Vooral bij de zwarte
bessen bleek, dat jonge goed onderhouden aanplan
tingen een goeden oogst gaven. De kiloprijs van alle
bessensoorten was goed te noemen en van de
zware bessen aelfs hoog.
De bramencultuur breidt zich steeds uit, in ver
band met de gunstige financieele resultaten der
laatste jaren. Voornamelijk op de veiling te Kapelle
worden reeds flinke hoeveelheden aangevoerd.
Deze aanvoer bedroeg jn:
1937 6.102 kg geveild voor 1750,87.
1938 12.879 kg geveild voor 4352,73.
In verband met de schaarschte aan fruit in andere
deelen van ons land Waren de prijzen van het fruit
het geheele seizoen goed te noemen en diëgenen die
dus een matigen oogst hadden zullen toch goede
financieele uitkomsten kunnen boeken.
Een groot gedeelte van het fruit is dit jaar in het
binnenland geplaatst. Een betrekkelijk klein per
centage peren en late appels o.a. Sterappel, zijn voor
export verladen.
Was er in 1937 sprake van een zeer grooten oogst
van Zure Bellefleur met lage prijzen, in het afge-
loopen jaar was de oogst van deze variëteit gering
en de prijs goed.
Door de hooge prijzen van het fruit i's er betrekke
lijk weinig fruit door de telers gekoeld. De hande
laren hebben evenwel flinke partijen Bramley Seed
ling en Schoone van Boskoop in de koelhuizen opge
slagen.
Van het centraal sorteeren aan de pakstations der
veilingen werd het afgeloopen jaar weer volop ge
bruik gemaakt.
Aan het pakstation te Goes werd een proef ge
nomen met het combineeren van fruit van verschil
lende aanvoerders, om zoodoende groote uniforme
partijen aan den handel te kunnen aanbieden.
Daarbij bleek, dat de handel voor deze grootere par
tijen hoogere prijzen gaf, dan wanneer het fruit in
kleinere partyen aangevoerd was. Aangezien deze
manier van werken den stelers ten goede komt en
ook de veiling door een vluggen verkoop, is men
daarmee voortgegaan en zullen in jaren van rijken
oogst groote uniforme partijen in betrekkelijk
korten tijd door den handel kunnen gekocht worden.
De omzet op de voornaamste veilingen bedroeg in
de laatste jaren:
Goes
1934
1935
1936
1937
1938
610.470,—
813.908,—
1.057.634,57
801.199,77
1.175.004,84
Kapelle
502.583,—
670.213,—
804.950,41
729.155,18
941.133,70
Door de betrekkelijk hooge fruitprijzen in het afge
loopen jaar worden weer heel wat jongeboomgaar
den aangeplant. In verband met de stijging der
bessen-prijzen worden deze weer door sommige
fruitkweekers in massa aangeplant. In jonge aan-
plantingen worden ze tusschen de boomen aange
plant om de eerste jaren den ondergrond productief
te maken. Door de teeltbeperking van vele land- en
tuinbouwgewassen wordt deze kans meestal benut.
Bloembollenteelt is hier van geringe beteekenis.
Bloementeelt is hier eveneens van weinig betee-
kpnis.
Het kweeken van vruchtboomen heeft in het afge
loopen jaar goede uitkomsten gegeven. Door den
aanleg van vele nieuwe aanplantingen en den gerin
gen afstand waarop men tegenwoordig de boomen
plant, zijn massa's jonge vruchtboomen noodig.
Naar het buitenland wordt weinig verzonden.
De keuring van onderstammen, ent- en stekhout
neemt steeds toe, terwijl de vraag ten opzichte van
het stekhout van bessen het aanbod overtreft.
De uitkomsten van het overige boomteeltbedrijf
blijven stationair vergeleken bij het voorgaande
jaar.
De teelt van tuinbouwgewassen voor zaad is min
der belangrijk en beperkt zich in hoofdzaak tot
spinazie, radijs, schorseneeren, kool en princesse-
boonen. Het telen van kool voor zaad is dit jaar
veel voorgekomen. Met uitzondering van de prin-
cesseboonen worden de genoemde gewassen op con
tract geteeld. De prineesseboonen worden meer dan
tot dusver het geval was, voor keuring door den
N.A.K. opgegeven.
Groenteteelt.
Sla. De glassla en de eerste volle-grondsla was
goed van kwaliteit; de late sla was minder goed
door de droogte en luisaantasting. Van de glassla
was de prijs goed. De vroege volle-grondsla was
l'aag in prijs, terwijl de late sla duur en schagrsch
was.
Andijvie. De kwaliteit van dit product was matig,
prijzen, matig, glas-andijvie duur.
Bloemkool. Vroege bloemkool was van goede
kwaliteit, met maJtige prijzen. De late bloemkool
heeft veel van de droogte geleden en was van min
der goede kwaliteit.
Peen. De peen heeft veel van de droogte geleden,
de prijzen waren echter het heele jaar vrij goed te
noemen. De glaspeen was duur.
Meloenen werden in verband met de hooge fruit-
pryzen goed betaald. De kwaliteit was goed, of
schoon het aantal vruchten per plant grooter had
kunnen zgn.
Peulen en dorperwten leverden een matigen oogst
met matige prijzen.
Zoowel de stam- als de stokboonen hebben veel
geleden van bladluis en mozaiefk-iziektedienten-