KORTE BERICHTEN.
RECHTSKUNDIG BUREAU DER Z. L. M.
Jaaroverzicht
van Koper Bayer'' of „Koper Bayer geconc".
Neemt men een dezer producten, dan dient men er
op te letten, dat de daarvan gegeven voorschriften
met betrekking tot de te gebruiken hoeveelheid
in acht worden genomen.
Teneinde de uitwerking van de bespuiting zoo
groot mogelijk te doen zijn, verdient het aanbeve
ling, de sproeivloeistof zéér licht over het gewas
te verstuiven, door den sproeidop tamelijk ver van
het loo'f verwijderd te houden en de bewerking te
herhalen als het geheel is opgedroogd.
Nadere inlichtingen omtrent de ziekte en haar
bestrijding worden gaarne door den Plantenziekten-
kundigen Dienst en zijn ambtenaren alsmede door
de Nederlandsche Uienfederatie te Middelburg ver
strekt.
RAPPORT OVER DE DEMONSTRATIE MET DE
GRONINGER METHODE VAN DRAINEEREN.
De demonstratie, welke verleden week door de
Werktuigencoimmissie is georganiseerd, mag zeer
zeker geslaagd genoemd worden. De opzet ervan
was, in Noord-Brabant bekendheid te geven aan de
manier van werken bij het draineeren, zooals die in
Groningen wordt toegepast.
Het denkbeeld tot het houden van die demonstra
tie was bij de Werktuigen commissie opgekomen,
omdat zij meende, dat deze manier een aanmerkelijke
besparing zou kunnen geven bij het draineeren.
Door de demonstratie is de Commissie in die mee
ning ten zeerste gesterkt. Iéder die het werk gezien
heeft, zal bemerkt hebben, dat veel minder grond
behoeft te worden verwerkt, dan bij het draineeren
volgens de Brabantsche methode het geval is.
IHet is misschien goed, een korte beschrijving te
geven van het gereedschap, en het materiaal, dat
wordt gebruikt en van den gang van het werk.
Gewerkt wordt met een zeer lange smalle, langs-
de lengte-as hol gebogen spade, een z.g. boor ge
naamd. Het blad van deze boor is 62 cm lang,
zoodat met deze boor in een steek een smalle steek
grond tot 60 cm diept'e kan worden weggestoken.
Met deze boor wordt een smalle gleuf gegraven,
van ongeveer 15 cm breedte. Moet men dieper dan
60 cm draineeren, wat in den regel het geval zal
zijn, dan gebruikt men voor den tweeden steek een
zelfde boor, met een veel langeren steel. De arbei
ders blijven dus op den vast'en grond staan, en gra
ven op die wijze een smalle sleuf tot 1,20 diepte toe.
Bg het steken met dé boor wordt reeds zooveel
mogelijk het verval in de sleuf gebracht. Daarna
schept mén den bodem van de sleuf uit met een holle
boor, welke horizontaal op den bodem komt te
rusten. Dit werk geschiedt ook van den vasten kant
af. Met deze z.g. schoffel brengt men door middel
van zichtjes precies het juiste verval aan. De bodem
van de sleuf is dan zoo glad als maar zijn kan,
terwijl die bodem een hollen vorm heeft, waarin
precies de drainbuis past.
Vervolgens gaat het eigenlijke buizenleggen be
ginnen. Men gebruikt daarvoor kraaglooze buizen.
Deze passen dan precies in den bodem, kunnen niet
opzij uitwijken en zoodoende verkrijgt men een
zuiver rechte drain. De buizen worden met een haak
gelegd, zoo gedraaid, tot zij precies aansluiten, eft
dan even aangetikt. Zij sluiten dan zeer goed aan.
Daarna kan bij veenigen ondergrond eerst wat veen
op de buizen worden gegooid, en heeft men dat niet,
dan b.v. een dun laagje turfstrooisel op de buizen
worden gestrooid. Dit voorkomt het dichtslempen.
Uit een beschrijving is de gang van het werk
natuurlijk niet zoo gemakkelijk te volgen. Maar
wanneer men het eenmaal heeft gezien, dan zal men
direct zeggen, dat dit werk veel eenvoudiger gaat.
Wel moet het werkvolk, dat men het werk laat
uitvoeren, nauwkeurig werken, doch dit zal toch
zeker geen bezwaar zijn. Ook voor hen is deze
methode zeer te prefereeren, omdat men van het
gemodder onder in de draingreppel af is, en alle
werk gebeurt vanaf den vasten kant.
Uiteraard hangt het van de kwaliteit der buizen
af, of deze methode kan worden toegepast. Men
moet volkomen rechte buizen hebben. Het materiaal
dat op de demonstratie werd gebruikt was schitte
rend van afwerking en de buizen sloten dan ook
prachtig aaneen. Er werd gewerkt met buizen
van een Groningsche fabriek. Zooals gezegd, was
dit kraaglooze materiaal prima van afwerking,
terwijl de prijs franco geleverd aanmerkelijk lager
was, dan voor de hier gewoonlijk gebruikte kraag
buizen.
Aan de hand van Groningsche gegevens werd
berekend', dat het draineeren van 1 ha land op deze
manier, tot een diepte van ongeveer 1 Meter, met
de drainreeksen op een afstand van 10 Meter inclu
sief het buizenmateriaal 150 zou kosten. Ieder
kan daar zijn eigen kosten tegenover zetten, en een
vergelijking maken over den kostprijs op de Bra
bantsche en de Groningsche methode. Ons inziens
zal de Groningsche methode in den regel veel goed-
kooper uitvallen. Gezien het mindere grondverzet
en de goedkoopere buizen, kan dat ook niet anders.
De Voorzitter van de Werktuigencommissie, de
heer Crezee heeft dan ook besloten, volgens deze
manier verder te werken. Na voorafgaande aan
vraag wil hij graag de gelegenheid geven, het werk
te komen bezichtigen.
Onze Werktuigencommissie is van meening, dat
de Groninger methode groote voordeelen biedt, die
hier in Brabant zeker wel eens nader mogen worden
bekeken. Alle nieuws is nog geen verbetering, doch
o.i. is deze nieuwe methode voor Brabant de moeite
van toepassen waard.
DE WERKTUIGENCOMjMISSIE
De proefnemingen, die in 1938 zijn genomen in
Leeuwarden, Burum en Stolwijk met het kunst
matig drogen van gras, helhben een bevredigend
verloop gehad. De uitkomsten hiervan zijn vermeld
in de eerste mededeeling van de commissie voor
kunstmatig drogen van gras, uitgegeven door het
Centraal Veevoeder Bureau.
Vanwege het Departement van Landbouw te
Edinburgh werden in 1938 in Schotland 24.000 ha
aardappelen te velde gekeurd.
Kwade harten in erwten (worden veroorzaakt
door mangaangebrek. Men izorge derhalve, ter Voor
koming Van deze kwaal, voor een voldoende man
gaanvoo rzi ening
In Californië wordt de suikerbietenteelt op groote
schaal bedreven, hetgeen aanleiding heeft gegeven
tot het ontwikkelen van groote machines.
De bieten worden geplant met 6-rijige plant-
machines, waarvan twee naast elkaar worden ge
trokken.
Perceelen Bintje, welke voorloopig te velde in
klasse A zijn gekeurd, moeten vóór 18 Juli a.s.
worden gerooid otrrt in deze klasse te worden ge
handhaafd.
Op het internationaal landbouwcongres te Dres
den heeft Ir. Trouvelot, directeur van het centraal
station voor landbouwzoölogie te Versailles, mede
gedeeld, dat de onderzoekingen gaande zijn, met
vooruitzichten op succes, om Coloradokevervrije
aardappelrassen te telen.
In de week van 5 tot 10 Juni 1939 zijn aan
gebracht 49314 Ibiggenmerken, tegenover 41523 in
de overeenkomstige periode van het vorige jaar.
De Deensche Veeartsenij kundige Dienst heeft het
eerste rapport gepubliceerd over de resultaten, die
men verkregen heeft met het nieuwe vaccine tegen
mond- en klauwzeer, dat bereid wordt volgens de
methode Dr. Sven Schmidt. De resultaten waren
over het geheel genomen gunstig, zoodat men van
dit middel goede verwachtingen heeft.
Van 28 Juli tot 7 Augustus a.s. zal te Cleveland
(Ohio) een internationaal congres voor pluimvee
teelt worden gehouden. Aan het congres is een
groote pluimveetentoonstelling verbonden.
De Minister van Economische Zaken heeft den
jachttijd voor alle soorten eenden, behalve berg
eenden en eidereenden, bepaald op 24 Juli 1939
11 Februari 1940.
DE NIEUWE PACHTWET.
Zoo langzamerhand worden enkele van de vele
questies, die de nieuwe Pachtwet oplëvert, beslist.
In strijd met de ministerieele opvatting, doch vol
komen overeenkomstig de wet en de rechtspraak
heeft de Pachtkamer van het Hof te Arnhem
beslist, dat van de beschikkingen, genomen door
een pachtkamer, op grond van art. 5 (verpachting
voor een bepaalden tijd n.l. van 13 jaren en op
grond van art. 7 en 8 der Pachtwet (buitensporige
verplichtingen aan den pachter bij contract opge
legd en te hooge pachtprijs en daartengevolge ver
nietiging der pachtovereenkomst) hooger beroep
o(p de pachtkamer van het Hof te Arnhem open
staat.
Blijft nog de vraag: Wat is pacht?
Er zijn verschillende beslissingen van pacht-
kamers, onder meer over het exploitèeren van een
hoenderpark; een pachtkamer (Zwolle) besliste, dat
dit geen pacht was, omdat het geen vorm van
bodemcultuur was (art. 1 lid 2).
Dezelfde pachtkamer besliste over een stuk gras
land, dat het eene jaar als hooiland en het andere
jaar als weiland werd verpacht, dat dit geen pacht
was, doch verkoop van toekomstige zaken en dat
het van geen belang is op welke wijze de inoogsting
plaats heeft, hetzij door runderen te laten weiden,
hetzij door het gras te maaien.
De Pachtkamer te Groningen besliste geheel an
ders, daar deze uitmaakte, dat bij verpachting voor
een jaar of korter van weiland, waarbij het land
aan den pachter verstrekt wordt om het overeen
komstig zijne bestemming te gebruiken en daarvan
de vruchten te trekken door middel van beweiding
wel pacht is in den zin van art. 1 der Pachtwet.
Zoo zien we, dat de meeningen nogal uiteen-
loopen.
Het standpunt van de Pachtkamer in Groningen
innemend, moeten we tot de conclusie komen, dat
de overeenkomst, waarbij A het recht krijgt om de
vruchten van de boomen te trekken, ook pacht is,
want of men nu de vruchten van het z.g. gepachte
laat trekken door zijn arbeiders of door zijn koeien,
doet niets ter zake.
Ik kan mij dan ook met dit standpunt niet ver
eenigen en voor mij blijft altijd het recht om alleen
de vruchten van een stuk land of 'boomgaard te
mogen hebben zonder verder eenig recht om den
grond te gebruiken, koop van toekomstige zaken.
De tegenwoordige wetgever is nog niet tot het
besef gekomen, dat het beter is, den ouden wet
gever zooveel mogelijk te volgen, dan te trachten
hem te verbeteren.
Had de wetgever de terminilogie van den ouden
wetgever overgenomen en eenvoudig in art. 1 der
Pachtwet gezet:
„Pacht is een overeenkomst waarbij de verpachter
zich verbindt tegen een pachtprijs aan den pachter
het genot van een hoeve of los land te verstrekken."
dan waren al deze questies achterwege gebleven,
daar het begrip pacht absoluut vast stond.
Door nu echter neer te schrijven „aan den pach
ter te verstrekken om te gebruiken en daarvan de
vruchten te trekken, heeft de tegenwoordige wet
gever deze moeilijkheden doen ontstaan.
Daarbij, komt nog, dat in het tweede lid van
art. 1 bij de begripsbepaling „hoeve" nog toege
voegd wordt: „onverschillig of op dat land veeteelt,
akkerbouw, tuinbouw, of eenigen anderen vorm van
bodemcultuur wordt uitgeoefend.
Pacht is dus alleen daar aanwezig, indien de
pachter het gepachte mag gebruiken en daarvan de
vruchten trekken; is er geen bodemcultuur, mag
de pachter den grond niet gebruiken, doch alleen
de vruchten trekken, dan is er geen pacht.
De Pachtkamer te Almelo besliste, dat bij „hoeve"
het land op den voorgrond blijft staan en de ge
bouwen een secundaire rol spelen. Volgens deze
Pachtkamer beteekent „pacht" niets anders dan
het land productief maken, het bebouwen, het be
zaaien en oogsten.
De pachter moet het volle genot van het ge
pachte hebben; heeft hij dat niet, dan is er geen
pacht.
Niemand zal toch durven volhouden, dat, zoo een
landbouwer b.v. zijn aardappelen, die nog te velde
staan, verkoopt aan een handelaar, dat die hande
laar pachter wordt, enkel en alleen, omdat hij het
recht krijgt om die aardappelen te rooien en tot
zich te nemen.
Zoo zal ook niemand kunnen beweren, dat, indien
A koopt de onbrengst van een boomgaard en deze
het recht krijgt de vruchten te hebben, dat die
kooper pachter van den boomgaard is.
Imimers in deze gevallen heeft de kooper geener
lei recht op gebruik van den grond; hij mag alleen
op den grond komen om zich in het bezit der vruch
ten te stellen.
De Pachtkamer van het Hof te Arnhem neemt
blijkbaar ook dit standpunt in, n.l. dat, zoo de z.g.
pachter geen recht van gebruik van den grond
heeft, van pacht geen sprake kan zijn. Dit blijkt
uit het volgende: Een ambachtsheerlijkheid besloot
hare gronden niet meer te verpachten, maar be
steedde het grondwerk, zaaien etc. aan aan vroegere
pachters, die alle uitgaven moesten begrooten en
inschrijven.
Voor die som moesten de aannemers al dat werk
verrichten, waarin dan een verdienste voor de aan
nemers zat, terwiijl de aannemer tevens een deel
kreeg van de hoogere opbrengst der producten.
IHet Hof te Arnhem besliste, dat (bij dit contract
van gebruik van het land geen sprake was en de
vroegere pachter, thans aannemer, slechts op den
grond arbeid te verrichten had of althans te zor
gen had, dat die arbeid behoorlijk verricht werd,
terwijl hij over de vruchten ook niets te zeggen
had.
Welnu, bij koop van vruchten te velde of vruch
ten aan een boom, heeft de kooper ook niet het
recht om den grond onder de boomen te gebruiken
en zal men dus tot de conclusie moeten komen, dat
in deze gevallen ook geen sprake is van pacht.
Het is te hopen, dat in deze en dergelijke geval
len spoedig eene beslissing van de Pachtkamer van
het Hof zal vallen, dan is dit duistere punt althans
weer opgelost. Mr. Z.
van den Voorzitter, gehouden te Hulst op de
Algemeene Vergadering der Z. L. M., op
Woensdag 7 Juni 1939.
2. Slot.
Gevolgen van de crisismaatregelen. Verschillende
crisismaatregelen mogen wel aanleiding geven tot
critiek, maar over het algemeen is men er toch wel
van overtuigd, dat zonder zulke maatregelen den
landbouw in ons land er hopeloos voor zou staan,
daar het ten eenenmale onmogelijk zou zijn te pro-
duceeren voor de wereldmarktprijzen. Dank zij het
hooge beschot van de tarwe hoorde men in het afge-
loopen jaar minder klachten over den lagen richt
prijs, doch de regeling van de consumptie-aardappel
teelt blijkt nog altijd een groot bezwaar te zijn en
de steun van de suikerbieten acht men, nu de op
brengst veel te wenschen overliet, beslist onvol
doende.
De opbrengsten van verscheidene producten waren
hooger dan in 1937. Hier stond echter tegenover,
dat vele prijzen lager waren dan in 1937.
Voorts kan nog worden vermeld, dat de koop- en
pachtprijzen nog een weinig gestegen zijn.
De uitkomsten met de teelt van tarwe, zomergerst
en erwten waren bevredigend. In sommige gevallen
ook die van vlas en uien.
Tot de verliesgevende teelten moeten in het ver
slagjaar worden gerekend die der veldboonen, stam-
boonen, suikerbieten en in sommige gevallen uien
(ziekte), vlas (kwade koppen en droogte) en aard
appels.
Financieele uitkomsten van de veehouderij. Het