Keuringsdienst ZEELAND. Uit een geheim weekboek van Bram uit den Slikhoek. Brieven uut Zuud-Beveland. een anderen bedrijfstaJk werkzaam zijn. Hierdoor zal het mogelijk zijn de aanvragen der landbouwers het eerst te behandelen. In dit verband is erop gewezen, dat verloven, die pas na den oogsttijd afkomen, veel van hun waard'e zullen hebben verloren. Tenslotte wordt de aandacht van den Minister gevestigd op de groote moeilijk heden, die door de militaire maatregelen op het platteland zijn ontstaan. Een langdurige afwezig heid van het hoofd van het bedrijf beteekent in zeer vele «gevallen onherstelbare schade en brengt in elk geval voor de betrokkenen groote kosten voor ver vanging met zich mee. Op kleine bedrijven is ver vanging zelfs geheel onmogelijk:. Ook in Zeeland heeft de weinig snelle afwerking van de binnengekomen verzoeken aanleiding ge geven tot klachten. De in West Z.-Vlaanderen werkzame landbouworganisaties hebben één dezer dagen een telegram aan den Minister van Defensie gezonden, waarin erop wordt aangedrongen, dat aan de onder de wapenen zijnde landbouwers ten spoedigste groot verlof wordt verleend. Het Dagelijksch Bestuur heeft in een aan den Minister gericht schrijven aan dit verzoek adhaesie betuigd. Het heeft genoemd bestuur bevreemd, dat, volgens ontvangen mededeelingen, in West Z. Vlaanderen aan ongehuwde, buiten den landbouw staande dienstplichtigen, die geen bedrijfsleider zijn, groot verlof is verleend, terwijl gehuwde bedrijfs leiders van landbouwbedrijven onder de wapenen worden gehouden. Wij hebben eveneens den indruk, dat met de landbouwbelangen niet voldoende rekening wordt gehouden. Bezwaren, die verbonden mochten zijn aan het verleenen van verlof aan een groot aantal landbouwers, kunnen o.i. grootendeels worden onder vangen door inschakeling van werklooze dienst plichtigen. Kosten en schade aan de bedrijven zul len hierdoor worden voorkomen. De toestand in den landbouw is nog allesbehalve rooskleurig, zoo dat het opleggen van meerdere lasten zooveel moge lijk moet worden vermeden. Intusschen komt steeds scherper de vraag naar voren op welke wijze in den bestaanden toestand verbetering kan worden gebracht. Veelal wordt alle hoop gevestigd op de Regeering, die inderdaad een overwegenden invloed op de productenprijzen uit oefent. Indien echter de landbouw de Regeering van de redelijkheid en de billijkheid van zijn ver langens wil overtuigen, moet over een behoorlijke documentatie kunnen worden beschikt. Hiervoor is allereerst een goed geoutilleerd landbouwapparaat noodig. De vraag kan worden gesteld of de landbouw thans wel behoorlijk is toegerust. Hierop heeft Dr. Frietema in de laatstgehouden aig-cmeene vergadering van de Holl. Mij van Land bouw een antwoord gegeven. Hij sprak als volgt: ,,Ik wijs U erop, dat het groote Nederlandsche Landbouw-Comité behalve het bestuur bestaat uit twee menschen: Dr. Molhuysen en den heer Smit, dan een juffrouw die wat typt, en verder ongeveer niets. Spreekt U eens met Prof. Molenaar, die secretaris is van den Bond van Nederlandsche Werkgevers. Zoodra U de Nieuwe Rotterdamsche Courant neemt, vindt U öf van de Amsterdamsche óf van de Rotterdamsche Kamer van Koophandel óf van het Verbond van Werkgevers de opmerking, dat de landbouwcrisis op zoo'n rare wijze wordt opgelost. U vindt verhalen met cijfers, die nogal wat indruk maken in den regel, en U moet zich afvragen, hoe de bezetting is van een dergelijk bureau, dat in heel veel gevallen tegen U vecht en aanslagen doet op Uwe eischen en belangen. De heer Molenaar beschikt, naar men mij verteld heeft, over zes afgestudeerden van Rotterdam en acht juristen. Met dat apparaat treedt hij op tegen den georganiseerden landbouw, die nog niet in staat is datgene te doen, wat hij doen moet in Uw belang. Het is od grond daarvan, dat ik gezegd heb: orga niseert U, probeert het zoover te brengen, dat de Nederlandsche boer ook in dat opzicht voor den dag komt zooals het behoort. Ik geloof, dat dan Uw positie aanzienlijk sterker zal zijn bij al deze dingen, die hier een voorwerp van discussie zijn, dan op het oogenblik het geval is". Tot zoover de heer Frietema, die hier onomwon den vaststelt, dat de bezetting van de centrale organisatie zeer onvolledig is. Het wil ons voor komen, dat daarmee inderdaad een zwakke plek in het landbouwapparaat is aangewezen, waaraan niet genoeg aandacht kan worden geschonken. Dat er nog andere methoden zijn, waarop de boeren hun wenschen aan de Regeering kenbaar maken, leert ons het buitenland. Op 25 Juni j.l. hield het Boerenfront te Brussel een betooging, waaraan ongeveer 25.000 boeren deelnamen. Bij die gelegenheid is een z.g. melkstaking afgekondigd, tengevolge waarvan de boter- en melkverkoop werd stopgezet. Afgezien van de vraag of de toepassing van een dergelijk middel geoorloofd moet worden geacht, verwachten we van een melkstaking weinig succes. Uit het feit, dat daartoe is overgegaan, blijkt echter heel dliidelijk, hoe kritiek de toestand voor de Belgische veehouders is geworden. Men zal zich herinneren, dat eenigen tijd geleden in de Tweede Kamer in verband met de bestrijding van den coloradokever de vraag is gesteld voor wiens rekening de kosten van de uitvoering der bestrijdingsmaatregelen zullen komen. Hierop heeft de Minister destijds geantwoord, dat de kosten van bestrijding deels door de belangheb benden zelf, deels door het Rijk zullen moeten wor den gedragen. Met het oog hierop zou aan de Staten-Generaal worden voorgesteld om de begroo ting van Econ. Zaken met ƒ350.000 te verhoogen. Een daartoe strekkend wetsontwerp is tot nu toe nog steeds niet ingediend. Het zal vermoedelijk wel najaar worden voordat dit ontwerp tot wet zal kunnen worden verheven. Het Tweede Kamerlid Marchant et d'Ansembourg heeft er daarom bij den Minister op aangedrongen om de landbouwers in Noord-Brabant en Limburg, die mede in het belang van geheel Nederland voor de (bestrijding van den kever steeds grootere uit gaven moeten doen onmiddellijk geheel of gedeelte lijk schadeloos te stellen voor de gemaakte kosten. Wij ondersteunen gaarne dit verzoek. Wat echter voor de Brabantsche en Limburgsche aardappel telers bepleit wordt, geldt o.i. evenzeer voor de Zeeuwsche verbouwers. Naar onze meening is het sproeien met loodarsenaat in de eerste plaats een landsbelang terwijl' het belang van den betrokken aardappelteler pas in de tweede plaats komt. Ver goeding van gemaakte onkosten lijkt ons dan ook alleszins billijk. Met de varkensprijzen blijft men sukkelen. Deze prijzen waren in den laatsten tijd van dien aard, dat de mesterij geheel verliesgevend was geworden. De Veehouderijcentrale heeft met het oog op den onhoudbaren toestand in de tweede helft van Juni maatregelen genomen tot steun van de varkensmarkt. De prijzen van de baconvarkens werden met 2 cent per kg geslacht gewicht verhoogd, terwijl vanhf 26 Juni j.l. de ge legenheid is geopend om bij de Veehouderijcentrale varkens boven het zoutersgewicht ter levering op te geven. De afname van deze varkens zal plaats vinden tusschen 4 Augustus en 16 September a.s. tegen een prijs van 26 cent per pond levend gewicht. Ondanks deze maatregelen "kan van een loonende varkenshouderij nog allerminst worden gesproken. Dit blijkt duidelijk uit de productiekosten van het mesten van varkens waarover onlangs een com missie, ingesteld door de Friesche Coöp Export slachterij te Akkrum een rapport heeft uitgebracht. In dit rapport zijn de productiekosten van vette biggen vette zeugen en zouters berekend. Volgens het Friesch Landbouwblad heeft de commissie ge bruik gemaakt van de gegevens van twee weide- bedrijven met rundveehouderij en varkensmesterij, die over een geheel gescheiden boekhouding wat varkens en koeien betreft beschikken terwijl deze gegevens getoetst werden aan praktisch inzicht en ervaringen. De commissie komt op grond van deze gegevens tot de slotsom, da^t de totale productiekosten van vette biggen met inbegrip van een ondernemers winst van 1.73 cent per pond gemest, 27% cent per pond levend gewicht bedragen. Voor vette zeugen werd een totale kostprijs be rekend van 27 cent per pond levend gewicht, waarin begrepen een ondernemerswinst van 2 cent per pond. Tenslotte becijferde de commissie de productie kosten voor een zouter van 90 kg op 51,30 of 28% cent per pond levend gewicht met inbegrip van een ondernemerswinst van 3 cent per pond. Mlen ziet hieruit, dat de door de Veehouderij cen trale vastgestelde prijs van 26 cent per pond voor zouters praktisch geen winst toelaat. Laat ons hopen, dat zij de door haar vastgestelde prijzen spoedig zal herzien. Red. ROOIEN VAN POOTAARDAPPELEN. Vóór 1 Augustus is het oogsten van aardappelen slechts toegestaan, wanneer deze geteeld zijn op een tuinbouwteeltvergunning of een oogstvergunning van de Nederlandsche Groenten- en Fruit-Centrale. Houders van goedgekeurde perceelen pootaard- appelen, die deze yóór 1 Aug. geheel of gedeeltelijk willen rooien, dienen in het bezit te zijn van een schriftelijke toestemming, welke voor verbouwers, woonachtig in de provincie Zeeland, worden af gegeven door den Keuringsdienst Zeeland, Land- bouiwhuis te Goes. Alvorens met rooien van goedgekeurd pootgoed te beginnen, vrage men derhalve toestemming aan den Keuringsdienst Zeeland. Deize toestemming wordt verleend onder voor waarde, dat deze aardappelen vóór 1 Augustus niet in den handel zullen worden gebracht en zoodanig worden opgeslagen, dat controle te allen tijde mogelijk is. Teneinde moeilijkheden te voorkomen, vrage men derhalVe tijdig een rooivergunning voor goed gekeurde aardappelen aan, onder vermelding van de oppervlakte welke zal worden gerooid, benevens het ras. U ontvangt dan van den Keuringsdienst Zee land een schriftelijke verklaring, waarop vermeld is, dat rooiïng is toegestaan. iDeze regeling geldt tot 1 Augustus 1939. 28 Juni5 Juli. Het zomersch weer houdt nog steeds aan. Neer slag kennen we haast niet meer. De nachten zijn zelfs droog geworden. Wanneer het nu niet binnen kort regent, zal de oogst er vlug zijn. Je kimt al van die gele plekken in erwten en in vlas zien komen en dan duurt het niet meer lang. De erw- tenoogst lijkt van 't jaar wel goed te zijn, weinig verbrande bloemkelken en geen knopmaden heb ik aangetroffen. Er is bij ons wel wat minder stroo dan verleden jaar, maar bij goed oogstweer zal de opbrengst zeer zeker goed zijn. Verleden week zag ik in Zeeuwsch-Vlaanderen op een proefveld, dat bestuiving met Derris beter resultaat gaf dan nat- bespuiting. Nu van de week op 't proefveld van de N.A.K. zagen we 't zelfde resultaat. Stuiven is duur, maar als het effect beter is, dan 't volgend jaar stuiven. Een vlasser beweerde, dat natbespui- ting ook slecht voor het lint was, doch dat heb ik nog niet hooren bevestigen. De bieten groeien goed, niettegenstaande de droogte. De schildpadtorretjes hebben op vele plaatsen nogal huisgehouden en veel bladen vol gaatjes geprikt. In Zeeland hebben we van "t jaar van de bietenvlieg geen last gehad, in 't Noorden van ons land nog al veel. Ook in den Wieringermeer is deze vlieg ook al in groote vluch ten waargenomen. Dachten we een maand geleden, dat onze soldaten met groot verlof zouden komen, zelfs kwamen er enkelen, op 't oogenblik is de toe stand weer kritiek geworden. Ons Ministerie is ook' op stap gegaan. De positie van den Minister van Oorlog of een beetje netter gezegd van Defen sie is niet benijdingswaard op dit moment en om een nieuw Ministerie te vormen naar ieders genoe gen, zal zeker niet meevallen. Laten we hopen, dat het nog meevallen zal, misschien krijgen we nog wel een Minister van Landbouw, je kunt 't nooit weten, 't Is op 't, oogenblik druk met excursies en reizen, iedereen gaat tegenwoordig eens op reis. De boerinnenbond is ook al een groote reis gaan maken. Ik zou wel eens een gramofoonplaat op willen nemen in de bus, dat zou wel wat moois zijn om op den ontwikkelingsdag af te draaien. Nu we hopen, dat ze een gezellige reis hebben, een mensch moet er eens een keer uit, ik hoor mijn vrouw al zeggen: ,,Zoo dikwijls gebeurt dat niet". XXXH. 5 Juli 1939. 't Is wi a een poosje elee, dat Pier wi es wat van zen eige leaten ooren eit. Ja, in de zeumer voal et vo een boer nie mee, as den un potloód in zen vingers neme mot, dan is ten liëver bie zen peeën in petoaten inizo. Temet da'k zo zitte te schrieven geat tet zo es lekker an 't regenen, 'k gloöve dat ter noe wè in een 'groote beoefte ver zien oort, wan wèn dan noe toch wè een dróge voor- zeumer oad voroal de weien, die èn vo der dop pen oad oor, ze zèn wè es, je kan -van een ende een luus der op zien lópe, ma dat is wè wear ok, nèzowè as d'ooiweien, die weare ok nie tzwear, ma dat der is, is goed, da's ok wat weard. De landbouwvruch- jes, die kun nog a goed bokse tegen de droogte, a je dan temissen gin losleatende grond eit. Vo 't vlas zoud ilke wéke wè es flink motte regene, ma di is tet noe te leate vo, wan vee goed vlas is der nie, in a je dan nog een bitje gewasje eit, dan zie je nog gin kopers, 'k dienke da men zeis wi wé zulle kunne trokke, ma da's dirom oaltied nog beter as moaie, wan dan meak jer dikkels nie vee van. Oe èn julder tet mit de keuring van de gewasjes Geeste èn 'k tienen vo, in de petoaten èn 'k nog een flinke lappe in A. Om vroeg te rooien za 't nie mee voale, wan vee mudden zitten der nog nie aan oor, a je dan noe nog ma verzekerd was van een goeie pries, dan kon 't nog een bitje, ma di zie'k nie vee eil in. De vroege petoaten bin grotendèèls wi d'eure- droaid in inekuuld, dus zo erg mooi steat et der nie vo. Nèè jóng, as 't buutenland der nie om komt is 't dikkels nie vee weard, zou dat noe oaltied nog du die Colleroadekever kommen diek? zowat il'ke keer as der een kever evonden oort zette ze et in1 de krante, ni mien .gedachte konne ze beter schrieve dat den lesten operuumd was. Dan kon 't buuteland temissen de keVer nie mi gebruuke as een stok om den ond te slean. 't Span der oares wi ma in 't buuteland, wat zouw di noe wi es van uutbroe, 'k oope ma dat ze der verstand gebruuke as ze't èn temissen. Ier in 't binneland bin ze't ok nog nie erg z'èns mit 't uut- geVen van de dubbeljes. Noe ze toch nieuwe minis ters anschaffe, moste ze der ons ok ma es èène geve vo de Landbo u w, die zouw werk genoeg én, in 't zouiw glad gin overbodige weelde weze, as der dan ma èèn is die vo de landbouwbelangen op komt, oares èn 'k liever dat zen ma bie der ouwe. 'k Za der wi es uut motten sdhèè ok, wan 't is beddetied, wan vannacht èn 'k ok nie vee esleape, illk oalf uure vroeg de vrouwe, tPier oe leate is 't a, wan ze is vanocbend a vroeg mit de boerinnebond opreize egea, tegeare mit de vrouwe van buurman Joap, ze magge toch ok wè es wat èn 't is noe in den tied om opreize te gean in escursies 't ouwen. Noe men 't di toch oVer èn, èn julder a ni 't Land- bouwproefbedrief ewist in de Wulleminapolder, nie? dan motte je dat zeker gouw doe, 'k èn der zeis a een pear keer ewist van 't jear, dir is wat te zien oor. Leate d'e Landlbouwvereenigingen inzo der eige di noe es vóspanne in komme dan mit een èèl kooije tegeare. Dat proefbedrief dat is eelegeare te ge rieve \an ons oor, in as je der dan noe nooit es ni ge a kieke, dan wee j'ok nie wat of ze vo je doe ok. De leider op dat bedrief èèt Schipper, ma 't is ok een schipper die rechte stuurt ok oor. Wi ma es tot een oare keer. PIER VAN DE GOSVAZZE.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1939 | | pagina 2