Redactioneel Gedeelte ECONOMIE. behoort te versterken zooveel als in zijn vermogen ligt. Niet-georganiseerden moeten door de leden worden ingelicht over het werk dat de Z. L. M. in het belang van den landbouw in Zeeland verricht en zij dienen er van te worden overtuigd, dat iedere boer of tuinder in Zeeland het zich tot een plicht behoort te rekenen om tot de Z. L. M. toe te treden. In 1943 bestaat de (Z. L. M. 100 jaar. Laat een ieder, die het weimeent met de Z. L. M. alles in het werk stellen om het ledenaantal van de Z. L. M. in den korten tijd die ons voordien nog1 rest, belang rijk omhoog te voeren. Welaan dan, een ieder daarvoor aan het werk! B. Algemeene leden. Verslag van den landbouw in Zeeland over 1938. Het zaaien der wintergewassen had onder gunstige omstandigheden plaats. iDe winter bleef vrijwel zonder vorst, zoodat de veldvruchten hiervan geen nadeel ondervonden. In Januari viel bijzonder veel neerslag. Eind Februari en begin Maart 'kon reeds met het landwerk begonnen worden. De bodem structuur liet weinig te wenschen over. De voor- jaarszaai zette bijzonder vroeg in, mede door de zachte maand Maart. Door elkaar genomen was de voorjaarszaai onge veer een maand vroeger dan in 1937. De voorsprong door het vroege zaaien ging ver loren, door het koude, schrale weer in April en Mei. Juni en de eerste helft Juli waren gekenmerkt door veel droog, schraal en winderig weer, wat rem mend werkte op de ontwikkeling van vele gewassen. Eind Juli begon het wat warmer te worden. De oogst kwam dit jaar vrij laat en zoo hier en daar werd door plaatselijke onweersbuien nogal wat stagnatie ondervonden. Over het geheel kwamen de gewassen echter- goed binnen. De herfst was erg droog, wat het rooien van de aardappels en suiker bieten in de hand werkte, doch. het weiland onder vond hiervan veel nadeel. Wat de afzonderlijke gewassen betreft kan het' navolgende worden vermeld: Tarwe. De stand van dit gewas was over 't alge meen goed. Een uitzondering moet echter gemaakt worden voor de enkele perceelen Joncquois, die bui tengewoon veel van roest te lijden hadden en dien tengevolge een lage opbrengst gaven. De opbrengst was goed' te noemen: 5065 hl per ha. De kwali teit was matig tot goed. In sommige partijen*kwam tengevolge van den regen nog blauwpuntigheid voor. Gerst. Wintergerst wordt in Zeeland weinig ver bouwd. Het gewas heeft tijdens het rijpen veel schade ondervonden van den wind, zoodat somtijds meer dan de helft der korrels verloren ging. Ook de zomergerst heeft op sommige plaatsen nogal wat van den wind geleden, doch in mindere mate dan de wintergerst. De zomergerst hhd een goeden tot zeer goeden stand. De opbrengsten bedroegen 6075 hl per ha. De kwaliteit was over het geheel vrij goed, al liet de blankheid van sommige partijen wel wat te wen schen over. Rogge. De opbrengsten bedroegen ca. 50 hl per ha. Haver. De stand was den geheelen zomer goed tot zeer goed. Het beschot was hoog, het beliep n.l. van 80 tot ruim 100 hl per ha. Veldboonen. Dit gewas bleef door de droogte erg kort. Bovendien werden zoo goed als alle perceelen ernstig geteisterd door luizen, zoodat de opbrengst soms niet meer was dan de helft van de normale. Ze liep uiteen van 1540 hl per ha, terwijl de kwaliteit maar matig was. Erwten werden meer verbouwd' dan het vorige jaar. In sommige perceelen richtte de thrips al vroeg schade aan. Overigens was de stand goed tot zeer goed. De opbrengst was voor schokkers van 4555 hl en voor kleine groene van 40 tot ruim 50 hl per ha. De kwaliteit was over het geheel goed. Stamiboonen waren evenals de veldboonen slecht door de droogte en door den sterken wind liet dit ge was in zijn ontwikkeling veel te wenschen over. De opbrengsten bedroegen ongeveer 1525 hl per ha. Het zaad was klein van stuk. Koolzaad kwam niet veel voor. De stand was goed tot zelfs zeer goed. Het beschot beliep van 3545 hl per ha. Vlas kwam meer voor dan in andere jaren. Vele perceelen hadden last van thripsaantasting en droogte. De kwaliteit liep nogal uiteen. Door de sterke vertakking was de zaadopbrengst aan den hoogen kant. De opbrengst aan ongerepeld vlas liep uiteen van 70009500 'kg per ha. Aardappels. Vele vroege aardappels vroren af in den nacht van 8 op 9 Mei. Later heeft het gewas vooral op lichtere gronden veel van de droogte ge leden. Phytopht'hora kwam gelukkig weinig of niet voor. De opbrengsten liepen uit den aard der zaak veel uiteen. Van Zeeuwsche Blauwe en -Bonte van 150'220 hl (consumptiemaat) en de overige soorten zooals Bintje, Bevelanders, Eigenheimers enz. van 280400 hl per ha. Suikerbieten. Dit gewas is in 1938 erg tegen gevallen. Droogte, bladluizen en vergelingsziekte waren oorzaak, dat het gewas zich over het geheel slecht ontwikkelde. Buitengewoon talrijk waren de zaadbieten. Het gewicht zoowel als het suiker gehalte bleven beneden het normale; het eerste be droeg ongeveer 30.00045.000 kg per ha, terwijl het laatste volgens onderzoek aan de Coöp. Suikerfabriek Dinteloord gemiddeld 16,63 bedroeg. Het vorige jaar was het gemiddelde gehalte aldaar 17.3 Voedergewassen. De droogte en het schrale weer waren oorzaak dat de opbrengst van het wei- en het klaverhooi beneden het middelmatige bleef. Alleen de lucerne hield zich beter. De opbrengsten van de voederbieten konden evenals die van suikerbieten wat hooger geweest zijn. Wijzigingen in de cultuur. In het algemeen kwam in de verhouding der oppervlakte beteeld met de onderscheidene gewassen weinig verandering tegen over het voorafgaande jaar. De teelt van koolzaad, vlas, erwten en uien breidde zich wat uit ten koste van aardappels en tarwe. Vooral Ftansche tr.rwe- rassen werden aanmerkelijk minder verbouwd. Gebruik van kunstmeststoffen. Het gebruik van kunstmeststoffen veranderde weinig. De zwavelzure ammoniak wordt meer en meer verdrongen door de kalkammonsalpeter, terwijl op de oudere kleigron den superfosfaat meer en meer het veld moet ruimen voor slakkenmeei. Arbeidsloonen. De aribeidsloonen zijn dit jaar vrijwel overal iets gestegen, wat tengevolge had, dat vooral in het slappe seizoen minder arbeiders in dienst werden gehouden, terwijl men hier en daar het boken van vlas naliet en het onbehandeld naar België zond. Wordt vervolgd KON. NEDERL. LANDBOUW-COMITÉ. Onder voorzitterschap van den heer H. D. Lou- wes te Ulruim werd op Woensdag 21 en Donderdag 22 Juni 1939 de maandelijksche -vergadering der Eerste Af deeling te 's Gravenhage gehouden. Gelukwensch Minister Oolijn. Besloten werd den Minister van Algemeene Zaken en Minister van Financiën a. i. Dr. H. Oolijn, telegrafisch geluk te wenschen met zijn 70sten verjaardag. Departement van Landbouw. Het Bureau werd gemachtigd om, zoo mogelijk in samenwerking met de andere Centrale Land bouworganisaties, een request te doen uitgaan aan H M. de Koningin, waarin voor het wederom in stellen van een departement van Landbouw, al of niet gecombineerd met Visscherij, wordt gepleit. LandbouWverlof aan gemobiliseerden. Geklaagd werd over de trage wijze waarop de aangevraagde landbouwverloven worden verleend. Het schijnt voor te komen, dat zakenmenschen spoediger verlof krijgen dan landbouwers of land arbeiders, hetgeen in verband met het karakter van den landarbeid, welke vooral seizoenarbeid is, niet juist moet worden geacht. Mededeeling werd gedaan van de stappen door het secretariaat te dezer zake gedaan. Gebleken is, dat het aantal aanvragen om zakenverlof c.q. land- bouwverlof zeer groot is. Met een reeds verdubbeld personeel, dat ook nog overwerkt, wordt getracht de afdoening van zaken te bespoedigen. Het zal echter nog geruimen tijd duren voor men met de aanvragen, welke naar volgorde van binnenkomst afgehandeld worden, gereed zal zijn. Inmiddels hebben de Centrale Landbouw Organi saties zich reeds schriftelijk tot den Minister van Defensie gewend met het verzoek, het verleenen van landbouwverloven te willen bespoedigen. Nagegaan wordt, of een bezoek ten Departemente van vertegenwoordigers der Centrale Landbouw organisaties en der landarbeidersorganisaties aan beveling verdient. Radiotelefonische uitzendingen. Van den Minister van Waterstaat was ter advi seering ontvangen het programma van de radio- telefonische uitzendingen, gedurende het zomer halfjaar. Besloten werd, den Minister te berichten, dat een en ander geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen. Huishoudelijke voorlichting ten plattelande. De aandacht werd er op gevestigd, dat het werk van de stichting voor huishoudelijke voorlichting ten plattelande bij voortduur groote belangstelling ontmoet. Aanvragen om cursussen stroomen bin nen; reeds thans zijn meer dan 800 cursussen in de meest afgelegen plaatsen van ons land gegeven. Echter hebben de inkomsten der stichting met de uitbreiding van het werk geen gelijken tred ge houden, waardoor de cursussen in het maken van beddegoed moesten worden gestaakt. Als niet spoedig verbetering komt in de geld middelen, zullen alle cursussen voor de tweede helft van 1939 moeten worden stopgezet. Opgemerkt werd, dat deze cursussen vooral ook van groot belang zijn voor den kleinen boerenstand, zoodat stopzetting zoo eenigszins mogelijk, moet worden voorkomen. Veeleer moet zelfs naar uit breiding van het aantal cursussen, en in verband daarmede van het aantal leeraressen, worden ge streefd. Besloten werd, eventueel in samenwerking met de andere Centrale Landbouw-Organisaties, stap pen te doen bij de Regeering teneinde voor de huis houdelijke voorlichting ten plattelande meer gelden ter beschikking te krijgen. Rundveehouderij. Gevreesd moet worden, dat, als gevolg van de naweeën van de mond- en klauwzeer-aantasting, een groot aantal stuks ongeschikt geworden ge- bruiksvee zal moeten worden opgeruimd. Door de droogte is de grasbloei veelal sterk terug gebleven, waardoor ook het hooiland moest worden geweid. De hooi-oogst van de eerste snede is dan ook algemeen matig en de kans is groot, dat vele veehouders a.s, herfst een tekort aan wintervoor raad zullen hebben. Het gevolg zal zijn, dat een gedeelte van den veestapel zal moeten worden ver kocht. Het gevaar is dan ook niet denkbeeldig, dat de herfstmarkten overvoerd zullen worden met vee, waardoor de prijzen zeer sterk zullen dalen. In ver band hiermede zou het van groot belang zijn, dat de regeering er toe zou kunnen besluiten, tijdig tweede en derde kwaliteit vee uit de markt te neitoen en teneinde een ruïneuze prijsdaling, inzon derheid ook dat van het vette vee, te voorkomen. Besloten wordt, de andere Centrale Landbouw organisaties voor te stellen, zich gezamenlijk te dezer zake tot de regeering te wenden. N otaris-tarieven. Naar aanleiding van een mededeeling van de ,ministerieele commissie inzake wettelijke regeling der notarieele tarieven, dat zij gaarne van de wen schen van den georganiseerden landbouw zal ken nis nemen, werd besloten, eventueel in vereeniging met de confessioneele Centrale Landbouw-Organisa- ties, opmerkingen te maken omtrent het tarief der verkopingen en de kosten van het passeeren van hypotheekacten. Tevens was de vergadering in meerderheid van oordeel, dat de kosten bij openbare verkoopingen ten laste van den verkooper moesten worden- ge bracht. Moeilijkheden dorpsmiddenstand. Door een der aangesloten organisaties werd er de aandacht op gevestigd, dat de dorpsmiddenstand in ernstige moeilijkheden kan geraken door de orde ningsmaatregelen voor den middenstand. Zulks werd uitvoerig uiteengezet aan de hand van de ordening van den boekhandel en den kan toorboekhandel. De Vereeniging ter bevordering van de belangen des boekhandels te Amsterdam heeft een regeling getroffen omtrent het in voorraad houden van boe ken, waaraan de dorpsboekhandel practisch niet kan voldoen. Voorts zijn de wettelijk vastgestelde vestigingseischen van den kantoorboekhandel zoo danig, dat op den duur de dorpsboekhandel vrijwel zal verdwijnen, waardoor het niet meer mogelijk zal zijn ten plattelande papier, enveloppen, zak boekjes e.d. te koopen, hetgeen veel ongerief zal veroorzaken. Besloten werd de bevoegde instanties op het ge vaar van verdringing van den plattelandsmidden stand te wijzen en de aandacht te vestigen op de ongerijmdheid, dat aan plattelandszaken dezelfde eischen worden gesteld als aan zaken in de stad. EXCURSIE VAN DE BEDRIJFSSTUDIEGROEP „SOHOUWEN-DUIVELAND" De bedrijfsstudiegroep „Schouwen-Duiveland" maakte op 19 en 20 Juni j.I. een excursie naar enkele bedrijven in Noord-Holland en den Wieringermeer- polder. De heenreis verliep zeer voorspoedig, om 1 uur in den middag werd Alkmaar bereikt; alvorens verder te gaan werd eerst de inwendige mensch wat versterkt. Van uit Alkmaar werd eerst het melk- en fok- bedrijf van den heer Gronema te Wieringerwaard, een zeer bekend fokker, bezocht, wij zagen hier een prachtaantal stuks melkvee. De heer Gronema had van alle productie en vetgehalte in zijn hoofd, wij stonden verbaasd over de geweldige productie van sommige dieren. Eén van deze prachtdieren had zelfs een productie van 9000 kg gehad. Het jong vee mocht er ook zijn, vooral de jonge vaarzen maakten een goeden indruk. Aan alles was dan ook te zien, dat men hier te doen had met een fokker die voor zijn vee voelt en leeft. De voorzitter de heer Klompe was dan ook de tolk van allen toen hij den heer Gronema hartelijk dank bracht voor de ontvangst. Vervolgens werd een bezoek gebracht aan het bedrijf van den heer Waaijboer te Kolhorn, eveneens een zeer bekend landbouwer en veefokker. Op dit bedrijf was van alles te zien; naast een uitstekenden stal met melkvee zagen we hier prachtexemplaren van het Texelsche schaap. De heer Waaijboer is daarnaast ook nog fokker van het zware trekpaard. Op dit bedrijf werd een kijkje in het veld genomen. De heer Waaijboer is o.a. een bekend aardappelpoot- goed-teler, speciaal Eigenheimers. Aan het eind van den rondgang dankte de voor zitter den heer Waaijboer namens allen voor de prettige ontvangst. Daar het inmiddels avond was geworden en door dat de weg was afgezet kon niet meer het bedrijf van den heer Blaauwboer worden bezocht, zoodat de terugweg naar Alkmaar werd ondernomen, waar wij 8 uur arriveerden.

Krantenbank Zeeland

Zeeuwsch landbouwblad ... ZLM land- en tuinbouwblad | 1939 | | pagina 6