Zaterdag 1 «Juli 1939
IVo. 1641 31e Jaargang
WAARIN OPGENOMEN HET NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD
Officiéél Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z.L.M.)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Vereenigingen*
ZITDAGEN
WEEKOVERZICHT.
Keuringsdienst ZEELAND.
LANDBOUW-CRISISMEDEDEELINGEN
ZEELAND.
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
x
Dit blad verschijnt eiken ZATERDAG. Overname
slechts geoorloofd met duidelijke vermelding van bron.
Leden van de Z. L. M. ontvangen het blad gratis.
ABONNEMENTSGELD: voor leden der Nd-Br. M. v. L.
1,25 per jaar. Voor niet-leden der Z. L. M. of Nd-Br.
M. v. L. 5,per jaar.
REDACTEUR:
Ir J. D. DORST,
Secretaris Z. L. M.
Landbouwhuis Goes, Telef.
150.
ADVERTENTIETARIEF: 15 regels ƒ1,—; elke
regel meer 20 cent.
Regelabonnementen tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentiën aan de Uitgeefster, N.V.
v/h Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Neuzen, of
aan het Landbouwhuis te Goes.
Boekhoudbureau
en
Accountantsdienst
Z. L. M.
HULST: Maandag 3 Juli in Hotel van Haperen
„De Graanbeurs".
THRNEUZENWoensdag 5 Juli in Hotel! „D^
Pays Bas".
ST. MAARTENSDIJK: Donderdag 6 Juli in Hotel
„De Gouden Leeuiw" (de heer Nelisse).
MUDDELBUiRGDonderdag 6 Juli in Café „De
Eendracht".
TCHIOLEN: Zaterdag 8 Juli in Hotel „Hof van
Holland".
Eenige maanden geleden heeft in een bestuurs
vergadering van de Gron. Mij van Landbouw de
Voorzitter dier Mij, de heer H. D. Louwes een inlei
ding gehouden betreffende de overname der land-
bouwcrisisanaatregelen. Bij die gelegenheid heeft de
heer Louwes gewezen op het groote belang van het
wederinstellen van een
eigen Ministerie van Landbouw,
daar zij de noodzakelijke basis van een doeltreffend
landbouwbeleid vormt. De taak van den tegen-
woördigen Minister van Economische Zaken, die
zoowel de belangen van handel en industrie als die
van den landbouw moet behartigen, krggt hierdoor
een tweeslachtig en onoverzichtelijk karakter.
Deze uitlating heeft blijkbaar het Verbond van
Nederlaihdsche Werkgevers met bezorgdheid ver
vuld; althans heeft het Verbond het noodig gevonden
zijn meenjng over deze aangelegenheid, hoewel deze
uitsluitend den landbouw aangaat, ter kennis van
den Ministerraad te brengen.
De tegenwoordige toestand lijkt het Verbond in
alle opzichten de eenige juiste, omdat de belangen
van industrie, landbouw en handel in vele opzichten
met elkaar vervlochten zouden zijn. Een zoo groot
mogelijke samenwerking tusschen industrie, land
bouw en handel, blijft in hooge mate gewenscht.
De instelling van een afzonderlijk departement van
landbouw zou echter met deze doelstelling in strijd
komen.
Aldus het Verbond.
Zooal's bekend heeft het Verbond van Nederland-
sche Werkgevers zich steeds als één der heftigste
tegenstanders van de ten behoeve van den landbouw
getroffen prijsregelingen doen kennen. Wanneer
bier dan ook een zoo groot mogelijke samenwerking
tusschen industrie, handel en landbouw wordt
bepleit, komt onwillekeurig het vermoeden op, dat
tot dusver deze z.g. samenwerking den handel en
industrie wel geen windeieren gelegd zal hebben. Dit
wordt begrijpelijk als men bedenkt, dat de Minister
van Economische Zaken het standpunt inneemt,
dat de landbouw, in tegenstelling met de industrie,
zich tevreden moet stellen met vergoeding van de
noodzakelijke productiekosten.
Wij duiden het Verbond niet ten kwade, dat het
voor de belangen van zijn leden opkomt. Ieder
behartigt op zijn tijd zijn eigen belang. Het ligt
voor de hand, dat dit veelal, zij het dan ook min of
meer onbewust, geschiedt onder het mom het alge
meen belang te dienen, omdat men dan allicht een
meer welwillend gehoor zal vinden.
Ook het Verbond heeft weer dezen weg bewandeld
door het zenden aan de Regeering van een adres van
bovenvermelden inhoud. De hierin naar voren ge
brachte argumenten toonen o.i. overtuigend aan hoe
juist en hoe noodzakelijk het is, dat de landbouw zoo
spoedig mogelijk weer een eigen ministerie krijgt.
Nog steeds verkeert onze zuivel in een moeilijke
positie. Reeds jarenlang wordt getracht om door
geforceerden afzet naar Engeland bet overschot
aan boter kwijt te raken.
Mlen mag hieruit eohter niet concludeeren, dat in
ons land geen afzetmogelijkheden meer voor onze
boter zouden bestaan. Integendeel; van de ons
omringende landen is in ons land het boterverbruik
per hoofd der bevolking
verreweg het laagst,
terwijl het margarineverbruik bier te lande zeer
belangrijk is. Merkwaardig is in dit verband de con
fusie, waartoe de schrijver van een in „Economische
Voorlichting" gepubliceerd artikel over het boter
verbruik in verschillende landen komt. Zijn slotsom
is, dat in landen, waar maatregelen zijn genomen
om den boterprijs op de binnenlandsche markt aan
merkelijk boven het peil van de wereldmarkt te ver
heffen, het boterverbruik gelijk is gebleven of zelfs
is verminderd. Daarentegen is in landen, waar der
gelijke maatregelen in het geheel niet of slechts in
zeer gematigden vorm zijn toegepast, het boterver
bruik zeer gestegen.
Inderdiaad is, sinds in ons land ten aanzien van de
boter prijsregelingen werden getroffen, het verbruik
ervan vrij aanzienlijk gedaald. Tevens kan worden
geconstateerd, dat het dokteren aan den boterprijs
de margarinefabrikanten niet heeft verhinderd hun
binnenlandschen afzet te vergrooten. Zoo steeg -van
1936 tot 1938 het margarineverbruik met bijna 20
dat van boter met slechts 12
Dat onder deze omstandigheden aan de man
schappen van leger en vloot nog steeds margarine
inplaats van boter wordt verstrekt, heeft in land-
bouwkringen groote ontstemming gewekt. De F.N.Z.
en de 3 C.L.O. hebben al herhaaldelijk, laatstelijk nog
in Mei j.l., adressen tot de Regeering gericht met het
verzoek hierin wijziging te -en. Deze kwestie
is thans van des te meer beiahg, uu een veel grooter
aantal manschappen onder de wapenen is.
Inmiddels heeft het Tweede Kamerlid! Dieters aan
de Ministers van Defensie en Economische Zaken
eenige vragen
over deze kwestie gesteld, te weten:
Zijn de ministers bereid mede te deelen of het
juist is, dat ook: aan de voor de grensbewaking opge
roepen militairen in plaats van boter uitsluitend
margarine wordt verstrekt?
Zijn de ministers bereid eveneens mede te deelen
of het juist is, dat aanvankelijk overwogen is, aan
de bedoelde militairen wel boter te verstrekken, en
zoo ja, welke de redenen geweest zijn aan dit voor
nemen geen gevolg te geven, in het bijzonder of
zulks is geschied tengevolge van aandrang, uitge
oefend door belanghebbenden bij de levering van
margarine
Zijn de Ministers niet van meening, dat uiteinde
lijk een verandering dient te komen in de tot nog
toe te dezen algemeen toegepaste praktijken en dat
aan de manschappen van het leger in het belang
onzer volkshuishouding, in het bijzonder van den
landbouw, voortaan boter in plaats van margarine
behoort te worden verstrekt?
Wij hopen, dat deze zaak, die al zoo lang slepende
is, thans spoedig bevredigend zal worden geregeld.
Eén dezer dagen heeft de Nederlandsche Juristen
vereniging in Arnhem haar" jaarlijksch congres ge
houden. Ter opening hiervan heeft de Voorzitter.
Mr. Dr. A. D. H. Fockema Andreae, vice-president
van het gerechtshof te Arnhem, een rede uitgespro
ken over de
toepassing van de Pachtwet,
van welke rede wij een verslag aantroffen in de
N. R. Crt. van 23 Juni j.l. De heer Fockema Andreae
heeft deze gelegenheid benut iets te vertellen over
de werkzaamheden van de pachtkamer van het
Arnhemsche Hof, die zooals hekend in pachtzaken
in hoogste instantie uitspraak doet.
Spreker stond o.m. stil bij de beslissing van deze
pachtkamer over de vraag of los land, dat sinds
jaren telkens voor één jaar werd verpacht, ook onder
de nieuwe wet voor één jaar zou kunnen worden
verpacht.
Deze vraag is in het algemeen ontkennend beant
woord; de vroegere éénjarige verpachtingen zijn
niet beschouwd als een bijzondere omstandigheid,
waaruit een korte pacht redelijkerwijze voortvloeit.
Slechts één keer heeft de kamer tot dusver een
korte verpakking toegestaan. Het betrof het
geval, dat bij één contract de eerste grassnede werd
verkocht en het etgroen werd verkocht. Hier was
dus de verpachting verbonden aan den grasverkoop.
Deze omstandigheid achtte de pachtkamer voldoende
om daaruit redelijkerwijze de verpachting voor één
jaar te doen voortvloeien.
De heer Fockema Andreae acht het mogelijk, dat
dit geval, waarin verpachting voor korten duur
wordt toegestaan, met andere wordt vermeerderd.
In dit vèrhand; geeft spreker als zijn meening te ken
nen, dat de oppositie, die tegen de Pachtwet bestaat,
grootendeels zou worden weggenomen als vaststond
in welke gevallen een korte duur toelaatbaar is.
Tevens zou ten aanzien van de pachtprijzen moeten
vaststaan,, waar de grens van het laten van een
redelijk bestaan of van een buitensporige verplich
ting ligt. Het zou van belang zijn, aldus spreker,
als pachtkanuys en pachtbureaux hierbij' één lijn
trokken.
'Wij stemmen met deze uitspraak ten volle in. Ook
in de bestuursvergaderingen der Z. L. M. is deze
wensch met betrekking tot onze provincie tot uiting
gekomen.
Het verkrijgen van een vaste lijn vraagt echter
tijd. De uitspraken van de pachtkamer van het
Hof te Arnhem zullen hierbij in belangrijke mate
tot richtsnoer moeten dienen. Red.
AANGIFTE VOOR DIENKEURING.
Het Bestuur van den Keuringsdienst Zeeland
maakt bekend, dat uientelers, die hun uiengewas
oogst 1939, waarvan in 1940 zaad zal worden ge
wonnen, te velde wenschen te laten keuren, hiervan
vóór Maandag 10 -Juli 1939v ^hr;^)te}ijk kennis moe
ten geven aan het SecretTariaat^van den Keurings
dienst Zeeland, Landbouwhuis te Goes.
Men gelieve biji de opgave te vermelden: het ras
of de selectie, benevens de grootte en de ligging van
het perceel. Deze perceelen zullen tijdens of na het
optrekken der uien door de keuringscommissie wor
den beoordeeld.
UITERSTE INLEVERINGSDATUM TARWE
OOGST 1938.
De Gewestelijke Tarwe-Organisatie voor Zeeland
brengt nogmaals ter kennis van de bij de G. T. Z.
georganiseerde tarwetelers, dat alle door voormelde
tarwetelers zelf verbouwde tarwe van den oogst
1938 uiterlijk op 8 Juli a.s. aan de C. T. Z. moet
zijn geleverd.
Zooals bekend is ten behoeve van die telers, die
tarwe van oogst 1938 voor den zaai van de toe'.t
1940 willen bestemmen, een speciale regeling ge
troffen, waarvan reeds eerder mededeelTng is gedaan.
TELERS VAN VLAS.
De telers van vlas worden erop gewezen, dat de
opgaven van de beteelde oppervlakte, welke na
31 Mei bij de L. C. O. v. Z. zijn binnengekomen,
terzijde gelegd worden.
Bedoelde perceelen worden dus niet meer in de
steunregeling opgenomen, ook al zouden ze inimid-
dels getaxeerd zijn.
Bij verkoop van vlas moet de teler onverwijld
een verkoopbriefje (in drievoud opmaken en hier
van één exemplaar binnen 5 dagen na den dag van
verkoop bij de L. C. O. of den Districtssecretaris
inleveren.
De teler zelf is hiervoor verantwoordelijk en het
is dus raadzaam dit niet aan een ander, b.v. den
kooper, over te laten.
NIEUWE TOEWIJZING VAN MESTVARKENS.
Enkele dagen geleden werden de nieuwe toewij-
zingskaarten mestvarkens aan de georganiseerden
verzonden.
In verband met de mogelijkheid tot het indienen
van bezwaarschriften tegen deze nieuwe toewij
zing, zullen de volledige toewijzingslij sten tot
Zaterdag 15 Juli a.s. op de districtskantoren voor
belanghebbenden ter inzage worden gelegd, zoodat
alvorens een bezwaarschrift wordt ingediend, kan