NOORD-BRABANTSCH LANDBOUWBLAD
Zaterdag 6 iVlei 1939
No. 1633 30e Jaargang
WAARIN OPGENOMEN HET
Officieel Orgaan van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (Z.L.M.)
de Noord-Brabantsche Maatschappij van Landbouw en andere Vereemginger.
Dit blad verschuilt eiken ZATERDAG. Overname
slechts geoorloofd met duidelijke vermelding van bron.
Leden van de Z. L. M. ontvangen het blad gratis.
ABONNEMENTSGELD: voor leden der Nd-Br. M. v. L.
1,25 per jaar. Voor niet-leden der Z. L. M. of Nd-Br.
M. v. L. 5,per jaar.
REDACTEUR
Ir J. D. DORST,
Secretaris Z. L. M.
Landbouwhuis Goes, Telef. 150.
ADVERTENTIETARIEF: 15 regels ƒ1,—: elke
regel meer 20 cent.
Regelabonnementen tegen verminderd tarief.
Inzending van advertentiën aan de Uitgeefster, N.V.
v/h Firma P. J. VAN DE SANDE te Ter Neuzen, of
aan het Landbouwhuis te Goes.
ZITDAGEN
Boekhoudbureau
en
Accountantsdienst
Z. L. M.
OOSTBURG: Woensdag 10 Mei a.s. in ,,De Stads
herberg" (den heer Zonnevijlle).
TËRNEUZEN: Woensdag 10 Mei a.s. -in ,,Hotel des
Pays-Bas".
MIDDELBURG: Donderdag 11 Mei a.s. in ,,De Een
dracht".
ZIERIKZËE: Donderdag 11 Mei a.s. in „Huis van
Nassau".
VT Vergeet den ONTWIKKELINGSDAG
op Zaterdag 13 Mei niet. Wij verwachten
het Zeeuwsche platteland in grooten getale.
Het stiefkind van den Zeeuwschen boer.
D t 7 O T l/T den 10en ZEEUWSCHEN ONTWIKKELINGSDAG op
D t U t l\ I Zaterdag 13 Mei 1939, in de groote zaal van den
heer J. C. Krijger te Goes
iHet zal den lezer duidelijk zijn, dat wij met
het stiefkind ibedoelen het grasland in onze
provincie. Al moge dan ook in Zeeland het
bouwland overwegend zijn en de liefde van
den doorsnee Zeeuwschen boer er naar uit
gaan, dit neemt niet weg, dat het grasland ook
voor onze provincie van niet te onderschatten
belang is. Ongeveer een vierde van de opper
vlakte cultuurgrond wordt als grasland ge
bruikt, waarvan de opbrengst in den vorm
van melk en vleesch zeer aanzienlijk is. Een
belangrijk deel van de oppervlakte grasland
bestaat uit dijken en wegbermen, terwijl in
vrijiwel alle deelen van onze provincie in de
z.g. oude kernen der eilanden grootere of klei
nere aaneengesloten complexen grasland wor
den aangetroffen.
In het algemeen kan men van Zeeland zeg
gen, dat alle grasland dat scheurbaar is en
voor zoover dit niet, op grond van b.v. zijn
ligging t.o.v. het bedrijf, vrijwel onmogelijk
was, in den loop der jaren is omgezet in bouw
land. De laatste jaren is er zelfs op meer dan
een plaats grasland gescheurd, waarvan thans
blijkt, dat het als bouwland onbevredigende
resultaten geeft, zoodat weer tot inzaaien
moest worden overgegaan. Tot opnieuw in
zaaien zal de gemiddelde Zeeuwsche boer
onder de huidige omstandigheden slechts in
uiterste noodzaak overgaan, omdat hij in zijn
hart nu eenmaal meer is akkerbouwer dan
veehouder.
Aan de verzorging enz. van het grasland
ontbreekt o.i. nogal een en ander, vooral wan
neer men een vergelijking maakt met hetgeen
voor het bouwland zooal gebeurt. Den arbeid
van den Rijkslandbouwvoorlichtingsdienst en
de geregelde bijdragen gedurende een aantal
jaren van Weiboer in ons orgaan ten spijt,
kan toch niet worden ontkend, dat er van een
doelbewuste graslandcultuur in onze provin
cie vrijwel geen sprake is. Het grasland ziet
er op vele plaatsen in Zeeland, de goede niet
te na gesproken, allermiserabelst uit. Hierbij
dient o.i. echter toch als verontschuldiging van
den minder goeden toestand te worden aan
gevoerd, dat in Zeeland, behoudens vanzelf
sprekend de dijken en de bermen, alleen die
gronden voor grasland werden bestemd, die,
op grond van hun ligging en kwaliteit, voor
bouwland niet of minder geschikt waren, dus
in den regel de minder goede gronden, met
name in de oude kernen der eilanden. Ook
het feit, dat, naar verhouding, nogal veel
paarden werden geweid, is niet bevorderlijk
voor het verkrijgen van een goede zode.
Een vergelijking tusschen het grasland-
gebruik in Friesland en in Zeeland valt in het
nadeel van onze provincie uit. In Friesland
ligt het grasland volkomen'vlak, op regel
matige afstanden doorsneden door greppels
om het overtollige water af te voeren, het op
regelmatige tijdstippen bossen van het gras
land en het verspreiden van de mesthoopen
vindt algemeene -toepassir.^" hooiland
wordt op tijd, d.w.z. vt-oegaet t dewijl
het gras van een belangrijke oppervlakte in
jongen toestand wordt ingekuild. In Fries
land ziet men als hooibouwweriktuigen alge
meen de zijaanvoerhark en de zwadkeerder,
werktuigen die in Zeeland, vermoedelijk ook
al door de ongelijke ligging van het grasland,
onbekend zijn. Het verschil tusschen de ver
zorging en het gebruik van het grasland in
Friesland en Zeeland is dan ook wel zeer
groot.
In de aaneengesloten graslandgebieden van
onze provincie is de huidige toestand op vele
plaatsen niet erg bevredigend. Niet alleen dat
in verschillende weiden goed drinkwater voor
het vee gedurende een grootere of kleinere
periode in den zomer ontbreekt, zoodat dit van
elders moet worden aangevoerd, doch ook de
ligging van het grasland zelve, n.l. zeer
ongelijk, maakt op vele weiden een doel
matig grasland-gebruik, waartoe wij ook reke
nen een goeden waterafvoer in den winter,
onmogelijk. Bij het constateeren van deze
minder goede toestanden dient echter mede
in aanmerking te worden genomen, dat de
kwaliteit van den grond in de z.g. oude kernen
zeer veel te wenschen overlaat. Onder een
veelal dunne laag teelaarde vindt men zware,
aanvankelijk bruin gekleurde klei, die op wat
grootere diepte prijs tot blauwgrijs is ge
kleurd en in Zeeland algemeen bekend is
onder den naam spier". Deze z.g. spier kan
op een lijn gesteld worden met de knikklei van
b.v. Groningen of Friesland. De „spier" is
behalve door haar kleur ook gekenmerkt door
het hooge gehalte aan klei, haar vastheid en
door het totaal gemis aan koolzure kalk,
vooral in de bovenste lagen. Spier treft men
aan in den weihoek op Tholen, op Schouwen-
Duiveland, op Walcheren, in Zuid-Beveland,
in de Poel, de Ierseksche moer en Koudorpe
en vermoedelijk cok wel elders in onze pro
vincie. Over het ontstaan van kniklagen
geeft Dr. Oosting, bodemkundige te Wage-
ningen, de volgende alleszins aannemelijke
verklaring. De kniklagen worden gevonden
op plaatsen die den vorm hebben van oude
waterloopjes of poelen. Deze watertjes zijn
opgevuld met ouderen bovengrond van het
omringende kleiland en het fijnste slib van het
overstroomingswater en dus kalkloos afgezet.
OHiet grasland in de gebieden met een dunne
teellaag en daaronder „spier", ziet er mis
troostig uit en vertoont een groot verschil met
de zode van goede weiden. Het plantenbe-
stand is veelal eenzijdig samengesteld uit
minderwaardige grassen, terwijl witte klaver
hoegenaamd niet voorkomt. Reeds op een
afstand is, door kleur en het borstelachtig
voorkomen, dergelijk grasland te herkennen.
Het spreekt eigenlijk wel vanzelf, dat onder
dergelijke omstandigheden het uiterst moeilijk
is om goed grasland te verkrijgen. Toch ver
dient het o.i. overweging om eens na te gaan
of, en, zoo jia, op welke wijze, dergelijke gras-
la nvv"i verbeterd zouden kunnen
waarbij- dergelijke proeven tevens dienstbaar
kunnen worden gem-aakt aan de graslandver
betering in Zeelancl in het algemeen. Hier
voor is noodig, dat er in Zeeland gelegenheid
komt om op grasland met veel „spier" eens te
experimenteeren door het grasland te egalisee-
ren, al dan niet met behoud van de bestaande
zode, door 'n tijdelijk gebruik als bouwland en
daarna opnieuw inzaaien: door een goede ont
watering toe te passen en niet te vergeten door
een meer of minder zware bekalking toe te
passen. Dergelijke proeven behoeven o.i. geen
groote bedragen te kosten, doch door samen
werking van den Rijkslandbouwvoorlichtings-
dienst en de Rijksinspectie voor de Werkver
schaffing, kan hier o.i. zeer vruchtdragend
werk worden verricht. Zoo langzamerhand is
n.l. wel gebleken, dat de gewone proeven op
grasland en de mededeelingen, die daarover op
geregelde tijdstippen verschijnen, onvoldoende
zijn o»m verbetering te brengen. Hier is
behoefte aan een daad. Voor proeven, als
door ons gedacht, is een terrein noodig van
510 ha gelegen in een van de oude kernen
der Zeeuwsche eilanden, dat tijdelijk als
proefterrein kan worden gebruikt. Een derge
lijk plan is o.i. zeer goed uitvoerbaar. Voor
den akkerbouw heeft de Keuringsdienst Zee
land in den Wilhelminapolder een flink proef
bedrijf gesticht waar belangrijk werk gebeurt,
dat ook de belangstelling heeft van de Zeeuw
sche boeren. Iets dergelijks moet in Zeeland
ook voor het grasland komen, al kan de opzet
hier veel eenvoudiger zijn. Indien er land
bouwers zouden zijn in b.v. de Poel of de
Ierseksche moer, die met onze gedachte in
stemmen en in beginsel bereid zouden zijn om
op dit gebied wat te ondernemen, dan zouden
wij dat gaarne hooren.
Ook de gebruikers van grasland dienen te
bedenken, dat, vooral onder de tegenwoor
dige omstandigheden, intensief en zoo ratio
neel mogelijk moet worden gewerkt. Ver
hooging van de opbrengst van onze bedrijven
blijft in vele gevallen nog altijd gemakkelijker
te bereiken dan een gerechtvaardigde ver
hooging van den prijs der landbouwpro
ducten. D.
ZEEUWSCH LANDBOUWBLAD
LET OP