iX
AKKERBOUW.
roTJenil JUfeilé had dU jaar veel
roest De wmtervastheid van Bersée is zeer twij
felachtig. Bersée in het voorjaar gezaaid
groeit gelijk met de zomertarwes op en al zou dit
rogge komen. Kost de gerst ƒ5 en is de richt
prijs ƒ7- dan moet er ƒ2,— heffing op buiten-
landsche gerst worden gelegd.
Uit deze voorheelden fblijkt ook reeds direct, dat
men nooit in algemeenen zin kan spreken van een
gelijke heffing op. voedergranen.
Er staat der regeering nog een ander, middel ter
beschikking in het geven van steunbijslagen, hetzij
per verbouwde hectare van een product, hetzij door
het geven van ee^ steun per 100 kg product. In dat
laatste geval is het natuurlijk noodig te voorkomen,
dat twee keer steun wordt uitbetaald over dezelfde
partjj, zoodat het noodig is, elke partij, waarop steun
>vordt uitbetaald, direct te denatureeren. (Kleuren
Een tweede doel van het kleuren is ook ze voor
menschelii^e consumptie ongeschikt te maken.
Langen tijd heeft onze regeering een combinatie
toegepast van monopolieheffingen met denaturatie-
toeslag doch m den laatsten tijd heeft zij getracht
e richtprijzen te benaderen door het enkelvoudige
stelsel van monoplieheffing. Het is uiterst moeilijk
met een dergelijk stelsel een vasten richtprijs te
yerzekeren, omdat de wereldmarkt soms zoo plotse
ling en zoo heftig kan schommelen. Elke verhoo
ging of verlaging wordt onmiddellijk gedeeltelijk
tenmt gedaan door een verdere daling of een verdere
stijging der wereldmarktprijzen.
Wil men deze snelle wisseling kunnen volgen dan
is er maar eén oplossing voor: het stelsel der varia
bele monopolieheffingen die elke week worden vast
gesteld en aangepast aan de laatst geldende wereld
marktprijzen.
Een bezwaar van dit laatste stelsel is natuurlijk,
dat de fiscale afrekening zooveel ingewikkelder
wordt, met alleen doordat de ambtenaren elke week
een andere heffing moeten berekenen, maar ook om-
dat aan het stelsel der variabele heffingen nood
zakelijkerwijze de mogelijkheid tot fixeeren der hef
ting dient te worden verbonden.
Fixeeren wil zeggen: een overeenkomst aangaan
met de regeering, dat men een bepaalde partij voe-
dergraan tegen een bepaalde (gefixeerde) heffing-
kan invoeren. Blijkbaar omdat de z.g. vaste hef
ingen de wereldmarkt niet zoo goed kunnen volgen
heeft de regeering bij dat stelsel de mogelijkheid
van fixeeren niet willen openen, omdat anders de
importhandel in bepaalde tijden groote partijen
buitenlandsch voedergraan met gefixeerde heffing
zou xunnen aankoopen, die aanmerkelijk beneden
de richtprijzen zouden komen te liggen, waardoor
de richtprijs illusoir gemaakt zou worden.
Volgt men echter den loop der wereldmarkt, door
variabele heffingen, dan is er geen enkel bezwaar
te scheppen VEn fixatie van monopolieheffingen
Bij het huidige stelsel loopt elke importeur de
kans een andere heffing te moeten betalen dan
waarop hij bij het afsluiten der transactie rekende
Door deze variabele heffing kan elke termijn
offerte van buitenlandsch voergraan op de hoogte
3 J6" lewe"Jchten richtprijs in een bepaalde
periode gebracht worden.
In het artikel wordt vervolgens nagegaan, welke
rol de monopolieheffingen in het leven van den
graanhandel hebben gespeeld.
De eerste heffing op 14 Augustus 1933 ingaande
bedroeg voor haver 3, voor mais en gerst 1 en
voor rogge f4.
De heffingen beteekenden voor den graanhandel
even zooveel guldens winst.
Op 17 November 1933 werden de heffingen van
mais gerst en rogge weer met 0,50 verhoogd (de
Sf S°eding van rogge ook nog eens met
J 0,50) en weer was de graanhandel bereid deze
winsten m den zak te steken.
In September 1935 kwam weer 0,50 bij de hef
fing en wéér werd door alle voorraadhouders de
winst gaarne genoten.
Begin Januari 1937 bedroegen de rechten op mais
haier° 2S50St °P f °P T°ëge f 2' €n °p
De handel, bevreesd bij een mogelijke daling der
rechten verliezen op voorraden te lijden, wendde zich
in t eind 1936 tot de regeering met verzoek restitu
tie van de rechten te mogen verkrijgen bij verlaging
van monopolieheffingen.
Afgezien van de winsten, die de importeurs-voor-
raadhouders bij vroegere gelegenheden hadden ge
ïncasseerd, was de regeering toch bereid in dat
verzoek te treden, mits echter bij eventueele ver
hoging ook zou worden bijbetaald. Dat was een
billijk verlangen van de regeering en de z g voor-
ïSvr+6|Yeli?° ,kwam de tweede helft van Januari
1937 tot stand.
Vele importeurs, coöperaties en handelaren, ston
den voor een moeilijke beslissing.
Voortaan eigen risico loopen 'beteekende verlies
bij daling of afschaffing den heffing- en winst bij
verhooging van heffing.
Het grootste deel der belanghebbenden is aan de
nieuwe voorraadregeling gaan meedoen.
Toch is het opmerkelijk, dat toen juist de gewel
dige oogsten uit Noord-Amerika bekend waren,
oogsten, zooals men ze in jaren niet gekend had en
ook Europa en andere werelddeelen hadden goede
oogsten.
Kan men dan een stijging verwachten? En een
verlaging der heffing?
Veeleer moest de graanhandel, die toch zoo gevoe
lig is voor dergelijke berichten, zich ernstig hebben
afgevraagd of niet een daling der wereldmarkt
prijzen noodzakelijk moest worden geacht.
De graanhandel is echter in de voorraadregeling
gebleven, het Centraal Bureau is er uit getreden.
Sedert Augustus 1937 zijn vele maanden voorbij
gegaan .en op 3 April. 31 Juli én 21 Augustus 1938
zijn de heffingen verhoogd en hébben al degenen,
die nog bij de voorraadregeling zijn aangesloten,
moeten bijbetalen, terwijl het Centraal Bureau als
niet-aangeslotene dat niet behoefde te doen.
Resumeerend komt de schr. van het artikel tot
deze opstelling:
a. drie maal heeft de graanhandel de voordeelen
der heffingen of verhoogingen geïncasseerd (14
Aug. '33, 17 Nov. '33 en 4 Sept. '35)
b. twee maal heeft de graanhandel de bedragen
waarmede de monopolieheffingen werden ver
laagd, terugbetaald gekregen ('5 en 26 April
11936)
c. nadat de algemeene heffingen 1 bedroegen is
de eerste verhooging met ƒ0,50 gekomen op
3 April 1938.
Dat was dus een bewijs, dat de graanhandel de
wereldmarkt verkeerd beoordeeld had. En wat deed
hij toen? Hij beoordeelde de markt nogmaals ver
keerd, want inplaats van de voorraadregeling op te
zeggen zulks kan steeds met inachtneming van
een termijn van drie maanden geschieden bleef
hij in de voorraadregeling.
Had hij deze op 3 April 1938 met 3 maanden
opgezegd, dan zou hij op 3 Juli 1938 buiten de voor
raadregeling hebben gestaan.
Maar de deelname aan de voorraadregeling werd
niet opgezegd omdat men een stijging van de
wereldmarkt en een daling der rechten verwachtte.
De wereldmarkt bleef dalen en de regeering was
genoodzaakt op 31 Juli 1938 en kort daarna op 21
Augustus 1938 de heffingen opnieuw te verhoogen.
En de graanhandel, die op 't verkeerde paard
gewed had, moest opnieuw bijbetalen.
Een storm van verontwaardiging stak op, men
eischte intrekking der verhoogingen en terubetaling
der bijbetaalde bedragen. Er werd getelegrafeerd,
er werd gestaakt, er werden audiënties aangevraagd.
Aan het slot van zijn beschouwing wijst de schr.
er dan ook op, dat er geen reden is verwijten tot de
regeering te richten.
Een waardiger houding van den graanhandel
ware z.i.. beter op haar plaats geweest dan het uit
roepen van een driedaagsche staking.
RASSENKEUZE WINTERGRANEN 1938.
Eerste bericht.
Alle importeurs, ook het Centraal Bureau gingen
deze regeling met de regeering aan.
?PAen 24 April 1937 werden de rechten telkens
pet 0,50 verlaagd en twee keer heeft de graan
handel de terugbetaling geïncasseerd. De rechten,
die daarna 1 bedroegen werden echter op 3 April
1938 weer verhoogd tot ƒ1,50.
Een verdere verhooging volgde op 31 Juli 1938
en op 21 Augustus 1938 kwam er nog eens 0,50 bij,
zoodat na dien datum de rechten voor mais, haver
en tarwe 2,50 en voor rogge en gerst 3,50 bedroe
gen.
Er was echter intusschen een "verandering geko
men, d.w.z. voor sommigen.
Op 13 Juli 1937 werd de oude voorraadregeling
ingetrokken en vervangen door een nieuwe. Deze
hield in terugbetaling bij verlaging en bijbetaling
bij verhooging der rechten. Alle aangeslotenen
bij de Nederl. Akkerbouw Centrale, die aan deze
regeling wenschten deel te nemen, moesten zich
07 auw opgeven.
Het is mijn gewoonte geworden, in September,
in een reeks van berichten een overzicht te geven
van de jongste ervaringen met de rassen van win
tergranen.
Deze berichten dragen een voorloopig karakter.
Ze zijn gebaseerd op eigen waarnemingen geduren
de het af ge loop en jaar en op de eerste berichten,
die wij ontvingen van R ij k s 1 andbouwcons ui ent en
van de houders van observatiestations, van proef
nemers en van correspondenten. Deze berichten
zijn nog allerminst compleet en het zou voorbarig
zijn, thans reeds over de verkregen uitkomsten te
oordeelen, ware het niet, dat de landbouwer zijn
keuze binnenkort nïoet bepalen en reikhalzend uit
ziet naar wat reeds op dit oogenblik bekend is.
In deze maand worden van verschillende zijden
berichten over proefnemingen bekend gemaakt.
Gewoonlijk zijn het berichten over op zichzelf
staande gevallen en er is veel gevaar, dat daaraan
overdreven waarde wordt toegekend. De verkoo-
pers van zaaizaad weten er van mee te praten,
hoezeer een enkel, op zichzelf weinig beteekenend
bericht, soms de stemming in een geheele streek
kan beïnvloeden en wij allen weten hoezeer de land
bouw daardoor kan worden gedupeerd. De hausse
m Joncquois b.v., waartegen ik het vorig jaar reeds
heb gewaarschuwd helaas nog niet sterk ge
noeg! heeft dit jaar geld gekost en al zijn
plaatselijke of streeksgewijze hausses minder ris
kant dan die waaraan het geheele land deelneemt,
ook kleinere misgrepen samengevoegd leiden tot
aanzienlijk economisch verlies.
Ik wil dus in de eerste plaats de landbouwers
opwekken alle berichten, die in deze maand wor
den gelanceerd, met de noodige critiek te beschou
wen. Dit geldt voor bona fide uitkomsten van af
zonderlijke proefvelden, het geldt a fortiori voor
prijscouranten en berichten, die van verkoopers
van zaaizaad afkomstig zijn (ook al mag men aan
nemen dat deze niet opzettelijk tendentieus zijn),
het geldt tenslotte zelfs voor de berichten, die ik
zelf hoop te geven. Wjant. al wordt geen middel
onbeproefd gelaten om het I. v. P. te doen zijn de
centrale, waar alle ervaringen worden samen
gebracht en objectief bekeken, ik herhaal, dat ook
mijne September-mededeelingen nog eenigermate
op losse schroeven staan; het definitief oordeel
kan eerst omstreeks Kerstmis in de Rassenlijst
worden neergelegd. Van week tot week nemen nu
echter de feiten, waarover ik beschik, in aantal
toe en mijn volgende berichten zullen alle aanvul
lingen zijn van dit eerste overzicht. Ik verzoek
alle belangstellenden en belanghebbenden, die ter
aanvulling van mijne mededeelingen iets hebben
op te merken of die een afwijkend oordeel hebben,
mij dit steeds te willen berichten; van hunne op
merkingen zal dankbaar gebruik worden gemaakt.
(Het gaat er slechts om een landsbelang te die
nen de keuze v^n de rassen, die in 1939 onzen
vaderlandsohen bodem zullen bezetten, zoo juist
mogelijk te doen zijn.
Vooraf moge daarbij worden vastgesteld, dat we
met ons rassensortiment niet zoo heel ver van de
waarheid af zijn. Dank zij den onafgebroken
arbeid van velen, beschikken wij over een keur-
sortiment, dat in ieder geval geen revolutie be
hoeft. Er is aneer te verdienen met juiste en zorg
vuldige behandeling dér bestaande rassen, dan
met overschakeling op allerlei nieuwigheden, die,
zooals ook in 1938 weer bleek, veelvuldig tegenval
len. Natuurlijk is hier niet mee gezegd, dat onze
hoofdrassen aan het ideaal beantwoorden. Zeer
zeker zullen er betere komen. Maar de kans op
sprongsgewijze verbeteringen is minimaal; men
moet niet verwachten; dat het betere stormender
hand zijn plaats zal veroveren, maar veeleer zijn
plaats geleidelijk zal vinden, omdat slechts jaren
lange ervaring in staat is het betere als zoodanig
te leeren waardeeren.
Voordeel van een vroegtijdig begin met rassen-
berichten is, dat men wel haast genoodzaakt is
veel aandacht te schenken aan ervaringen van
voorafgaande jaren. Dit eerste bericht geeft daar
om, voor winterrogge en wintergerst, in enkele
tabellen de relatieve opbrengstcijfers in vorige
jaren weer van de hoofdrassen, die onze aandacht
bezig houden. Daaronder komen dan de nieuwe
cijfers, die heden reeds te onzer beschikking
staan, en ieder kan zien hoe gering deze cijfers in
het algemeen in aantal zijn tegenover die, welke
reeds van vroeger bekend zijn.
Nu behoef ik niet te vertellen, dat de waarde
van een ras niet enkel door de opbrengst wordt be
paald. Even belangrijk is de kwaliteit, zooals die
m de marktwaarde haar uitdrukking vindt en
terdege wegen mee een reeks van egenschappen
als vroegrijpheid', stevigheid, etc., die niet of slechts
zwak in de opbrengstcijfers tot uiting komen. Maar
terdege wegen mee een reeks van eigenschappen,
geldt evenzeer dat het aantal waarnemingen, dat
een oogstjaar oplevert, in het niet verzinkt tegen
over wat reeds jaren achtereen kon worden waar
genomen.
Wintertarwe.
'1938 was een goed jaar voor de Nederlandsche
rassen en slecht voor de Fransche, althans voor de
Joncquois. Het is van belang op te merken, dat
men de Fransche rassen geenszins over één kam
moet scheren, maar ook dat bij vergelijking voor
de practijk men niet uitsluitend binnen de Fran
sche groep moet blijven. De indeeling in Fransche
en Nederlandsche en Scandinavisch-Duitsche rassen
is er een, die we gemakshalve maken, maar die
geen groote practische beteekenis heeft. Voor de
practijk kan men beter een indeeling maken in
roode en witte tarwes en hier dan nog bepaalde
groepen uitlichten, b.v. vroegrijpe of wintervaste of
rassen met kort stroo.
Gemakshalve echter de Fransche rassen als
groep beschouwende, zij in herinnering gebracht
dat reeds jaren door mij is verkondigd, dat noch
Joncquois, noch Vilmorin, noch Benoist het laatste
woord «zullen hebben, maar dat er nog ze Je nieu
wigheden op de nominatie staan, waartusscben wel
eens buitengewone aanwinsten kunnen voorkomen
Van deze onbekende grootheden komen er thans
twee sterk naar voren: de Jufoilé (kweeker: Rijks-
kmdbouwproefstation voor Plantenveredeling
Gembloux. Importeur: Firma B. C. Algra, Stiens)
en de Bersée (kweeker: A. Blondeau, Bersée. Im
porteur: N.V. Landbouwbureau M. Wiersum, Gro-
^52? Zijn ong:evoelig voor stuifbra'nd en
vertoonen, althans tot dusverre, weinig P-ele roest-
T™ HJntamelij1k kort van stro° met een goeden
het al® ™tertarw<* te weinig wintervast blijken,
het zal dan nog als zomertarwe hooge oogen
gooien en verd,ent als znodanig bepïoeld S?e
Naast Jubilé en Bersée kunnen uit de Fransche
Péveè?e r/l00p* eerV01 Worden -vermeld Alba
Pévele (Desprez 25) en Picardie.
Alba (kweeker: Prof. A. Dumon. Leuven. Im
porteur Firma D. J. v. d. Have te Kapalle-Bieze-
een roodzadige tarwe, die ter ve^n^g van
de Joncquois beproefd kan worden S
Picardie (kweeker: Florimond Despre- Canelle
par Templeuve. Importeur: de Z.P.C., Leeuwar
den) is witzadig, vermoedelijk met wintervast
maar gaf een goede productie. wintervast,